4 BUITENLAND. Laatste Berichten. Gemengde Berichten. Weerkundige waarnemingen. Algemeen Overzicht. Brieven van George Sand. In den nacht van den 3" op den 4cn Dec. 11. strandde te Callantsoog het Engelsche stoom schip Strathmore, gezagvoerder Rowell, dat beladen met katoen van Savannah kwam en bestemd was naar Bremen. Dadelijk werd de reddingsboot ter assistentie daarheen gezonden, doch de bemanning van het schip hoopte door het uitwerpen van een groot aantal balen katoen het schip zoodanig te lichten, dat men het met behulp van een paar sleepbooten, om welke inmiddels gezonden was, weder vlot kon krijgen. Des namiddags te 1 uur verschenen dan ook de beide sleepbooten Hercules en Stad Amsterdam, die evenwel na vele vergeef- sche moeite aangewend te hebben, tegen het val len van den avond huiswaarts keerden. Daar de zee gaandeweg onstuimiger werd en de golven met hevige woede over het schip heensloegen, werd het sein gegeven om assistentie. Opnieuw stak de reddingsboot in zee, terwijl men moeite had met deze door de hevige branding heen te komen. Eindelijk na veel moeite bereikte men het schip. Wie op dat oogenblik op het strand te Callantsoog tegenwoordig had kunnen zijn, zou ooggetuige geweest zijn van een allernoodlottigst schouwspel. Halverwege op den terugtocht zijnde, sloeg de reddingsboot om, waardoor al de man schappen voor een poos onzichtbaar waren, daar zij onder de boot lagen. Enkelen gelukte het zich aan en op de omgekeerde boot vast te klemmen, ter wijl van het strand dadelijk eene boei te water werd gelaten om de ongelukkigen te helpen. Niet allen evenwel konden gered worden, daar er 9 van de manschappen, die in de reddingsboot waren, en waaronder zjj die hun leven hadden opgeofferd om dat van anderen te redden, jammer lijk in de golven omkwamen. Onder diegenen, die zich door edelmoedige zelf opoffering hebben onderscheiden, behoort ook de heer G. C. Hulst, burgemeester van Callantsoog, genoemd te worden, die op het zien van de wan hopige pogingen der ongelukkigen om zich te redden, zijn eigen leven in de waagschaal stelde, om dat van anderen te redden. Onder de manschappen die zich in de reddings boot bevonden en aan wie ook alle eer toekomt, behoordenReyer Lamerre, Jacob Duit, Jacob Zeeman en J. Kenning, allen van Huisduinen, alsmede Teunis Brouwer van Petten. Tot de on gelukkigen, die bjj dit ongeval om het leven zijn gekomen, behooren 3 Engelschen, 2 inwoners van Petten en 4 van Callantsoog, allen huisvaders met kinderen. (N. R. Ct.J De pachters van wijlen Z. K. H. prins Fre- derik, te Zwaluwe, worden weder per deurwaarder aangemaand hunne achterstallige pacht over 1881 en vroeger te komen voldoenook de borgen worden daarvoor aangesproken. Wanneer deze zaak met ernst wordt doorgezet, ziet het er in de naaste toekomst treurig uit in die gemeente, te meer daar de meeste landerijen opnieuw onder water staan. Met het stoomschip Irene zijn gisteren ver trokken van Amsterdam naar Napels 58 Italianen, die van New-York gekomen waren om naar hun vaderland terug te keeren. Met hoeveel ijver in het hoofdkiesdistrict Zutfen door de clericalen voor hunnen candidaat voor de tweede kamer, baron Brantsen van de Zijpe, gestreden wordt, kan hieruit blijken, dat eergisteren het dorp Aalten werd versierd met reus achtige aanplakbiljetten, rood-wit-blauw geverfd, met den naam van den candidaat en aanbevelin gen in Standaard-str^. er bovenop, en dat de ultra-orthodoxe predikant, de heer F. Gangel, zelf bezig was met een hamer en een hoopje spijkers die fraaie decoraties op de muren vast te timmeren. NR. Gt.) Te Deventer is het aantal noodlijdenden dooi den waterstand tot ongeveer 300 gestegen. Behalve dat staan vele fabrieken stil en loopt er veel volk zonder werk. Er wordt door de commissie voor den watersnood veel gedaan om het lot van allen te verzachten. Ook de Loge heeft thans een aan haar behoorend gebouw ter beschikking van de commissie gesteld, en in de Kon. Deventer Tapijtfabriek is mede aan sommi gen huisvesting verleend. Er bestaat vrees, dat het water.daar niet spoedig zal verdwijnen, want ook alle binnenwateren zijn buitengewoon hoog. Sedert Zondag is de Usel vallende, doch die val is van zeer weinig beteekenis, in het geheel 5 cM. De peilschaal teekent thans nog 7.27 M. boven A. P. Als afwisseling op vele berichten omtrent 25 - jarige, 50jarige en andere langdurige dienstvervul lingen, deelt de Amersf Ct mede, dat een vleesch- houwer te L., die altijd maar éen knecht in dienst heeft, dezer dagen zijn 100en knecht zag vertrekken. In den gemeenteraad van Delfshaven is mededeeling gedaan dat de aannemers der water - leidingswerken en hun borgen hun verplichtingen niet nakomen het werk is gestaakt. Burg. en weth. werden gemachtigd hen in rechten te ver volgen, en door onderhandsche aanbesteding het werk te doen voltooien. Men verneemt dat er reeds aanbiedingen zijn gedaan, die het vooruit zicht openen dat de gemeente weinig of geen schade zal behoeven te ljjden; van twee andere gegadigden worden de inschrijvingen nog te ge- moet gezien, waardoor dus nog gunstiger uitkomst mogelijk is. De Fransche ingenieur Armagand heeft aan den Franschen minister van koophandel verzocht om van de Nederlandsche regeering een voorloo- pige regeling te verkrijgen ter bescherming van de rechten van uitvinders, die op de Amsterdam- sche tentoonstelling willen exposeeren, daar zij bij gebrek aan een octrooiwet in ons land anders onbeschermd zouden zijn. Het zwaard van Damocles, dat boven de gas fabrieken hing, is weder voor korter of langer tjjd in de scheede gestoken. Te Berlijn, waar de electrische verlichting was aangebracht en zeer goed werkte, heeft zij weder moeten plaats maken voor gaslantarens, omdat het bleek dat die elec trische lichten zich ook voedden met telegram men. Althans de telegrafische gemeenschap werd verstoord tengevolge der nabijheid van draden voor de nieuwe verlichting. Zeer waarschijnlijk zal de wetenschap wel een middel vinden om dit bezwaar weg te nemen, dat in ieder geval niet bestaat waar en zoo lang de telegraaflijnen boven den grond zijnmaar voor dit oogenblik is het toch een hinderpaal, die uit den weg moet worden geruimd, want hóéveel waarde de electrische verlichting ook heeft, het telegrafisch verkeer is toch eene zaak van nog grooter maatschappelijk belang. 6 December des morgens te 8 uren. KAMEN DEI PLAATSEN. Ba- rom. staud. Wind- richt. Toe- I 1 stand I kracht.: lucht. Tem pera tuur. Cels. Delfzijl Groningen Den Helder Vlissingen Maastricht 7i8.-2 7«.5 74-1.0 740.2 74,2.1 O O O z zw betr'. betr. betr. mist. z. bew. 2 2 2 1 1 Eene depressie bevindt zich zeer nabij en W. waarts van ons. De barometerstand in 't centrum ervan is 740 m. m. Grootste verschil gisteren avond 8 u. G. 3.3 V. heden morgen 8 G. 4.3 V. Barometer-aanwijzing te Utrecht te half éen 742 m. m. Verwacht: O. wind en sneeuw. Thermometerstand te Middelburg. 5 Dec. 's avonds 11 uren 37 gr. 6 u *8 morgens 8 uren 34< gr. 's middags 1 uur 40 gr. s avonds 5 uren 38 gr. F. Tweede kamer, Staatsbegrooting. Aange nomen wordt een amendement-Schaepman c. s., om in hoofdstuk II den post Ridderorden niet op te nemen onder de artikelen waarop overschrijving geoorloofd is. Buitenlandsche zaken. De heer Gleichman keurt het politiek beleid ten opzichte van het het handelstractaat met Frankrijk en de Duitsche kustvaart af. Dezelfde critiek wordt gevoerd door de heeren Bahlmannen Van Heeckerendoch de heer Keuchenius acht deze grieven onbewezen. Voorts wordt de regeering van te groote toegevendheid in de Borneo-quaestie beschuldigd door al deze sprekers, die met de heeren De Beaufort en Wintgens ook hare gedragslijn in Egypte en ons daaruit gevolgd isolement afkeuren. De heer Van Heeckeren meent dat bij onze diplomatie te veel aan uiterlijk vertoon gehecht wordt. Voor den heer Gratama loopen alle bezwaren samen in de verdeeling der overgeschoten gelden op den post voor de gezantschappen. Wat het handels tractaat betreft, keuren sommige sprekers het ge drag van den minister goed, terwijl de heer Pompe alle geopperde bezwaren bestrijdt. De heer Keu chenius wenscht voorts meer rechtstreeksche aan raking met onze stamgenooten in de Transvaal. Naar aanleiding van de opmerking van den heer Van Kerkwijk antwoordt de minister dat de Nederlandsche regeering grooten prijs stelt op de goede betrekkingen met Japan. Voorts verklaart de minister dat hij van de regeering van Duitschland verkregen heeft dat de Nederlandsche schippers tot dusver niet onder worpen zullen zijn aan de strafbepalingen der Duitsche wet op de kustvaart en dat met Frank rijk onderhandeld wordt over een nieuw tarief op den voet van meest begunstigde natie, dat elk jaar opzegbaar zijn zal. Het algemeen debat is daarna gesloten. Met 31 tegen 29 stemmen wordt aangenomen het amendement van den heer De Vos, tot schrapping van den post van chef van het kabinet van den minister. Amsterdam, Heden is de oud-burgemeester der hoofdstad, jhr mr C. J. A. den Tex, na eene langdurige ziekte, in den ouderdom van ruim 59 jaren, overleden. Jhr Den Tex bekleedde van 1869 tot in het begin van 1880 de betrekking van burgemeester en had, na zijn aftreden als zooda nig, zitting als lid van den raad. De overledene maakte deel uit van de eerste kamer der staten- generaal, werd door den koning in den adelstand verheven en door vele vorsten met ridderorden begiftigd. Behalve aan het Noordzeekanaal, de universi teit, het museum en de nieuwe stad, zal aan vele commercieele en financieele inrichtingen de naam van jhr Den Tex verbonden bljjven. Xutten. Tot lid van de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict Zutfen, is gekozen de heer Brantzen van de Zijp (antir.) met 1413 van de 2783 uitgebrachte geldige stemmen. Op jhr mr Van Tets (lib.) werden 1358 stemmen uitgebracht en 30 briefjes werden van onwaarde verklaard. Durban, Aan een te Londen gevestigd sijn- dicaat is concessie verleend tot het oprichten van een nationale bank in de Transvaal. De Trans- valers hebben op de Kaffers eenige voordeelen behaald. Joubert is naar Steelport vertrokken om Manpoer te omsingelen. In den Franschen senaat is de eeds-quaestie aan de orde van den dag. De wet, die reeds door de kamer van afgevaardigden was aangenomen, en volgens welke het voortaan geoorloofd zou zijn te zweren bij eer en geweten indien men bezwaar heeft God aan te roepen, heeft gisteren de leden van dit lichaam een weinig schrik aangejaagd en zal dit waarschijnlijk heden nog doen. De com missie van onderzoek verhief haar stem tegen den door de kamer voorgestelden tekst, nadat zij een senator uit het linkercentrum tot haar rapporteur gekozen had. De heer Pelletan nam den hand schoen op voor de vrijdenkers hij vroeg bij welken God men zweren moest, daar ieder den zijnen heeft, en wees er op dat de verplichte eed voor velen een leugen is. De heer Alou debuteerde onder veel toejuiching der rechterzijde met een welsprekende rede tegen den heer Pelletan, waarin echter meer gevoels-redenen werden aangevoerd dan grondige argumenten. De minister Van justitie, de heer Devès, liet de godsdienstige zijde van het vraag stuk ter zijde om het over te brengen op het terrein der practische politiek. Volgens zijne meening was de aanneming der wet noodzakelijk ter wille van de vrijheid van gewetendeze wet zal een einde maken aan al de betreurenswaardige voorvallen die herhaaldelijk plaats grijpen. Met ernst spoorde de minister aan om de artikelen grondig te bespreken, en in allen gevalle niet zonder gedachtenwisseling een ontwerp van wet af te stemmen, dat in den grond der zaak nood zakelijk is. Heden worden de beraadslagingen voortgezet. In de kamer van afgevaardigden is men voort gegaan met het budget voor openbaar onderwijs, maar nog kwam men er niet mede gereed. Er waren drie amendementen voorgesteld: een, dat ten doel had 700.000 francs te schrappen uit het hoofdstuk voor vastgestelde uitgaven voor de lycea, werd ingetrokken, toen de minister ver klaarde eene eventueele aanneming van dit voor stel te zullen beschouwen als een votum van wan trouwen. De heer La Bassetière wilde het krediet van 300.000 francs toegestaan voor de meisjes scholen intrekken, op grond dat men in de lycea de meisjes de Marseillaise leerde zingen, doelende op het gebeurde te Montpellier. Ook dit amendement werd door de weinige afgevaardigden, die in de zaal waren overgebleven, verworpen. Hetzelfde lot viel te beurt aan het voorstel des heeren Leydet om aan de aalmoezeniers der lycea het toegestane krediet te onthouden. In zake Madagascar wordt door de Britsche en Fransche kabinetten druk briefwisseling gehouden. In Italië houdt men zich op het oogenblik bezig met de vorming der partijen in de nieuwe kamer van afgevaardigden, waar ontegenzeggelijk een nieuwe geest heerscht. Er is sprake van eene oplos sing der linkerzijde zooals die samengesteld was voor de verkiezingen. Ook zou er een nieuwe groep gevormd worden van gematigde liberalen, samen gesteld uit de gematigde linker- en de liberale rechterzijde, en oppositie voerende tegen de ver- eeniging van progressisten, radicalen en republi keinen. Sedert langen tijd reeds had de heer Depretis zich voorbereid om een beweging te maken naar de gematigde rechterzijde, en uit de troonrede is duidelijk genoeg gebleken waarheen het streven van het kabinet gaat na de algemeene verkiezingen. Niet minder belangrijk dan de verkiezing van een president, die onlangs plaats vond, is met betrek king tot de positie van den heer Depretis de uit slag van de stemming van een commissie voor de begrooting. De lijst van candidaten was opge maakt door eene commissie, welke door den heer Depretis zeiven was aangewezen, maar twee der regeeringscandidaten konden niet zonder ernstig protest van de linkerzijde de zege behalenzij erlangden slechts enkele stemmen boven de vol strekte meerderheid. Uit dit alles is op te maken, dat de meest gewichtige elementen der linkerzijde den heer Depretis niet wenschen te volgen in de manoeuvres die hij op het oog heeft. De liberale dagbladen komen hier rond voor uit. Eene in eensmelting der beide fracties zou, zoo niet on mogelijk, dan toch van zeer korten duur zijn. En reeds loopen er geruchten van eene ministerieele crisis. De Oostenrijksche minister van onderwjjs heeft een decreet uitgevaardigd aan de schoolraden van de koninkrijken, die in den rijksraad zijn vertegen woordigd. Hierin beveelt hij onderzoek te doen naar de van vele kanten vernomen, en ook bij ons niet geheel onbekende, klachten omtrent de overlading van leerstof op de gymnasia en realschulen. Hij drukt in de eerste plaats den wensch uit, dat in ieder der lagere klassen het taalonderwijs zooveel mogelijk in handen ge geven worde van éen leeraar, en vervolgens dat de leerlingen bij het overgaan uit de eerste naai de tweede, en uit de tweede naar de derde klasse zoo min mogelijk van leeraars znllen veranderen. Het huiswerk verlangt de minister bij den aan vang van elk semesteer vastgesteld te zien, en ook moet dit zoo worden geregeld, dat een vlijtig scholier van middelmatige begaafdheid in de lagere klassen hoogstens twee a drie uren daarvoor noo- dig heeft, die der hoogere drie a vier uren. Ein delijk moeten alle klachten over te groote in spanning der jeugd grondig onderzocht en gemeld worden. Deze zaak werd eveneens door eene commissie, die hare zittingen te Darmstadt houdt, behandeld. Zij zal zich tot de regeering wenden met het verzoek om o. a. ook op de meisjesscholen en de seminariën voor leeraressen maatregelen tegen het genoemde euvel toe te passen. Verder werd be sloten de Probeabristen ter zijde te stellen, de kennis van natuurkunde bij het admissie-examen niet als vereischte op te geven en bij de geschie denis de pragmatische behandeling op den voor grond te plaatsen. Eindeljjk zal nog een adres aan de regeering worden gericht, om aan te drin gen op het oprichten van een cursus voor aan staande leeraars, waarin de paedagogische en didactische eischen meer zullen worden gehuldigd. Gisteren is de zitting van het congres der Ver- eenigde Staten geopend. Uit de boodschap van president Arthur aan de volksvertegenwoordiging blijkt, dat van groote politieke plannen geen sprake is. Maar men heeft plan op talrijke verminderingen in het belastingstelsel en belangrijke verlagingen der invoerrechten, voornamelijk op suiker, wijn, wol, ijzer, zijden en katoenen stoffen. Het congres wordt aangespoord zijne aandacht te wijden aan de ontwikkeling van de zee- en landmachten. In de Zwitsersche kantons Lucern en Sint-Gal len is de doodstraf wederom ingevoerd. Het derde deel van de correspondentie der be roemde schrijfster heeft het licht gezien, en het was aangekondigd als hét meest belangwekkende en het meest leerzame van de gansche serie. Of het dezen lof verdient? De brieven loopen van 18 Februari 1848 tot 14 December 1853, zooals men weet het tijdperk tus- schen twee revoluties. George Sand nam in dien tijd een werkdadig aandeel in het politieke leven zij kende velen van hen die een machtige rol speelden, en met vaste, vrije hand is 't haar ge lukt de beeltenis dezer mannen weer te geven en de volksbewegingen te beschrijven die zij beleefd heeft. Doch deze brieven vormen de minderheid. De meesten loopen over politieke en sociale theo rieën, en noodwendig moet men deze een weinig gerekt en holklinkend vinden, vooral sommige van de brieven aan Mazzini. Verreweg aangenamer zijn die gedeelten, waarin George Sand ziehzelve doet kennen. Men heeft terecht hare smeekbrieven geprezen, welke zij na den tweeden December aan Napoleon III richtte, teneinde genade te verkrjjgen voor de vogelvrijverklaarden, en zeker zij doen haar goed hart eer aandoch een daarvan (die van 20 Januari 1852), een der meest aangehaalde en bewonderde, is misschien wat al te declama torisch. Laat ons een staaltje daarvan geven Vorst, ik zal mij niet vermeten met u een politiek vraagstuk te behandelen, het zou be lachelijk van mij zijn, maar trots mijne onwetend heid en mijn onmacht roep ik tot u met bloedend hart en betraande oogenGenoeg, genoeg zij 't overwinnaarspaar de sterken met de zwakken, spaar de schreiende vrouwen en ook de mannen die niet weenen wees zacht en menscheljjkgij verlangt het te zijn. En zoovele onschuldige ot ongelukkige wezens snakken er naar De brief, die op deze wijze acht bladzjjden door gaat, eindigt met het verzoek om algemeene kwijtschelding van straf. Deze bede werd niet vervuld, maar Napoleon deed aan de schrjjfster weten, dat de genade aan eenige bijzondere per sonen zou worden verleend. Met welke uit het hart gewelde gevoelens George Sand de bannelingen redde en de wraakneming tegenhield, is gebleken uit hetgeen de medewerkster van het Bulletin de la République in de maand Mei 1852 aan Mazzini schreef over de mannen, te wier gunste zij zoo welsprekend bij den aanlegger van den coup diétat heeft gepleit. Vooraf ga echter eene opmerking over het genoemde Bulletin, een blaadje dat om de twee dagen over geheel Frankrijk werd verspreid, en aan welks hoofd in den aanvang Elias Regnault en Jules Favre stonden. In de maand April 1848 werd George Sand hoofdredactrice, en zjj gaf er den oproerigen geest aan, die o. a. in het zestiende Bulletin zoo scherp uitkomt. Daarin werd rond weg verklaard, dat indien de verkiezingen niet naar den zin van het Parijsche volk uitvielen, het ten tweeden male zijn wil zou toonen en de be slissingen zou tegenhouden, die slechts het gevolg waren van eene valsche uitlegging van den volks geest. Op dit zestiende nummer zijn de dagen van 16 April en 15 Mei het antwoord geweest. »Ziet ge" schreef Sand aan Mazzini, „de groote waarheid is, dat de republikeinsche partij in Frankrjjk, samengesteld als zij is uit de meest verschillende bestanddeelen, een partij is, haar beginsel onwaardig en niet in staat om dit gedu rende éen geslacht te doen zegevieren. Laat ik u zeggen, dat ik gedurende vier en een halve maand heen en weer reis, brieven schrijf, dag en nacht bezig ben voor die mannen, die ik zou willen te ruggeven aan hunne ongelukkige gezinnen, die ik beklaag om hun lijden, die ik liefheb gelijk men martelaars lief heeft wie zij ook zijn mogen. Maar somtijds, somtijds schrik ik zelve van hetgeen mijn medelijden mij gebiedt, omdat ik dan besef dat de terugkeer dier slechten of dwazen de zaak niet ten goede komt, dat hun eeuwige afwezig heid, dat ja hun dood een weldaad zou zijn voor de toekomst onzer ideeën, die door hun woord en gedrag afschrik wekken of den spot gaande maken, en dat hun praatzieke luiheid een lastpost is voor de beteren, die in hun plaats wer ken en niets zeggenEr zijn uitzonderingen, ik behoef het u niet te herinneren maar hoe weinig menschen zijn er, die hun lot niet verdiend hebben. Zij zijn slachtoffers van eene vreeselijke onrecht vaardigheid der wet, maar indien eene gestrenge republiek een wet maakte, volgens welke alle nutteloozen, zij die misbruik maken van de volk gunst, uit het land werden gebannen, gij zoudt er over verbaasd zijn van waar men, door den nood gedwongen, de plaatsvervangers zou halen."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 2