125e Jaargang. 1882. N° 290, V rijdag 8 December. Eijks-belastingen. Middelburg 7 December. FEUILLETON. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van! -7 regels/" 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Akbar en fVloïra MARCEL VAN HOHENBERGH. MDDELBIMSCHE C0LRA1\T. De burgemeester van Middelburg, maakt bekend dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering zijn ver zonden de door den provincialen inspecteur dei- directe belastingen enz. te Middelburg, den 2en De cember 1882, invorderbaar verklaarde kohier van de personeele belasting n° 6 en 7 voor het dienstjaar 1882,83, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om, na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend. terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van dén 9en April 1869 (Stil. n°. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 6en December 1882. De burgemeester voornoemd, D. A. DRONKERS. L. B. Een officieel verslag is dezer dagen openbaar gemaakt, betreffende de verwoestingen door de pokziekte in Beieren aangericht gedurende de jaren 1872 tot 1881. In 1871 heerschte in F/ankrijk een geduchte pokken-epidemie, die binnen weinig tijds naar Beieren oversloeg. Het gevolg hiervan was, dat in den loop van gemeld jaar 30.742 personen dooi de pokken werden aangetast, dat is 0.68 percent van de bevolking. Yan de ingeente lijders be zweken 13.6 percent, van de gerevaccineerden 8.2 en van de niet-ingeënte lijders 60.2 percent. Van de in 1877 aangetaste personen stierven van de ingeente 10.8 percent, van de gerevacci neerden 8.2 en van de niet-ingeënte lijders 53.1 percent. In 1878 was de verhouding aldusvan de ingeente lijders was het verlies 11.8 percent, gere vaccineerden 8.1 en niet ingeente 39.5 percent. Ten jare 1879 bezweken13.6 percent van de ingeënten, van de gerevaccineerden 0 en van de niet-ingeënte lijders 41.1 percent. In 1880 stierven van de pokkenlijders ingeente 12.8 percent, gerevaccineerde 12.2, niet-ingeënte 37.0 percent. Ten jare 1881 bezweken van de ingeente lijders 10.3 percent, van de gerevaccineerde 8.1 en van de niet-ingeënte 48.3 percent. Het Zuiden geeft een zonderlinge gissing tot verklaring van het zelfzuchtig en onverschillig ge- Op eens staat de reiziger voor de woestijn Zonder eenigen overgang treedt hij uit het dichte groen der bosschen, die de helling van den berg bedekken, met hunne ruisckende beekjes, hunne lommerrijke, paden, hunne ruw in elkaar geslagen brugjes, die onder eiken stap dreigen in te storten, uit den engen bergpas, tusschen rotsspleten en vooruitstekende bergtoppen, die maar al te dik wijls de stem van den koning der dieren met duizende echo's herhalen, in een geheel nieuwe wereld. In plaats van die schaduwrijke berghel ling, hoopen van stuifzand, nog hier en daar een kwijnende plant, die weldra ook met een zandlaag, welke alle leven verstikt, zal bedekt zijn. Slechts van den berg Djebel-Bu-Rhe-Zal (Gazel- lenberg) aan de noordzijde der Sahara betreedt men haar aldus, en vertoont zich eensklaps dit indrukwekkend schouwspel voor den verbaasden reiziger, die eerder aan een fata morgana denkt dan aan de werkelijkheid van hetgeen zijn oog ontwaart. Boven hem dien heldere blauwe hemel» drag der visscherslieden, die terwijl dz Adder om zoo te zeggen onder hun oogen zonk, geen vinger tot redding der schipbreukelingen uitstaken. Niet alle menschen, dus redeneert het antirevo lutionaire blad, zijn zich van degelijkheid, die in de ure des gevaars tusschen allen bestaat, volko men bewust. Daartoe bestaat in de gewone om standigheden te veel onderscheid van standen. De een ziet op den ander, de militair op den burger, de bemanning van een oorlogschip op die van ieder ander vaartuig te veel op de hoogte neer. Aan de daaruit geboren wordende koele onver schilligheid, veronderstelt het Zuiden, kan het misschien geweten worden dat de Hollandsche visschers de officieren, matrozen en miliciens van de Adder medoogenloos hebben laten verdrinken. Achtten wij deze lieden tot zulk eene wraak zuchtige werkeloosheid in staat, wij zouden ons over hun mede-Nederlanderschap schamen. De ware oorzaken worden, naar 't ons voor komt, met veel grooter waarschijnlijkheid aange wezen in het getuigenis, dat als bijlage N. op het enquête-rapport, door een oogetuige aldus wordt medegedeeld. «Ter beantwoording van de vraag boe de houding is geweest van de visschers, die getuigen waren van de ramp van de Adder, kan u wellicht het volgende van dienst zijn. «De heer S. Beintema te Leeuwarden, kort na het ongeval te Scheveningen zijnde, zag daar aan het strand een jong visscher, blijkbaar tot de bovenbjedoelden behoo- rende, mengde zich in het gesprek over het ongeluk dat plaats had en vroeg dien visscher.- «maar kon jelui dan niets doen tot redding «Hierop haalde de visscher zijn schouders op; maar een forsche visschersvrouw trad op den heer S. B. toe en sprak: «maar begrijp je dan niet, mijnheer, dat het een. beschikking was, dat die menschen moesten vergaan «Hier rijst dus de vraag, of vrees voor materieele schade aan netten etc., gevoegd bij dat nare fata'iteitsgeloof, die vis schers welligt weerhouden heeft, te doen wat mogelijk was." Vlissingen, 7 December. Door den heer M. Mees van Haarlem werd gisteren avond eene IVute-lezing gehouden, die volgens trouwe gewoonte, door heel weinig belangstellenden werd bijgewoond. Zij, die zich de moeite gegeven hebben erheen te gaan, hebben de voldoening gesmaakt dat zij een belangwekkende bijdrage tot de kennis van het leven en het karakter van den eersten Napo leon gehoord, en een alleraangenaamsten avond doorgebracht hebben. Bewees de beschouwing over Napoleon, dat de heer Mees van de geschiedenis het onderwerp eener ernstige en grondige studie heeft gemaakt, zijne wenken Betreffende het goed lezen en goed voordragen, die daarna volgden, waren, hoewel niet alle nieuw, volkomen gegrond en behartigenswaard. Dat den spreker de gaven van goed lezen en goed voordragen op allerlei gebied zeer eigen waren, bleek uit zijne comische voordracht van Lang van Stof, bevattende eene ontmoeting van den spre ker zeiven, met een huismoedertje uit zijne eerste gemeente, van wie hij, nolens volens, het; verhaal vóór hem, zoover het oog reikt een zee van zand, waarin hier en daar een enkel groen eiland, Oasen, wier donker groen te midden van die vaal grijze, scherp verlichte zandmassa, het oog aangenaam aandoet. Om hem heen een drukkende lucht, ten gevolge der uitstralingen van het door de zon beschenen woestijnzand. Zóo betreedt hij Afrika's woestijn, een beeld der oneindigheid zoo als zelfs de Oceaan niet oplevert. Hij siddert bij den aan blik dier grootsche schepping, met al hare schrik beelden, verwezenlijkt en vermeerderd door de onbeteugelde hartstochten der bewoners dier Oasen, die men de paradijzen der woestijn noemt. En toch kan hier alleen de zoon der woestijn gelukkig zijnvoor hem is zelfs hiernamaals geen ander paradijs denkbaar dan de woestijn hem aanbiedt. Bandelooze vrijheid, een palmboom met zijne verkwikkende vruchten, een beekje dat den bodem splijt en den moedigen renner der woestijn, de kameel, nieuw leven geeft. Des daags onder de brandende zondes nachts door een tent beschut tegen de vochtige koude; geen gemak of weelde ter wereld kan hem dit genot vergoeden. Op korten afstand van de noordelijke grens ziet men de eerste, de voornaamste der Oasen, die van Biskrazij is de eerste halt op den tocht door de woestijn en even als de reiziger zich hier zal moeten voorzien van alles wat hij op zijn reis zal noodig hebben, moet hij hier afscheid nemen van alle beschaving en wordt hjj hier een zoon der woestijn; niet alleen in zijn kleederdracht, hvücat Woren van een reisje door haar met familie naar Amsterdam gemaakt. Het teruggeven van dat eenvoudige verhaal barer reiswederwaardigheden geschiedde op zóo koddige wijze, dat ook de deftig ste hoorder of hoorderes in lachen moest uitbarsten. Het was dan ook voor onze zenuwen maar goed dat de heer Mees ons vertelde dat hij, toen de wedu we te Amsterdam aankwam, door zijne dienstmaagd verzocht werd nu toch gauw naar huis te komen want dat de visch nu heusch koud was, waardoor hij van de praatwoede van vrouw Lang van Stof verlost werd. Toch zeide hij, heb ik later de ge- heele geschiedenis tot het einde toe gehoord, en wanneer hiermede eindigde hjj, ik het genoegen mag hebben andermaal tot u te spreken, dan hoop ik te beginnen vanwaar ik nu gebleven ben. Warme toejuichingen beloonden den spreker voor het verschafte genot. Ctroede, 6 December. Sint Nicolaas, verge zeld van zijn zwarten knecht, beide te paard, hield gisteren avond zijn blijden intocht in deze plaats, geëscorteerd door de muziek van de vereeniging Eendracht maakt Macht, en fakkeldragers. Zijn tocht gold de gemeenteschool, alwaar na zijn bin nentreden, aan de kinderen der neutrale bewaar school boekwerkjes, speelgoed en lekkers en boven dien aan ieder kind van minvermogende ouders kleedingstoffen werden geschonken. De commis sie van de bewaarschool werd in hare loffelijke taak dezen keer ter zijde gestaan door een tien tal jonge dames, die wel een woord van lof verdienen, voor den door haar betoonden ijver om dit ware kinderfeest goed te doen slagen. Het Nieuws van den Dag roept de hulp der politie in tegen het «mannelijk geboefte", dat er op uit is de straten van Amsterdam voor vrou wen en meisjes onbegaanbaar te maken. Een stadgenoot beschreef in een brief de daarvan door hem op St Nicolaasdag opgedane ondervinding aldus »Om tien minuten voor half drie kwam ik de brug over van de Heerengracht naar de Vijzel straat en zag een jongmensch voor mij uitloopen, van ongeveer 16 jaren, die begon met een paar jonge meisjes een slag in het aangezicht te geven, zonder dat daartoe de minste aanleiding bestond. «Iets verder kwam hem eene oude dame met parapluie tegen, aan wie hij met geweld dat in strument van het hoofd trok. «Te huis komende, te kwart over vijf uren, vond ik mijne vrouw met den zakdoek voor de oogen. Te 3 uren, zeggeop klaarlichten dag om drie uren, was zij op de Spiegelbrug door een hoop jongens aangevallen, die haar met modder en steenen dermate hadden geworpen, dat kaar hoed half bedorven werd." Ziedaar de oogst van een huisvader op den middag' van het heugelijk St Nicolaas-feestWat zou het wezen wanneer allen hunne ondervin dingen mededeelden Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben maar ook in gewoonten en leefregel, zooals het verblijf in de woestijn eischt. Biskra is niet alleen een der schoonste Oasen, het is ook een der schoonste steden en Nieuw Biskra is een echte Fransche stadde eenige in de Algerijnsche Sahara. Hier krijgt het karakter der woestijn hoe langer hoe meer de overhand. Te Iled-Birk, bij Tuggurt en Tekut, toonen de ruïnen van vroeger bloeiende steden, bedekt met dikke lagen stuifzand, hoe alles in de woes tijn vervalt en wegsterft en te Rhadamès het uiterste punt bereikt tot waar een Europeaan zich zonder gevaar in de woestijn kan wagen. In Rhadamès heersebt groote levendigheid. Eer tijds was het slechts een colonie van Egyptische landverhuizers, thans wordt het bewoond door Egyptenaren, Barbaren, Arabieren en Mooren; in de nabijheid kampeeren talrijke stammen uit het binnenste der Sahara, zooals de Tuaregsde Jhag- garen, de zwarte Imorshah, veelal de slaven der Jhaggaren. De Babarijsche schoonen van Rhadamès worden tot de eersten der wereld gerekend. Hare fijne Grieksche trekken, haar doorschijnende gelaats kleur, haar slanke figuur maken grooten indruk op den reiziger, die in geheel Algiers en in de grootere Oasen zelden een lief gelaat ontmoet. Yan alle schoonen was Moïra, de dochter van den Caïd van Rhadamès, Si Ben Djellab, de schoonste. Yolgens de zeden en gewoonten van het land: hunne goedkeuring verleend aan het besluit van den Haagschen gemeenteraad tot overdracht aan Z. K. H. den prins van Oranje, van het paleis aan den Kneuterdijk te 's Gravenhage. Voor de 4 pet. geldleeninf van ƒ80,000 ten behoeve der gemeente Bergen op Zoom, is inge schreven voor 202,500. Hoogste inschrijvings- koers 997,00, laagste 907lOO- Aanstaanden Dinsdag zal te Rotterdam een nieuw tooneelstuk van R. Faassen worden vertoond. Ver plaatste Anne-Mie ons op Zeelands bodem, speelde de Ledige Wieg in Friesland, was Zonder Naam een greep uit het volksleven van onze groote steden, in Zioarte Griet is de handeling verlegd naar Noord-Brabant, in een doqDje aan den straat weg van Bergen op Zoom naar Antwerpen. Mevr. Beersmans vervult de titelrol, verder treden de heeren D/en J. Haspels, Rosier Faassen, Le Gras en ook de dames Faassen en De Groot in het stuk op. De audiëntie van den minister van binnenland- sche zaken zal op Zaterdag 9 December niet plaats hebben. Blijkens een bericht van de Indische regeering, overgeseind ten behoeve van den internationalen gezondheidsraad te Konstantinopel, heeft de cholera sedert 5 November jl. opgehouden epidemisch te Kotta-Radja (Atjeh) te heerschen. De St. Ct bevat een kon. besluit, houdende aanwijzig van de gemeente Cuyk als standplaats van een postkantoor. In de St. Ct is een kon. besluit opgenomen, houdende voorschriften betrekkelijk de invoering der wet van den llen Juli 1882 {Stbl. n° 93), tot wijziging der wet op het recht van zegel. ridderoeden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw, mT L. W. A. Besier, referen daris, adviseur bij 's rijks munt. consuls. De heer M. J. Woodtli, tijdelijk be last met de waarneming van het Nederlandsch consulaat te Aden, is in die hoedanigheid door de Britsche regeering erkend. De heer A. F. J. A. graaf van der Duyn van Maasdam, benoemd tot consul der Nederlanden te Port Said, is in die hoedanigheid door de Turk- sche regeering erkend. Door de bemoeiingen van het hoofdbestuurder maatschappij tot Nut van ,t Algemeen is men in staat gesteld kennis te maken met de uitbreiding van het onderwijs in handenarbeid in ons land. Genoemd onderwijs wordt gegeven op 38 plaatsen aan ruim 1500 leerlingen, waarvan ruim de helft kosteloos. De ouderdom der leerlingen verschilt ziet men overdag te Rhadamès geen vrouwen, uitgenomen de slavinnen of de dochters der Uled Nails, een in verval geraakte stam der Sahara. Alleen des morgens bij bet krieken van den dag en des avonds laat gaan de Rhadameesche meisjes, door oudere slavinnen gevolgd, naar de artesische bronnen, die Rhadamès omgeven. Deze bronnen, waaraan de Oase grootendeels haar vruchtbaar heid te danken heeft, zijn omgeven met palmen- hagen, waarbinnen de Rhadameesche schoonen bijeenkomen om al pratende den tijd te korten, terwijl zij haar beurt afwachten om hare kruiken te vullen, waarna zij zich even snel verwijderen als zij gekomen zijn, uit vrees van door een vreem deling bespied te wordenofschoon nooit eenig mannelijk wezen het wagen zal zóo vroeg of zóo laat bij de putten te verwijlen, daar dit zijn leven in gevaar zou brengen. Ook Moïra bezocht vaak die putten en niemand had er op gelet dat zij in den laatsten tijd veel en lang gebruik van die vrjjheid maakteslechts een jong Rhadamees, Ben Nassar, die haar steeds be spiedde, wist het. Lang had Ben Nassar gehoopt Moïra als zjjn vrouw huiswaarts te mogen voeren maar een overeenkomst tusschen Si Ben Djellab en het hoofd der Derdjis had hem alle hoop ont nomen en Moïra was de bruid geworden van Akbar, een zoon der Derdjis. Het leven in Rha damès was Ben Nassar ondragelijk geworden en reeds lang zwierf hij in de woestijn rond, waar* hij zich, naar men zeide, vereenigd had met roover- stammen, die naar het zuiden trokken om }mviY

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1