BUITENLAND. Laatste Belichten. Gemengde Berichten. Marine en leger. Rechtszaken. Weerkundige waarnemingen. Verkoopingen en aanbestedingen. Staten-generaal. Algemeen Overzicht. beek heeft voor het op hem uitgebrachte beroep naar St Laurens en Brigdarame bedankt. De luit. t/z le kl. J. P. Lubbe Bakker, uit Oost- Indië teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld. G. J. v. B., voormalig boekhouder van den heer L. H. te Amsterdam, is door de arr. rechtbank te Amsterdam tot een celstraf van twee jaren ver oordeeld ter zake van den hem ten laste gelegden diefstal van een loonbediende ten nadeele van zijn meester, gepleegd door de arglistige wegnem.ng van een aantal in diens brandkast zich bevindende eifecten, doch vrijgesproken van het hem mede ten laste gelegde misbruik van vertrouwen gepleegd ten aanzien van gelden. Kierikzee, BO Nov. Op Vrijdag 14 Decem ber a. zal voor het hof te 's Gravenhage behan deld worden de zaak van Krijn Berkheij, geboren te Oud-Vosmeer, beschuldigd van poging tot manslag en mondelinge bedreiging met moord onder voorwaarde. Vanwege den procureur-gene raal zijn vier getuigen gedagvaard, waaronder een deskundige. Kierikzee, 30 Nov. Door Maatje Vroegop, thans in het herv. diac. armengesticht alhier verpleegd wordende, die in 18B2 marketentster was op de Citadel van Antwerpen en Franciscus Ruselaar, oud-strijder op de Citadel en gerechtigd tot het dragen der Citadel medaille, die door ziekte verhinderd was de feesten te Amsterdam bij te wonen, werd heden alhier feest gevierd, waartoe zij in staat waren gesteld door bijdragen van particulieren. Bij de publieke verpachting van geslechte en ongeslechte vestinggronden te Bergen op Zoom was de opbrengst veel hooger dan drie jaren ge leden. Toen ruim ƒ1700, üu ruim ƒ2300. Voor 6 hectaren van de slechtste qualiteit werd na be steed ƒ718 tegen ƒ311 in 1879, en dat niette genstaande aan de pachters is verboden om de twee laatste jaren beetwortelen te telen. In den nacht van 14/15 October jl. heeft zich te Amsterdam, eene timmerman, met een scheer mes den hals afgesneden. Zijne vrouw heeft toen de woning, waar dit plaats had, in de Wagenaar- straat, verlaten. Na haar hebben er reeds ver scheidene huisgezinnen hun intrek genomen, doch allen verhuisden, na er slechts eenige dagen ge woond te hebben, omdat het erspookt. De huurprijs dier woning is reeds van 2.75 tot 2 gedaald. Nieuwe huurders schijnen zich niet meer op te doen. Van de twee jongens, die Dinsdagochtend op het terrein in de Rietlanden te Amsterdam door een zandtrein werden aangereden, is de oudste, die van 15 jaar, reeds overleden. Voor den jongste schijnt geen levensgevaar te bestaan. Ten bewijze dat de bevordering bij het leger niet al te vlug gaat, kan dienen dat tot de offi cieren, aan wie op 6 Dec. a. het kruis voor 15 jarigen officiersdienst toegekend is, behooren 80 luitenants der infanterie, 4 der cavalerie, 18 der artillerie en 9 kwartiermeesters. Dus 111 officie ren die 'tna 15 jaren dienst niet verder dan tot l" luitenunt gebracht hebben. In de gemeente Oostdongeradeel, die onge veer 8400 inwoners telt, neemt het pauperisme schrikbarend toe. Op de besrooting voor 1883 is eene som van 35000 voor het armwezen uitgetrokken. Het plan bestaat om in het midden der gemeente een armhuis te stichten, dat tevens moet dienen tot werkhuis. Sedert eenige dagen vertoeft in de residentie een Engelsche commissie, bestaande uit 8 heeren, die alle inrichtingen voor technisch onderwijs in ons land wensehen te bezoeken. Gisteren heeft deze commissie de' Polytechnische school te Delft be zocht, vergezeld van den Engelschen gezant bij ons hof. Wegens het optreden van een achtjarig kind als vioolvirtuoos in de stadsgehoorzaal te Leiden, bij gelegenheid van een muziek-uitvoering, is op grond der wet op den kinderarbeid proces verbaal opgemaakt. zijn zuster achtergelaten heeft, gelezen te hebben, begrijpt hij dat er voor die vlucht maar éen ver klaring mogelijk is. De aanleiding daartoe is ongetwijfeld lord Vestrum. O Harry denkt gij dat hjj haar trouwen zal, denkt gij dat hij haar toch nog tot barones zal maker roept mevrouw Steele, zoodra zij genoeg va. schrik bekomen is om hare ge dachten een te geven. Harold bjjt z.t Mp aan bloed maar hij heeft zich vast voorgen m om zich zoolang mogelijk te bedwingen. Het is echter een harde strijd en hij is blij dat hjj alleen gekomen is. In deze zaak kan hij het best alleen handelen. Noch de zachte Clara, noch de bezadigde Maurits kan hem hierin raden. »Geef mjj den brief van die ondeugende meid", zegt hij, „en laat ik zien of ik daar een oplossing in kan vinden." »Val uw arme zuster niet hard, beste Harry zegt mevrouw Steele. Gij weet niet hoe zij ge sard is door dat spook van een Clara, die hare strikken voor lord Vestrum Zwijg moeder; of ik verzet geen voet om u te helpen gilt Harry woedend. Mevrouw zwjjgt en reikt hem den haastigen, koelen brief van Cecile. Lieve Mama »Van vader vernomen hebbende dat gij nooit uw toestemming zoudt geven tot mjjn huwelijk met een rijk en gezien heer, die schandelijk mis leid is door een sluwe heks, en een spijtigen jaloerschen ouden vrjjer, die niemand kan vinden die hem bemint, heb ik besloten om op eigen verantwoording te handelen. Ik heb genoeg van het saaie leven in Londen en ga op eigen hand de wereld zien. Gij zult van mij hooren zoodra alles in orde is. 9 Au revoir, uw verwaarloosde Cecile." (Wordt vervolgd.) j Aan nu wijlen professor Stamkart heeft de scheepvaart de uitvinding te danken, dat het kompas ook op ijzeren schepen bruikbaar is. Deze uitvinding brengt thans haar vruchten op voor zijn gezin. Prof. Stamkart liet zijn weduwe in behoeftige omstandigheden achter, doch reeds een twaalftal Amsterdamsche reeders hebben zich, uit dankbaarheid voor bedoelde ontdekking, bereid verklaard, mede te werken om der weduwe een persioen te verzekeren. In de zaak Peltzer werden gisteren door Marie en Amelie Pfister, welke beiden vroeger in dienst waren van Bernays en zijne echtgenoote, getuigenissen afgelegd, welke aan de lezing der akte van beschuldiging nopens de verhouding tusschen Bernays' echtgenoote en Armand Peltzer veel waarschijnlijkheid geven. Overigens schijnt ook de vermoorde door zijn gedrag aan de ver dedigers de gerechtigde bewering te hebben na gelaten, dat mijnheer en mevrouw waren als «lood om oud ijzer". Er waren vreemde verhou dingen in dat huis. De keukenmeid schreef aan de gouvernante: Indien er echtscheiding volgt, zou Bernays wel een goeden man voor mij zijn." De studenten-oproeren in Rusland nemen meer en meer een zeer dreigend karakter aan. Niet alleen zijn er alle universiteiten stëeds de tooneelen van botsingen tusschen de Russische en Joodsche elementen, maar de verhouding der stu denten tegenover professoren en curatoren is zoo ernstig dat dezer dagen de hoogeschool te Kasan ten gevolge van bevelen uit Petersburg is gesloten. De rector van genoemde school werd in zijn ka mer door een student in de medicijnen overvallen, die terstond de deur sloot, uitroepende Ik kom u zeggen dat gij een schoft zijtHet is uw schuld dat mij de beurs waarvan ik studeerde, werd ont nomen, zoodat ik honger lijd De rector bracht hem bedaard zijn vergissing onder 't oog»gij weet dat een student die langer dan twee jaren in denzelfden cursus blijft, geen aanspraak op een beurs kan maken." »Ik zal je in 't openbaar ran selen of doodslaan," was het antwoord, »gij kunt mij gerust doen vervolgen." Hoewel de rector daartoe geen plan maakte en zich voornam den oproèri- gen jongeling eenvoudig weg te jagen uit Kasan, werd hij toch den volgenden dag in de college zaal door den student aangevallen, ten gevolge waarvan een woest schandaal ontstond waaraan de rector ternauwernood ontkwam. Spoedig waren vijf- a zeshonderd studenten op de been, die niet door vermaningen der professoren te bedaren bleken hartstochtelijke redevoeringen werden gehouden, waarin het gedrag van den medicus verdedigd, dat van den rector ten scherpste gelaakt werd. Ver zoekschriften werden rondgedeeld in dien geest, doch het gevolg was slechts dat de hoogeschool door soldaten bezet en de lessen voorloopig geslo ten werden. De vraag: of 't daarmee uit zal zijn kan slechts ontkennend beantwoord worden, wan neer wij dergelijke toestanden ook in Charkow en in Petersburg waarnemen. De zich telkens op dergelijke wijze openbarende ontevredenheid aan de universiteiten wijst op eene ernstige toekomst. Ontzettend zijn de berichten die uit Keulen over den watersnood tot ons komen. In den nacht van 28 op 29 November is de Riehlerdam in de nabijheid der stad doorgebroken, zoodat het dorpje Riehl geheel onder water staat. Men is er over verbaasd, dat, de nabijheid der stad en de bereid willigheid der militaire macht in aanmerking ge nomen, niet tijdig hulp is verleend, zoodat de ramp verhinderd zou zijn. In de velden tusschen Riehl en Nippes stond in den tijd van drie uren het water 23 m. hoog. En beneden den zoö- logischen tuin zijn verscheidene duizende morgens land overstroomd. Van de verdere berging der dieren in dien tuin heeft men nagenoeg geheel moeten afzien. De vischotters hebben hun kans schoon gezien en de vrijheid gekozen; om echter iets dergelijks met de eendvogels te voorkomen heeft men in de muuropeningen netten gespannen een groot aantal roofvogels zijn verdronken. Eenige viervoeters zijn bij tijds in de woning van den olifant behouden. Het voortdurend vallen van 't water doet hopen, dat nog velen der schoonste dieren bewaard zullen blijven. In de omstreken van Bonn is de nood hartver scheurend. 430 woonhuizen in Beuel, Combahn, Geislar en Liinperich staan in 't water, en in de meeste is de levensvoorraad voor mensch en dier mede verloren. Bij Neuwied is de minister van binnenlandsche zaken zelf op de terreinen der overstrooming aangekomen en een bataillon pioniers is daar bezig met het redden van een 200 men- schen uit de ineenstortende woningen. Berichten uit Laubenheim en Nackenheim melden, dat de Rijndambrug met razend geweld is bezweken en de dorpen geheel overstroomd zijn. In Mainz is het water tot staan gekomen. Weenen wordt ook door het steeds stijgen van den Donau in angst gebracht. Ook de Seine is aan het wassen. De stad Bitlis, die aan de zuidwestelijke kust van het meer Wan in Armenië ligt, is dezer dagen het tooneel van een verschrikkelijk bloed bad geweest. Op 11 Oct. brak nameljjk plotseling op onderscheiden punten der stad brand uit, die 18 uur achtereen aanhield en alle winkels en hui zen vernielde. Toen de Armeniërs, in wier handen hier de handel bijna uitsluitend is, beproeven wilden den brand te blusschen en have en goed te redden, werden zij door een salvo van Kurdi- sche kogels en door Turksche bajonetten daarin verhinderd. Er ontstond een vreeselijke slachting,1 waarbij verscheiden honderden Armeniërs gedood werden. Eenige inwoners van Bitlis wilden in middels naar Wan telegrapheeren om hulp, doch hun depêches werden geweigerd. De stad is ge heel afgebrand en men heeft nog niet kunnen constateeren hoeveel Armeniërs er gedood werden. 'sUravenliage. In het regeeringsantwoord zegt de minister van waterstaat dat hij niet ge looft dat eene octrooiwet wenscheljjk is, Het plan tot afdamming van het Slaak wordt uitgewerkt. Voor de voortzetting der werken aan den Rotter- damschen waterweg wordt, ter voorkoming van achteruitgang, 34 millioen 4 ton uitgetrokken. Voorts wordt eene subsidie van ƒ3000 uitgetrokken voor de Maatschappij tot redding van drenkelingen. De pakketpost zal met 1 April overal worden ingevoerd. Tweede kamer. Een langdurig debat werd gevoerd over den aanvullingspost van 350.000 bjj de begrooting van binnenlandsche zaken, voor subsidien in de kosten van onderwijs aan hulpbe hoevende gemeenten. De heer Van Houten, zich aansluitende bij de oppositie, achtte het budgetrecht geschonden en de artikelen 46 en 49 der onder wijswet verkeerd uitgelegd. De bepaling van ar tikel 45 (de dertig percent) moet de uorma bljjven, anders wordt het lager onderwijs financieel voor den staat een bodemlooze put. De heeren de Meyier Bergsma en De Beaufort bestreden de opvatting der tegenstanders van het ontwerp, betoogende dat hulpbetoon aan gemeen ten volgt uit eene getrouwe uitvoering der wet. Beide eerstgenoemden verweten de antirevolutionai ren scherp, dat zij voor alles geld over hebben, behalve voor het onderwijs. De wet moet echter eerlijk worden uitgevoerd. De minister verdeelde de bestrijders in twee ca- tegoriën. Tegenover het beginsel der antirevolu tionairen staat dat van den heer Van Houten, zoozeer overeenkomende met het betoog van den heer Schaepman, dat, als de schoolstrijd niet bestond, laatstgenoemde met pak en zak naar den heer Van Houten zou overloopen. Tegenover dezen hand haafde de minister de letter en den geest der wet: tegenover de andere bestrijders betoogde hij dat de wet niet lichtzinnig wordt uitgevoerd. De heer Schaepman ontzegde vooral dezen, naast een anti-revolutionairen ambtgenoot gezeten minis ter het recht om op gezag of geruchten zijn poli tiek karakter aan te randen; hetgeen de minister ontkende te hebben gedaan, vermits hij slechts bedoeld had dat, na wijziging der schoolwet, bij eene nieuwe partijvorming, de heer Schaepman meer bij den heer Van Houten dan bij de anti revolutionairen zou behooren. De heer Van Houten liet dit punt liggen om het peil der discussie niet nog meer te verlagen, maar- verweet de liberalen, dat de schoolstrijd hen blind maakt voor de beste argumenten. De post werd met 37 tegen 26 stemmen goed gekeurd, waarna de suppletoire begrooting werd aangenomen. De minister trad, in antwoord op de interpel latie van den heer Gleichman, in eene uitvoerige uiteenzetting betreffende de benoeming van pro fessor Rosenstein, om te bewijzen dat door hem geene pressie op den hoogleeraar is uitge oefend. Ook voor het vervolg zal de minister geen gebruik maken van het absoluut recht der koninklijke bekrachtiging of weigering van de benoeming der Amsterdamsche hoogleeraren. De heer Gleichman bleef volhouden dat des ministers handelingen professor Rosenstein voor Amsterdam deden verloren gaanwaartegen de heer Cremere betoogde dat de regeering het recht had om de beste krachten voor de rijksuniversiteiten te behouden. De heer Wijbenga betwistte dit, wijl Amsterdam thans met de overige universiteiten op dezelfde lijn staat. Daarop wordt de discussie over de zaak Van der Heijden hervat, naar aanleiding van de jong ste conclusie der minderheid van de comm. van rapporteurs. 1 December des morgens te 8 uren. NAMEN Ba- Wind- Toe Tem DER rom. stand pera PLAATSEN. stand. richt. kracht. lucht. tuur. Cels. Delfzijl 762.8 zzo 1 mist. 0 Groningen 762.0 z 0 betr. 0 Den Helder 761.3 zo 1 betr. 1 Vlissingen 761.4 WNW 1 1. hew. 3 Maastricht 763.4 NNO 1 betr. 0 Eene depressie bevindt zich vrjj nabjj en NO. waarts van ons. De laagst bekende barometerstand is 755 m. m. Een centrum van hooge drukking bevindt zich ver en NO. waarts van ons. Grootste verschil gisteren avond 8 u. G. 2.3 V. heden morgen 8 H. 2.3 M. Barometer-aanwijzing te Utrecht te half éen 761.2 m. m. VerwachtZ. wind en betrokken lucht. Thermometerstand te Middelbarg. 30 Nov. 's avonds 11 uren 32 gr. 1 l)ec. *8 morgens 8 uren 31 gr. *8 middags 1 uur 34 gr, *8 avonds 5 uren 33 gr. F. Heden werd aan het gebouw van het geweste- bestuur alhier aanbesteed: het op diepte brengen en houden van de buitenhavens van het kanaal door Zuid-Beveland tot ultimo December 1885, ge raamd op 64000. Voor dit werk werd ingeschreven door de heeren A. L. van Wijngaarden te Sliedrecht voor ƒ65480; J. voor den Dag Az. te Puttershoek voor 63400 F. Volker te Dordrecht voor ƒ61860; I. van de Velde te Papendrecht voor ƒ54800; en D. Volker te Dordrecht voor 53,400. Begrooting Landsdrukkerij. Verslag. De vraag werd gesteld of de min. wellicht zou kunnen mededeelen, waarom de officieele berich ten in enkele dagbladen NRott. Ct., Vad. enz.) vroeger worden opgenomen dan in sommige andere? Voorts vroeg men zijn oordeel in zake de uit voering van het enquête-rapport van 1873. Ook werd gewezen op de talrijke misstellingen in stukken van de regeering uitgaande. Verhooging begrooting Suriname 1881. Verslag. Met een gevoel van teleurstelling zag men dat de uitgaven zeer hoog boven de raming stegen; er bestond schijn van vermoeden, dat men het minimum raamde om het subsidie schjjnbaar te kunnen verminderen, ofschoon verhooging te voor zien was. Speciaal vroeg men, hoe de post voor onderhoud van gebouwen, mobilair enz. met ruim 62% kon overschreden worden. De persoonlijke quaesties, waarmede men zich in Frankrijk in de laatste dagen voornamelijk heeft bezig gehouden, zijn nog niet geheel verge ten. De toestand van den heer Gambetta laat niets te wensehen over en natuurlijk is reeds een Engelsch- man, fanatisch bewonderaar van den afgevaardigde van Belleville, opgestaan om voor 500 louis ten behoeve der Parijsche armen op den kogel, die Gambetta 's hand wondde, aanspraak te maken. Doch belangrijker zaken vragen weer de aandacht. Zoo werd in het huis van afgevaardigden de dis cussie hervat over het budget van marine, dat aangenomen werd. Bij de behandeling van kolo niën werd door den minister beloofd, dat er maat regelen zullen genomen worden betreffende de misbruiken in het militaire bestuur van Gabon, zoodra meer inlichtingen zouden zijn verstrekt. Vooral de heer Deproges, afgevaardigde van Mar tinique, uitte zich vrij hevig over het slechte bestuur der koloniën. Het debat wordt voortge zet. In den senaat heeft de heer Batbie den minister geinterpelleerd over het schrappen dei- posten voor de mindere geestelijken, waarop de heer Fallières verklaarde, dat de wetgeving daartoe der regeering het recht had gegevenzij wil vrede ook in zaken van godsdienst, zij eerbiedigt de Roomsch-katholieke kerk, doch ook van al de leden der geestelijkheid eischt zij eerbied voor de wet. Het afbreken der onderhandelingen van het Fransche gouvernement met de afgevaardigden uit Madagascar heeft natuurlijk aan de Engelsche oppositie-bladen nieuw voedsel gegeven om de achterdocht aldaar tegenover Frankrijk op te wek ken. De belangen voor beide rijken, zeggen zij, staan gelijk in Madagascar, en Engeland kan niet deze quaestie met onverschilligheid beschouwen. Toch schijnt de minister van buitenlandsche zaken niet dien weg op te willenen dit is af te leiden uit het antwoord dat lord Granville aan het door hem ontvangen comité heeft gegeven. Hij bracht in berinnering dat bjj menige gelegen heid sedert 1817 Frankrijk en Engeland samen hebben gehandeld ten opzichte van Madagascar zonder de minste stoornis in de vriendschappelijke verhouding. In 1854 hebben discussies plaats gehad, die uitliepen op deze verklaring, dat geen der beide mogendheden iets zal doen met be trekking tot Madagascar zonder dat de een de andere raadpleegt. Granville verklaarde geen en kel contract te kennen, dat aan Frankrijk verlof gaf naar het protectoraat over de Hovas te din gen, maar hij voegde erbij, dat de afgevaardigden de terughouding zouden begrijpen die een plicht is van het gouvernement, en zouden inzien, dat niets mag gezegd worden, 't welk eenigszins de regeering zou kunnen compromitteeren of haar zou kunnen belemmeren in de vrijheid van handelen. In het lagerhuis heeft de onder-secretaris van Ierland, Trevelyan, verklaard, dat indien men voortging in de vergaderingen van het Iersche natio naal revolutionaire verbond oproerige redevoeringen te houden, deze bijeenkomsten zouden worden ge sloten. Michael Davitt en Healy zullen gel- delijken waarborg moeten stellen van goed gedrag, onder straffe van gearresteerd te worden. Het parlementslid Redmond wordt wegens zjjn laatste rede gerechtelijk vervolgd. Gisteren heeft de Duitsche rijksdag het ontwerp der heeren Germain c. s. behandeld, dat strekte om aan die leden van den Elzas-Lotharingschen Landesausschuszwelke geen Duitsch verstaan, verlof te geven hunne adviezen in de vergadering in het Fransch uit te brengen. Een der voorstellers, de heer Winterer, be klaagde zich dat men in de pers deze zaak had voorgesteld als eene vraag van groot politiek belang, terwijl de voorstellers geenszins eene anti- Duitsche demonstratie op het oog hebben. Zij voeren slechts aan dat een aantal menschen in Elzas-Lotharingen geen Duitsch verstaan, zoodat deze worden zij tot afgevaardigden verkozen tot stilzwijgen worden gedoemd en hun mandaat niet kunnen waarnemen, indien hun niet het ge bruik der Fransche taal wordt vergund. De wet waarbij in het vorige jaar de nieuwe regeling werd gemaakt en voorgeschreven werd zoowel de openbaarheid der vergaderingen, als het verplicht gebruik der Duitsche taal, heeft een ontmoedi- genden indruk op de bevolking gemaakt, en de rjjksdag heeft nu de gelegenheid om te verande ren wat hij toen minder gunstig voor de rijks- landen besliste. Het is werkelijk niet te vreezen, ging de heer Winterer voort, dat de president dezer nieuwe vertegenwoordiging der rijkstanden van de hem te geven macht een onbescheiden gebruik zou maken, want hij weet zeer goed dat de volks vertegenwoordiging aldaar eene instelling is, die bij misbruik der thans verleende vrijheden, zeer spoedig zou kunnen worden opgeheven. Doch er zijn nu eenmaal in Elzas-Lotharingen 250,000 per sonen, die enkel Fransch spreken, en de raad dat ze maar Duitsch moeten leeren, is misschien een uitnemend militair argument, maar in parle mentaire overwegingen is voor zulke uitingen, als deze van conservatieve zijde, geene plaats. De vaste hand waarmede het rijk den Elzas bestuurt, moet geen ijzeren hand worden. Zoowel van de zijde der regeering als door den aanvoerder der nationaal-liberalen, den heer Yon Bennigsen, werd betoogd dat men hier niet met eene zoo onschuldige zaak te doen had, als de voorstellers het wilden doen voorkomen. De heer Von Treitschke noemde de bedoeling der bestaande wet en de reden waarom het thans

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 2