N° 292.
125e Jaargang.
1882.
Maandag
11 December.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
A d verten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/" 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Middelburg 9 December.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
£««es, 7 December. In de jongste raadsver
gadering bracht bet lid Ramondt eene belangrijke
vraag ter sprake. Is bet de raad, die moet be
slissen op de aanvragen tot afschrijving of terug
gave van plaatselijke belasting, welke, op grond
van vertrek uit de gemeente, gedaan worden Of
is zulks de taak van bet dagelijkseh bestuur,
aangezien de gemeentewet (art. 245) recht op
afschrijving of restitutie geeft en mitsdien de be
slissing op dergelijke verzoeken neêrkomt op bet
geven van uitvoering aan de wet Met belang
stelling wordt de beslissing van den raad over
deze vraag tegemoet gezien, te meer daar in alle
gemeenten niet dezelfde wijze van bandelen wordt
gevolgd. Kan de beer Ramondt zich beroepen op
Leeuwarden en Sneek, waar bij de verordening
de beslissing op restitutie, of afscbrijvings-aanvra-
gen aan burgemeester en wethouders is opgedragen,
in verschillende andere gemeenten, als Utrecht,
Arnhem, Middelburg, Haarlem, Breda, Zutfen, 's Gra-
venbage en 's Hertogenboscb, wordt de zaak be
grepen, als tot dusverre in Goes.
Het komt ons voor, dat tegen de meening van
den beer Ramondt en vóór de bestaande regeling
de navolgende redenen kunnen worden aangevoerd.
1° De raacl stelt den aanslag vastde schuld,
die dientengevolge geboren wordt, kan door geen
ander lichaam, als dat baar in bet leven riep,
geheel of gedeeltelijk worden te niet gedaan.
2° Plan en stelsel der gemeentewet brengen
mede, dat de raad beslist over zaken, die de
uitoefening van rechten en de nakoming van
verplichtingen betreffen, waarbij de financiën be
trokken zijn.
3° Alle bevoegdheid met betrekking tot de
regeling van bet bestuur van de huishouding dei-
gemeente, die niet aan den burgemeester of aan
burgemeester en wethouders, bij de gemeentewet
of eenige andere wet, is opgedragen en in casu
bestaat zulk een opdracht niet behoort aan
den raad.
4° Volgens de gemeentewet is het de raad,
die kwijtschelding verleent van burgerlijke schuld
(pachten, huren, enz.), ook d i e kwijtschelding,
welke den schuldenaar volgens de wet toekomt.
Moet men, bij analogie redeneerende, niet aan
nemen dat het des wetgevers bedoeling is geweest,
dat kwijtschelding van alle, dus ook van belas
tingschuld, bij raadsbesluit geschiede?
5° Beslissing op de aanvragen door den raad
is rationeel, omdat hij later, mocht er geschil
bestaan omtrent de al of niet toepasselijkheid van
de bepaling, op grond van welke afschrijving of
restitutie wordt gevraagd, moet heslissen of de
gemeente zich in rechten zal verweren.
In hoeverre deze argumenten, die wij meer kon
den aanstippen dan ontwikkelen, afdoende zijn,
kan het debat, dat in den gemeenteraad te wach
ten is en dat naar wij vernemen, doer den heer
Ramondt ook in de Vereen, van Burg. en Secr. zal
worden aanhangig gemaakt, leeren. Dat bij her
ziening der gemeentewet ook in eene leemte, als
de boven aangeduide, behoort 'te worden voorzien,
eischt echter, meenen wij, geen opzettelijk betoog.
Ook door diegenen die aan het beginsel van de
wet op de uitoefening der geneeskunde van 1865
trouw zijn gebleven, wordt tegenwoordig erkend
dat de schaarschte van geneeskundigen op het
platteland eene zaak is, die onrustbarende verhou
dingen aanneemt en voorziening eischt. Tot hen
behoort dr Polmer Reddingius, die in het Decem-
ber-nommer van de Vragen des Tijds een kort
betoog levert over „de eenheid van den genees
kundigen stand." Hij verdedigt de wenschelijkheid
dier eenheid op de bekende gronden. Verlaging
van het peil der medische studiën zou het gevolg
zijn, wanneer er tweeërlei manier om de bevoegd
heid tot het uitoefenen der geneeskundige praktijk
te verkrijgen in 't leven geroepen werdeen
manier die langdurig, kostbaar en moeiljjk, en
eene andere die in al deze opzichten minder be
zwaarlijk zon wezen. De groote meerderheid der stu
denten zou de laatste manier kiezen en het gehalte
der geneeskundigen in de toekomst minder worden.
Ook is een verschil van bevoegdheid uit een
wetenschappelijk oogpunt niet te verdedigen, dewijl
het leven en de gezondheid van den plattelands
bewoner, den militair, of den schepeling niet aan
minder bekwame handen toevertrouwd mogen
worden dan die van den stedeling.
De schrijver wil daarom van geen tweede examen
en van geen lageren geneeskundigen stand weten.
Maar hij gelooft aan het beginsel der eenheid van
stand getrouw te blijven, wanneer hij voorstelt de
bevoegdheid tot het uitoefenen der geneeskunde te
splitsendat wil zeggen de bevoegdheid om de
geneeskunde, de heelkunde en de verloskunde uit
te oefenen, afzonderlijk, naar keuze, verkrijgbaar
te stellen.
Hiertoe is herziening noodig der wet van 1865
(Stbl. n» 59), gewijzigd als het reeds is door de
wet van '74 (Stbl. n* 97). Het daar omschreven
arts-examen zou in drie gedeelten gesplitst moeten
worden. Het eerste zou omvatten: ziekte- en ontleed
kunde, geneesmiddelleer, gezondheidsleer, gerech
telijke geneeskunde, benevens de theoretische heel-
en verloskunde. Wie dit examen met goed gevolg
had afgelegd, zou bevoegd wezen tot het uit
oefenen der geneeskunde. Aan het eigen goed
vinden der aldus toegelatenen zou het verder over
gelaten worden, later al dan niet, door het afleg
gen van examens in de heelkunde en de verloskunde,
zich ook de bevoegdheid voor de praktijk in die
vakken te verschaffen.
Dr Folmer Reddingius stelt zich, als gevolg van
deze wijziging, eene belangrijke toeneming van
het aantal geneeskundigen voor. De burgerlijke
geneeskundigen, waarvan betrekkelijk slechts wei
nige de heelkunde uitoefenen, en de militaire
artsen, die de verloskunde zeer wel kunnen mis
sen, zullen hierdoor van overtollige studiën ver
lost worden. Dat alles, meent de schrijver, zal
verkregen worden zonder dat afbreuk gedaan
wordt aan het beginsel der eenheid van bekwaam
heid en zonder dat er een inférieure stand van
praktizeerende geneeskundigen in 't leven zal
geroepen worden.
Het lijkt ons wel eenigszins twijfelachtig, of
de eenheid van stand zoo ongeschonden bewaard
zou blijven bij het invoeren van een dergelijk
verschil in bevoegdheid. Ook zouden eenige der
nadeelen, die aan de vroegere wetgeving verbon
den waren, zich spoedig weder vertoonen en zou
den de vervolgingen tegen geneeskundigen, die ver
der gepraktiseerd hadden dan hun bevoegdheid
reikte, vermoedelijk niet uitblijven. Men zou zicb
echter deze bezwaren kunnen getroosten, wanneer
het doel, dat de sehijver zich voorstelt, bereikt
werd. Maar juist daar waar het gebrek aan
geneeskundige hulp nijpt en waar het in de
toekomst nog grooter dreigt te worden, op de
afgelegen streken van het platteland, zou men met
een arst, die de bevoegdheid voor de heel- en ver
loskundige praktijk miste, slecht geholpen zijn.
Wanneer de tegenwoordige wetgeving op den
duur nalaat de vrucht te dragen, die men er nu
rseds sedert vrij geruimen tijd van verwacht,
namelijk een niet te groot, maar voldoend en over
alle deelen des lands naar de behoefte verspreid
aantal geneeskunst-oefenaren, dan zal men waar
schijnlijk door den nood gedwongen worden tot
den ouden toestandwat meer of minder gewij
zigd, terug te keeren. Geneeskundigen met
halve of driekwart bevoegdheid kunnen niet in de
behoefte van het platte land voorzien.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
Dinsdag in de tweede kamer niet zeer parlemen
tair den draak gestoken met een zijner beroemdste
voorgangers in het constitutioneel ministerschap.
In antwoord op een aanval van den heer Goe
man Borgesius, zeide de minister namelijk
«Tegenover dergelijke aantijgingen kan de regeering
niets anders doen dan de verklaring afleggen, dat de ge
achte afgevaardigde te vergeefs zal beproeven in zijne
aanvallen de hoogte te hereiken, van waar de regeering
ze beschouwt met een gevoel, dat ik niet nader zal be
hoeven te beschrijven''.
Ieder die in de parlementaire geschiedenis van
Frankrijk eenigszins thuis is, herinnert zich dat
deze woorden bijna letterljjk dezelfde zijn, welke
Guizot eens tot de oppositie in de Fransche kamer-
van afgevaardigden voor 1848 richtteVos atta
ques ne monteront jamais a la hauteur de mon
mépris.
Het is niet edelmoedig van den heer Pijnacker
Hordijk, aldus een gezegde te parodiëeren van een
staatsman, die vóór en na zijn politieken val,
door geestverwanten en tegenstanders als een der
meest buitengewone geesten van zijn tijd vereerd
is geworden. Want dat onze jeugdige minister,
op 't oogenblik dat hij bezig was z ij n kortstondig
politiek verleden tegen eene beschuldiging van
inconsequentie te verdedigen, in ernst zich ge
plaatst zou hebben op 't standpunt van den be
roemden Franschen doctrinair, dat is te dwaas
om er een oogenblik aan te denken.
De St. Cl. bevat een kon. besluit tot vernietiging
van het besluit van den raad der gemeente Hoofd
plaat van 31 Juli 1882, waarbij aan het hoofd der
openbare lagere school n°. 1 vergunning is verleend
huiten de schooluren van het schoollokaal gebruik
te maken tot het geven van onderwijs voor eigen
rekening.
H"kout. besluit rust op de volgende overwe
gingen
dat het beschikbaar stellen van lokalen ten
dienste eener bijzondere school is eene bijdrage in
de kosten van die school in den zin van art. 3
der wet op het lager onderwijs
dat volgens art. 3 van genoemde wet die scholen,
waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door de
gemeenten worden gedragen, openbare zijn, terwijl
alleen die gesubsidieerde scholen, waar onderwjjs
gegeven wordt in een of meer der vakken genoemd
in art. 2 onder l, m en n, en het vak aldaar ge
noemd onder p, bij uitzondering beschouwd worden
als bijzondere scholen
dat gesubsidieerde scholen derhalve, waar alleen
de vakken aJc worden onderwezen, openbare
scholen zijn, waarop derhalve alle wetsbepalingen
van toepassing zijn, die betrekking hebben op de
openbare scholen
dat voormeld raadsbesluit strekt tot het van
wege de gemeente subsidieeren eener school, met
bepaling dat het onderwijs daar door den oprichter
voor eigen rekening zal worden gegeven
dat de school derhalve zou verkrijgen het ka
rakter eener bijzondere school en het raadsbesluit
daarom is in strijd met de wet.
Door burgemeester en wethouders dezer ge
meente is, ter vervanging van wijlen mevrouw de
wed. Fokker geb. Van den Broecke, tot regentes
van het burgerweeshuis alhier benoemd mevrouw
E. M. van Teijlingen geb. Schuurbeque Boeije.
Opgave van brieven, geadresseerd aan onbeken
den, verzonden door bet postkantoor Middelburg,
gedurende de le helft van Nov. 1882.
A. C Kluijt en J. Mensehaardt, te Amsterdam,
H. de Bock, Haarlem, P. van der Plank, Mid
delburg.
Door het hulpkantoor Grijpskerkemej. Den
Decker, Hillegersberg.
Briefkaarten E. L. H. Bouman en E. L. H.
Bouman, te Groningen.
Ovezand, 8 Dec. Heden is alhier door burg.
en weth. aanbesteed het bouwen eener school
voor 144 leerlingen met ameublement, en aan den
minsten inschrijver F. Schijf, te Ovezand, gegund
voor 9400.
Het gemeentebestuur heeft van de Herv. ge
meente een woonhuis aangekocht voor 2300,
hetgeen ingericht zal worden voor gemeentehuis.
De gemeenteraad heeft onder zekere voorwaarden
besloten deze gemeente met 's Heerenhoek te
verbinden door een grintweg.
Met 1 Jan. a. wordt het telegraafkantoor op
het station Arnemuiden, met een dagelij kschen
dienst van 8 uren voor- tot 8 uren namiddags,
voor het algemeen verkeer opengesteld. Het is
uitsluitend bestemd voor de verzending van tele
grammen en ontvangt geene telegrafische berichten,
dan die van de aanwijzing «bureau restant" zijn
voorzien.
Op het verkeer van dit kantoor met alle overige
telegraafkantoren in Nederland is het gewone
tarief van toepassing.
Volgens de N. R. Ct. zal door de centrale com
missie binnenkort de ".definitieve vaststelling der
verschillende onderstanden aan de nagelaten
betrekkingen van schipbreukelingen van de Adder
geschieden, opdat die met 1°. Januari aanst. kun
nen ingaan.
Overigens hebben zij, die terstond ondersteuning
behoefden, die voortdurend ontvangen.
Het ongeluk, dat dezer dagen bij eene in aan
bouw zijnde Roomsche kerk te Vught plaats bad en
reeds aan zes van de tien zwaar ge-wonde werk
lieden het leven kostte, wordt door den civiel-
ingenieur K. T. W. Rooseboom in de N. R. Ct.
als volgt toegelicht
«De eenige oorzaak van het onheil is mijns in
ziens te wijten aan den tegenwoordigen tijdgeest, die
wil dat Romaansche en Gothische kerken, die in
vroeger eeuwen jaren werks kostten, thans zoo
spoedig mogelijk en tevens met de meest mogelijke
zuinigheid worden opgetrokken. Hierdoor hebben
de gewelfjes en bogen, waarop toch alles aankomt,
nauwelijks den tijd te versteenen, en gebeurt er
nu, zooals mij na een onderzoek in loco gebleken
is het geval te zijn, door kantelen van steigerplan
ken of zulke niet vooraf te voorziene toevallig
heden een ongeluk, door het naar beneden
vallen van groote stukken steen, dan kunnen die
lichte bogen den schok niet weerstaan en sleepen
in hun val de gansche daaraan verbonden con
structie mede.
„Het doel van mijn schrijven zal niet bereikt
worden, zoo niet allen, die met de hoofddirectie
van zulke groote werken zich belasten, leeren in
zien, dat betrekkelijk langzaam zeker gaat, en zij
niet door drang de uitvoering van die werken
bespoedigen ten koste van het geheel."
Door Renter's bureau te Berlijn wordt het over
lijden bericht van den heer mr A. C. La bouchère, gea-
taeheerd bij bet Nederlandsch gezantschap aldaar.
De heer Tjeenk Willink, te Zwolle, geeft de wet
op het recht van zegel, zooals zij op 1 Jan. 1883
luidt, in twee formaten uitde bekende editie van
de hh. Schuurman en Jordens, en een in breeder
formaat door den heer Vroom. Het koninklijk
besluit ter uitvoering moet nog volgen. Wij ves
tigen de aandacht op deze uitgaven, die door de
aanteekeningen, de lijst van vrijstellingen, alpha-
betisch" register enz. aan de eischen van zulke
boekjes geheel voldoen.
Door de ministers van waterstaat en van marine,
is eene commissie van toezicht benoemd op de
bewerking van een tweeden, verbeterden en ver-
meerderlen druk van het Algemeen Seinboekten
dienste van alle natiën, bestaande uit de heeren
J. C. Commijs, luit. t'z le kl., te Rotterdam; H.
C. Hacke, oud-gezagvoerder, te Amsterdamen
D. C. Rietbergen, oud-gezagvoerder, te Rotterdam.
De op 16 dezer vastgestelde vaart van een
stoomschip uit Amsterdam naar New-York van de
Ned. Amerik. Stoomvaartmzal niet plaats vinden.
Dientengevolge zal ook op gemelden dag geen
gelegenheid bestaan om uit Nederland, recht
streeks over zee, brieven en andere stukken naar
Amerika te verzenden.
Ten vervolge op het telegram, medegedeeld in
de Staatscourant van 5 dezer, is door den gouv-
gen. van Ned.-Indië den 7e* dezer nog het volgende
aan het dep. van koloniën geseind
«Berichten uit Atjeh bevx-edigend.
«Bij laatste oritmoeting, waarbij kapitein Botter
sneuvelde, verlies vijand zeer belangrijk.
«XXVI Moekim in rust.
«Radja Passangan door onze bondgenooten, die
door marine gesteund werden, geheel teruggedreven
heuvelbentings Paleuh door zijn volk verlaten en
daarna door onze bondgenooten geslecht."
(Zie laatste berichten van gisteren.)
Wij ontvangen van den heer J. Kasteel een ge
drukt verslag van een „consult", den 17e* Nov.
jl. te 'sGravenhage door hem gehouden met de
somnambule C. G. Gunters, in tegenwoordigheid
van den magnetiseur H. A. Gunters en van den
«geneeskundige" J. Kimmel. Eenige beschouwin
gen over deze consulten in 't algemeen en over
de daarmede door onzen stadgenoot dr Bolle ge
nomen proef, zijn bij dat verslag gevoegd.
Ofschoon dit stuk niets nieuws aan 't licht brengt
omtrent de kwakzalvex-ij, waarmede men onder
den naam van magnetisme aan de goedgeloovige
lieden het geld uit den zak jaagt, meenen wij er
toch het een en ander uit te moeten overnemen
Misschien houdt het nog dezen of genen van de
lompe boerenbedriegerij terug.
Den 17c» November 1882, schrijft de heei'
Kasteel, begaf ik mij naar de woning van den
eer Gunters.
Na eenigen tijd gewacht te hebben, zoude het
consult beginnen.
Terwijl ik zat te wachten, kwam de heer KimraeL
Op verzoek van den magnetiseur plaatste ik mij
naast de somnambule op de canapé, waarna hij
de somnambule in een magnetischen slaap bracliL
Nadat de magnetiseur klaar was, nam zij mijne
linkerhand, bekeek die circa 3 minuten en sprak
toen het volgende«hart, longen en lever zijn
gezond en de maag ook."
Verder vertelde ze mij dat ik hinder van sljjiü
had en zij mij daarvoor droppeltjes zoude geven,
welke ik trouw moest gebruiken.
Daar het mij volstrekt niet te doen was om
een verslag te hooren van mijne ziekte of va*
mijne gezondheid, trachtte ik haar naar een ander
punt te brengen, en wel naar de armen.
Vr. Zijn mijn armen in normalen toestand
Antw. Van tijd tot tijd hebt u pijn in de armen.
Vr. Heb ik geen hinder van uitslag aan de
armen Antw. Ja, van tijd tot tijd. Vr. Heb
ik er nu binder van Antw. Ja een weinig.
Prachtige negatieve uitkomstdaar ik, zoo oud
ik ben, niet weet ooit uitslag op de armen gehacj
te hebben.