BUITENLAND.
Laatste Belichten.
Gemengde Berichten.
Marine en leger.
Rechtszaken.
Weerkundige waarnemingen.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Staten-generaal.
Algemeen Overzicht.
beek heeft voor het op hem uitgebrachte beroep
naar St Laurens en Brigdarame bedankt.
De luit. t/z le kl. J. P. Lubbe Bakker, uit Oost-
Indië teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld.
G. J. v. B., voormalig boekhouder van den heer
L. H. te Amsterdam, is door de arr. rechtbank
te Amsterdam tot een celstraf van twee jaren ver
oordeeld ter zake van den hem ten laste gelegden
diefstal van een loonbediende ten nadeele van zijn
meester, gepleegd door de arglistige wegnem.ng
van een aantal in diens brandkast zich bevindende
eifecten, doch vrijgesproken van het hem mede ten
laste gelegde misbruik van vertrouwen gepleegd
ten aanzien van gelden.
Kierikzee, BO Nov. Op Vrijdag 14 Decem
ber a. zal voor het hof te 's Gravenhage behan
deld worden de zaak van Krijn Berkheij, geboren
te Oud-Vosmeer, beschuldigd van poging tot
manslag en mondelinge bedreiging met moord
onder voorwaarde. Vanwege den procureur-gene
raal zijn vier getuigen gedagvaard, waaronder een
deskundige.
Kierikzee, 30 Nov. Door Maatje Vroegop,
thans in het herv. diac. armengesticht alhier
verpleegd wordende, die in 18B2 marketentster
was op de Citadel van Antwerpen en Franciscus
Ruselaar, oud-strijder op de Citadel en gerechtigd
tot het dragen der Citadel medaille, die door
ziekte verhinderd was de feesten te Amsterdam
bij te wonen, werd heden alhier feest gevierd,
waartoe zij in staat waren gesteld door bijdragen
van particulieren.
Bij de publieke verpachting van geslechte en
ongeslechte vestinggronden te Bergen op Zoom
was de opbrengst veel hooger dan drie jaren ge
leden. Toen ruim ƒ1700, üu ruim ƒ2300. Voor
6 hectaren van de slechtste qualiteit werd na be
steed ƒ718 tegen ƒ311 in 1879, en dat niette
genstaande aan de pachters is verboden om de
twee laatste jaren beetwortelen te telen.
In den nacht van 14/15 October jl. heeft zich
te Amsterdam, eene timmerman, met een scheer
mes den hals afgesneden. Zijne vrouw heeft toen
de woning, waar dit plaats had, in de Wagenaar-
straat, verlaten. Na haar hebben er reeds ver
scheidene huisgezinnen hun intrek genomen, doch
allen verhuisden, na er slechts eenige dagen ge
woond te hebben, omdat het erspookt.
De huurprijs dier woning is reeds van 2.75 tot
2 gedaald. Nieuwe huurders schijnen zich niet
meer op te doen.
Van de twee jongens, die Dinsdagochtend
op het terrein in de Rietlanden te Amsterdam
door een zandtrein werden aangereden, is de
oudste, die van 15 jaar, reeds overleden. Voor
den jongste schijnt geen levensgevaar te bestaan.
Ten bewijze dat de bevordering bij het leger
niet al te vlug gaat, kan dienen dat tot de offi
cieren, aan wie op 6 Dec. a. het kruis voor 15
jarigen officiersdienst toegekend is, behooren 80
luitenants der infanterie, 4 der cavalerie, 18 der
artillerie en 9 kwartiermeesters. Dus 111 officie
ren die 'tna 15 jaren dienst niet verder dan tot
l" luitenunt gebracht hebben.
In de gemeente Oostdongeradeel, die onge
veer 8400 inwoners telt, neemt het pauperisme
schrikbarend toe. Op de besrooting voor 1883
is eene som van 35000 voor het armwezen
uitgetrokken. Het plan bestaat om in het midden
der gemeente een armhuis te stichten, dat tevens
moet dienen tot werkhuis.
Sedert eenige dagen vertoeft in de residentie
een Engelsche commissie, bestaande uit 8 heeren,
die alle inrichtingen voor technisch onderwijs in
ons land wensehen te bezoeken. Gisteren heeft deze
commissie de' Polytechnische school te Delft be
zocht, vergezeld van den Engelschen gezant bij
ons hof.
Wegens het optreden van een achtjarig kind
als vioolvirtuoos in de stadsgehoorzaal te Leiden,
bij gelegenheid van een muziek-uitvoering, is
op grond der wet op den kinderarbeid proces
verbaal opgemaakt.
zijn zuster achtergelaten heeft, gelezen te hebben,
begrijpt hij dat er voor die vlucht maar éen ver
klaring mogelijk is. De aanleiding daartoe is
ongetwijfeld lord Vestrum.
O Harry denkt gij dat hjj haar trouwen
zal, denkt gij dat hij haar toch nog tot barones
zal maker roept mevrouw Steele, zoodra zij
genoeg va. schrik bekomen is om hare ge
dachten een te geven.
Harold bjjt z.t Mp aan bloed maar hij heeft
zich vast voorgen m om zich zoolang mogelijk
te bedwingen. Het is echter een harde strijd en
hij is blij dat hjj alleen gekomen is. In deze zaak
kan hij het best alleen handelen. Noch de zachte
Clara, noch de bezadigde Maurits kan hem hierin
raden.
»Geef mjj den brief van die ondeugende
meid", zegt hij, „en laat ik zien of ik daar een
oplossing in kan vinden."
»Val uw arme zuster niet hard, beste Harry
zegt mevrouw Steele. Gij weet niet hoe zij ge
sard is door dat spook van een Clara, die hare
strikken voor lord Vestrum
Zwijg moeder; of ik verzet geen voet om
u te helpen gilt Harry woedend.
Mevrouw zwjjgt en reikt hem den haastigen,
koelen brief van Cecile.
Lieve Mama
»Van vader vernomen hebbende dat gij nooit
uw toestemming zoudt geven tot mjjn huwelijk
met een rijk en gezien heer, die schandelijk mis
leid is door een sluwe heks, en een spijtigen
jaloerschen ouden vrjjer, die niemand kan vinden
die hem bemint, heb ik besloten om op eigen
verantwoording te handelen. Ik heb genoeg van
het saaie leven in Londen en ga op eigen hand
de wereld zien. Gij zult van mij hooren zoodra
alles in orde is.
9 Au revoir, uw verwaarloosde
Cecile."
(Wordt vervolgd.)
j Aan nu wijlen professor Stamkart heeft de
scheepvaart de uitvinding te danken, dat het
kompas ook op ijzeren schepen bruikbaar is. Deze
uitvinding brengt thans haar vruchten op voor
zijn gezin. Prof. Stamkart liet zijn weduwe in
behoeftige omstandigheden achter, doch reeds een
twaalftal Amsterdamsche reeders hebben zich, uit
dankbaarheid voor bedoelde ontdekking, bereid
verklaard, mede te werken om der weduwe een
persioen te verzekeren.
In de zaak Peltzer werden gisteren door
Marie en Amelie Pfister, welke beiden vroeger in
dienst waren van Bernays en zijne echtgenoote,
getuigenissen afgelegd, welke aan de lezing der
akte van beschuldiging nopens de verhouding
tusschen Bernays' echtgenoote en Armand Peltzer
veel waarschijnlijkheid geven. Overigens schijnt
ook de vermoorde door zijn gedrag aan de ver
dedigers de gerechtigde bewering te hebben na
gelaten, dat mijnheer en mevrouw waren als
«lood om oud ijzer". Er waren vreemde verhou
dingen in dat huis. De keukenmeid schreef aan
de gouvernante: Indien er echtscheiding volgt,
zou Bernays wel een goeden man voor mij zijn."
De studenten-oproeren in Rusland nemen
meer en meer een zeer dreigend karakter aan.
Niet alleen zijn er alle universiteiten stëeds de
tooneelen van botsingen tusschen de Russische en
Joodsche elementen, maar de verhouding der stu
denten tegenover professoren en curatoren is zoo
ernstig dat dezer dagen de hoogeschool te Kasan
ten gevolge van bevelen uit Petersburg is gesloten.
De rector van genoemde school werd in zijn ka
mer door een student in de medicijnen overvallen,
die terstond de deur sloot, uitroepende Ik kom
u zeggen dat gij een schoft zijtHet is uw schuld
dat mij de beurs waarvan ik studeerde, werd ont
nomen, zoodat ik honger lijd De rector bracht
hem bedaard zijn vergissing onder 't oog»gij
weet dat een student die langer dan twee jaren
in denzelfden cursus blijft, geen aanspraak op
een beurs kan maken." »Ik zal je in 't openbaar ran
selen of doodslaan," was het antwoord, »gij kunt mij
gerust doen vervolgen." Hoewel de rector daartoe
geen plan maakte en zich voornam den oproèri-
gen jongeling eenvoudig weg te jagen uit Kasan,
werd hij toch den volgenden dag in de college
zaal door den student aangevallen, ten gevolge
waarvan een woest schandaal ontstond waaraan
de rector ternauwernood ontkwam. Spoedig waren
vijf- a zeshonderd studenten op de been, die niet
door vermaningen der professoren te bedaren bleken
hartstochtelijke redevoeringen werden gehouden,
waarin het gedrag van den medicus verdedigd, dat
van den rector ten scherpste gelaakt werd. Ver
zoekschriften werden rondgedeeld in dien geest,
doch het gevolg was slechts dat de hoogeschool
door soldaten bezet en de lessen voorloopig geslo
ten werden. De vraag: of 't daarmee uit zal zijn
kan slechts ontkennend beantwoord worden, wan
neer wij dergelijke toestanden ook in Charkow en
in Petersburg waarnemen. De zich telkens op
dergelijke wijze openbarende ontevredenheid aan
de universiteiten wijst op eene ernstige toekomst.
Ontzettend zijn de berichten die uit Keulen
over den watersnood tot ons komen. In den nacht
van 28 op 29 November is de Riehlerdam in de
nabijheid der stad doorgebroken, zoodat het dorpje
Riehl geheel onder water staat. Men is er over
verbaasd, dat, de nabijheid der stad en de bereid
willigheid der militaire macht in aanmerking ge
nomen, niet tijdig hulp is verleend, zoodat de
ramp verhinderd zou zijn. In de velden tusschen
Riehl en Nippes stond in den tijd van drie uren
het water 23 m. hoog. En beneden den zoö-
logischen tuin zijn verscheidene duizende morgens
land overstroomd. Van de verdere berging der
dieren in dien tuin heeft men nagenoeg geheel
moeten afzien. De vischotters hebben hun kans
schoon gezien en de vrijheid gekozen; om echter
iets dergelijks met de eendvogels te voorkomen
heeft men in de muuropeningen netten gespannen
een groot aantal roofvogels zijn verdronken. Eenige
viervoeters zijn bij tijds in de woning van den
olifant behouden. Het voortdurend vallen van
't water doet hopen, dat nog velen der schoonste
dieren bewaard zullen blijven.
In de omstreken van Bonn is de nood hartver
scheurend. 430 woonhuizen in Beuel, Combahn,
Geislar en Liinperich staan in 't water, en in de
meeste is de levensvoorraad voor mensch en dier
mede verloren. Bij Neuwied is de minister van
binnenlandsche zaken zelf op de terreinen der
overstrooming aangekomen en een bataillon pioniers
is daar bezig met het redden van een 200 men-
schen uit de ineenstortende woningen. Berichten
uit Laubenheim en Nackenheim melden, dat de
Rijndambrug met razend geweld is bezweken en
de dorpen geheel overstroomd zijn. In Mainz is
het water tot staan gekomen.
Weenen wordt ook door het steeds stijgen van
den Donau in angst gebracht. Ook de Seine is
aan het wassen.
De stad Bitlis, die aan de zuidwestelijke
kust van het meer Wan in Armenië ligt, is dezer
dagen het tooneel van een verschrikkelijk bloed
bad geweest. Op 11 Oct. brak nameljjk plotseling
op onderscheiden punten der stad brand uit, die
18 uur achtereen aanhield en alle winkels en hui
zen vernielde. Toen de Armeniërs, in wier handen
hier de handel bijna uitsluitend is, beproeven
wilden den brand te blusschen en have en goed
te redden, werden zij door een salvo van Kurdi-
sche kogels en door Turksche bajonetten daarin
verhinderd. Er ontstond een vreeselijke slachting,1
waarbij verscheiden honderden Armeniërs gedood
werden. Eenige inwoners van Bitlis wilden in
middels naar Wan telegrapheeren om hulp, doch
hun depêches werden geweigerd. De stad is ge
heel afgebrand en men heeft nog niet kunnen
constateeren hoeveel Armeniërs er gedood werden.
'sUravenliage. In het regeeringsantwoord
zegt de minister van waterstaat dat hij niet ge
looft dat eene octrooiwet wenscheljjk is, Het plan
tot afdamming van het Slaak wordt uitgewerkt.
Voor de voortzetting der werken aan den Rotter-
damschen waterweg wordt, ter voorkoming van
achteruitgang, 34 millioen 4 ton uitgetrokken.
Voorts wordt eene subsidie van ƒ3000 uitgetrokken
voor de Maatschappij tot redding van drenkelingen.
De pakketpost zal met 1 April overal worden
ingevoerd.
Tweede kamer. Een langdurig debat werd
gevoerd over den aanvullingspost van 350.000
bjj de begrooting van binnenlandsche zaken, voor
subsidien in de kosten van onderwijs aan hulpbe
hoevende gemeenten. De heer Van Houten, zich
aansluitende bij de oppositie, achtte het budgetrecht
geschonden en de artikelen 46 en 49 der onder
wijswet verkeerd uitgelegd. De bepaling van ar
tikel 45 (de dertig percent) moet de uorma bljjven,
anders wordt het lager onderwijs financieel voor
den staat een bodemlooze put.
De heeren de Meyier Bergsma en De Beaufort
bestreden de opvatting der tegenstanders van het
ontwerp, betoogende dat hulpbetoon aan gemeen
ten volgt uit eene getrouwe uitvoering der wet.
Beide eerstgenoemden verweten de antirevolutionai
ren scherp, dat zij voor alles geld over hebben,
behalve voor het onderwijs. De wet moet echter
eerlijk worden uitgevoerd.
De minister verdeelde de bestrijders in twee ca-
tegoriën. Tegenover het beginsel der antirevolu
tionairen staat dat van den heer Van Houten, zoozeer
overeenkomende met het betoog van den heer
Schaepman, dat, als de schoolstrijd niet bestond,
laatstgenoemde met pak en zak naar den heer Van
Houten zou overloopen. Tegenover dezen hand
haafde de minister de letter en den geest der wet:
tegenover de andere bestrijders betoogde hij dat
de wet niet lichtzinnig wordt uitgevoerd.
De heer Schaepman ontzegde vooral dezen, naast
een anti-revolutionairen ambtgenoot gezeten minis
ter het recht om op gezag of geruchten zijn poli
tiek karakter aan te randen; hetgeen de minister
ontkende te hebben gedaan, vermits hij slechts
bedoeld had dat, na wijziging der schoolwet, bij
eene nieuwe partijvorming, de heer Schaepman
meer bij den heer Van Houten dan bij de anti
revolutionairen zou behooren.
De heer Van Houten liet dit punt liggen om het
peil der discussie niet nog meer te verlagen, maar-
verweet de liberalen, dat de schoolstrijd hen blind
maakt voor de beste argumenten.
De post werd met 37 tegen 26 stemmen goed
gekeurd, waarna de suppletoire begrooting werd
aangenomen.
De minister trad, in antwoord op de interpel
latie van den heer Gleichman, in eene uitvoerige
uiteenzetting betreffende de benoeming van pro
fessor Rosenstein, om te bewijzen dat door
hem geene pressie op den hoogleeraar is uitge
oefend. Ook voor het vervolg zal de minister
geen gebruik maken van het absoluut recht der
koninklijke bekrachtiging of weigering van de
benoeming der Amsterdamsche hoogleeraren. De
heer Gleichman bleef volhouden dat des ministers
handelingen professor Rosenstein voor Amsterdam
deden verloren gaanwaartegen de heer Cremere
betoogde dat de regeering het recht had om de beste
krachten voor de rijksuniversiteiten te behouden. De
heer Wijbenga betwistte dit, wijl Amsterdam thans
met de overige universiteiten op dezelfde lijn staat.
Daarop wordt de discussie over de zaak Van
der Heijden hervat, naar aanleiding van de jong
ste conclusie der minderheid van de comm. van
rapporteurs.
1 December des morgens te 8 uren.
NAMEN
Ba-
Wind-
Toe
Tem
DER
rom.
stand
pera
PLAATSEN.
stand.
richt.
kracht.
lucht.
tuur.
Cels.
Delfzijl
762.8
zzo
1
mist.
0
Groningen
762.0
z
0
betr.
0
Den Helder
761.3
zo
1
betr.
1
Vlissingen
761.4
WNW
1
1. hew.
3
Maastricht
763.4
NNO
1
betr.
0
Eene depressie bevindt zich vrjj nabjj en NO.
waarts van ons.
De laagst bekende barometerstand is 755 m. m.
Een centrum van hooge drukking bevindt zich
ver en NO. waarts van ons.
Grootste verschil
gisteren avond 8 u. G. 2.3 V.
heden morgen 8 H. 2.3 M.
Barometer-aanwijzing te Utrecht te half éen
761.2 m. m.
VerwachtZ. wind en betrokken lucht.
Thermometerstand te Middelbarg.
30 Nov. 's avonds 11 uren 32 gr.
1 l)ec. *8 morgens 8 uren 31 gr. *8 middags 1 uur 34 gr,
*8 avonds 5 uren 33 gr. F.
Heden werd aan het gebouw van het geweste-
bestuur alhier aanbesteed: het op diepte brengen
en houden van de buitenhavens van het kanaal
door Zuid-Beveland tot ultimo December 1885, ge
raamd op 64000.
Voor dit werk werd ingeschreven door de heeren
A. L. van Wijngaarden te Sliedrecht voor ƒ65480;
J. voor den Dag Az. te Puttershoek voor 63400
F. Volker te Dordrecht voor ƒ61860; I. van de
Velde te Papendrecht voor ƒ54800; en D. Volker
te Dordrecht voor 53,400.
Begrooting Landsdrukkerij. Verslag.
De vraag werd gesteld of de min. wellicht zou
kunnen mededeelen, waarom de officieele berich
ten in enkele dagbladen NRott. Ct., Vad. enz.)
vroeger worden opgenomen dan in sommige andere?
Voorts vroeg men zijn oordeel in zake de uit
voering van het enquête-rapport van 1873. Ook
werd gewezen op de talrijke misstellingen in
stukken van de regeering uitgaande.
Verhooging begrooting Suriname 1881. Verslag.
Met een gevoel van teleurstelling zag men dat
de uitgaven zeer hoog boven de raming stegen;
er bestond schijn van vermoeden, dat men het
minimum raamde om het subsidie schjjnbaar te
kunnen verminderen, ofschoon verhooging te voor
zien was. Speciaal vroeg men, hoe de post
voor onderhoud van gebouwen, mobilair enz. met
ruim 62% kon overschreden worden.
De persoonlijke quaesties, waarmede men zich
in Frankrijk in de laatste dagen voornamelijk
heeft bezig gehouden, zijn nog niet geheel verge
ten. De toestand van den heer Gambetta laat niets te
wensehen over en natuurlijk is reeds een Engelsch-
man, fanatisch bewonderaar van den afgevaardigde
van Belleville, opgestaan om voor 500 louis ten
behoeve der Parijsche armen op den kogel, die
Gambetta 's hand wondde, aanspraak te maken.
Doch belangrijker zaken vragen weer de aandacht.
Zoo werd in het huis van afgevaardigden de dis
cussie hervat over het budget van marine, dat
aangenomen werd. Bij de behandeling van kolo
niën werd door den minister beloofd, dat er maat
regelen zullen genomen worden betreffende de
misbruiken in het militaire bestuur van Gabon,
zoodra meer inlichtingen zouden zijn verstrekt.
Vooral de heer Deproges, afgevaardigde van Mar
tinique, uitte zich vrij hevig over het slechte
bestuur der koloniën. Het debat wordt voortge
zet. In den senaat heeft de heer Batbie den
minister geinterpelleerd over het schrappen dei-
posten voor de mindere geestelijken, waarop de
heer Fallières verklaarde, dat de wetgeving daartoe
der regeering het recht had gegevenzij wil
vrede ook in zaken van godsdienst, zij eerbiedigt
de Roomsch-katholieke kerk, doch ook van al de
leden der geestelijkheid eischt zij eerbied voor
de wet.
Het afbreken der onderhandelingen van het
Fransche gouvernement met de afgevaardigden uit
Madagascar heeft natuurlijk aan de Engelsche
oppositie-bladen nieuw voedsel gegeven om de
achterdocht aldaar tegenover Frankrijk op te wek
ken. De belangen voor beide rijken, zeggen zij,
staan gelijk in Madagascar, en Engeland kan niet
deze quaestie met onverschilligheid beschouwen.
Toch schijnt de minister van buitenlandsche zaken
niet dien weg op te willenen dit is af te leiden
uit het antwoord dat lord Granville aan het door
hem ontvangen comité heeft gegeven.
Hij bracht in berinnering dat bjj menige gelegen
heid sedert 1817 Frankrijk en Engeland samen
hebben gehandeld ten opzichte van Madagascar
zonder de minste stoornis in de vriendschappelijke
verhouding. In 1854 hebben discussies plaats
gehad, die uitliepen op deze verklaring, dat geen
der beide mogendheden iets zal doen met be
trekking tot Madagascar zonder dat de een de
andere raadpleegt. Granville verklaarde geen en
kel contract te kennen, dat aan Frankrijk verlof
gaf naar het protectoraat over de Hovas te din
gen, maar hij voegde erbij, dat de afgevaardigden
de terughouding zouden begrijpen die een plicht
is van het gouvernement, en zouden inzien, dat
niets mag gezegd worden, 't welk eenigszins de
regeering zou kunnen compromitteeren of haar
zou kunnen belemmeren in de vrijheid van handelen.
In het lagerhuis heeft de onder-secretaris van
Ierland, Trevelyan, verklaard, dat indien men
voortging in de vergaderingen van het Iersche natio
naal revolutionaire verbond oproerige redevoeringen
te houden, deze bijeenkomsten zouden worden ge
sloten. Michael Davitt en Healy zullen gel-
delijken waarborg moeten stellen van goed gedrag,
onder straffe van gearresteerd te worden. Het
parlementslid Redmond wordt wegens zjjn laatste
rede gerechtelijk vervolgd.
Gisteren heeft de Duitsche rijksdag het ontwerp
der heeren Germain c. s. behandeld, dat strekte
om aan die leden van den Elzas-Lotharingschen
Landesausschuszwelke geen Duitsch verstaan,
verlof te geven hunne adviezen in de vergadering
in het Fransch uit te brengen.
Een der voorstellers, de heer Winterer, be
klaagde zich dat men in de pers deze zaak had
voorgesteld als eene vraag van groot politiek
belang, terwijl de voorstellers geenszins eene anti-
Duitsche demonstratie op het oog hebben. Zij
voeren slechts aan dat een aantal menschen in
Elzas-Lotharingen geen Duitsch verstaan, zoodat
deze worden zij tot afgevaardigden verkozen
tot stilzwijgen worden gedoemd en hun mandaat
niet kunnen waarnemen, indien hun niet het ge
bruik der Fransche taal wordt vergund. De wet
waarbij in het vorige jaar de nieuwe regeling
werd gemaakt en voorgeschreven werd zoowel de
openbaarheid der vergaderingen, als het verplicht
gebruik der Duitsche taal, heeft een ontmoedi-
genden indruk op de bevolking gemaakt, en de
rjjksdag heeft nu de gelegenheid om te verande
ren wat hij toen minder gunstig voor de rijks-
landen besliste.
Het is werkelijk niet te vreezen, ging de heer
Winterer voort, dat de president dezer nieuwe
vertegenwoordiging der rijkstanden van de hem
te geven macht een onbescheiden gebruik zou
maken, want hij weet zeer goed dat de volks
vertegenwoordiging aldaar eene instelling is, die
bij misbruik der thans verleende vrijheden, zeer
spoedig zou kunnen worden opgeheven. Doch er
zijn nu eenmaal in Elzas-Lotharingen 250,000 per
sonen, die enkel Fransch spreken, en de raad
dat ze maar Duitsch moeten leeren, is misschien
een uitnemend militair argument, maar in parle
mentaire overwegingen is voor zulke uitingen, als
deze van conservatieve zijde, geene plaats. De
vaste hand waarmede het rijk den Elzas bestuurt,
moet geen ijzeren hand worden.
Zoowel van de zijde der regeering als door den
aanvoerder der nationaal-liberalen, den heer Yon
Bennigsen, werd betoogd dat men hier niet met
eene zoo onschuldige zaak te doen had, als de
voorstellers het wilden doen voorkomen.
De heer Von Treitschke noemde de bedoeling der
bestaande wet en de reden waarom het thans