N° 298. 125e Jaargang. 1882. Maandag 18 December. Hst Iflsaal m een IJeloi. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor liet, Buitenland: de Compagnie générale de PuMicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Middelburg 16 December. MIDDELBl iSUIE COURANT. Men vindt, in den roman Emancipator iaeene voorspelling, dat een Nederlandsch passagiers schip, over een honderd jaar of zoo, door stoom of eenige andere in dat tijdsverloop ontdekte beweegkracht in een vreemde haven gebracht, als eerste „tijding uit patria" een bericht ont vangen zal van ongeveer den volgenden inhoud „De herziening der wet op het lager onderwijs is in Nederland aan de orde. Art. 23 (het christelijke-deugden-artikel, nn art. 33 geworden) houdt de gevoelens zeer verdeeld." Mag men den tegenwoordigen minister van binnenlandsche zaken gelooven, dan zal deze profetie te schande gemaakt worden. Zijn ideaal is (zie zijne rede van 28 Sept. jl.)„de toestand waarin de openbare scholen zullen hebben plaats gemaakt voor het bijzonder onderwijs." Dat ideaal, meent de minister, „behoort door ieder liberaal voor de toekomst te worden nagejaagd." Aangezien nu de tegen standers van ons tegenwoordig openbaar onder wijs niet tot de liberalen behoorenis het duidelijk dat wanneer de liberalen hun voor liefde voor de openbare school zullen hebben afgelegd, er geen strijd om de schoolmeer zal be staan. In ongestoorde eendracht zullen allen zich tevreden voelen, in het bezit van zooveel ver schillende soorten van bijzondere scholen als het verschil der godsdienstige meeningen in Nederland noodig maken zal. De duurte van het onderwijs zal onzen nakomelingen niet, zooals ons, moeilijke oogenblikken verschaffen, want in dien ideaal-staat, zal geen school méér kosten dan ieders bijzondere beurs of vrijge vigheid toestaat. Geen minister zal meer, aangezien het onderwijs dan geheel buiten de publieke kas om zal gaan, tot de bekentenis moeten komen dat de „ziekte der beurs" hem, als den heer Pijnacker Hordijk, van voorstander van de beginselen der wetsherziening van '78, tot haar bestrijder heeft gemaakt. Idealen koesteren mag iedermaar ze uit spreken is niet op ieder oogenblik aan ieder geoorloofd. Den minister, die trouw gezworen heeft- aan art. 194 der grondwet, doet aan zijn plicht te kort wanneer hij in de vergadering der staten-generaal als zijne meening uitspreekt, dat het openbaar onderwijs niets is dan een noodmiddel, bestemd om zoo spoedig te ver dwijnen als men het door iets anders vervangen kan. Dit openbaar onderwijs heeft een aantal onverzoenlijke en onvermoeid strijdende tegen standers. Wanneer nu de bewindslieden, diedoor hun ambtsplicht geroepen zijn er hun „voort durende z'org" aan te wijden, komen verkon digen dat zij dit niet anders doen als tegen wil en dank, dan is de vrees niet ongegrond dat zij daarmede den vijanden der openbare scbool een hart onder den riem komen steken. Hoe onverantwoordelijk de ontboezeming van den minister geweest is, blijkt uit betgeen hij zelf in zijne rede van Dinsdagavond verklaarde „Ik handhaaf het openbaar onderwijs, omdat het bijzondere niet voldoende isomdat niet overal voldoend lager onderwijs gegeven zou worden indien de staat zich onttrok. Ik meen dat de 400.000 kinderen, die thans openbaar onderwijs genieten, niet eenvoudig op straat kunnen gezonden worden." Voorts zeide de minister in te stemmen met Thorbecke's verklaring„In iedere gemeente moet open baar onderwijs zijn. Mij dunkt, niemand kan verlangen, dat dit onderwijs niet goed zij, dat aan goed onderwijs niet zooveel mo gelijk worde deel genomen." De heer Pijnacker Hordijk erkent dus de onontbeerlijkheid van het openbaar onderwijs van. eene openbare school in iedere gemeente, ^aar goed onderricht aan zooveel kinderen als mogelijk is gegeven zal worden. Lijnrecht tegenover deze meening staat eene partij in den lande, die de oprichting van openbare scholen zoekt te beletten overal waar het bij zonder onderwijs, volgens haar, in de behoefte voorzien kan die aan de gemeentescholen alles zoekt te onthouden, wat voor het geven van goed onderwijs vereischt wordtdie het bezoek j dezer scholen, waar zij maar kan, door school geld heffing of verhooging, tracht te belemme ren. Heeft de minister dan niet gevoeld welk een steun en welk eene aanmoediging bij aan die, tegen zijne gevoelens gekante, partij gaf, wanneer hij haar het recht schonk om te zeg gen„Zie, zelfs de man die door eed en plicht geroepen is de openbare scholen in stand te houden, heeft bekend dat hij anders doen zou indien hij maar mocht Wanneer in de aanstaande zomer-verkiezin- gen de strijd andermaal over de school-quaestie ioopt, dan zal de minister Pijnacker Hordijk aan de tegenstanders der liberale partij een machtig wapen in handen gegeven hebben. Zijn wij liberalen tot dusver in staat geweest onze tegenpartij toe te voegen: „Uw eigen staatslieden, Van der Brugghen en Van Lijn den, zijn niet in staat geweest iets anders te scheppen en in stand te houden dan de open bare school, waartegen uwe leiders, Groen en Kuyper, het volk zochten op te zetten," voortaan kunnen de anti-liberalen tot ons de uitdaging richten„Wanneer gij de openbare school wilt, zoek dan een minister die haar, uit overtuiging, verdedigt." Daarom heeft het ons genoegen gedaan, gelijk wij gisteren reeds zeiden, dat ten minste 12 liberalen, door tegen zijne begrooting te stemmen, den minister te kennen gegeven heb ben dat „de eer van tot de liberale partij te behooren," niet te vereenigen is met twijiel aan het beginsel der openbare school, nu en in de toekomst, voor Nederland. Nu en in de toekomst Want het is wel waar dat het koesteren van idealen, die niet voor verwezenlijking vatbaar zijn, een on schuldig genoegen isdat niemand ont zegd worden mag; maar wanneer men aan de staatkundige praktijk deel wil nemen, is het niet geoorloofd zijne beginselen te richten naar een toestand, welke zóo weinig overeen komst heeft met den bestsanden, dat hij on bereikbaar geacht mag worden. Wat zou men zeggen van een staatsman, die verklaarde: als minister moet ik den persoonlijken eigen dom beschermenmaar mijn ideaal is de commune? De toekomst, waarin goéd volks onderwijs verwacht kan worden van de parti culiere krachten, gelijkt niet méér op den toestand van Nederland in 1882, dan een wijs en rechtvaardig bestuur, naar communistische begrippen, gelijkt op de aardsche hel, die de geestverwanten van Louise Michel in 1871 te Parijs geschapen hebben. Welk een onuitroeibaar kwaad het school verzuim ishoc er aanhoudend, met huisbe zoek en belooningen, met er de voorwaarde van bedeeling aan te verbinden en door allerlei andere lok- en dwangmiddelen tegen gestreden moet worden boe het desniettemin onmogelijk blijft sommige ouders te overtuigen dat hun kinderen niet minder onderwijs noodig'hebben dan voedseldat alles is eene waarheid, waarvan de bijzondere onderwijzers niet min der overtuigd zijn dan de openbare. In welk een ellendigen toestand het volksonderwijs ver keerde, toen het aan de vrije bemoeiing der ingezetenen was overgelaten, heeft de geschie denis in ons land en elders overtuigend geleerd. Welk een aandrang en een moeite er noodig is, om de particulieren over te halen uit hunne beurzen zooveel af te staan als noodig is tot het in stand houden van goede scholen, niet alleen voor hun kinderen, maar ook voor die der armen, dat weten de vrien den van het bijzonder onderwijs door eene jaarlijks terugkeerende ondervinding, waarover wij liberalen nauwelijks kunnen medespreken. Hoo de hooge eischen, aan de openbare scholen gesteld, de bijzondere scholen noodzaken ze j op zijde te streven hoe dps door dien wedijver de. verheffing en de verspreiding van het on derwijs in 't algemeen bevorderd wordt, dat leeren ons de klachten der bijzondere onder wijzers overvloedig. En met dit alles voor oogen, met de diensten die de openbare school be wijst aan den eenen en hare onmisbaarheid aan den anderen kant, komt de minister van on derwijs ons vertellen dat hij eigenlijk wél zoo lief de gelieele openbare school aan kant zag gezetIndien dat een „ideaal" is, dan be hoort het tot die der „ideologen", zooals Na poleon I die denkers noemde, welke alle zaken in het afgetrokkene, buiten eenig verband tot de werkelijkheid, beschouwen. De namen der twaalf tegenstemmende libe ralen zijnGoeman Borgesius, Van Osenbrug- gen, De Vos van Steenwijk, Bergsma, Buma, Gleichman, Kool, Van Blom, Van Houten, Wybinga, Van Eysinga en Rutgers. Het is ons niet bekend of al de andere liberale kamerleden hunne stem aan de begrooting gege ven hebben omdat zij, ofschoon de verklaringen van den heer Pynacker Hordijk afkeurende, nochtans zijn aftreden niet wenschelijk oordeel den, Voor die opportunistische redeneering is veel te zeggen. Hoe groot of hoe klein echter het aantal dergenen zij, die aan het beginsel der schoolwetten van 1857 en '78 onvoorwaar delijk, zonder achterdeuren of uitvluchten, trouw zijn gebleven, is ons, tot zekere hoogte, onverschillig. Niet dat men minderheid is, maar dat men geen warmte en geen overtui ging meer heeft voor zijne beginselen, is een kwaad. Het dozijn kamerleden dat zich van den minister heeft afgewend, is juist talrijk en krach tig genoeg om te bewijzen dat de liberalen hun beginsel in zake onderwijs nog niet verloochenen. De tweede kamer heett gisteren avond de be grooting van marine aangenomen met 39 tegen 8 stemmen. Van de voorgestelde amendementen werd geen aangenomen; alleen een voorstel van den beer Wichers verkreeg een meerderheid. Het strekte om een hoofd-inspecteur bij de admini stratie aan te stellen, met den rang van kolonel. Wij vernemen dat met 1 Januari a., tengevolge der wijziging in de zegelwet, de zoogenaamde kas-quitantien van de Nederlandsche Bank ver vallen en daarentegen verkrijgbaar zullen zijn assignatiën op naam of aan order, op al de plaatsen waarop nu de kas-quitantiën worden af gegeven en zulks tegen 30 cent per stuk (met inbegrip van bet zegel) onverschillig welk bedrag twoes, 16 Dec. De verkiezing van een lid van den gemeenteraad, wegens de niet-toelating van den heer Risseeuw, is bepaald op Dinsdag den 9en en de herstemming, zoo die noodig is, op den 23en Januari a. Gisteren werd de nieuwe burgemeester van El- lewoutsdijk, de beer A. Fontein, aldaar geïnstalleerd. Drie eerepoorten, rijkelijk met groen versierd, waren in het dorp opgericht en eene eerewacht te voet en te paard toog te tien uren met vlag gen en wimpels, voorafgegaan van herauten, die banieren droegen, bet wapen van Ellewoutsdijk en eene hulde aan den nieuwen burgemeester voor stellende onder commando van den heer E. v. d. Bent, naar de grens der gemeente, om daar den aan staanden burgervader op te wachten. Toespraken van den kommandant der eerewacht, van den onderwijzer en een welkomstlied van de schoolkinderen, werden gevolgd door de installatie op het gemeentehuis, alwaar de wethouder J. Bruinooge eene toepasselijke redevoering uitsprak. Ook onder de .Balineezen bestaat iets als een praedestinatie-leer. Men stelt zich n. 1. voor dat, het de bepaalde wil der goden is dat een zeker aantal menschen door de pokken worde aangetast. Vandaar bij hen het woord kit/en (begenadigd worden) een euphemische term voor sde pokken hebben." Het staat dus volgens hen gelijk met een verzet tegen den bepaalden wil der goden, indien men voorbehoed-maatregelen neemt tegen die ziekte. Sommigen gaan zelfs nog verder en noemen het een voorrecht door de pokken ge schonden te zijn. Ziedaar, volgens dr. I. Jacobs, een geneeskundige die door de Indische regeering belast is geworden met het invoeren der inenting, een van de bezwa ren, waarmede Jenner's zegenrijke ontdekking te worstelen heeft op het eiland Bali. Aan de cargadoors te Rotterdam is door een aanzienlijk getal firma's aldaar een adres gericht, waarin de aandacht gevestigd wordt op verschil lende grieven die van de importeurs van petroleum- ladingen zijn vernomen over het lichten van sche pen, die in Brouwershaven binnenvallen, bestemd naar Rotterdam. Men is van meening dat een ■grooter deel der lading rechtstreeks de stad be reiken kan. Daarom maken adressanten voor 't vervolg bezwaar de kosten van het lichten geheel voor hun rekening te nemen, wanneer althans door den commissaris niet een bewijs wordt over handigd waarin de lossing, zooals die geschied is, als een noodzakelijkheid genoemd wordt. De loods- commissaris te Brouwershaven kan geacht worden volkomen bekend te zijn met den vereischten diepgang om Rotterdam aan te doen en thans wordt over de lichting beslist niet door hem, maar door de verschillende correspondenten van de car gadoors. Tot onder-directeur in de kolonie Ommerschans is benoemd de heer E. van der Kamp, inspecteur van politie te Leiden. Naar aanleiding van het schrijven van den heer Amersfoordt, over de minder gunstige uitkomsten van het gebruik van ingekuild gras, door het melkvee op de Badhoeve, deelt de heer Corbijn te Noordeloos, in de Landbouw Ct het resultaat mede van een door hem ingesteld onderzoek naai de melk van koeien, die reeds een dag of 6 met ingezuurd gras gevoerd werden. Dit onderzoek strekte zich uit tot versche melk, daartoe onmid dellijk gemolken, koude melk van denzelfden morgen en melk van dén vorigen avond, zoowel kond als verwarmd. De uitkomst was, dat noch de versche, noch de koude, noch de verwarmde melk zich door reuk of smaak onderscheidde van andere, niet van dien stal afkomstig. »Ik ben dus zoo vrij te onderstellen zegt de heer Corbijn dat de heer A. wel wat te voort varend is geweest, met zoo op eens het inzuren de schuld te geven van de onaangename lucht en den stuitenden smaak aan de melk zijner koeien. Een nader onderzoek zou hem misschen heel andere oorzaken doen ontdekken. Immers er kunnen zich in zijn ingelegd gras onkruiden bevinden, die het kwaad veroorzaakt hebben; dat zou toch zoo'n groot wonder niet zijn. Ook kan de melk te lang vertoefd hebben in de onmiddellijke nabijheid van het voeder. Ingezuurd gras riekt heel sterk en het is bekend, dat melk gemakkelijk een wan smaak aanneemt, als ze eenigen tijd bij riekende stoflén wordt geplaatst. En wat mij nog het meest bevreemdde was, dat het gebrek zich niet alleen op denzelfden dag vertoonde, waarop het voeder voor het eerst werd toegediend, maar ook den eigen dag weer verdwenen was, waarop het voeder werd afgekommandeerd. Gewoonlijk ver- toonen zich znlke verschijnselen nog een dag twee, drie, na de verandering van voeder, indien ze ten minste uit het voeder ontstaan zijn. Ik wenschte daarom den heer A. in overweging te geven, eens een nauwkeurig onderzoek in te stel len naar de oorzaken dezer gebreken, die zich overigens niet aan het zuivel schijnen te vertoo- nen en dus voor de meeste boeren niet bezwaar lijk zouden zijn, al was de oorzaak in het inzuren gelegen. Erger ware het, indien des heeren A. schrikbeelden bewaarheid werden, dat nl. het vleesch van met ingezuurd gras gevoederde dieren ontstoken zou zijn. »De heer A. zegt, dat zijne regelen niet ge schreven werden om van het gebruik van inge zuurd voeder af te schrikken, maar hij zal toch niet kunnen beletten, dat velen, die nu door het goede voorbeeld van anderen werden verlokt, óok eens een proef te nemen, zich nu nog wel eens zullen bedenken. Ten minste, in deze ge meente zijn we reeds heel wat teruggegaan, sedert het ongunstige bericht. En mij dunkt, de zaak is te belangrijk om ze wegens een kleinigheid te veroordeelen. Overigens is er zooveel voeder, dat een onaangenanien smaak aan de melk geeft. Uit een inde St.-Ct opgenomen Oordeel omtrent den oogst van 1882 in Nederland blijkt, dat een meer dan middelmatige oogst verkregen werd, van tarwe in 486 gemeentenmiddelmatig en minder in f67; verder van rogge 694 boven het middel matige en 209 daar beneden van gerst 497 en 259 van haver 796 en 198; van paard enboonen 439 en 349; van aardappelen 104- en 945; van suikerbieten 147 en 240'; van klaver 573 en 114j van grasland 832 en 53.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1