N° 273. 125e Jaargang. 1882. Zaterdag 18 November. Een kalm toeschouwer. FEUILLETON. Middelburg 17 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Pulilicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze conranl behooren drie BIJVOEGSELS. TWEEDE DEEL. MIDDELBURGSGHE COURANT. De hoogleeraar De Louter heeft in een brief aan prof. J. W. Gunning, te Amsterdam, de zen ding van dr Jonkman, als afgevaardigde van de Ned. Zuid-Afrik. Vereeniging, naar de Transvaal, verdedigd. Na de eigenschappen en talenten "waardoor de afgevaardigde zich bijzonder voor deze belangeloos aanvaarde opdracht aanbeval, te hebben beschreven, gaat prof. De Louter aldus voort »Men zou nu meenen, dat deze stap der Z.-Afr. Ver. waardeering, hare keuze sympathie zou wek ken. Wel is waar, men kon verwachten dat niet alle leden eenstemmig zouden denken over het be lang der zaak of de geschiktheid van den afgevaar digde. Men kon het den zoodanigen niet euvel dui den, indien zij den maatregel op wettige wijze bestreden of desnoods het bestuur, ja zelfs de vereeniging verlieten, maar wie kon verwachten, dat zij, om den strijd ook daarbuiten te ont vlammen, partijleuzen zouden aannemen, partij hartstochten zouden opzweepen en de bedoelingen en handelingen van een bestuur, waarvan zij nog gisteren lid waren, heden in een valsch en ha telijk licht zouden plaatsen »Toch is dit geschied en niet zonder vrucht, want velen sloten zich zonder nader onderzoek hij het verzet aan en beaamden aldus schijnbaar de handelwijze der oppositie. Dit is alleen ver klaarbaar, doordien het den eersten opposanten gelukte, onware voorstellingen ingang te doen vinden. Men ontkent, verzwijgt of vergeet name lijk, dat de afgevaardigde geene betrekkingen moet aanknoopen, veel min een of ander plan verwezenlijken, doch alleen gegevens verzamelen moet, teneinde zijne lastgeefster in staat te stellen later zelve te handelen. Men gewaagt van den strijd tusschen Kruger en Burgers, alsof de be- scheidene taak van een verslaggever eenige over eenkomst had met die van dCh president der republiek; alsof dr Jonkman de beginselen eener moderne theologie en revolutionaire politiek zon verbreiden. Men beriep zich op regelen van vol kenrecht, alsof dr J. een gezant was, door een staat aan een bevrienden staat gezonden, om interna tionale betrekkingen te onderhoudenMen noemt d' J., die het een voorrecht acht tot geen partij te behooren, met een hatelijken en vooral in Z.-Afrikagehatenpartijnaam beslist modern; ja, men aarzelt geen oogenblik al de bestuursleden der Z.-Afr. Ver., die tot dezen maatregel meewerkten, zonder onderzoek of bewijs tot modernen te stem pelen alsof men niet wist, dat mannen van de meest verschillende richting daar samenwerkten. »Neen, de Z. A. V. bestaat niet uit moderne partijgangers. Slechts op een punt verschilt zij SO Door B. H. BUXTON. HOOFDSTUK VII. Manritg belast zicli met een zending". »Bjj mijn zoon ien,. tmjjnheer Steele Hij verklaart dat hij dat meisje geleerd heeft op hem te vertrouwen. Een poos geleden hebben, zij twist gehad en dat trok hij zich zoo aan, dat wij allen zagen dat er iets aan scheelde: zijn moeder is dood ongelukkig over hem. Het schijnt dat de verzoening, die na eenige weken van schei ding plaats had, zijn hartstocht zoodanig heeft aangewakkerd dat hij onvoorzichtig is geworden en zijn voortdurend verschijnen aan de deur van den schouwburg heeft zeker den naijver en de boos heid opgewekt, die tot dit geleid heeft," Hier wijst hij op het noodlottige papier. »En bracht zijn verklaring met u hem er toe om zijn bedoeling uit te spreken?" r- Ongetwijfeld," zegt de graaf, want hp houdt in overtuiging met hare beschuldigers, waar deze namelijk beweren dat elk nauwer contact met de Transvaal uitsluitend moet plaats hebben door mannen, die de godsdienstige en staatkundige zienswijze der heeren Kruger c. s. persoonlijk zijn toegedaan. Van wie kan dit verzekerd worden? Van al de leden der commissie Ik waag het te betwijfelen. Bovendien, welk contact is be doeld? Ook het vragen van inlichtingen? Zou niemand hier te lande in staat zijn getrouw waar te nemen en zuiver weer te geven de behoeften en belangen der Mohammedaansche bevolking van Ned.-Indië, zonder zelf den Islam te belijdenOf is er geene vriendschappelijke verstandhouding mogelijk tusschen volken met verschillende gods dienstige en staatkundige overtuigingen Moeten wij alzoo terugkeeren tot de eerste helft der 16e eeuw, toen de godsdienstige belijdenis alle inter nationale betrekkingen beheerschte en overeen stemming of verschil op dit gebied over vrede of oorlog besliste Daarmede ware de ontwikke ling van bijna drie eeuwen vernietigd. Gelukkig oordeel en ook de Transvalers zelve anders. Daarom schonken zij, ook lang nadat Th. Burgers van het tooneel was getreden, hun vertrouwen aan menig Hollander, die geenszins de godsdienstige en staatkundige zienswijze dei- orthodoxe meerderheid deelde en niettemin tot hooge staatsbetrekkingen verkozen werd. »Is het mogelijk met zulke voorheelden voor oogen te goeder trouw te beweren, dat de Trans valers reeds a priori met wantrouwen bezield zijn jegens eiken vreemdeling, die geen certificaat van kerkelijke orthodoxie en antirevolutionaire politiek vertoont Of zou het voor zoodanig resultaat ook noodig zijn, dat zij eerst door hunne vrienden in Nederland werden gewaarschuwd en hun gezond verstand door argwaan werd beneveld Als tegenhanger van de betoogen der hoogleer aren Harting en De Louter, moeten wij ook aan het volgende stuk eene plaats geven. Ik ondergeteekende, Hendrik Theodoor Biihr- mann, tot in April 1881 lid van don Transvaal- schen volksraad, zullende naar Transvaal terug keeren, acht mij voor God en mijn geweten ge drongen eene verklaring af te leggen, die tevens als waarschuwing strekken kan voor de leden van de Ned. Zuidafrik. Vereenigingdie aanstaanden Maandag over de zending van dr H. F. Jonkman zullen hebben te beslissen. Ik acht mij namelijk verplicht, als Transvaalsch burger, hiermee openlijk te verklaren, dat de zen ding van d' Jonkman ten zeerste is te ontraden, daar zij geen doel kan bereiken en voor de be langen van Transvaal en de goede verstandhouding met Nederland allereerst, nadeelig is te achten. Hier zij bijgevoegd, dat ik, na de veranderde toestanden sinds de maand Mei jl., op dit oogenblik elke zending, van wien ook, verkeerd zou oordeelen. Deze verklaring leg ik af, omdat de Transvaal- sche regeering, de daar gevestigde emigratie-com missie en het bestuur der Boerenhandelsvereeniging het er blijkbaar voordat hij gebonden is om dat meisje te trouwen. Hij is de eerlijkheid zelf, zoo als gij weet mijnheer Steele, en als hij denkt dat zijn eer er mee gemoeid is God helpe ons 1" »Hij is de wereldschheid zelf," denkt Maurits „Gij zijt zjjn vader sedert twee en twintig jaar en schijnt nog daaraan te twijfelen. »Hjj zal hoog opgeven van zijn eer" zegt hij hardop na eenig nadenken„Jongelieden die zich in de moelijke omstandigheden be vinden waarin Kempton zich thans geplaatst ziet, zijn licht geneigd om op die manier te praten; maar als Kempton er ooit toe besluit om die juffrouw Delane te huwen, dan doet hij het uit neiging, maar niet uit plichtbesef." »Ik benijd u uw philosopie en uw vaste overtuiging, -mijnheer Steele," zegt de graaf met gemaakte onverschilligheid. „En wat denkt gij nn te doen vraagt Mau rits na een lange stilte. Hij toont volstrekt niet dat hij verlangt naar het vertrek van zijn bezoeker, maar zijn tijd is zeer kostbaar; en nu hjj eens de grieven heeft gehoord en zijn deelneming betuigd, verlangt hij zoo spoedig mogelijk te vernemen wat er verder van hem verwacht wordt. »Ik wilde dat gij mede naar de stad gingt en mijn zoon over dat pijnlijke onderwerp onder- hieldt, mijnheer Steele. Uw invloed op den jongen js zeer groot." »Gjj hebt zelf met hem gesproken en my lady Fermanagh ook, niet waar? En het is ubeiden niet gelukt hem te overtuigen?" duidelijk verklaard hebben, dat zij in Holland op mij wijzen konden, als op iemand die geacht kan worden ten volle haar gevoelen uit te drukken. Reed:; op de vergadering van Mei jl., heb ik aan het bestuur der Zuidafrik. Vereeniging soort gelijke waarschuwing gegeven. Maar hét bestuur sloeg die in den wind, evenals mijn raad in November 1881, om brieven en geen telegrammen te zenden. Amsterdam, 15 November 1882. H. T. Bühkmaot. Het gaat met de staatsbegrooting dit jaar weer juist als andere jaren. Half November is reeds voorbijde tweede kamer is aan de Indische begrooting pas even begonnenis die ten einde gebracht dan moeten eenige spoedeischende zaken (o. a. de overeenkomst met de nU De Schelde) afgedaan worden en vervolgens zal men den stormpas moeten loopen om de verschillende hoofd stukken der staatsbegrooting nog vóór Kerstmis bij de eerste kamer te krijgen. De gewone klachten van deze laatste, dat haar niet de behoorlijke tijd voor haar werk gelaten wordt, zullen weder niet uitblijven. Het is niet opwekkend, dat aldus een kwaad, waar ieder het over eens is, uit machteloosheid om in de manier van werken verbetering te brengen, jaar in jaar uit terugkomt. Een »partieele" verbetering heeft de kamer echter in haar macht. Zooals het nu is, hebben ieder jaar dezelfde hoofd stukken het leeuwendeel der beraadslaging. Na algemeene beschouwingen, zoo uitvoerig als de woordenrijkdom der sprekers ze gelieft te maken, krijgen justitie en buitenlandsche zaken een portie, meestal buiten evenredigheid tot hun verhouding in het budget-cijfer. Bij binnenlandsche zaken gunt men zich den tijd om altijd weder het onderwijs-debat, in zijne drie takken, te vernieuwen. Bij marine begint men te jagen, oorlog wordt meer donrgeloopen dan behandeld, koloniën over gesprongen en waterstaat „afgeroffeld." Kon de kamer besluiten de volgorde eens om te keeren, of naar een vast rooster te doen afwis selen, dan bestond er kans dat de eerste hoofd stukken wat minder tot den draad toe uitgerafeld, de laatste wat degelijker overwogen werden. Zooals het nu gaat, is er alle reden voor de ambtenaren van de laatst aan de orde komende departementen, om erop te rekenen, dat de vertegenwoordiging door den spoed voortgezweept, menigen post zal slikken," dien zij anders zou weigeren. »De „algemeene beschouwingen" konden aan 't einde komen en bleven misschien, uit verlangen naar de rust van 't recès, soms geheel achterwege. Of daarbij veel verloren zou worden, willen wij niet beslissenmaar troosten zouden wij ons er wel in. De artikelen 120 en 121 der grondwet bevatten niets dat eene veranderde volgorde belemmert. Heden middag te éen uur werden de in den loop van den morgen ingeleverde stembiljetten »In het minst niet." »Dan vrees ik, dat ook ik weinig kans van slagen heb." »Gjj moet mij toestaan hierin met u van meening te verschillen. Onze zoon beschouwt ons natuurlijk als menschen die er belang bij hebben. Hij meent dat onze tegenstand alleen voorkomt uit den natuurlijken afkeer om een balletdanseres tot schoondochter te krijgen. Hij zal veel eerder naar u luisteren, als hij denkt dat gij uit eigen beweging spreekt, alleen uit ware vriendschap voor hem en met het oog op zijn welzijn." »Ik wil altijd gaarne beproeven n van dienst te zijn, lord Fermanagh", antwoordt Maurits ter stond en het resultaat van dit bezoek is dat hij Zaterdag naar Londen zal gaan en zien wat hij met Kempton kan uitrichten. Niemand ter wereld zou meer spijt hebben van een mésalliance, als hij eens inzag welk een dwaasheid hij begaan had, dan lord Kempton. Daarvan is Maurits overtuigd. Kempton, die zoo bedeesd en verlegen is en zich altijd onttrokken heeft aan den omgang met zijns gelijken, is na tuurlijk het slachtoffer geworden van het eerste fatsoenlijke meisje dat zich de moeite gegeven heeft van zich om hem te bekommeren. Ware hjj meer in gezelschappen gekomen, had hij meer omge gaan met mannen en vrouwen van zijn stand, dan zou zoo iets als dit niet gebeurd zijn. Dit zijn de gedachten van Maurits onder het inschenken van een glas wijn en water voor zijn gast en terwjjl zjj heiden dit surrogaat voor na- ter verkiezing van zes leden voor de kamer van koophandel en fabrieken alhier ten raadhuize ge opend. 51 briefjes waren ingeleverd, zoodat, wijl geen briefjes van onwaarde werden verklaard, de volstrekte meerderheid 26 stemmen bedroeg. De met het einde dezes jaars aftredende leden, de heeren m1" W. C. Borsius, J. Luteijn, F. G. Sprenger, J. A. Tak en J. P. Fokker werden her kozen, de drie eersten met 49, de vierde met 47 en de laatste met 43 stemmen. Ter vervulling van de plaats van den heer P. de Bruijne, die voor eene herbenoeming bedankt had, moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren J. F. van Leeuwendie 12, P. de Bruijne en C. Verhage, die ieder 6 stemmen op zich vereenigden. De verder uitgebrachte stemmen waren als volgt verdeeldH. P. den Bouwmeester, A. A. Mes Gz. en P. W. van de Kamer ieder 5, J. J. van der Harst Az. en P. L. de Bruijne ieder 4, J. C. van den Broecke 3 en voorts over personen die twee of een stem bekwamen. *Groes, 16 Nov. Naar wij vernemen, hebben gedeputeerde staten van Zeeland, naar aanlei ding van een door den minister van waterstaat enz. in hunne handen om bericht en raad gesteld adres, door burgemeesters van verschillende ge meenten tot de regeering gericht en het verzoek behelzende, dat van staatswege een systematisch tramwegnet zal worden gelegd, de burgemeesters uitgenoodigd hun gevoelen kenbaar te maken over wat onder een systematisch tramwegnet moet worden verstaan en welke verbindingen daarvoor noodzakeljjk geacht worden. Mogen staat, gewestelijke en gemeentebesturen de handen inéénslaan, om het aanleggen van tramways, die, worden ze niet door een nieuw vervoermiddel verdrongenvóór het aanbreken van de twintigste eeuw van toren tot toren zul len liggen, van regeeringswege ter hand te nemen. Anders toch zal de staat zich voor het alternatief zien geplaatst, om alleen de minder voordeelige lijnen particulieren maken zich zoo spoedig mogelijk van de meest rendeerende meester aan te leggen en te exploiteeren, zoodat de goede lijnen, als zijnde niet in handen van den staat, de minder goede niet kunnen „goed maken". Of anders is 't mogelijk dat, zoo niet de aandrang van belanghebbenden tot verkrijging van het voor het lokaal verkeer zoo doelmatig vervoermiddel, te sterk is, om dien te weerstaan, de aanleg tot schade van handel en nijverheid worde nagelaten. Dewijl sommige deelen van ons gewest nog in een bijna volslagen toestand van isolement ver- keeren, is, om den aanleg van tramwegen, vooral van een „systematisch net" te bevorderen, samen werking tusschen het bestuur der provincie en de gemeentebesturen en tusschen deze laatste onder ling dubbel gewenscht. Zou het aangewezen middel ter verkrijging van deze laatste niet zijn, dat de besturen der burge- meesters-vereenigingen dit belangrjjk onderwerp middagthee drinken, noopt een plotselinge herin nering hem zijn glas neer te zetten en zijn bezoeker aan te zien. »Ik kan u op den weg helpen bjj deze liefdeshistorie, lord Fermanagh", zegt hjj, »maar ik geef u mijn woord dat ik in het eerst het geheele geval vergeten was.." En nu vertelt hij zonder eenige aarzeling zjjn ontmoeting met Suzie in den schouwburg, en voegt erbjj dat hjj overtuigd is van de braafheid en eerljjkheid van het meisje. »Meenende dat Kempton bedachtzaam wasvoor zjjn leeftijd en de laatste om zich wezenlijk te laten inpakken door zoo'n mooi danseresje, heb ik verder niet meer aan de zaak gedacht", zegt hjj met spjjt. „De naam Yivia bracht mjj in de warik herinnerde mjj dat persoontje met dat kinderljjke, ronde gezichtje, alleen als Suzie en had van dien dag af geheel vergeten dat zjj bestond." Dat is volkomen waar. Maurits was na al die gedwongen ledigheid met zoo'n jjver aan zjjn gewone bezigheden gegaan, dat hjj geen tjjd of gedachte meer aan die jongens of aan hun dwaas heid gewjjd had. Nu herinnert hjj zich alles, de oprechte, onver anderlijke liefde van Harold voor Clara, de ver liefdheid (hjj hoopt harteljjk dat het een voorbij gaande is) van Kempton voor het danseresje „Ik zal doen wat ik kan, dat beloof ik u, lord Fermanagh." Daar ben ik zeker van, Steele, en geloof mjj wjj weten allemaal dat dit niet zou gebeurd zjjnj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1