125e Jaargang.
1882
N° 288.
Woensdag
6 December.
Dit blad verschijnt dagelijks,,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Ad ver ten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicifé G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Veemarkt te Middelburg,
Middelburg 5 December.
De Last der Aansprakelijkheid.
k
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Donderdag den 7cn December 1882, van des
voortniddags 8 tot des namiddags 4 uren.
Middelburg, den 5-en December 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P IC K
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Aan liet verlangen der Adder-commissie,
„dat hare meeningen en conclusiën (zullen)
worden bestreden," kunnen wij niet voldoen
in den vorm eener doorloopende critische
beschouwing van haar verslag. Het kader
van ons blad leent zich daartoe niet. Wanneer
wij dus niets meer doen dan aanstippen, dat
de commissie voor 't vervolg aanbeveelt eenige
bepalingen nopens het bemannen, uitrusten,
oefenen, beloodsen, en beseinen van zee-bou
wende monitors dat zij een vasten kustdienst
voor 't waarnemen van zeerampen, en het ver
ruimen van den binnenlandschen waterweg
tusschen Amsterdam en Rotterdam noodig acht,
dan bepalen wij ons daartoe alleen teneinde
dadelijk over te kunnen gaan tot de niet minder
belangwekkende vraag, welke het verslag doet
opperenIs er een man in leven, wien voor
het ongeluk van 5 Juli de verantwoordelijk
heid mag worden opgelegd
Verantwoordelijk is in de eerste plaats de
kommandant. De commissie is, terecht, voor
den treurigen plicht niet teruggedeinsd, om
zelfs een doode niet te ontzien wanneer hem
iets te laste gelegd moest worden. Niet het
sparen van gevoeligheden, hoe eerbiedwaardig
ook op zich zelve, maar het aan 't licht
brengen van de waaiheid was hare taak.
Kommandant Simon van der Aa is in zee
gegaan op een nur, toen hij weten moest dat
de bij zijn vertrek loopende ebbe hem nog
slechts gunstig zou blijven gedurende vijf uren,
aan het eind van welk tijdsverloop hij bere
kenen kon, de haven zijner bestemming nog
niet bereikt te zullen hebben. Dan zou hij
dus èn het getij èn den, bij den dalenden
barometer, misschien te verwachten ongunstigen
wind, tegen krijgen. Op deze gronden had
hij, bij het vertrek, de kans kunnen voorzien
om den nacht in zee te moeten doorbrengen
met een gevaarte, welks onzeewaardigheid
verbood die kans te wagen. Toen in den
loop van den tocht het weder minder goed
werd, de wind aanwakkerde §n op de kust
begon te staan en met den gekenterden stroom
de zee woelig maakte, had de kommandant
bij tijds om kunnen keeren, zooals zoovele
zijner voorgangers, onder gelijke omstandig
heden, zoo dikwijls gedaan hadden. Deze
fouten, van niet te voorzien en niet op het
geschikte oogenblik te handelen, heett de
kommandant verzwaard door te verzuimen
zich een loods te doen aanwijzen, die zoowel in
het zeegat waarheen men bestemd was, als in
dat hetwelk men verliet, bevoegd was loods-
dienst te verrichten.
Ziedaar de aansprakelijkheid van den bevel
hebber, zooals die zich, voor onze waarneming,
in het verslag aft eekent. Men lette echter
op de redenen tot verontschuldiging. Er móet,
voor een normaal ontwikkeld zeemans-verstand,
iets ongerijmds, iets verbijsterends, gelegen
hebben in dit, voor de zevenen twintig-
s t e maal, zonder drang van oorlogs-gevaar of
noodzakelijkheid, in de Noordzee zenden van
een gevaarte, waarvan eene commissie van er
varen zeelieden later verklaren zou, dat het
„allerminst een zeeschip," maar veeleer „eene
soort van compromis tusschen de eischen der
defensie en die der zeewaardigheid" genoemd
moest worden. Dat er kars op gevaar bestond,
Van der Aa heeft het uit de berichten van al
zijne voorgangers kunnen leeren. Maar van
Jiet juiste tijdstip, waarop dat gevaar ontstond,
heeft hij zich moeilijk rekenschap kunnen
geven, hij die nooit den voet op een monitor
gezet had en nevens wien men drie jonge
officieren geplaatst had, wier gemis van ervaring
het zijne evenaarde. Reeds in de eerste oogen-
blikken toen de toestand minder gunstig, werd,
toen hij de zeeën onder zich over het dek zag
stroomen, tegen den geschut toren breken en
tot over den schoorsteen vliegen, toen de moni
tor, gelijk een visscherman bet schilderachtig
uitgedrukt heeft, „onder de golven doorkroop''
terwijl de bevelhebber, op de brug staande,
van zijn „schip" niets ontwaarde dan de als
eilanden uitstekende voorwerpen op het dek en
terwijl alle gemeenschap met zijne beneden
opgesloten bemanning verbroken was, toen
moet, mag men veronderstellen, bij Van der
Aa de gedachte wel opgekomen zijn„Zou
dit niet gevaarlijk kunnen zijn Maar lang
zamerhand kan hij daaraan gewend zijn geraakt
en het als een der vele eigenaardigheden van
het „monitor-varen" zijn gaan beschouwen.
Anderen voor hem hadden dit immers óok
ondervonden. Van stormweer was geen sprake,
de veilige haven scheen nabij en de zomerdag
lang. Nog een paar uren „voortgekropen" en
men was binnen.
Men kroop echter niet meer, maar begon
langzamerhand te draaien als een tol, Toen
eindelijk, tegen zes uren, zelfs aan het oner
varen oog van den bevelhebber de waarheid
zich openbaarde dat hij terug moest, weigerde
de monitor te wenden of koers te houden.
Vroegere kommandanten hadden sedert jaar
en dag voorspeld, dat dit eenmaal gebeuren
kon. Maar men had naar hunne waarschu
wingen niet geluisterd. Wanneer dan nu de
last der aansprakelijkheid gelegd wordt op
den bevelhebber, die niet op het juiste oogen
blik de eerste les verstaan heeft welke de
elementen hem op de brug van zijn gevaarte
kwamen geven, wij voor ons leggen niet het
kleinste deel dier schuld op de schouders van
ministers en officieren, die in de rustigheid
van hunne bureaux steeds de waarschuwingen
misverstaan hebben, welke uit de rapporten
over alle zeereizen van monitors voortdurend
tot hen zijn gekomen.
De commissie schrijft meer posten op de
rekening van den kommandant, doch wij aan
vaarden niet alles zonder voorbehoud. Het niet
seinen van het vertrek uit IJmuiden aan den
minister was misschien een verzuim, maar een
verzuim waaromtrent én bij den seinpostwachter
te IJmuiden én bij den dire et eu r-komman dan t der
marine te Amsterdam misverstand heeft be
staan. Bovendien merkt de commissie op, dat
een oehtendsein aan het ministerie van marine
vermoedelijk geen bezorgdheid zou hebben te
weeg gebracht over het lot van den monitor,
op een tijdstip toen het nog mogelijk zou zijn
geweest het vaartuig, of de in de Noordzee
worstelende drenkelingen te hulp te komen
Wij zijn dit met de commissie geheel eens. Het
departement, onder beheer van den minister
Van Erp Taalman Kip, wekt ook bij ons de
gedachte niet op aan eene zeer spoedig opge
wekte bezorgdheid over het welzijn of de vei
ligheid zijner ondergeschikten.
Niet in den haak stellig is het, wat de com
missie zich ten opzichte van den omgekomen
loods veroorlooft. Dat had zij niet mogen doen
het is eene vlek op haar overigens verdien
stelijk, op sommige plaatsen in zijne soberheid
indrukwekkend verslag De man ligt in zijn graf;
de ambtsberichten over zijn gedrag en ge
schiktheid luiden gunstig. Was het billijk, was
bet noodig, was het ter zake dienende in het
verslag de bewering op te nemen, dat „volgens
het algemeen gerucht", de overledene „als
loods minder geschikt was geworden," en wel
door het misbruik van sterken drank Ge
steld het ware zoo, wat de commissie op
grond der officieele rapporten bezwaarlijk aan
mocht nemen, wat deed het er in dit geval
toe? 's Mans taak is immers buiten IJmuiden
geëindigd geweest. Aan het kantelen of
zinken op de hoogte van Scheveningen heeft
hij part noch deel gehad,
Er zijn nog andere sporen van aansprakelijk
heid hier en ginds in het rapport verspreid.
Daar is Pieter Knyt, kastelein, vroeger zeeman
te Scheveningen, die van 6 tot 8 uren den
monitor met een kijker heeft gadegeslagen,
die de overtuiging had dat het vaartuig in zor-
gelijken toestand verkeerdemaar naliet zijne
gedachten aan den commissaris van politie, ter
overbrenging aan den minister, mede te deelen.
Daar is schipper Den Duik en zijne mede-op
varenden van de bomschuit Twee Gezustersdie
op korten afstand achter hunne netten liggen
de, bijna getuigen zijn geweest van de laatste
worsteling en den ondergang van do Adder
maar geen vinger hebben uitgestoken tot hulp
of redding. Daar is mr. F. A. Loudon, die met
nog andere bezoekers aan het Schevening-
sche strand hetzelfde schouwspel met zooveel
aandacht heeft gadegeslagen, dat hij zelfs van
het oogenblik, toen de monitor nog bij daglicht
te zien was, eene teekening gemaakt heeft. Al
deze ooggetuigen spaart de commissie, ofschoon
tusschen de regels, de les niet, dat zij iets
hebben nagelaten, wat warme menschenliefde,
gepaard aan helder doorzicht en tegenwoordig
heid van geest, hen misschien zou hebben
doen verrichten. Ook dit oordeel nemen wij
echter niet zonder voorbehoud over. Geldt als
verontschuldiging voor het gedrag der visschers
de geringe ontwikkeling en de bekrompen
zelfzucht van het meerendeel dezer liedeu
véél hadden zij toch ook niet tot behoud van
den hulpeloos dobberenden, van alle kanten
door de zeeu> overspoelden en gebeukten
monitor kun/„n uitrichten. En wat de andere
personen aangaat, is het gemakkelijker thans,
met de wetenschap van hetgeen op dien nood-
lottigen avond voorviel, hun rekening op te
maken, dan het voor hen destijds geweest kan
zijn zich rekenschap te geven van wat onder
hun oogen gebeurde en van hetgeen, als
naastbijliggende plicht, voor hen daaruit voort
vloeide.
Blijft dan de vraag onbeantwoord Ligt
inderdaad „de man op 't kerkhof"
Wij gelooven dat er een aansprakelijk per
soon ismaar hij wordt in het verslag der
commissie niet genoemd.
Iedere quaestie van aansprakelijkheid is,
voor wie militair is of militair denkt, betrek
kelijk zeer eenvoudig. Do kring, waarover
de aansprakelijkheid zich uitstrekt, breidt zich
uit, naarmate de straal van het gezag langer
wordt. Hoe hooger rang, hoe meer eer en
ook hoe zwaarder verantwoordelijkheid. Dat
maakt ook het lijdelijk gehoorzamen, dat de ziel
is der discipline, gemakkelijk. Een middel
matig bevelhebber kan de eer wegdragen van
een uitmuntend gedisciplineerd schip te kora-
mandeeren, omdat hij een buitengewoon be
kwaam eersten officier onder zich heeit. Om
gekeerd draagt een voortreffelijk kommandant
d verantwoordelijkheid voor al de fouten, die
zijn onbekwame ondergeschikten begaan. Een
militair minister, die zijne beste gedachten mis
schien aan zijn adjudant of aan een zijner
afdeelingschefs te danken heeft, gaat zonder
tegenspraak door voor een model-minister^
Omgekeerd kan een generaal ef vlootvoogd^
aan 't hoofd van een ministerie, het slachtoffer
worden van de verkeerde organisatie van zijn
departement.
Deze gedachten, toegepast op den ondergang
van de Addergeven ons een antwoord aan
de hand, dat in overeenstemming met de mili
taire begrippen van rechtvaardigheid, en dus
in overeenstemming met het rechtsgevoel van
den minister van marine zal zijn. Het is
deze uitspraak, door de volksvertegenwoordi
ging, als hoogste rechter over deze nationale
ramp, te doen
„De kamer,
„Gelezen het verslag der commissie enz.
„Overwegende dat uit dit verslag blijkt dat
door het opperbestuur over 's lan^ls zeemacht
niet met voldoende zorg gewaakt is voor de
veiligheid van rammonitors en hunne beman
ningen, en zulks
„lo door gedurende eene reeks van {aren
deze onzeewaardige vaartuigen, in strijd met
hun bestemming en met de ervaring, door de
opvolgende bevelhebbers in hunne rapporten
medegedeeld, zeereizen te doen maken
„2o door in het bijzonder geval van de Adder
geen aandacht te wijden aan de voltalligheid,
de geoefendheid en de ervaring van officieren
en manschappen, en door de middelen te ver-
waarloozen om op de hoogte te blijven van
de bewegingen en het wedervaren van ge
noemden monitor op zijne zeereis
„Verklaart dat door al het hier geconsta
teerde de behartiging van een van 's lands
hoogste belangen niet naar eisch geschied is
en spreekt den wensch uit dat eene herhaling
van het gebeurde, door het onverwijld in toe
passing brengen van alle bereikbare middelen,
zooveel zulks mogelijk is, belet worde."
Wat ér, na eene uitspraak iu dezen geest,
van den tegenwoordigen minister van marine
zou worden, is ons onverschillig. Men heeft
reeds vdor lang gezegd dat een minister, die
niet heengaan wil, lang kan blijven zitten. Maar
op de rechtmatige vraag naar den aansprake-
lijken persoon ware een antwoord gegeven dat,
naar onze overtuiging, door geen jury van mi
litairen gewraakt zou worden.
De eerste kamer der staten-generaal heeft gis
ter avond te 8 uren hare werkzaamheden hervat.
De minister sprak een woord van hulde aan de
nagedachtenis van dr Büchner en stelde de geloofs
brieven van diens opvolger, mr H. J. Pynappel, in
handen van een commissie, die later rapport zou
uitbrengen. De kamer nam de verschillende
regeeringsontwerpen en bescheiden in ontvangst
en benoemde daarna hare afdeelingen.
Goes, 5 December. Een van die posten op
onze gemeentebegrooting, welke men, al ware de
toestand der financiën veel ongunstiger dan hjj
inderdaad is, toch niet zou willen schrappen, is
die, uitgetrokken onder »kosten van bewaarscho
len" voor het St. Nicolaasfeest der kleinen van
de bewaarschool 2e klasse. Vergissen wij ons niet»
dan is deze goede gewoonte ingevoerd tijdens
onze tegenwoordige burgemeester voorzitter der
plaatselijke schoolcommissie was.
Het doet u goed te denken, dat ook deze kin
deren, wier ouders meestal niet in staat zijn zich
op het St. Nicolaasfeest buitengewone uitgaven te
getroosten, op dien kinderfeestdag een prettig
avondje hebben. Zou het onuitvoerbaar zijn, ook op
de lagere scholen voor min-en onvermogenden den
eerwaarden Sint zijn intrede te iaten doen? Men
denke daarover eens een volgend jaar. Het comité
tot wering van schoolverzuim zou op dien dag of
daaromstreeks zijn feest kunnen stellen en de
gemeente daartoe, zoo noodig, moeten medewerken.
Het geld van een gemeente kan voor zaken,
die niet strikt noodzakelijk zijn, op veel minder
nuttige wijze worden besteed dan aan het strooien
vaneen handvol bloemen op het pad dier kleinen,
welke, vergeleken met die der meergegoeden, zoo
veel missen, op een dag, dat de schrille contras
ten, die de maatschappij oplevert, u dubbel zeer
doen.
In de Donderdag 14 December te houden open»
bare bijeenkomst van het departement Goes der
AP tot Nut van 't Algemeen zal aan Adriana
Moerman, te Ellewoutsdijk, de haar door het hoofd
bestuur toegekende medaille, voor 5Ojarigen dienst
bij de familie Prumers, worden uitgereikt.
De heer Carrière, referendaris bij het departe
ment van justitie, bracht Zaterdag een bezoek
aan Tholen om een gebouw te bezichtigen, dat
behoort aan de gemeente en vroeger bewoond werd
door den onderwijzer der lagere school en dat de
gemeente, naar men zegt, aan het rijk zou willen
verkoopen om het in te richten voor kantonge
recht. Voor de bezichtiging van het gebouw, dat
zeer oud is en waarschijnlijk wel tot den grond
zou moeten afgebroken worden, had een onderhoud
op het raadhuis plaats met burg. en weth. en den
kantonrechter. De vrucht van het onderhoud is
nog onbekend.
Ter vernietiging worden nog steeds dagelijks
kisten met oude koperen centen bij de rijks munt
ingevoerd. Blijft men aan het verlangen van den
minister van financiën voldoen, door ze op de
rjjkskantoren in betaling te geven» dan kan ineil
spoedig van den last der oude centen bevrijd zijn,