N° 291.
125e Jaargang.
1882.
Zaterdag
9 December.
FEUILLETON.
Akbar en IVloïra
Dit blad verschijnt d a ge 1 ij ks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Middelburg 8 December.
MARCEL VAN HOHENBERGfH.
MIDDELRllRGSCHE COllRANT.
Door de verklaring welke de tweede kamer
gisteren op voorstel van de meerderheid harer
commissie van rapporteurs heeft aangenomen, is
generaal Van der Heijden volkomen vrijgesproken
van den op hem gelegden blaam van wreedheid,
alsmede van alles wat zijn eer en goeden naam
in verdenking zou kunnen brengen.
Politieke beteekenis, ook in den engeren zin
van Atjeh-politiek, heeft deze verklaring vol
strekt niet. De geschiktheid van den generaal
voor het voeren van civiel bestuur wordt uit
drukkelijk in het midden gelaten, even als de
kamer zich onthoudt van eenig oordeel over het
aan den generaal gegeven ontslag als gouverneur
van Atjeh.
Aan dit voor alle partijen even netelig geschil
punt is door deze beslissing o. i. eene oplossing
gegeven, zoo bevredigend als in de bestaande om
standigheden mogelijk was. Ook dat de kamer
'zich niet vereenigd heeft met het voorbehoud, door
de minderheid harer commissie van rapporteurs
voorgesteld, achten wij wijs en rechtvaardig. Deze
wilde alsnog in de conclusie opnemen de erken
tenis, dat onder het gezag en met medeweten van
generaal Yan der Heijden, niet alle voorgeschreven
bepalingen in 't belang der gezondheid van tot
rottingstraf veroordeelden in Atjeh werden nage
komen. Aangezien ook de minderheid, ondanks
dit voorbehoud, tot de slotsom kwam dat de
generaal slechts gehandeld had zooals hij dacht
dat voor de handhaving van orde en tucht nood
zakelijk was, alzoo niet uit wreedheid of moedwil,
heeft de kamer naar onze meening den royalen
weg behandeld, door aan de eerherstelling, welke
AtjelTs overwinnaar haar gevraagd had, niets toe
te voegen dat die verzwakken kon.
Zou dit 'i eindelijk het laatste „persoonlijk
feit" wezen, dat door den oorlog tegen Atjeh in
Nederlands geschiedenis eene plaats bekomen heeft
Gelijk wij gisteren reeds onder Laatste Berichten
korter hebben gemeld, stelt de commissie van
onderzoek betreffende de verlenging der concessie
van de Billiton-maatschappij aan de tweede kamer
het volgende voor;
«de kamer besluite dat het noodzakelijk is
«op grond dat de overeenkomst, tusschen de Indische
regeering en de Bi' liton-maatschappij op 7 Januari 1882
gesloten, is aangegaan met terzijdestelling van de wette
lijke bepalingen, vervat in het kon. bestuit van 1873
Indisch Stil. 1873, no. 217a), en dat bij deze over
schrijding van hare bevoegdheid de behartiging van 's lands
belang niet op den voorgrond is getreden
«dat het opperbestuur, niet berustende in de door de
Indische regeering in deze gepleegde handeling, zijne volle
vrijheid handhave, om bij het eindigen der oorspronke
lijk aan de BUliion-maatsckappij verleende concessie, voor
de naleving der bestaande wettelijke bepalingen en de
behartiging van 's lauds belang te waken."
Moïra, voor wie hij maanden lang de woestijn
doorkruist heeft, door groote omwegen elke ont
moeting met de Tuaregs vermijdende.
Thans weet hij dat het kamp onbewaakt isnu
is hjj gekomen om de hem aangedane beleediging
te wreken. Maanden lang heeft dit doel hem
staande gehouden. Hij heeft er honger en dorst
voor geleden, en nu
Eerst moeten zijne kameelen een paar dagen
rusten en dan als zij de noodige kracht her
kregen hebben om zijn vlucht te bespoedigen, zal
hjj zjjn wraak koelen aan Moïra en den Sheikh.
Met een blik van onverzoenl jjken haat beschouwt
hij nog een wijle het kamp en keert dan uaar
Chaamba en zijne kameelen terug.
Sedert dien avond zijn er twee dagen en twee
nachten verloopen eer de Derdji er toe besluit
om zjjn daad te volbrengen.
Stil en verlaten lag het kamp tegen de berg
helling aan. Alleen de fonkelende sterren ver-
Het' behoeft nauwelijks gezegd te worden dat
de afkeuring, in deze verklaring nedergelega,
andermaal den afgetreden minister van koloniën
treft. Het is alsof de kamer den naam Yan
Goltstein voor goed uit de lijst onzer „mogelijke"
staatslieden schrappen wil. Motie-De Jong (Pa
ramaribo), motie-Yan der Heyden, motie-Billiton,
de politiek-overledene zou een boven-mensche-
ljjk taai leven moeten hebben om na drie zulke
operatiën nog weder uit het graf te komen,
dat het conversie-votum der kamer voor hem ge
dolven heeft.
De vraag is echter, of eene zoo scherpe uit
spraak als aan de^ kamer in de Billiton-zaak
wordt voorgelegd, ook het hoofd der Indische
regeering niet tot aftreden nopen moet. Wij weten
wel dat de landvoogd staatsrechtelijk niet aan
sprakelijk ismaar zijne beslissingen treden toch,
in aangelegenheden als de onderhavige, zóo op
den voorgrond, dat een zóo goed kenner van ons
Nederlandsch en Indisch staatsrecht als de heer
Keuchenius, onlangs reeds in de tweede kamer,
sprekende over deze zelfde Billiton-zaak, de per
soonlijke verantwoordelijkheid van den gouverneur-
generaal even aangeroerd heeft.
Het is niet om te waarschuwen tegen eene
krachtige en ondubbelzinnige uitspraak in de
Billiton-zaakdat wij deze opmerking maken.
Wanneer 's lands belang is achter gesteld bij over
wegingen ten voordeele van personen of onderne
mingen, hoe aanzienlijk en hooggeplaatst ook,
dan moet de vertegenwoordiging eerlijk en onbe
schroomd zeggen waar 't op staat. Maar het is
tevens noodig dat zij zich rekenschap geve wat
zij begint. Een gouverneur-generaal kan bezwaar
lijk, als een minister, een motie van afkeuring
naast zich nederleggen en rustig blijven zitten.
Zijn noodzakelijk aanzien en gezag in de kolo
niën zouden door zulk eene uitspraak zeer lijden;
terwijl niet ieder op den troon van Buitenzorg
de lijdzaamheid van een Mijer medebrengt. Maar
ook zon het niet wensc-helijk zijn dat de onbe
stendigheid van het leven der Nederlandsche
ministers werd overgebracht op dat onzer opper
bestuurders van Indië. Wanneer dus de kamer
besluit, dezen slag te slaan, dan behoort het te
geschieden in het volle bewustzijn van de mogelijke
gevolgen. (Het fravpez justesurtout frappez fort
moge voldoen als regel voor den volksleidervoor
den staatsman komt er nog bijfrappez prudemment.
Het pikante van de jongste verkiezing te Zutfen
is, dat de verkozene antirevolutionair, baron
Brantzen, een volle neef is van het voor Zutfen
zitting hebbende liberale kamerlid baron Van
Heeckeren, broeder van wijlen de moeder van
den heer Brantzen. De antirevolutionairen zijn
dus een lid rijker geworden, maar ,,'t blijft in
de familie."
Vermelding verdient ten aanzien van deze ver
kiezing, dat op hetzelfde oogenblik dat als volks
vertegenwoordiger voor het district een antirevo
lutionair gekozen werd, voor leden van den
gemeenteraad te Zutfen en te Winterswijk twee
lichtten den hemeldoch hun licht was te zwak
om tot het kamp door te dringen en de tent waarin
Moïra rust, ligt geheel in het duister.
Akbar heeft zich ontdaan van alle kleeding-
stukken die hem in zijne bewegingen zouden
kunnen belemmeren en zich alleen met zijn kris
gewapend. Hij nadert behoedzaam het kamp met
Chaamba en de kameelen. De jonge slaaf beseft
dat er iets gewichtigs op til is en ziet angstig
naar zijn meester op, die hem weldra gelast om
met de kameelen achter te blijven, alleen het kamp
binnensluipt en zich onhoorbaar als een slang
voortbeweegt. Zoo nadert hij ongemerkt de tent
waarin Moïra, op geenerlei gevaar bedacht, onbe
waakt sluimert en treedt onopgemerkt binnen.
Het is hem echter niet mogelijk iets in de diepe
duisternis, die hier heerscht, te onderscheiden.
Hij hoort een zware ademhaling. Is dat Moïra?
of zou het een slavin zijn, die had moeten waken,
en ingeslapen is. Akbar tilt voorzichtig een dei-
zijwanden op en hierdoor valt het sterrenlicht in
het duistere vertrek. De slaapster is Zaïda en op
eenigen afstand slaapt Moïra op haar legerstede.
De aanblik der hem toegezegde bruid doet hem
eensklaps sidderen en hij is op het punt om als
een woedend roofdier op haar toe te schieten;
doch daar ontwaakt Zaïda en staat eensklaps
roerloos van ontzetting voor hem. Een gil van
haar en hij is verloren 1
Hij laat haar echter geen tijd en met een ge-
smoorden kreet stort zij, door zijn kris in het
hart getroffen, ter aarde. Toch heeft dit gedruis
liberale namen uit de stembus kwamen. De
kracht -van het anti-liberalisme zit dusook
daar, onbetwistbaar op het platteland.
Axel, 7 December. Tot verbetering van een
uit de T. N. Ct overgenomen bericht (M. Ct van
7 dezer) diene dat het raadslid D. J. Oggel niet
door den raad dezer gemeente is geschorst, en zulks,
indien het van dat college had afgehangen, ook
niet zou hebben plaats gehad. Hij is door gede
puteerde staten ambtshalve, na in zijn belang te
zijn gehoord, van zijn lidmaatschap vervallen ver
klaard wegens het leveren van petroleum aan den
aannemer van de straatverlichting.
Cïoes, 8 December. De Vereen, lot Weezen-
verpl. voor Z. en N.-Beveland mag zich verheugen
in de aanwinst van 32 leden en 12 begunstigers,
allen binnen deze gemeente woonachtig, waardoor
de jaarlijksche inkomsten met ƒ120 zijn vermeer
derd. Dat het resultaat der inschrijving niet
schitterender is, schijnt te moeten worden toege
schreven aan de omstandigheid, dat in dezen tijd
van kou, weinig verdienste en armoede, lijsten en
inzamelingen elkander verdringen.
De uitslag van de inschrijving ten platten lande
is nog niet bekend. Mogen zijn bewoners, die
beter dan iemand anders weten hoe slecht het
lot der weeskinderen is, doen blijken, dat zij het
hnnne willen bijdragen om verbetering van dezen
toestand te verkrijgen. Onze commissaris des
konings, op wiens steun nuttige inrichtingen in
dit gewest steeds kunnen rekenen, is lid der ver-
eeniging geworden en heeft haar van zijne sym
pathie doen blijken.
/jierikzee, 5 December. Het gerechtshof te
's Gravenhage heeft tot deurwaarder bij de recht
bank alhier benoemd den heer D. Timmerman,
notarisklerk te Rotterdam.
teren te 2 uren op de sterrewacht, teneinde, zoo
de kans nog mocht verkeeren, de waarneming niet
te missen.
Uit de gegevens in den Nautical Almanac had
ik gevonden dat de eerste of buitenste aanraking
van Yenus met de zon zou plaats hebben te 2 u.
20 m. 45 s. middelbare tijd te Utrecht, de tweede of
binnenste aanraking te 2 u. 41 m. 21 s.
Nog te 2 u. 20 m. moest ik den toestand als
wanhopig aanzien, doch onmiddellijk daarop kwam
de zon te voorschijn. Een zonne-oogbuis van Dawes
werd aan den kijker van Steinheil aangebracht,
en de kijker op de zon gericht. Yenus was al
ingetreden, voor ongeveer éen derde van hare
middellijn. Mijne hoop, de tweede aanraking te
verkrijgen, werd verijdeld door eene wolkbank, die
hooger en hooger kwam, en de zon geheel voor
ons oog wegnam.
De laatste minuut dat het verschijnsel zicht
baar was, leverde het altijd belangrijke schouw
spel op, dat de geheele omtrek van Venus zich
vertoonde, dus ook het gedeelte dat buiten de zon
uitstak.
Het zal nu 121J jaar duren eer er weder een
overgang van Venus voorbij de zon zal plaats
hebben, en wel den 9en Juni 2004. Deze overgang
zal hier in Nederland geheel zichtbaar zijn, nl#
de ingang te 4§ uur; de uitgang te 10 uur,
heide des morgens.
Van den volgenden overgang, in het jaar 2012,
zal alleen de ingang hier den 6en Juni, des avonds
te 7$ uur, zichtbaar zijn.
Mans-weert, 7 December. Gisteren is door
den waterstaat de opruiming van het wrak der
gezonken tjalk (Nauw van Bath) opgenomen en
goedgekeurd. Dit voor de scheepvaart zoo groote
beletsel is dus weggenomen. Gelijk gemeld is,
werd de met de opruiming belaste tjalk Zondag
11. door een stoomboot aangevaren. Beiden eischen
van elkander schadevergoeding, de een wegens
het aanvaren, de ander op grond dat de aangeva-
rene geen lichten op had, wat echter door den
schipper van de tjalk, onder aanbod van bewijs
door getuigen, betwist wordt. Een mooi zaakje
voor de balie.
Heden werd door den visiteur en commies-veri
ficateur bij 's rijks belastingen, alhier gestatio
neerd, proces-verbaal opgemaakt tegen een persoon
der bemanning van de goederenboot Rotterdam
wegens bedriegelijken invoer van buitenlandsch
gedistilleerd.
Omtrent den overgang van Venus deelt prof.
J. A. C. Oudemans in het U. D. het volgende mede.
Niettegenstaande het weder den ganschen mor
gen geheel betrokken geweest was, was ik gis-
Moïra gewekt en zij richt zich angstig opdoch
Akbar grijpt haar bliksemsnel beet, bindt haar
een zwaren deken om het hoofd en knevelt hare
armen en beenen. Daarna neemt hij haar voor
zichtig op zijne schouders en snelt het kamp door.
Reeds heeft hij den uitgang bijna bereikt, zonder-
door iemand opgemerkt te zijn toen het Moïra
gelukt zich van den deken te bevrijden en een
onheilspellenden angstkreet door den stillen nacht
te doen weerklinken.
Met alle kracht beproeft hij haar meester te
blijven en eindelijk rollen zij samen in het mulle
zand.
Intusschen is er beweging in het kamp gekomen
en Akbar ontwaart spoedig dat hij vervolgd wordt.
«Slechts dood zult gij haar terugkrijgen I" klinkt
het heesch en hij grijpt naar zijn krismaar de
schede is ledighet lemmet steekt reeds in het
hart van Zaïda.
Wanhopig richt hij zich op, spant nog eens al
zijn kracht in, maakt zich van Moïra meester en
snelt met haar naar de plaats waar zijne kameelen
wachten. Een oogenblik later is hij met zijn
volgeling in de woestijn verdwenen!
Ieder uur vermeerdert de afstand dien Moïra van
den stam van haar echtgenoot scheidt en eerst
tegen den middag geeft Akbar zijne kameelen
eenige rust. Hij maakt een noodtent van zijn
mantel en legt er Moïra onder neder. Hij had
nog geen woord met haar gewisseld. Met een
overdekt gelaat, aan armen en beenen gebonden,
heeft zij zwijgend den tocht medegemaakt, op den
Door burg. en weth. van 's Gravenhage zijn
thans verschillende wijzigingen gebracht in de
plannen voor de exploitatie van de terreinen, be-
hoorende tot het voormalige paleis van wijlen den
prins van Oranje. Zij stellen voor
1°. niet over te gaan tot verbreeding van de
Heulstraat
2°. aan de zijde van het Noordeinde een bete
ren toegang te maken tot de Heulstraat door af
ronding van het hoekhuis;
3". den grond, vrijkomende door afbreking van
de aan de gemeente behoorende perceelen in de
Heulstraat, uit te geven op erfpacht;
4°. de breedte van de tegenover 's konings paleis
ontworpen straat te bepalen op 20 M., met weg
lating van het achter het standbeeld ontworpen
plein
5°. de straat, die de sub. 4°. genoemd.e straat
met de Oranjestraat zal verhinden, aan te leggen
op de breedte van de Amaliastraat
6*. het Noordeinde niet te verbreeden en de
bestaande rooilijn, met uitzondering van den uit
bouw der torens, te behouden.
Het personenverkeer over den Nederlandschen
Zuid-Oosterspoorweg is heden in zijn geheel her
vat, nadat de brug over de Beersche Maas door
den raad van toezicht op de spoorwegdiensten
gisteren is goedgekeurd.
Zs. Ms. stoomschip Valk wordt met spoed ge
reed gemaakt aan 's rijks werf te Willemsoord,
kameel van Chaamba, terwijl Akbar op den ander
gezeten, beide bestuurde. Wat had hij met haar
voor
Was hij aanvankelijk ook van plan geweest
haar te dooden, nu vermocht hij dit niet meer.
Zijn wraak was 'gekoeld en haar schoonheid had
hem op nieuw betooverd.
Hij had zich gewroken. Maai- tot welken prijs 1
Aan alle kanten dreigden gevaren. Hij was zonder
eten of drinken, ver van alles verwijderd en hem
zoowel als Moïra wachtte den hongerdood. Dit
denkbeeld deed hem huiveren en hij peinsde wat
hem te doen stond, terwijl Moïra, van alle gemak
en weelde beroofd, aan gebrek ten prooi, onder
de brandende zonnestralen ieder oogenblik den dood
voor oogen zag.
Na rijp beraad besloot hij tegen het invallen
van den nacht verder zuidwaarts te trekken, in
de hoop een karavaan te ontmoeten, die hem in
ruil voor een zijner kameelen, eetwaren en water
zou willen geven en aldus in staat stellen mm
Tombuctu te hereiken, waar hij Moïra als slavin
zou verkoopen, ten einde ook op haar zijn wraak
geheel te koelen. De vrouw van den Sheikh der
Jhaggaren op de slavenmarktdat denkbeeld
deed hem herleven.
Hoe smartelijk ook die dag geweest was, de
avond bracht eindelijk verlichting en verfrissching
en de half bewustelooze Moïra werd wederom op
den kameel gezet. De bewegingen van het dier
veroorzaakten haar pijn en brachten haar daar
door een oogenblik tot bewustzijndook kw$