125e Jaargang.
1882.
N° 254.
Y rijdag
27 October.
Middelburg 26 October.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van l -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
MIDDELBURGSCBE COURAIVT.
Met groote ingenomenheid hebben wij aan het
verzoek voldaan tot opneming van het adres, ten
doel hebbende cle tweede kamer te bewegen het
"sedert zes maanden bij haar ingediend wetsont
werp, tot regeling van den kinder-arbeid, in be
handeling te nemen. Men vindt het stuk in ons
Bijvoegsel van heden.
Ook meenden wij ons niet te mogen onttrekken
aan de verplichting om de lange, voor onze ruimte
wel wat indiscreete namenlijst der onderteekenaars
onder het stuk af te drukken. Bij dit onderwerp
vooral, moeten de namen niet zoozeer tellen,
als wegen.
Nu zoovele achtenswaardige en kundige personen,
zoovele geleerden, geneesheeren, opvoedkundigen,
hooggeplaatste in gemeente- en provinciale besturen,
zoovele belanghebbenden bij den landbouw, de
nijverheid en den handel, zjjovele vertegenwoor
digers van den werkmansstand, zich tot haar
wenden, nu zal misschien de tweede kamer besef
fen dat het hier een volksbelang geldt, waaraan
zij zich niet langer mag onttrekken. Zes maanden
het ontwerp onaangeroerd te laten liggen, is
waarlijk reeds te lang. Een aangename verrassing
zou het wezen wanneer dit langdurig incubatie-
tijdperk de voorbode eener recht voorspoedige
verlossing van eene flinke, gezonde vrucht mocht
blijken. Ofschoon wij in 't algemeen met »volks-
petionnementen" niet veel ophebhen, zouden wij
toch de indiening van-adressen van instemming,
door bevoegde personen, tot bevordering van dit
gewenscbte doel, zeer toejuichen. Het Middelburg-
sche Nuts-departement is, zooals men zich berin
neren zal, eenigen tijd geleden op dezen weg reeds
voorgegaan.
A propos, hoe tochflonze tegenwoordige minister
van binnenlandsche zaken over dit ontwerp denkt
Eene «uitbreiding der staatsbemoeiing" is het;
dat valt niet te ontkennen, evenmin als dat het,
als zoodanig, in strijd moet zijn met de allerjongst
verrezen groep van Nederlandsche liberalen, die
door prof. Spruijt, in de pers, en in den persoon
van den heer Pijnacker Hordijk aan de ministers
tafel vertegenwoordigd zijn. Toch is het ontwerp
door den heer Modderman ingediend, even goed
als hjj de drankwet, die andere, lang niet
kinderachtige, vermeerdering der staatsbemoeiing,
heeft ontworpen en verdedigd. Is dan de eene
hoogleeraar-minister het, in een zoo gewichtig
regeerings-beginsel, met den ander oneens
Of is men misschien alleen tegen vermeerderde
staatszorg waar 't het onderwijs geldt Is dat
het geval, laat men 't dan rond en open zeggen,
opdat wij weten dat het begrip der tegenwoordige
reg. omtrent staatszorg zich regelt, niet naar een
beginsel, maar naar 't antwoord op de vraag of
staatszorg, in een gegeven geval, meer of minder
pleizierig, meer of minder duur, en meer of
minder politiek is.
..«e ft»
Ook het hoofdbestuur der Mv tot Nut van 'f Al
gemeen heeft een adres aan de tweede kamer in
gediend, waarin het in hoofdzaak te kennen geeft
dat het stoffelijk, verstandelijk en zedelijk welzijn
van een groot deel des volks bij eene goede wet
telijke regeling van den arbied van kinderen van
nabjj betrokken is;
dat het de indiening van het wetsontwerp, het
welk reeds bij kon. boodschap van 23 April jl. is
ingekomen, met belangstelling en ingenomenheid
heeft begroet;
dat het met oprecht leedwezen het tegenwoor
dige zittingjaar zou zien verstrijken, zonder dat
de gewenschte herziening der thans geldende wet
tot stand kwam
redenen, waarom voornoemd hoofdbestuur zich
veroorlooft niet gepasten aandrang tot de kamer
het verzoek te richten, de behandeling der ver
melde regeeringsvoordracht niet langer te ver
tragen, maar daarmede zoo spoedig doenlijk een
aanvang te maken.
Het aandeel der gemeente Middelburg in de
kwade posten op de grondbelasting dienst 1879
bedraagt 73.50, en op de personeele belasting
dienst 1879/80, naar evenredigheid van de te
haren behoeve geheven opcenten 1810.41 en
naar evenredigheid van het gedeelte waarover
beschikt is ƒ3475.99.
Door het polderbestuur van Walcheren is, uit
gen 40 tal sollicitanten, benoemd tot len ambte
naar ter griffie, de heer J. P. la Brand, thans 2S
ambtenaar.
Yan de 62 sollicitanten naar de betrekking van
1° klerk ter provinciale griffie van Zeeland, jaar
wedde 800, zijn 9 opgeroepen om a. Maandag
te Middelburg aan een vergelijkend examen te
worden onderworpen.
Vlissing-en, 25 Oct. Heden avond werd door
de Harwichboot alhier ter reede gebracht de
Engelsche bark George Bewley, gezagv. Cross, van
Sunderland naar Java, met eene lading steenkolen.
Het vaartuig had in den laatsten storm zijn be
zaansmast verloren en zware slagzij bekomen.
Door den loodskotter no 7, schipper Engels,
werd alhier aangebracht de geheele bemanning
van de Eng. bark Nelson, kortelings van Shields,
met steenkolen vertrokken, met bestemming naar
Valparaiso, welk schip in zinkenden staat verla
ten werd. De bemanning bestond uit 23 man,
benevens een Engelschen loods.
Aan het jongste politiek verslag van den gou
verneur van Atjeh en onderhoorigheden, loopend
van 25 Augustus tot en met 6 dezer, wordt in de
Jav.-Ct voorloopig het bericht ontleend, dat gedu
rende die tijdruimte weinig van de slechtgezinden
werd vernomen, behoudens dat door eene groote
bende, onder aanvoering van Ketjig Amat van
Gerot en Toengkoe Iman Sjech van Lampanas, in
den namiddag van 31 Augustus een aanval werd
beproefd op een transport tusschen Montasib en
Pantei-karang. Door tijdige waarschuwing van
bevriende zijde was de étappekommandant even
wel in de gelegenheid geweest het transport te
versterken, waardoor het mogelijk werd de in het
struikgewas verscholen Atjehers aan te vallen en
op de vlucht te drijven, met verlies van éen doode
en vijf zwaar gewonden. Yan de patrouille werden
drie minderen licht gekwetst.
Teneinde de maraudeurs, welke voortdurend in
de heuvelbentings van Paleuh nabij Telok Seinawe
(Noordkust van Atjeh) bijeenkwamen, te verdrij
ven, werden daarin door de marine eenige gra
naten geworpen. Volgens een telegram van 9
dezer had dit zulk een indruk gemaakt, dat het
hfd aa n het civiel bestuur het verlangen kenbaar
bad gemaakt om zich te onderwerpen.
Zooals reeds gemeld is heeft de sleepboot Her
cules Dinsdagavond voor IJmuiden de Willem
Barents op sleeptouw gehad, maar de tros is ge
broken, en het poolschip heeft het onder klein
zeil uit den wal gezet. De woeste zee maakte
het sleepen bijna ondoenlijk, te meer daar de duis
ternis het werk nog belette. De Barents is een
uitmuntend zeeschip en zal, vertrouwen wijdezen
storm het hoofd geboden hebben. Jammer voor
de opvarenden, dat zij in het gezicht van de haven
door dezen feilen storm beloopen werden.
Het Handelsblad ontvangt van zijn berichtgever
te Kotta- Radja weder tijdingen, welke het vroe
gere onrustwekkende nieuws bevestigen.
De correspondent verzwakt echter de waarde
zijner voorstelling, door dat hij alles, wat maar
een kwaden indruk maken kan, als 't ware op een
hoop gooit en naar Amsterdam zendt. Geruchten
en onbestemde berichten, dooreengemengd met
feiten en afgewisseld door beschouwingen over de
noodzakelijkheid om weder een militair aan 't hoofd
van 1t bestuur te plaatsen, en de cholera op den
achtergrond, alsof de gouverneur daar ook al
iets aan doen kan
Hierdoor worden deze brieven /en&ns-stukken,
van welke men niet weet in hoever ze onbepaald
te vertrouwen zijn.
„Yan Samalangan gesproken, schrijft hij,
de toestand moet daar zoo hachelijk zijn, dat op
éen dag alléén door de landmacht 75 granaten
zijn verschoten en een stoomboot met spoed om
reservemunitie is afgezonden 50 man versterking
zijn derwaarts gezonden; de vijand dringt tot p.
m. 150 pas van onze benting vooruit en beschiet
de onzen met brandende pijlen, zoodat eenige
soldaten op de daken zijn geplaatst met blusch-
middelen, want atap, een soort rietdekking, is zeer
licht ontvlambaar.
„Gaarne wenschte ik de vele voorvallen na mijn
laatste schrijven te specificeeren, doch wat baat
het of uw lezers nu al hooren dat de patrouille
van A naar B of van Y naar Z marcheerde en of
ze 50 of 100 man sterk was, en telkens aange
vallen werd In hoofdzaak zij dit vermeld dat
de overmoed van den Atjeher toeneemt, dat thans
bovendien de cholera heerscht, dat Samalangan van
alle zijden door loopgraven is ingesloten dat op
die plaats in de benting van de onzen verschei-
denen sneuveldeneen marine-officier aldaar in
een sloep verwond werdgisterennacht volgens
spionnengèrucht Oleh-leh met een vloot van 200
prauwen zou aangevallen worden (met een schijn-
aanval op het militair kamp, om daardoor cle
aandacht af te leiden en de plaats zelf te over
vallen met moord, roof, enz.) Als men daarbij
bedenkt, dat alles anders kon wezen met minder
kostendan vragen wij ons af: waarom handhaaft
men zulk een toestand?
»PS. Alvorens ik dezen brief verzend, verneem
ik nog, dat de Missigit der bevriende Atjehers te
Analaboe door «kwaadwilligen" is in asch gelegd.
„Gisteren zijn 2 compagnieën té Toengkoep uit
gerukt, die 6 gewonden kregen en den vijand 14
dooden en gewonden bezorgden, en waarbij Toekoe
Ngak-Hassan helaaswederom bijna" gevangen
is genomen. Yan onze gewonden zijn er sedert
reeds overleden.
„Hoe fel de cholera op dit oogenblik woedt, kan
men daaruit nagaan, dat uit het hospitaal alhier
heden morgen te 7 uren drie Europ. soldaten ge
lijktijdig zijn begraven."
Het programma van het concert, dat mejuffrouw
Gips en de heeren Kes en Rogmans, met mede
werking van mej. De Koningh als pianiste, giste
ren avond hier gegeven hebben, had iets van eene
muzikale antiquiteiten-verzameling. Beethoven's
Adelaide, Wieniawski's Légende en Russische airs,
Taubert's Ich muss nun einmal singen, Chopin's
Nocturne, Haydn's duo van Lucas en Hanne uit
cle Jaargetijden, een paar liederen van Schubert,
en Lm Maien van Hiller, hoeveel duizenden
ooren op concerten in alle deelen der aarde zou
den ze wel reeds gestreeld hebben?
Yoor hen die overtuigd zijn dat het schoone
niet veroudert, is dit echter een grief van onder
geschikte heteekenis. Zij zullen de onvergelijkelijke
virtuositeit Van mej. Gips niet minder bewonderd
hebben in Taubert's lied, omdat dit reeds tot
cheval de bataüle gediend heeft voor bijna iedere
beroemde zangeresevenmin als de schoone ro
mance van Beethoven iets voor hen verliezen kon,
nu de heer Rogmans ze voordroeg; of de geheim
zinnige poëzie van Chopin en Wieniawski's com
posities zich minder aan hen openbaarde, toen de
heer Kes ze op zijn speeltuig zoo heerlijk ver
tolkte.
Niet minder toejuiching oogstte dezelfde kun
stenaar in met cle sonate van Grieg en met de
karakteristieke danswijzen" van zijn eigen com
positie. De héér Kes, wiens naam in de meeste
steden van ons land en in vele muzikale kringen
daarbuiten reeds met roem bekend is, heeft zich
bij zijne eerste verschijning alhier zoovele bewon
deraars als toehoorders verworven. En deze laat
sten waren, tot ons groot genoegen, niet weinigen.
De concertzaal was stevig vol. Dat zal, hopen wij,
deze en andere kunstenaars aanmoedigen om hun
licht nog dikwijls te Middelburg te doen schijnen.
Tot waardeering van het talent van mej. Gips
nog iets te zeggen, mag overbodig heeten. Onze
erkentelijkheid mogen wij haar echter niet ont
houden, omdat zij ook een Hollandsch lied van
Brandts Buys in haar repertoire heeft opgenomen
en ons in de-gelegenheid stelde met een nieuw,
nog slechts in handschrift bestaand lied van den
heer Kes (Zur Anlwort) kennis te maken. Door
zulk eene liederen-zangeres bij het publiek te
worden ingeleid, is een voorrecht dat menig com
ponist den heer Kes benijden zou.
Met den heer Rogmans heeft het publiek de
kennismaking van verleden jaar zeker met ge
noegen vernieuwd. Men zal opgemerkt hebben
dat de zanger merkbaar is vooruit gegaan, vooral
in de uitspraak, dien toetssteen der hedendaagsche
zang-methode. Hjj wachte zich voor te groote
uitzetting zijner stem. Yooral in het lageren mid
del-register, klinkt zij dan licht eenigszins ruw.
Hij kan zonder bovenmatige inspanning, met de
schoone stemmiddelen die hij tot zijn beschikking
heeft, te veel succes behalen om zjjne natuur geweld
aan te doen.
Door het Volksblad van Volksonderwijs is dezer
dagen in herinnering gebracht, wat de hoogleeraar
Pijnacker Hordijk als voorzitter van de M*1' Tot
Nut van JAlg. gedaan en gesproken heeft. Niet
alleen onderteekende hij als voorzitter eene circu
laire, waarin erop werd gewezen dat de voorge
dragen schoolwet van den minister Kappeyne op
tal van punten niet ver genoeg ging, maar tevens
hield hij bij de opening van de algemeene verga
dering een rede, waarvan de hoofdstrekking was
te betoogen, dat de staat verplicht is in elke
gemeente openbaar onderwijs te geven, en op dat
gebied bijna niet te veel kan doen. Thans daar
entegen heeft de minister Pjjnacker in de tweede
kamer verklaard, dat men naar zijne overtuiging
in 1878 te veel vergeten heeft dat niet uitbreiding,
maar beperking van staatszorg ook voor het onder
wijs een eisch van liberale regeering is, terwijl hij
omtrent het recht van bestaan van het openbaar
onderwijs in onze dagen niets anders zeide, dan
dat het thans nog niet kan worden gemist!"
Naar aanleiding hiervan schrijft de Haagsche
correspondent der Zutf. Ct het volgende. -
»Geen oogenblik komt het denkbeeld bij mij
op, dat de heer Pijnacker als minister van bin
nenlandsche zaken thans tegen zijn overtuiging
zou spreken, maar wel zie ik er een bewijs in,
dat ook een zoo flinke figuur als deze jeugdige
minister zich niet kan onttrekken aan den invloed
zijner omgeving en nu reeds boet voor de onvoor
zichtigheid van te meenen, dat hij aan de zijde
van een staatsman als Yan Lijnden niet alleen
eenige zaken in 's lands belang zou kunnen afdoen,
maar zelfs verbetering in den politieken toestand
zou kunnen brengen. Verbetering van den poli
tieken toestand is naar mijne overtuiging alleen
te verwachten van een ministerie, dat zelf toont
aan politieke beginselen te hechten en sterk is
ook door den band van beginselen, die hen samen
bracht. Ook in de memorie van toelichting hij
het kieswets-ontwerp wordt weer verbetering van
den «politieken toestand" als hoofddoel op den
voorgrond gesteld; maar zou het den minister zelf
wel geheel duidelijk zijn wat onder «verbetering
van den politieken toestand" moet worden ver
staan? Of zou hij werkelijk met prof. Buijs van
meening zijn, dat daarvoor niets anders noodigis
dan een kieswethervorming, waardoor de liberalen
in de minderheid en de antiliberalen in de meer
derheid komen? Opmerkelijk is het ten minste,
dat het recept van prof. Buijs bijna geheel dooi
den minister wordt opgevolgd, en dat hij zelfs
nagenoeg dezelfde censuscijfers heeft voorgesteld
als ook door den Leidschen hoögleeraar zijn aan
geprezen. Maar indien het den liberalen minister
alleen te doen ware om zijn politieke tegenstan
ders, dien hij trouwens geen grooten haat toe
draagt, want anders zou hij niet opnieuw met
Van Lijnden achter de groene tafel zijn gaan
zitten, aan 't roer te brengen, dan is het
vreemd, dat niet tegelijkertijd een normaal-oensus
van f 20, gevolgd door zuivere toepassing van
het stelsel van enkele districten, is ingediend.
Men moet dus aannemen, dat mr Pijnacker onder
verbetering van politieken toestand nog iets
anders verstaat dan m' Bupsmaar wat dan
Onze politieke toestand is ongetwijfeld ongezond,
maar ik geloofdat de oorzaak van de ziekte niet
daar te vinden is waar de ministers die zoeken.
Naar de meening van deze ministers en op
hun standpunt is dat te begrijpen zou er van
malaise geen sprake meer zijn, indien slechts dit
heterogene, uit verschillende politieke elementen
bestaande kabinet door de meerderheid in beide
takken der staten-generaal krachtig gesteund en
zoodoende in staat ward gesteld om nog vele wet
ten tot stand te brengen. Ik daarentegen ben van
oordeel dat juist het feit, dat een zoo heterogeen
ministerie nog zoovele jaren achtereen mogelijk is,
als het meest afdoende bewijs kan worden aange
haald dat cle politieke toestand niet deugt. Maar is
mijne opvatting juist dan spreekt het ook van zelf, dat
dit ministerie, hoeveel goeds het overigens ook in
's lands belang tot stand kunne brengen, geheel
ongeschikt is om de politieke atmosfeer te zuive
ren. Niets meer maar ook niets minder toch zort
dan van deze bewindslieden gevorderd worden dan
maatregelen te beramen, waardoor een kabinet
Van Lijnden-Pijnacker voor de toekomst onmoge
lijk zou worden. En een dergelijken eisch stellen
is onredelijk."
Eene pöging om landbouw-onderwijs te vei'spïei-
den door middel van een scheurkalender kan
misschien, als zij goed wordt aangelegd, doel
treffen. Wij vestigen daarom de aandacht op den
Landbouw-scheurkalenderuitgegeven bp J. At
Visser te Gorinchem. Hij bevat voor iederen dag
van het jaar 1883 eenige landbouwkundige op
merkingen, bewerkt door een in het vak geëxa
mineerd onderwijzerwiens arbeid reeds van
geachte en deskundige zijde aanmoediging heeft
mogen ondervinden.
Dat Getob met onze Jongens 1 is de titel van
een nieuwe paedagogische brochure van Jan HoU
land, weder uitgegeven bij Hulscher te Deventei't
Tot aankondiging is de titel voldoende. De
schrijver is bekend; zijne schrijfwijze en gedach-
tengang evenzeer zijn onderwerp natuurlijk weder1
het middelbaar en gymnasiaal onderwijs. Nu eene
herziening van de wet op het middelbaar onder
wijs in de troonrede aangekondigd is, verdient een
advies van Jan Holland zeker aandacht,