125e Jaargang. 1882. Woensdag 29 November. N° 282, Een kalm toeschouwer. N i 'eu wj aa rs- CoI eet e. Middelburg 28 November. Het Indisch Debat. FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: 4 Jvertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Tiouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. TWEEDE DEEL. MIDDELBURGSCHE COURANT. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend dat de commissie, die zich gedurende twee jaren op hunne uitnoodiging welwillend heeft belast met het verzamelen vim giften en het doen van eene uitdeeling van eetwaren en brandstoffen op den Nieuwjaarsdag, en door welker bemoeiingen op 1 Januari 1882 ruim 700 hoofden van gezinnen eene bedeeling mochten ontvangen, zich dit jaar weder heeft bereid verklaard tot datzelfde doel werkzaam te zijn dat deze commissie op Maandag den 18 Decem ber a., tusschen 12 en 3 uren, eene inzameling aan de huizen der ingezetenen zal houden, terwijl burgemeester en wethouders, het doel en streven dezer commissie zeer waardeerende, de vrijheid nemen haar andermaal bij de ingezetenen ten dringendste aan te bevelen. Middelburg, den 24 November 1882, De burgemeester en wethouders van Middelburg, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Gegeven eene Indische begrooting met een tekort, eene staatsbegrooting die leeningen be hoeft om bare uitgaven te dekken en eene Tweede Kamer, wie de belangen der schatkist ter harte gaan; wat is natuurlijker dan een langdurig en ernstig debat over de mogelijk heid om het in de eerste plaats genoemde tekort te ontgaan? Wanneer de vrucht dier beraadslagingen niets anders is dan twee bezuinigingen van te zamen ruim vijl ton, eènigszins in 't wilde gedaan op een totaal van ongeveer 140 millioen welke gevolgtrekking is dan anders mogelijk dan dezedat de tijden kwaad en de omstandig heden niet gunstig zijn, maar er niets aan valt te veranderen en men slechts zijn best heeft te doen om den moed niet te verliezen, in 't ver trouwen op een gunstiger keer van de zaken Men lette er op dat het aan zwaarmoedige beschouwingen, ingegeven door den nood der tijden, geenszins heelt ontbroken. Niet licht vaardig, niet zonder aan raadgevingen het oor te leenen, schrijden wij voort op den tijdelijk duisteren weg. Maar niets, volstrekt niets bruikbaars, tot wegneming van het oogenblik- kelijk tekort, komt er voor den dag, wanneer men de klachten schift. Ziehier de meest radicale „sloopers" van het tegenwoordig koloniaal beleid, de hee- &9 Door B. H. BUXTON. HOOFDSTUK XIV Beraadslagingen. Baar grootmoeder is een beschaafde dame met een goed hart en dan is er nog iemand aan huis, een juffrouw Redmond, die in alle opzichten een goede vriendin voor haar is. Wanneer gij op reis gaat, kunt gij gerust zijn dat er goed voor Suzie ge zorgd wordt. Zij zal het stellig ver brengen en eenmaal zal er een tijd komen, waarin gij beiden zult inzien dat haar besluit tot uw beider bestwil is geweest." >Gij spreekt met een bewonderenswaardige overtuiging, Maurits", zegt Kempton, »moge de uitkomst leeren dat gij gelijk hebt!" Espéronszegt Maurits glimlachend. „En jaat ik u thans alles vertellen wat ik van Noor ren Wintgens, lnsinger, Van Nispen, de conservatieve veteranen, die zich beroemen het tekort, dat heden aan zou breken, reeds voor twintig jaren en langer voorspeld te heb ben. Maar wat raden zij De heer Wint gens wil van kleine bezuinigingen, van „doek jes voor het bloeden" niets wetentegen het amendement Bastert c. s., heeft hij dan ook gestemd. Wil men iets doen, dan moet de begrooting verworpen en docr den minister omgewerkt worden. Het practisch gevolg daarvan zou zijn dat, volgens de Indische comp tabiliteitswet, de begrooting van verleden jaar, dat is eene h o o g e r e dan de huidige, opnieuw van kracht zou worden. Maar dit daargelatenbeteehent „omwerken" dat de openbare werken, tot welke in vorige jaren besloten is, zullen blijven liggen omdat er geen geld is dat ambtenaren die aangesteld, trak- tements-verhoogingen die toegestemd, organisa- tiën die ingesteld zijn om in de eischen van den dienst te voorzien, zullen worden ingetrokken om de begrooting te doen sluiten Niemand die het verlangen kan, zelfs de heer Wintgens niet. Evenmin de heer Van Nispen, die aan het einde zijner klachtenreeks over hetgeen niet meer te verhelpen valt, slechts twee denkbeelden aangeefteene hypoihecaire leening op de Javasche spoorwe gen, en het vestigen van volkplantingen, uit het in sommige streken dicht bevolkte Java, naar het ledige Sumatra. Dat die maatregelen iets zouden veranderen aan het Indisch budget voor '83, beweerde deze afgevaardigde natuur lijk niet. Ook niet de heer lnsinger, wiens slotsom was„Wanneer wij koloniën moeten hebben, die niet op duidelijk zichtbare, tastbare wijze, zóo dat men het merken kan, voordeelen afwerpen aan 's lands huishouding, dan kan ons land niet blijven bestaan." Toegegeven, dat landen en volken in Azie geëxploiteerd mogen worden om aan een kleine natie in Europa het leven mogelijk te maken, is niet iedere exploitatie eene afwisseling van winst en verlies, en is de noodzakelijkheid van voordeelen voor Nederland in staat er iets aan te veranderen dat de koffie laag van prijs de Atjeh-oorlog duur en eindeloos, en Java's welvaart door veeziekte, cholera en koortsen tijdelijk vermin derd is Deze radicale opposanten, die geen van allen Indie door eigen aanschouwing kennen, staan dan ook alleen. Neem alle Iadische oudgasten in de kamer de heer Keuehenius, die ditmaal met groote zelfbeheersching bijna uitsluitend over concrete punten Atjeh het Billiton-contract, eene tin-belasting, de koffie veilingen, gesproken heeftde heer Van Dedem, wegen en de heerlijke jachtgelegenheden daar weet." Er worden nieuwe sigaren opgestoken, nieuw ijs en Apollinariswater met wijn besteld en het gesprek wordt voortgezet, tot dat zij eensklaps schrikken van het slaan eener klok drie uren. Op datzelfde oogenblik houdt er een rijtuig stil, waarvan het portier driftig toegeslagen wordt. Daarop, volgt een tik op de voordeur, zóo luid dat de geheele buurt er wel door gewekt kan worden. »Daar is uw broeder reeds", zegt Kempton, knorrig dat hij gestoord wordt, »ik ga dadelijk heen." Maurits tracht hem niet te weerhoudenwant hij verlangt geen toehoorders bij hetgeen hij aan Harold te zeggen heeft. »Laat ik u uit- en hem inlaten", zegt hij, een kaars opnemende en de trap afgaande. In de flauwe ochtendschemering, die met het kaarslicht wedijvert, ziet Maurits, zoodra hij de deur open doet, hoe doodsbleek Harold ziet. »Hebt gjj tijding van haar?" gilt hjj, Mau rits bij de armen grijpende en tegen den muur duwende. »Ja; ik heb haar gezien en gesproken", zegt Maurits en voegt er met ongewone levendig heid bij„Ik ben vast overtuigd dat zij zichzelf en u trouw gebleven is, ondanks alle gevaren en verleiding, Harry. Gij zult haar morgen zien en dan kunt gij zelf oordeelen." die zich tot de opium-quaestie en tot de financieele scheiding bepaaltde heer Van Gennep, die de kolonie op eigen hand en aansprakelijkheid wil laten leenen de heer Mirandolle, die de onmogelijkheid betoogt om Indie meer te laten opbrengen dan het nu doet en daaruit de wiskunstige noodzakelijkheid afleidt om de uitgaven te beperken de voor zitter der kamer eindelijk, de heer Van Rees, wiens „ijzeren hand" door sommigen gevraagd wordt, als alleen in staat den Indischen wagen weder in 't spoor te helpen, niet éen hunner stemt de conservatieven toe, dat het mogelijk is terug te keeren op den verlaten weg, Men spreekt van „liberaal wanbeheermaar sedert jaren is het beheer der koloniën jammer genoeg, naar onze zienswijze, niet aan liberale handen toevertrouwd geweest. Van Goltstein en De Brauw, Van Lansberge en 's Jacob, het zijn geen liberale namen, onder wie in de laatste jaren tot een terugkeer naar het vroegere cultuurstelsel, tot het onvervuld laten der gewenschte, maar kostbare, materieele en moreele behoeften van de kolonie, zelfs geen poging is beproefd. Heeft dan de heer Wintgens alleen gelijk tegen allen? Niet alleen echter de conservatieven, die iedere hervorming steeds ontraden hebben en op dat standpunt onwrikbaar blijven staan, ook uit den mond der liberalen, der her vormers dus, komen de klachten. Ook zij zijn bezorgd over het tekort, - wie is het niet? maar middelen om het te doen verdwijnen heeft men van hen niet verno men. Zie hier den heer De Bruijn Kops. De regee ring neemt, zegt hij, te veel hooi op haar vork. Waarom den aanleg van spoorwegen en havens niet aan het particulier initiatief overgelaten? Men voorkwam dan het hooge cijfer voor open bare werken, dat mede een van de oorzaken is, die de kloof tusschen gewone ontvangsten, en gewone plus buitengewone uitgaven, gapende houdt. Dat punt is, antwoordt de heer Gra- tama, jaren geleden, na ernstig onderzoek en breedvoerig debat, uitgemaaktmen kome er niet telkens op terug. Maar dat daargelaten; welke vruchten de heer Kops van het parti culier initiatief ook wachte, de door het rijk aangevangen werken,die de begrooting van 1883 bezwaren, kan het niet meer op zich nemen. Van het betoog van den heer W. van Dedem maakten wij reeds met een woord melding. Hij en de heer Van Gennep komen weder aan met het reeds zoo dikwijls opgeworpen denk beeld van financieele scheiding tusschen Ne derland en de kolonie, en zooals het plan er in hun betoog uitziet, moeten wij bekennen De eerste opwelling van Harold is regelrecht naar de Dekenstraat te rijdendo.ch Maurits brengt hem in zoover tot bedaren, dat hij beseft dat dit geen uur is om een bezoek bij mevrouw Delane te brengen en hij belooft tot den anderen morgen negen uren te zullen wachten. Maurits begrijpt dat het onmogelijk is nu over iets anders dan Clara te spreken en hij is verstandig genoeg om hierin te berusten en her haaldelijk alle bijzonderheden van zijn ontmoeting met haar en bare lotgevallen te vertellen, terwijl Harold de kamer op en nederloopt en telkens de een of andere vraag doet. De uren gaan voorbijmaar Harold klaagt niet het minst over slaperigheid, zoodat Maurits begint te vreezen dat hij plan heeft om tot negen uur toe, den tijd door te brengen, met bespiegelingen over Clara's schoonheid, goedheid, lieftalligheid, hare trouw, lotgevallen en beproevingen. »Ik zie wel dat het geluk u in staat stelt om te leven zonder voedsel of slaap," zegt hij lachend, »en het spijt mij dat ik niet meer jong en frisch genoeg ben om de schoone Scheherezade te kunnen navolgen. Ik vrees dat mijn vertel- lings-vermogen nu reeds uitgeput is." Een krachtige geeuw, dien hij niet tracht te onderdrukken, belet den vermoeiden man om ver der te spreken. »Wat ben ik zelfzuchtig en lomp, Maurits!" zegt Harold berouwvol. »Ga dadelijk naar bed, bekommer u verder niet om mij en neem dezen dat het ons meer redelijk toeschijnt dan weleer. Wanneer men het nu voorkomend verschijnsel, dat In die?s gewone inkomsten niet toereikend zijn voor al zijne behoeften, niet beschouwt als een op zich zelf staand feit, maar als iets dat nog meermalen terug kan komen, dan wordt de vraag gewettigdwaar moet dat heen Nederland, het werd nog door den heer lnsinger herinnerd, is een duur land, dat door kunst geschapen en te onderhouden is het heeft dus zelf moeite om rond te komen. Kan het dan jaar in jaar uit zijne koloniën bijspringen? Toch zullen deze dat noodig hebben, want sedert wij het misbruik, dat het moederland door zijne bezittingen als 't ware gealimenteerd werd, hebben opgegeven en als beginsel aangenomen dat voor de overzeesche gewesten besteed moet worden wat voor hun ontwikkeling noodig blijkt, kunnen Indië's gewone jaarlijksche inkomsten niet toereiken voor alles wat, in 't belang eener verre toekomst dikwijls, gedaan moet worden. Niet éen land bekostigt zijne spoor- en waterwegen, zijn be vloeiingswerken, om van oorlogen niet te spreken, uit zijne jaarlijksche inkomsten. Daaruit ontstaat de staatsschuld der beschaafde landen, die haar garantie vindt in hetgeen tot stand gebracht wordt, in het crediet en de welvaart der landen zelve. Indien dan Java, overeenkomstig de beginselen door de vrijzin nige partij in Nederland beleden, de ontwik keling verkrijgen moet, die aan een beschaafd land past, waarom het dan ook niet de instel ling gegeven welke ieder beschaafd land bezit, die eener eigen staatsschuld Indien de ko lonie daartoe rechtspersoonlijkheid behoeft, waarom haar die niet geschonken Ziedaar, indien wij 't wel begrijpen, den gedachtengang der beide afgevaardigden, en in dien vorm, nu er van het vorderen van onverschuldigde bijdragen uit de Indische kas aan de Nederlandsche wel geen sprake meer zal zijn, komt het betoog ons niet onbillijk en wel aanbevelenswaard voor. Maar verlichting van den last, die op het Indisch budget van 1883 drukt, was er alweder niet van te wach ten. Wij voegen erbij, dat wij verwachten nog menige begrooting met een gapend tekort te zullen zien aannemen, alvorens de Neder landsche wetgevende macht tot een zóo ingrij pend middel van herstel, als hier werd aan bevolen, bereid bevonden zal worden. Nog minder was, uit het practisch oogpunt gezien, de rede van den heer Mirandolle ad rem. Men heeft aan dit betoog hoogen lof toegezwaaid en wij stemmen toe dat het klaar en bondig wasmaar het heeft ons zeer teleur gesteld. Wanneer men als een van de toon- troost meeals vader mij, zooals gij zegt, op de proef wil nemen, ben ik bereid lid van de firma te worden en dan zal ik werken en cijferen met een ijver, alsof ik het kantoor en de zaken nog meer liefheb dan iets anders ter wereld." »Met den compagnon om u te onderrichten zult gij stellig slagen," zegt Maurits. »En daar vader, naar ik geloof, u en Clara met open armen wil ontvangen is wel het minst wat gij doen kunt, dat gij den ouden man het genoegen doet om zijn plaats in te nemen aan het hoofd van zijn oude firma. Zoo houdt gij haar in de familie en maakt dat de naam onveranderd op de koperen plaat kan blijven staan." Want dat is het plan dat Maurits gevormd heeft om vader en zoon tot elkaar te brengen. Harold is altijd vlug in het rekenen geweest en zijn opleiding te Forchester heeft hem bekwaam gemaakt voor elke betrekking waarbij nauwge zetheid en oplettendheid vereischt worden. De compagnon, waar hij van sprak, was reeds meer dan dertig jaar eerste klerk en deelgenoot in naam van de firma en dus door en door op de hoogte van de zaken, zoodat Harold, met eenigen goeden wil, met den bijstand van dien ouden ge diende en gesteund door de liefde zijner vrouw om zjn eerzucht te prikkelen, ongetwijfeld een goed koopman zal worden. Hij is vast overtuigd dat zijn vader geen grooter geluk begeert dan een zijner zoons eindelijk het vak te zien kiezen, dat voor hem boven alles gaat. Met de jayesf -- -

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1