N° 271. 125e Jaargang. 1882. Donderdag 16 November. Een kalm toeschouwer. FEUILLETON. Middelburg 15 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buiterland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze courant behooren twee BIJVOEGSELS. TWEEDE DEEL. i MIDDELBEJRGSCHE COURANT. De hoogleeraar P. Harting spreekt naar aanleiding van twee artikelen der N. R. Ct over de zending van dr Jonkman naar de Transvaal, in genoemd blad zijn oordeel over deze keuze van het bestuur der Ned. Z. Afr. Vereeniging als volgt uit Onder alle mij bekende personen hier te lande is er geen, die, naar mijne overtuiging, voor die inderdaad zeer kiesche taak zoo geschikt is als deze heer. Hij is dit niet alleen wegens de warme liefde en ijver, waarmede hij het secretariaat van het hoofd-comité heeft waargenomen, waardoor hg tevens in de gelegenheid is geweest zich op de hoogte der Zuid-Afrikaanscbe toestanden te stellen, maar vooral door zijn karakter, dat geheel vrij van zelfzucht en heerschzucht is. „Met hem kan men zich volkomen veilig achten voor elke ongepaste inmenging in zaken, die den afgevaardigde der Ned. Zuid-Afr. Vereeniging niet aangaan. Goed hooren, goed zien, en zwijgen waar spreken nadeelig kan zijn, ziedaar de gedrags lijn, welke hij zal in acht nemen. Ik twijfel geen oogenblik of de beer Jonkman zal in Zuid-Afrika eene goede ontvangst genieten. Onze stamver wanten aldaar hebben te veel gezond verstand, om niet weldra het verschil te erkennen tnsschen een eenvoudig en oprecht man, die uit zuivere belangstelling tot hen komt, en een intrigant, die met zelfzuchtige hijoogmerken bezield is. „Het aanwenden van pogingen om de Transvaal weder het pad van wijlen den president Burgers op te voeren, behoeft men wel het allerminst van een verstandig man, zooals de h^er Jonkman is, te vreezen. Hij zoude, evenals ik, zulke pogingen even dwaas en verkeerd vinden als die om eenen goed voor de teelt van smakelijke hoonen ge- schikten akker met suikerriet te willen beplanten. De tegen dit veronderstelde streven gevoerde strijd is in waarheid een strijd tegen windmolens." Vlissingen, 15 Nov. Door het Engelsche gouvernement is aan den Ylissingschen loods- schipper le kl. L. J. Engels, een binocle vereerd voor de redding van de uit 27 personen bestaande bemanning van het Engelsche barkschip Nelson, op 25 Oct. jl. De bemanning der sloep van de loodskotter, welke geheel vrijwillig zich waagde om de schip breukelingen van bet wrak af te balen, en deze veilig aan boord der kotter bracbt, ontving eene geldelijke belooning. Uit het gedrukte verslag der Billiton-maatschappij over het boekjaar 1881—82 blijkt, dat ondanks de tijdelijk gedrukte tinprijzen, na aftrek van 124,000 ten profijte van vroegere, oorspronkelijke aandeelhouders, en van 175,000 als uitkeering 43 Door B. H. BUXTON. HOOFDSTUK VII. Vertrouwen. Clara heeft op haar tong om te zeggen het is jammer dat gij de wenschen uwer vrienden niet beter eerbiedigt", maar zij bedwingt zich en zegt: »Ik voel mij vereerd door het vertrouwen dat gij mg geschonken hebt, Suzie, en ik behoef u niet te verzekeren dat uw geheim veilig bij mij is, maar gij moet mij plechtig beloven dat gij hem niet over mij zult spreken. Ik houd niet van geheimenmaar het is noodig voor mijn rust en geluk dat noch lord Kempton, noch een zijner Vrienden weet dat ik besta." »Ik beloof het u bij de liefde die ik hem toedraag!" zegt Suzie plechtig. Indien ik u ver raadt, dan zal ik het als mijn straf beschouwen dat hij mij ontrouw wordt. Zijt gij nu tevreden, Maud?" op kapitaal, aan de aandeelhouders over hun kapitaal van f 2,550,000 als winst is kunnen verdeeld worden -f 2,620,000, zegge voo- elk aandeel van 510 een dividend van 524 Het eiland, dat zulke voordeelen afwerpt en met 1892 in het bezit van den staat zou zijn teruggekeerd, zal nu tot 1927 aan den staat ont houden blijven. Dank zij de verlengings-akte van 7 Januari dezes jaars. Aan de commissie uit de tweede kamer, in wier- handen de stukken gesteld zijn, of zullen worden, zal de taak zijn opgedragen om na te gaan, of hij die deze verlengings-akte sloot, 's lands belang voldoende heeft behartigdin het bijzonder of bij die verlenging terecht een pachtschat van niet meer dan 4§ pet. bedongen is; en afgeweken is van het beginsel van openbare medededinging. (IV. R. Ct.) De knie van Z. M. den koning blijft steeds pijnlijk en gezwollen; Z. M. ontving den raad zich onder behandeling van dr Mezger te stellen. Vad Door de Indische regeering is bericht ontvangen, dat in den voormiddag van den 25en September jl. eene tot de scheepsmacht te Indragiri behoorende stoombarkas bij het aanhouden van eenige van hoven komende prauwen overvallen is, bij welke gelegenheid een adelborst en een Europeesch ma troos werden gedood, een machinist-leerling ver dronk en. een machinist gewond werd. De opvarenden der prauwen, waaronder twee familieleden van den Soetan, vluchtten daarop stroomopwaarts, met achterlating van vaartuigen en goederen. (Jav. Ct) Cloes. 14 November. De aanvoer op de drukste der November-veemarkten op den «besten toondag," zeggen wij Goessenaars was bij lange niet zoo groot als in 1881. Waren toen 343 stuks hoornvee aan de lijn, dit jaar kan dit cijfer niet hooger dan op 180 worden geschat. De handel was levendig, de prijzen waren vrij hoog. Het ongunstige weêr heeft zijn invloed doen ge voelen op het bezoek der landlieden en indirect op de beurs onzer neringdoenden. Het meest te beklagen waren de houders van stalletjes, die, gevaar loopende, dat deze door den wind opge nomen zouden worden, een goed heenkomen moesten zoeken. In het Museum van Kunstnijverheid op het Paviljoen te Haarlem wordt van 14 November tot 1 December eene bijzondere tentoonstelling gehouden van eene verzameling werkstukken van de leerlingen aan het Kunstgewerbe-museum te Berlijn. Door de welwillendheid van het bestuur van laatstgenoemd museum en zijn directeur, den heer Grünow, is deze belangrijke verzameling tij delijk afgestaan. Allen, wien de ontwikkeling van het teekenonderwijs hier te lande ter harte gaat, zien dus eene zeldzame gelegenheid geopend, om, zonder de reis naar Berlijn te ondernemen, eenigszins op de hoogte te komen van de kunst ontwikkeling in Duitschlanden de commissie Een week na dit gesprek maakt Suzie met lord Kempton dien tocht naar Battersea, die zoo onge lukkig afloopt en beider gemoedsrust zoo zeer verstoort. Terwijl zij Clara raadpleegt over het zonderlinge gedrag van haar minnaar, noemt Suzie den naam van Steele. Clara heeft reeds lang op die gelegenheid gewacht en ten einde haar waarschuwing zoo dringend mogelijk te maken zegt zij i »Gij moet nooit, om welke reden ook, iets uitstaande hebben met iemand die den naam van Steele draagt." Suzie schrikt van haar toon en blik en belooft onmiddellijk aan dit bevel te gehoorzamen. Het onverklaarbare gedrag van lord Kempton, dat alle vizioenen voor de toekomst van Suzie den bodem inslaat, komt haar nu voor als de welverdiende straf omdat zij eenigszins haar woord aan Maud gebroken heeftwant door de dringende vragen van lord Kempton in het nauw gebracht had zij iets meer van haar huisgenoot verteld, ofschoon zij zoo plechfig beloofd had het niet te doen. Die pijnlijke herinnering is de reden dat zij mijnheer Steele ontwijkt als zij hem op straat ziet en liever een steeg inloopt dan hem te ontmoeten, waar zij eigenlijk toch zoo naar verlangde, daar zij zooveel vertrouwen stelt in zijn invloed op lord Kempton. Daar Maurits dien dag grooten haast had en zijn tijd reeds verspild had bij de verschillende boeken stalletjes, zoekende naar een klassiek werk, dat vleit zich dat een talrijk bezoek aan deze tentoon stelling de nuttige strekking geve, die daarmede -is beoogd. Op de gisteren te Amsterdam gehouden alge- meene vergadering der Kweekschool voor machinisten bleek uit het jaarverslag dat de rekening met een nadeelig saldo van f 1869 sloot. Tot de practische oefening gedurende een jaar, die van de kweekelingen gevorderd wordt nadat zij alle klassen der school doorloopen hebben, hebben zich bereid verklaard de volgende fabri kanten en ondernemingen de heeren Suijver C0., gebr. Stork, Jonker Zoon, gebr. Schutte, de heeren Huijgens, John Elder te Glasgow, de Amst. Droogdokmaatschappijde maatschappijen Neder land, FeyenoordDe Schelde, de fabrikanten aan den Kinderdijk, de grofsmederij te Leiden, de Holl., de Staats-, de Rijn-spoorwegmaatsch., de Noord- amerik. stoomvaartmaatsch. en de marine. Aan de Ned. Bell Telephoon M" te Amsterdam is door den minister van waterstaat vergunning verleend tot het aanleggen en exploiteeren van voor publiek verkeer bestemde electrische gelei dingen in Almelo. Voor de vervulling der betrekking van gemeente ontvanger van 's Gravenhage zijn aanbevolen de heeren Jhr mr C. H. Beelaerts van Blokland, hoofd commies ter gemeente-secretarie en m' H. Graaf van Hoogendorp, adj.-commies bij het ministerie van financiën. Gisteren heeft de gemeenteraad van 's Gravenhage met algemeene stemmen het voorstel aangenomen tot overdracht van het paleis aan den Kneuterdijk aan den prins van Oranje, voor 227,000. Afl. 5 van de Dageraad bevat: De Natuurbe schouwing van Darwin, Goethe en Lamarck, door prof. Hackel. Een interessante gedachtenwisseling, door J. C. Zaalberg Pz., met aanteekeningen voor zien van dr. H. Hartogh Heys Van Zouteveen. Sint Nikolaas of Kerstmis? door F. Domela Nieuwen- huis. De oorsprong der godsdienstige denkbeelden, door dr H. Hartogh Heys Van Zouteveen. De Dageraad III, door dr Hk. De Vries. Openhartige bekentenisdoor Willem F. O. Berichten en Mededeelingen. Eene veelbelovende kunstenares en een paar interessante muzikale nieuwigheden, althans hier weinig bekende stukken, ziedaar wat het concert, door Vlissing's Mannenkoor gisteren avond te Vlissingen gegeven, den muziekliefhebbers daar en enkelen Middelburgers, die zich niet door het noodweer hadden laten afschrikken, heeft leeren kennen. Aangezien de kunst méér is dan zjj die haar beoefenen, moet onze korte beschouwing over de beide stukken, die over de jeugdige zangeres voor afgaan. Goetbe heeft op zijn 28ejaar, in 1777, een zijner schoonste bespiegelende gedichten, Harzreise im hij nergens kan vinden, was hij niet in een stemming om zich te laten ophouden en zou het zeker zeer kwalijk genomen hebben als Suzie of iemand anders hem had aangesproken. Hij was dan ook op weg naar het station, waar zijn koffer reeds stondwant hij zou dien dag naar Cambridge vertrekken. HOOFDSTUK VII. Hani-its belast zicli met een zending. Er staat een rij kleine, schilderachtige huisjes te Cambridge bekend als Brookside. Ze hebben alle een tuintje voor de deur met een groen hekje, een poortje en boogvensters. Ze hebben een lief uitzicht op de heldere rivier, die tusschen de huizen en den drukken straatweg doorloopt, In een van die huisjes heeft Maurits Steele juist zijn intrek genomen. Zijn reis naar Devonshire is eensklaps afgebroken door den dood van een persoon die haar met hem ondernomen had en zoo heeft hij zich te Cambridge gevestigd, met het voornemen om zijn tijd te verdeelen tusschen repeteeren, 'tgeen heel voordeelig is en het letterkundige werk, dat een groote inspanning, maar tevens zijn liefheb- berg is. »Nu wilt gij toch wezenlijk werken, niet waar, Brown zegt Maurits op overredenden toon tot den luien, weêrbarstigen leerling, wien hij op verzoek van diens vader, tegen een hoog salaris, Winter, geschreven, waarvan men de beteekenis, in verband tot de levensgeschiedenis van den dichter, eerst sedert het verschijnen zijner brief-, wisseling met mevrouw Von Stein ten volle heeft leeren kennen. Dat het vers op zichzelf niet zeer verstaanbaar was, heeft de dichter getoond te beseffen, door er op veel later leeftijd, in den vorm. van een brief aan den Breslauer rector Kanne- gieszer, eene uitvoerige toelichting van te doen drukken. Aan het slot daarvan vat hij zijne bedoeling aldus samen»De dichter heeft in December 1777 een uitstapje ondernomen met een dubbel doel; den bergbouw te leeren kennen en een zeer bypochondrischen jongen man te be zoeken. Met een paar goede vrienden op de jacht gegaan beeft hij, tot het maken van dezen omweg, voor korten tijd afscheid van hen genomen en is alleen op zijn avontuurlijken rit getogen. Onder allerlei indrukken en ontmoetingen bereikt hij te middernacht den met sneeuw bedekten top van den Broeken. Alles wat hem op dien tocht door de ziel is gegaan, vindt zijn uitdrukking in eenige bij brokstukken opgeschrevene, geheimzinnige vers regels, welke, in overeenstemming met den aard en de bedoeling van den geheelen tocht, bijna geen geregelden rythmischen vorm bezitten. Later tot zijn vrienden teruggekeerd, vertelt hij bun, bij een knetterend haardvuur, tot verpoozing van de ver moeienissen der jacht, zijn avonturen en bespie gelingen." Zulk een gedicht een muzikalen vorm te geven kon slechts bij een der componisten van onzen tijd opkomen, die alle in hunne werken zóo verbazend veel bedoelingen en toespelingen zoeken te leggen, dat het bij eene eerste kennismaking voor ieder, en zelfs bij herhaalde uitvoering nog voor menigen toehoorder onmogelijk is er den zin geheel van te vatten of de schoonheid van den vorm ten volle te beseffen. Even als in zijn SchicksalsLied heeft Joh. Brahms in zijne Rhapsodie uit de Harzreise eene proef gele verd van wat wij dergelijke „wijsgeerige muziek" zouden willen noemen. Zulk een werk, in zijn geheel uitgevoerd met de orchestrale kleur en volkomen heid, die de meester bedoeld heeft eraan te geven, zal misschien een genotvolle, zeker eene interes sante kennismaking voor muziekliefhebbers wezen. Een uit het verband gerukt gedeelte, met onvol ledige hulpmiddelen, kan echter niet anders dan onverstaanbaar blijven, boe loffelijk de pogingen ook mogen zijn om het, zooals het is, ten gehoore te brengen. Deze opmerking moge ons ten goede gehouden worden door hen, die de niet geringe verdienste bezitten van het concert van gisteren te hebben ontworpen en mogelijk gemaakt. Wil men dat de kunst den genotvollen en weldadigen indruk achterlate, dien men er zich van voorstelt, dan behoort zij verstaanbaar te wezen, niet slechts voor enkele ingewgden, maar voor bet groote publiek, waarvoor men immers optreedt. Het streven naar vooruitgaande ontwikkeling van den kunstzin wordt dunrdoor geenszins uitge sloten, evenmin als de waarheid, dat de smaak voort zal helpen. Die vader is zeer rijk, ma a onbeschaafd, en vol eerzucht voor zijn zoon. »Ach dat werk!" zegt Brown zeer verach telijk. «Waar ter wereld heb ik dan zoo veel geld voor »Ik heb van morgen alweer een brief van uw vader gehad", zegt Maurits, „hij is zeer benieuwd „O ja dat ken ik allemaal, mijnbeer Steele, Laat mij als 't u blieft dien brief niet zien. Ik krijg er zelf genoeg van dien aard en ze zgn allen eender: Gij zijt mijn eenige zoon; ik heb mij zelf vooruit geholpen, ik wil dat gij de firma eer aandoetik hoop dat gij nog eenmaal in het parlement komt en al die nonsens meer 1" »Jn plaats van uw vader uit te lachen, zoudt gij beter doen met te trachten den goeden dunk dien hij van u heeft, te verdienen", zegt Maurits streng. Er zijn oogenblikken waarop hij bijna zijn geduld verliest; want die jonge Brown is een bedorven kind, zonder eenigen leerlustMaurits, die een sterk eergevoel heeft, gevoelt vaak berouw over het geld dat hij reeds heeft aangenomen en over de nog grooter som die hij van den ouden Brown ontvangen moet, daar hij overtuigd is dat de jongen niet van zijne lessen profiteert, ofschoon hij tijd noch moeite spaart om hem eenige kennis in te pompen. Wanneer Brown zgn tijd niet zoek brengt met cricket spelen, drinkt hij te veel bier en dat is geen van beide bevorderljjk voor zjjn geesteljjkq ontwikkeling,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1