Een kalm toeschouwer.
MIDDELBURGSCHE COURANT
FEUILLETON.
Middelburg 11 November.
BIJVOEGSEL
Maandag 13 November 1882. N°. 268.
Bliksem-afleiders.
TWEEDE DEEL.
Rechtszaken.
TAN Dï
TAN
Het nut der bliksem-afleiders voor alleenstaande
gebouwen, onverschillig of ze al dan niet bijzonder
hoog van verdieping zijn, zal wel door niemand
meer in twijfel getrokken worden. Wel hoort
men echter nog somtijds de meening uiten beter
geen afleider dan een slechte, en tegen deze
stelling is niet veel in te brengen, in plaats
daaruit echter af te leiden dat men vooral zijn
best moet doen om overal goede afleiders aan
te brengen, is de zorgeloosheid van den een, de
verkeerd geplaatste zuinigheid van den ander
dikwijls oorzaak, dat gebouwen, die door hunne
ligging aan groot gevaar van het hemelvuur zijn
^blootgesteldonbeschermd worden gelaten. De
vele branden die de bliksem aanricht, zijn daar
van het betreurenswaardig gevolg.
Het is dus niet overbodig te doen weten wat
bij de samenstelling van een goeden afleider in
acht genomen moet worden. Dat hierover bij de
mannen van het vak nog geen volkomen zekerheid
bestaat, blijkt hieruit, dat het Meteorologisch
Genootschap te Londen het noodig heeft geacht
eene commissie van natuurkundigen en ingenieurs
te benoemen, teneinde over de samenstelling van
bliksem-afleiders een rapport uit te brengen. Niet
minder dan 704 werken, in verschillende talen,
heeft deze commissie geraadpleegd en uit alle
landen heeft zij zich door de meest bevoegde des
kundigen doen voorlichten. Yan haar uitvoerig
verslag vinden wij in het bij J. G, Broese te
Utrecht verschijnende tijdschrift De Natuur het
volgend overzicht, dat wij ter wille der belang
rijkheid van het onderwerp overnemen.
Dit overzicht behandelt
1° De vangstang met haar spits.
De grootte en vorm van het gebouw moeten
beslissen of éen dan wel verscheidene vangstangen
noodig zijn.
Men mag aannemen dat de grootste ruimte, die
door éen vangstang beschermd wordt, begrensd is
door het ronde oppervlak (den mantel) van een
kegel, welks grondvlak de hoogte des kegels tot
straal heeft. Kan men den vangstang dus niet
hoog genoeg aanbrengen dat hij alle deelen van
het gebouw in zijn mantel opneemt, dan moeten
daarbuiten nog bijzondere vangstangen aangebracht
worden.
Hoe scherper de spits toeloopt, des te sneller
zal een rustige ontlading der electriciteit plaats
vinden en des te werkzamer zal de afleider wezen.
Van den anderen kant wordt echter een puntige
spits lichter door roest bedorven of door een feilen
bliksemstraal gesmolten. Het zal daarom goed zijn
de spits van den vangstang niet puntig te laten uit-
loopen, maar kegelvormighet einde van de spits
moet alzoo een kegel vormen, welks hoogte gelijk
is aan de straal van zijn grondvlakverder moet
men ongeveer 30 cm. lager een koperen ring op
den vangstang aanbrengen en daarin drie of vier
slanke koperen spitsen bevestigen, om aan de
dampkrings-electriciteit gelegenheid te geven tot
een rustige ontlading. Deze koperen spitsen moe
ten ongeveer 15 cm. lang, van onderen 6 tot 7
mm. dik zijn en in een naaldfijne punt uitloopen;
voorts behooren zij door vergulding, platineering
of vernikkeling tegen roest beschermd te wezen.
Voor schoorsteenen van fabrieken wordt aan
bevolen een koperen ring om de kroon te leggen
en daaraan, op afstanden van 50 tot 75 cm., ko.
45
Door B. H. BUXTON.
HOOFDSTUK VII.
Vertrouwen.
»Dat is allerliefst, chérie, perfect. Van
alle werkjes die gij mij getoond hebt, is dit het
mooiste. Gij hebt een goed oog voor kleuren en
een uitstekenden smaak."
»Ik ben zoo blij dat mijn werk u bevalt
madame Delane. Volgens hetgeen Suzie mij ver
telt en voor zoover ik er zelf over kan oordeelen,
zjjt gij in alles wat smaak aangaat een autoriteit
voor mij."
»Ach, mijn lieve kind, gij moet niet vergeten
dat mijn dierbare moeder een voorname dame
was en ik heb, Goddankwaarschijnlijk iets van
haar verfijnden smaak geërfd. Die dingen moeten
ons aangeboren zijn, die kunnen wij nooit aanleeren.
Mjjn goede Suzie ljjdt niet zooveel onder den
peren spitsen van 25 tot 40 cm. lengte aan te
brengenook deze spitsen moeten door een goede
goud-, platinum- of nikkellaag tegen de werking
van den rook beschut worden.
2 De leiding.
Hiervoor komen slechts koper en ijzer in aan
merking. Een leiding van messing is zoo spoedig
verbroken, dat het gebruik van dit metaal een
misgreep is, die niet lang ongestraft blijft.
Koper, ofschoon duurder dan ijzer, schijnt nog
altijd het meest geschikte metaal te zijn. Het is
buigzamer dan ijzer, zoodat de leiding gemakke
lijker te maken is; ook is men met ijzer meer
blootgesteld aan het gevaar, dat de leiding aan
de verbindingsplaatsen door roesting wordt afge
broken.
Als men de leiding van ijzer maakt, moet de
doorsnede ongeveer 6 maal grooter zijn dan bij
koperhet ijzer moet ook door een goede ver
zinking tegen roest behoed blijven.
De beste vorm voor de leiding is die, waarbij
een aantal niet te dunne draden als een touw
ineengevlochten zijn. Platte metalen strooken
hebben wel is waar het voordeel, dat ze, goed
aaneengehecht, in elke lengte zonder verbindings
plaatsen en gemakkelijk langs de deelen van het
gebouw kunnen worden aangelegdmaar zij worden
licht aan de hoeken en kanten te scherp omge
bogen hetgeen dan aanleiding wordtdat de
bliksem van de leiding afspringt.
Voor de koperen leiding wordt een minimum
gewicht van 0,56 kg. per strekkenden meter en
een geleidingsvermogen van minstens 90 percent
van dat van zuiver koper aanbevolende enkele
draden behooren minstens 2,8 mm. dik te zijn.
Een gevlochten draad, bestaande uit drie strengen,
elk van drie draden, welke 3 mm. dik zijn, komt
overeen met het aangegeven gewicht. Een ijzeren
leiding behoort niet minder dan 3,35 kg. per
strekkenden meter zwaar te zijn. Een gevlochten
draad, bestaande uit 49 verzinkte IJzerdraden, elk
3,2 mm. dik, weegt ongeveer 3,5 kg. per strek
kenden meter.
Bij een verandering in de richting der geleiding,
mag zij nooit scherp omgebogen wordenmet
een lichte kromming moet de verandering van
richting tot stand komen. In zulk een geval mag
echter de leiding van het eene punt tot het andere
nooit meer dan een half maal langer zijn dan de
rechtlijnige afstand der beide punten van elkander.
In plaats van de leiding om een ver vooruit
springende lijst heen te voeren, is het beter de
lijst te doorboren en de leiding er recht door
heen te brengen. Het gat moet zoo wijd gemaakt
worden, dat de leiding zich ongehinderd daarin
kan uitzetten en inkrimpen.
Bij het maken van verbindingen in de leiding,
moet men met de grootste zorgvuldigheid te werk
gaan. De electrische stroom zal wel een slechte
verbindingsplaats overspringen, maar de betrouw
baarheid der leiding wordt er zeer door geschaad.
De verbindingsplaatsen moeten goed gereinigd,
omwikkeld en gesoldeerd worden. Op eene goede
soldeering, die het oxydeeren der raakvlakken
verhindert en het metallisch contact der beide
deelen het best verzekert, moet bijzonder acht
gegeven worden.
Tot op een hoogte van ongeveer 2 tot 3 meter
boven den grond moet de leiding tegen beschadi
ging of diefstal door een ijzeren buis beschermd
worden. Weerhanen, schoorsteen- en dakbedek
kingen, moeten even als alle ijzeren versieringen,
gelijk deze zoo dikwijls op de daken voorkomen,
met de leidingen verbonden worden.
Eveneens moeten alle groote metalen deelen in
en aan het gebouw, als waterleidingbuizen, bak
ken enz. aan de leiding aansluiten. Voorwerpen
van licht smeltbaar metaal zijn hiervan uitgezon
derd, even als gasleidingbuizen (om geen gevaar
te loopen, dat uitstroomend gas in brand gerake)
en kerkklokken, als deze zich in goed beschermde
kerktorens bevinden.
3. De bevestiging der leiding.
De afzondering (isoleering) der geleiding van
het gebouw door middel van glas, porselein of
andere middelen, is zoo duidelijk mogelijk onnoodig
en zelfs gevaarlijk gebleken. Veeleer verdient het
aanbeveling de deelen,1 die ter bevestiging dienen,
Omgang met al die burgerlui aan den schouwburg,
als anders het geval zou zijn, omdat haar het bloed
van haar vader door de aderen vloeit. Zij is
niet pur sangen dus vindt zij het ook niet zoo
hard haar brood te verdienen onder vrouwen
die volstrekt niet beschaafd zijn. Het is een goed
meisje, die lieve Suzie, maar zij zal altijd middel
matig blijven. Zij heeft geen aangeboren distinc
tie. Het was zonderling, dat mijn dochter zich
kon verbinden met een Jan Robinson, zoo'n
bourgeoisAch en als ik bedenk
Madame Delane verdiept zich in hare bespiege
lingen. Hare gedachten keeren terug tot die lang
vervlogen tijden, toen Lodewijk XVI koning was,
toen die verschrikkelijke oproermakers het koning
schap nog niet onttroond, alle manieren nog
niet met voeten getreden hadden. De arme oude
dame leeft even vaak in dat schitterend verleden
als in haar armoedigheden, en het is een geluk dat
die herinnering haar opheft uit het proza van het
alledaagsche. Met inspanning ontrukt zij zich aan
hare overpeinzingen en vervolgt
»Die arme Suzanne; zij vindt het weieens
hard om te werken maar zij verzet zich nooit. Zij
doet haar best met weinig tevreden te zijn en
altijd een braaf meisje te blijven. Ja, zij weet het
ook wel dat het de dood van haar oude groot
moeder zou zijn, als zij den Weg opging van die
andere meisjes. Geld hebben wij niet veel noodig
en liefde, het kind kent Goddankgeen
mensch en haar hart is nog vrjj. Dus van dien
kant is er geen gevaar."
van'fhetzelfde metaal te maken als de leiding;
zij moeten voldoende sterk wezen en een zoodanigen
vorm hebben, dat zij de leiding niet kwetsen of
verbuigen en haar zoo vast omsluiten, dat niet
het geheele gewicht der leiding door éen punt
wordt gedragen, maar over alle bevestigingspunten
wordt verdeeldofschoon ook weer slechts zóo
vast, dat de leiding niet verhinderd is, langer of
korter te worden.
De leiding wordt het best bevestigd aan de
weerzijde van het gebouw, dat is aan die zijde,
waar de leiding het meest aan de buien is bloot
gesteld.
4. De aardverbinding.
Een doelmatige verbinding van de leiding met
den grond is van de hoogste beteekenisdaaraan
wordt zeer dikwijls te weinig zorg besteed.
De leiding moet in voortdurend vochtigen grond
uitloopende nabijheid van afvoerpijpen van den
regen, van kanalen, bronnen, moerassig land en
dergelijke, is daarvoor gunstig. Het is goed, de
leiding aan het benedeneinde gaffelvormig te ver
takken.
Men kan ook de leiding door middel van een
strook koper met de waterleidingbuis verbinden
en daaraan vastsoldeerenof men soldeere het einde
van de leiding aan een koperen plaat (aardplaat)
van 0,9 tot 1 meter in het vierkant en 1,5 tot 2 mm.
diktedeze aardplaat wordt in blijvend vochtige
aarde begraven en met kolenslakken of cokes om
geven. Eindelijk kan men ook een lange strook
koper, die een totaal oppervlakte van 1,5 tot 2
vierkante meter moet hebben, in een met cokes
gevulden put doen uitkomen.
Voor een ijzeren leiding is het aan te bevelen,
ook de aardplaat van verzinkt ijzer van gelijke af
metingen te maken.
5. Het onderzoek der leiding.
Nadat de leiding geheel gereed is gekomen, be
hoort men haar electrisch te onderzoeken, om zich
te vergewissen dat zij van den vangstang tot de
aardplaat onafgebroken is. Nog in het laatste oogen-
blik immers, dreigt het gevaar, dat de leiding door
toevallige oorzaken of zorgeloosheid der werklieden
beschadigd of buiten werking gesteld is.
Het is wenschelijk dit onderzoek van tijd tot
tijd, bijv. elk voorjaar, te doen herhalen.
De magnetiseur Gunters verscheen eergisteren in
de horrectioneele zitting der Haagsche rechtbank,
gedagvaard ter zake van onbevoegde uitoefening
der geneeskunst, door aan onderscheiden perso
nen, met gebruikmaking van een somnambule of
clairvoyante zijn echtgenoote tegen betaling,
geneeskundigen raad en bijstand te verleenen.
Eenige der patiënten werden als getuigen ge
hoord.
De geneeskundigen Anema en Kimmel vermeld
den, dat hun bezoldigde bijstand hierin bestond,
dat zij de door de somnambule gedicteerde genees
kundige voorschriften aan de wetenschap toetsten
en naarmate van hun bevinding, wijzigden of
onderteekenden ter bezorging in de apotheek.
De beklaagde bekende, dat hij de somnambule
in slaap bracht en verder niets meer verrichtte.
Naar aanleiding daarvan rees bij den subst.-
officier van justitie, mr. Pape, die deze vervolging
had ingesteld op verzoek van den inspecteur van
den geneeskundigen dienst in Zuid-Holland, de
vraag, of de bekl. gezegd kon worden de onbe
voegde uitoefening der geneeskunde tot bedrijf
te hebben gemaakt. Nam hij in aanmerking, dat de
doctoren bij elke séance tegenwoordig waren, de
bekl. zijn vrouw slechts in slaap bracht en slechts
als kassier optrad, zonder zelfs met de patiënten
te spreken, dan meende hij, dat met het oog op
de jurisprudentie, waarbij is uitgemaakt dat de mag
netiseur in de verbodsbepaling der wet valt, wan
neer hij de kwaal van den patient opschrijft, bekl.
zich niet schuldig had gemaakt aan onbevoegde
uitoefening der geneeskunde en zijn vrijspraak
moest volgen, waartoe het O. M. concludeerde.
Uitspraak over 8 dagen. (Vad.)
Voor de rechtbank te Rotterdam is eergisteren
de zaak behandeld van Edward Nathan Ganz, oud
26 jaren, journalist, geboren te Boston, laatst
Clara luistert, maar geeft geen antwoord. Zij
deelt die overtuiging van madame Delane niet;
in tegendeel zij heeft alle reden om aan die vrij
heid van het hart van Suzie te twijfelen, ofschoon
deze niet meer over haar minnaar gesproken heeft
sedert ze haar die paar woorden op weg naar Soho
heeft toevertrouwd.
Liefde, die behendigste van alle leermeesters,
heeft Suzie voorzichtigheid geleerd en hoeveel
moeite het haar ook somtijds kost, zij blijft zwijgen.
Nu hij haar eenmaal zijn liefde bekend en ge
smeekt heeft hun verhouding geheim te hou
den, heeft zij vast besloten hem te gehoozamen.
„Hoe noemt gij die bloemen, die gij nu tee
kent Maud en die ik zoo bijzonder mooi vindt
vraagt madame Delane.
»Dat zijn roode en witte clematis; als ik ze
geteekend en geschilderd heb, zal ik ze op licht
blauw fluweel werken."
»En waar moet dat dan voor dienen
»Voor een rand voor gordijnen in een boudoir.'1''
Dat zal wezenlijk magnifique zijnEn wie
koopt dergelijke fraaiigheden
»Een juffrouw Belle Moss zond mij het flu
weel, de zijde en de bestelling," zegt Clara. Zij is
aan den Kaleidoscoop en de lieve Suzie heeft haar
overreed mij dit werk te geven. Zij schijnt
een beelderige woning voor zich in te richten.
Haar salaris aan het tooneel is zestig gulden in
de week en toch biedt zij mij zeventig gulden
voor dit werk aanHet is een rare wereld, dat
Londen 1
wonende te Londen, beschuldigd van door adver-
tentiën in Duitsche bladen verschillende personen
bewogen te hebben hem, onder, den naam van de
firma Bernhard Weyprecht en c° te Rotterdam,
gelden in voorschot te zenden tegen belofte van
afzending van goederen, waaraan nooit gevolg is
gegeven.
Verschillende getuigen werden gehoord, meest
Duitschers, en ambtenaren bij het postwezen en de
spoorwegen hier te lande. Allen bevestigden de
aan besch. te laste gelegde feiten, die door hem
hardnekkig werden ontkend. Bekl. voerde tot
zijne verdediging zelf het woord, eerst in 't En-
gelsch, daarna in 't Duitsch. Hij was zeer opge
wonden en kreeg Donderdag avomj, na tot 10
uren gesproken te hebben, een zenuwtoeval.
Zijn stelsel van verdediging kwam hierop neder
dat hij naar Nederland was gekomen niet om er
handel te drijven, maar omdat er eene zekere
mate certain amount) van vrijheid heerscht, en hij
daaraan behoefte had om zijne politieke oogmerken
te verbergen. Hij was in Juli van het vorige
jaar secretaris van de Internationale op het Lon-
densche congres en had van daar de opdracht ge
kregen om verboden tijdschriften, zooals de Freiheit,
de Anarchistenz., in Duitschland binnen te smok
kelen. Met dat doel begon hij hier te lande zijn
hoofdkwartier te vestigen, doch om niet in het
oog te loopen, had hij behoefte aan een vertoon
van handelszaken en richtte daarom, onder de
firma Bernhard Weyprecht c°. een handel op in
koffie en thee. Hij had evenwel, het sprak van
zelf, van dien tak van handel geen verstand en
zag zoodoende het kapitaal dat hij had medege
bracht, omstreeks 900, spoedig wegsmelten.
Daarbij kwam dat hij snel was ontdekt, hetgeen
zijne bewegingen aanmerkelijk verlamde. De N.
Roti. Courant van 18 en 19 Augustus bracht het
bericht van zijne aanwezigheid hij werd geïnter
viewd als socialist, en als zoodanig had hij altijd
politieagenten op de hielen. Het een gevoegd bij
het ander maakte dat zijn geld opraakte en dat
tevens het politieke doel van zijne komst was
mislukt. Toen maakte hij het plan naar Amerika
te gaan, waar hij geld wilde halen, en met dat
geld zou hij dan zijn teruggekeerd om alsnog de
bestellingen uit te voeren die waren opgegeven
door hen die aangeteekende brieven en postwissels
zonden. Doch in dat plan werd hij door zijne
onverwachte arrestatie verhinderd. Men greep hem
te Southampton en belette hem aan zijne goede
voornemens gevolg te geven. Aan dit hoofd stelsel
van verdediging paarde beklaagde eene macht van
exceptiën, ten doel hebbende aan te toonen dat
het bewijs niet was geleverd dat hij zelf het geld
en de aangeteekende brieven aan 't postkantoor
in ontvangst had genomen, alsmede dat evenmin
het bewijs was geleverd dat de goederen, die
besteld warenniet aan de bestellers waren af
gezonden.
De verdediger, mr M. Th. Goudsmit, zeide in
zijne inleiding dat hem de tijd van voorbereiding
had ontbroken om een indruk te krijgen omtrent
de feiten zelve. Hij zou zich dan ook bepalen
bij het juridiek gedeelte van het geding en dat
geding zelf, zoo als het den eersten dag zijn ver
loop had, gevoegd aan de wijze waarop de instructie
der zaak was gevoerd, moest, meende spreker, den
beklaagde het volle bewijs leveren dat hier te
lande niet eene zekere mate, maar volle vrij
heid bestaatdat aan den vreemden beklaagde
met onpartijdigheid recht wordt gedaanmaar
tevens dat hier geen goed arbeidsveld voor de
Internationale is.
Pleiter betoogde verder op rechtsgronden dat de
rechtbank onbevoegd was van deze zaak ken
nis te nemen, aangezien het misdrijf niet in Ne
derland gepleegd is, en voorts dat de handelingen
van bekl. niet vielen in de termen van art. 405
van het wetboek van strafrecht.
Het O. M. nam, bij monde van den subst.-offi-
cier mr Noyon, de te laste gelegde feiten als be
wezen aan en eischte 5 jaren corr. gevangenis
straf en 16 geldboeten.
De uitspraak is bepaald op aanstaanden Don
derdag.
»Het is een slechte wereldzegt madame
Delane met een zucht. »Ik bid God nacht en dag
dat hij mijn arme Suzie beschermeHaar levens
pad is vol gevaren."
„Maar zij is braaf, eerlijk en oprecht en dus
ook veilig", zegt Clara ernstig, »ik kan u niet
genoeg zeggen hoe ik haar moedige onafhanke
lijkheid en haar ijver bewonder. En zij is zoo
lief voor mij en heeft mij reeds zoo geholpen met
al die bestellingen. Ik doe het werk gaarne, maar
ik vrees dat ik haar nu en dan verdriet doe, want
ik wil niet naar den schouwburg gaan en zal mij
door niets laten bewegen om ooit met die dames
van het tooneel kennis te maken. Ik heb Suzie
doen beloven dat zij nooit aan een harer mijn
naam zal noemen en eenvoudig zeggen dat het
werk verricht wordt door een arm meisje, dat met
haar in hetzelfde huis woont. Ik verlang niemand
anders te zien dan Suzie en u, madame Delane
en als gij het mij vergunt, hoop ik nog jaren lang bij
u te blijven."
»Maar kind, is dat wel verstandig u zoo
van de wereld af te zonderen Het is zoo vreemd
dat gij op uw leeftijd geen lust hebt om ergens
heen te gaan of kennissen te maken. Het is
heel goed om vlijtig te zijn, dat bewonder ik in
u; en ik vind ook dat gij gelijk hebt met voor
zichtig te zijn in de keus uwer vrienden. Maar
nu leidt gij een leven als een non en ik vrees
bepaald dat gij nog eenmaal in een klooster zult
gaan."
Clara bloost en zegt: