Bijvoegsel van de Middelburgsche Courant van Zaterdag 18 November 1882.
cicatie in onderscheidene deelen van de provincie
erkend, doch de ongunstige toestand van de provin
ciale geldmiddelen, gevoegd bg de groote offers, welke
men zich in de laatste jaren voor dat doel had ge
troost, gedoogde niet, dat daaraan voorloopig meer
werd ten koste gelegd.
Intusschen deed zich de behoefte aan wegsverbe-
tering, bij het steeds klimmend verkeer in onzen tijd,
voortdurend gevoelen, getuigen de aanvragen om
hulp, welke in weerwil van genoemd besluit een en
andermaal bij uwe vergadering of ons college inkwamen.
Bij de conversie der provinciale schuld, welke in
het afgeloopen jaar tot stand kwam, was dan ook een
der motieven waarop het voorstel rustte, dat men
daardoor weder in staat zou gesteld worden, om in
de bestaande behoefte aan wegsverbetering te gemoet
te komen.
Eenige bij uwe vergadering en bg ons college inge
komen aanvragen om renteloos voorschot geven ons
aanleiding op dit onderwerp terug te komen. Ofschoon
een der aanvragen op zich zelve beschouwd reeds
genoegzaam voorbereid is voor eene eindbeslissing door
uwe vergadering, zouden wij echter meenen aan de
biligkheid tegenover andere belanghebbenden bij wegs
verbetering te kort te doen, zoo wij u thans voorstel
den, bij uitzondering, die aanvrage (van St. Kruis) in
te willigen. Wordt door uwe vergadering in beginsel
besloten op het besluit van 1874 terug te komen, dan
behooren ook andere belanghebbenden, wier verzoek
vroeger werd afgewezen, of die zich door dat besluit
lieten weerhouden eene aanvrage in te dienen, gelijke
lijk in de gelegenheid gesteld te worden om hunne
belangen voor te dragen.
Het heeft daarom een punt van overweging bij ons
uitgemaakt, in hoever hot mogelijk zou zijn, op den
zelfden voet, als bij uw besluit van 8 November 1862
n» 4 geschiedde, weder eene som uit de provinciale
kas beschikbaar te stellen tot het verleenen van ren-
telooze voorschotten tot verbetering of aanleg van
wegen, en wij meenen dat thans zich de gelegenheid
voordoet om, zonder verzwaring van lasten, zoodanige
som beschikbaar te stellen als vermoedelijk in den
eersten tijd voor de behoefte voldoende zal blijken.
Het is u bekend, dat de rekening over het dienst
jaar 1880 een aanzienlijk batig saldo opleverde, ten
gevolge waarvan met 1 Januari 1883 van de provin
ciale schuld een bedrag van f 43,000 meer zal afge
lost worden dan waartoe men verplicht was. Daardoor
wordt eene besparing aan rente verkregen en heeft
men voor eenige volgende jaren meer de vrije hand
met aflossing. Neemt men verder in aanmerking, dat
ook over het dienstjaar 1881 een vermoedelijk goed
slot van ongeveer f 50,000 te wachten staat, dan big kt
dat, in verband met de verplichte jaarlijksche aflos
sing van vijf ten honderd van de te verleenen voor
schotten, uit de saldo's van 1880 en 1881, en, zoo
noodig, uit een geldleening tot gering bedrag, de
middelen kunnen gevonden worden om zonder ver
zwaring van lasten een renteloos voorschot van
f 100,000 beschikbaar te stellen.
Voor die aanvragen en verstrekkingen zouden de
vereischten en voorwaarden kunnen worden gesteld,
welke zijn vermeld in uw besluit van 8 November
1862, Provinciaal blad n° 26 van 1863, onder nummers
2 tot ea met 10, 15 en 16, met dien verstande even
wel, dat de derde zinsnede van nummer 10 aldus
worde gelezen
„Voor zoover vergunning tot aanleg of verbetering
van den weg wordt vereisoht, doen de aanvragers
blijken dat zy is verkregen."
Wy hebben mitsdien de eer n voor te stellen, in
beginsel te besluiten dat uit de provinciale fondsen
eene som van hoogstens f 100,000 zal worden beschik
baar gesteld voor het verstrekken van rentelooze
voorschotten tot den aanleg of verbetering van wegen
in dit gewest, en aan ons college over te laten een
bekwamen termijn te bepalen, binnen welken de aan
vragen behooren te worden ingediend, opdat daarover
in de aanstaande zomervergadering door n zal kunnen
worden beslist.
Op de reeds aan uwe vergadering ingediende aan
vragen der gemeenten St. Kruis en Kattendijke kan
dan terzelfder tijd een eindbeslissing worden genomen.
Het algemeen verslag der afdeelingen wordt
door den heer Van Tetjllngen uitgebracht.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 36 leden, waaronder 6 leden van gedeputeerde
staten.
Het voorstel van gedeputeerde staten, tot het be
schikbaar stellen van 100.000 voor rentelooze voor-
schotten tot verbetering van wegen vond in al de
afdeelingen algemeene instemming.
In twee afdeelingen werd door éen lid de wensche-
lijkheid betoogd, om zelfs in deze vergadering de inge
komen verzoeken van St Kruis en Kattendijke in
behandeling te nemen en zoo mogelijk toe te staan.
Voornamelijk werd door een lid eener af deeling op
die wenschelijkheid gewezen, voor wat betreft het ver
zoek van St Kruis, daar de weg vandaar naar St
Laureyns op het oogenblik in onrijdbaren toestand ver
keert, en toch dagelijks tot het vervoer van vrachten
moet worden gebruikt.
Mei dat gevoelen vereenigde zich éen lid in éene
en twee leden in eene andere afdeeling.
Een lid in een der afdeelingen gaf in overweging,
om, voor het geval het voorstel tot het verleenen vau
rentelooze voorschotten in beginsel werd aangenomen,
aan gedeputeerde staten over te laten, de ingekomen
aanvragen al dan niet toe te staan.
De bezwaren van gedeputeerde staten tegen de ge
opperde denkbeelden, gegrond op de onbillijkheid die
misschien hierdoor tegenover eventueel later in te
komen aanvragen zou worden begaan, werden door de
overgroote meerderheid gedeeld, zoodat men zich ia
de drie afdeelingen, op uitzondering van drie leden,
ook met het laatste gedeelte van het voorstel veree
nigde.
De voorzitter deelt mede dat dit verslag aan gede
puteerde staten geen aanleiding tot wijziging van hun
voorstel heeft gegeven.
De heer Hennegulo wenscht in de eerste plaats
zijn warmen dank te brengen aan gedeputeerde staten
voor een voorstel dat den weg opent voor groote ver
betering der middelen van gemeenschap in de provincie,
die, vooral wat het 4e district betreft, veel te wenschen
overlaten. In de tweede plaats echter moet spreker zijn
teleurstelling uitspreken over het laatste gedeelte van
bet voorstel, waardoor de eindbeslissing over de aan
vragen tot een volgende vergadering wordt uitgesteld.
Vooral voor St. Kruis zou deze beslissing zeer nood
lottig zyn. De geschiedenis van het tot stand brengen
van een garantiekapitaal is reeds eenige jaren oud, en
met veel moeite zijn de polderbesturen ertoe gekomen
om 1 per hectare daarvoor te bestemmen, want de
toestand van den landbouw is gedrukt en de termijn
van 20 jaren vrij lang. Intusschen is men zoover ge
komen, dat een kapitaal van f 37.000 bijeengebracht
is. Die som is echter nog niet die waarop de raming
steunt, nl. f 40.000. Ook het verschil daartusscben
is echter gevonden uit vrijwillige bijdragen. Een deel
dezer by dragen is echter toegezegd door menschen van
hoogen leeftijd, zoodat, komt de weg niet spoedig tot
stand, het lot ervan onzeker is.
Nu reeds eene beslissing te nemen zou onbillijk zyn,
6
i