N° 249.
125e Jaargang
1882.
Zaterdag
21 October.
Een kalm toeschouwer.
Middelburg 20 October.
FEUILLETON.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertontiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Door B. H. BUXTON.
MIDDELRIIRGSCHE COURANT.
Het gisteren door de tweede kamer genomen
beluit, om liet kieswetsontwerp in de volgende
week nog niet in de afdeelingen te doen onder
zoeken, zal wel in verband staan tot het nog
verwachte wetsontwerp tot wijziging der tabel
van de indeeling der kiesdistricten. Zonder het
geheel der voorgestelde hervorming te overzien,
kan de kamer moeilijk oordeelen.
Van belang is het op te merken, dat reeds mi
het plan van kieswet-wijziging door het Handels
blad bestreden wordt.
Het Amsterdamsche hoofdorgaan doet nitkomen
dat de tegenwoordige regeering gedurende drie
jaren de herziening van de grondwet heeft tegen
gehouden, uit vrees van eene beweging in de
richting van het algemeen stemrechtdat zij nu
eerst aankomt met de belofte van een onderzoek
naar de raadzaamheid dier herziening, niettegen
staande deze, volgens hét Hbl., door de
geschriften van prof. Buys, mr. Olivier, den oud
minister Heemskerk, den heer Vredenrijk Enge
lenburg, mr Van Houten, den oud-minister Den
Beer Poortugaal en door het voorstel-Kappeijne
genoeg is voorbereid.
Het HU. herinnert ten slotte aan de reden,
door den minister van binnenlandsche zaken op
gegeven voor de noodzakelijkheid eener andere
kieswet, deze nl.., dat het werk van grondwets
herziening slechts aangevat kan worden door eene
tweede kamer, die beter dan de tegenwoordige,
de uitdrukking is van de gevoelens der natie.
Daarna komt het Hbl. tot deze slotsom, waarin
men zonder moeite al de bedenkingen vindt, die
tot eene verwerping van het wetsontwerp zouden
moeten leiden
»De minister, zegt het Hbl., wil dus die
taak der herziening doen vervullen door een
staten-generaal, die door een ruimer kiezersper
soneel wordt gekozen voor zoover de grondwet
toelaat. Dit behoorde een reden te zijn om eerst
het belastingstelsel te herzien, dat
een goede werking van art. 76 in zoovele opzich
ten belemmert. Want wij kunnen niet toegeven,
wat de minister in 3 zegt»Dat er geen vol
doende grond bestaat o'm de hervorming van het
kiesrecht te laten rusten, totdat eene herziening
van het belastingstelsel zal zijn verkregen, schijnt
thans geen nader betoog te behoeven," Heeft
niet juist dit ministerie in den beginne de belas
tinghervorming als dringender dan de wijziging
der kieswet voorgesteld
»De uitbreiding van het kiezertal volgens den
census van art. 76 zal steeds een uiterst gebrek
kig middel blijven om het Ned. volk. binnen de
grondwettige grenzen, in de staten-generaal zoo
»goed mogelijk afgebeeld" te krijgen. Daarom is
zulk een voorstel alleen aannemelijk, wanneer het
29
HOOFDSTUK XY.
Uitgeput.
Clara knielt neder en bidt ook en een oogenblik
achijnt haar last haar lichter toe. De gedachte
aan gemeenschap en dat ieder die hier tegen
woordig is ook zijne zorgen heeft en dat zij allen
bidden tot denzelfden Yader om hulp, kracht en
troost die gedachte doet haar goed en maakt
dat zij zich minder eenzaam en verlaten voelt.
De schare bestaat hoofdzakelijk nit vrouwen, die
er alle droevig uitzien. Clara huivert. De kille
avondlucht heeft haar geheel verkleumd en eerst
in die warme kerk komt zij tot het besef hoe
kond het buiten is.
Het gebed is uit; er wordt gezongen, de jonge
geestelijke houdt een korte toespraak en de dienst
is afgeloopen.
Clara ziet hoe een lange reeks mannen en
jongens van het altaar naar de gaanderij gaan en
yrordt weer levendig aan Forchester herinnerd.
zich tot een egalisatie bepaalt en men de
zekerheid erlangtj^ftat aan een herziening der
grondwet terstond de hand wordt gelegd.
»In de grondwet schuilt de fout, die een goede
regeling tegenhoudt, en daarom had de regeering,
nu zij grondwetsherziening op haar program ge
plaatst heeft, met dien maatregel moeten begin
nen en intusschen zich aan belastingverbetering
kannen wijden.
»Zij heeft anders gekozen en een censusverla
ging voorgedragen, met grondwetsherziening in
de verre verte. Zal de tweede kamer zich bij
die keuze nederleggen Het zal zeker vooral van
de verdere voorstellen omtrent het kiesrecht, d. i.
omtrent de kiesdistricten, afhangen, of de meer
derheid met haar zal kunnen samenwerken."
Wat is: uitsluitend wegneming van de thans bestaande
stemmen-oveiheersehing van de steden door het platte
land. Bed.
Uïissing-en, 20 Oct. Naar aanleiding van
de berichten in de dagbladen, dat onze burge
meester, de heer A. Smit, zijn ontslag als lid van
den gemeenteraad genomen zou hebben, heeft de
kamer van koophandel zich en corps naar den
heer Smit begeven teneinde te vragen wat daar
van waar was. Na het ontvangen van een be
vestigend antwoord, heeft de kamer daarover haar
leedwezen betuigd en getracht den burgemeester
op zijn besluit te doen terug komen, hetgeen haar
echter, tot haar leedwezen, niet is mogen ge
lukken.
Eene deputatie van de vrijmetselaarsloge VAstre
de rOrient heeft zich tot hetzelfde doel naar den
burgemeester begeven.
De hoogleeraar Rosenstein moet, volgens de
N. R. Gt, vóór zijne benoeming aan de hoogeschool
te Amsterdam, aan den burgemeester der hoofd
stad en aan den minister van binnenlandsche zaken
te kennen gegeven hebben, dat hij niet voorne
mens was die benoeming te aanvaarden. Zij is
dan ook nog niet ter bekrachtiging aan den ko
ning voorgesteld.
De te Parijs vergaderde conferentie voor inter
nationale bescherming van telegraafkabels heeft
een commissie van vijf leden benoemd, ter redactie
van een ontwerp, en wel voor Frankrijk Léon
Renault, voor Duitschland Dambach, voor Enge
land Trevor, voor Nederland mr T. M. C. Asser,
en voor Mexico Velasco. De heer Jansen heeft
een levendig debat uitgelokt over de ongelukkige
ligging van den telegraafkabel in de Noordzee
op banken waar veel gevischt wordt, in plaats
van in diep water.
Amsterdam, 19 October. Niet Pincoffs,
zooals onlangs gemeld is, maar zijne kinderen
hebben bjj uiterste wilsbeschikking van wijlen
hun schatrijken oom, den heer N. R. Raphael,
onlangs alhier overleden, een half millioen gulden
geërfd.
Het nieuwe dagblad, dat den leï Januari a. al-
Een van die knapen heeft een open, rond gelaat
en gouden lokken op zijn voorhoofd. Wat lijkt
hij op een gelaat dat Clara gewoon was te zien
Zij valt weer op hare knieën, verbergt haar ge
laat in hare handen en onderdrukt het snikken
dat haar dreigt te overmeesteren.
Die kerk wordt nooit gesloten. Zij is gewijd
aan St. Barnabas, „de zoon der vertroosting."
En is er éen uur van de vierentwintig, waarop
geen enkele ziel behoefte heeft aan rust en
troost
Clara blijft dus ongestoord bidden en schreien,
dood-ongelukkig, maar toch eenigszins kalmer.
Als zij eens met dien geestelijke met dat droeve
gelaat kon spreken, zou zij wel den moed hebben
om hem haar nood te klagen en hulp en raad
te vragen. Zijn gelaat teekent lijden en kommer;
en hij ziet er zoo voorkomend uit. Maar als zij
opstaat merkt zij dat zij alleen is. De gemeente
is heengegaan en de dominé eveneens.
Er is niemand meer dan eene oude vrouw, die
waggelend naar de deur gaat en in de schemering
over een matje struikelt. In een oogenblik is
Clara bij haar en zij ondersteunt haar tot over
den drempel.
Owat is de avondlucht kondClara krjjgt
een rilling als zij buiten komt.
Grij zijt koud, mijn kind", zegt de oude
vrouw. Het is een gure avond. Wilt ge binnen
komen en een kopje thee bij mij drinken? Ik
woon hier vlak bij, in een van die huisjes om
den hoek."
hier des morgens en des avonds onder redactie
van den heer J. de Koo, en onder directie der
firma Holst en C°. zal worden uitgegeven, zal ge
naamd zijn De Nieuwe Amsterdammer. Het week
blad De Amsterdammer blijft eveneens bestaan
onder redactie van den heer De Koo, uitgever de
firma Ellerman, Harms en C°. Omtrent het al
of niet voortbestaan der Amsterdamsche Courant
zal na 2 Nov. a. beslist worden.
Volgens een geschrift van den ingenieur G obert
te Brussel, heeft de commissie van onderzoek van
het door den heer De Maere-Limmander ontworpen
plan voor een scheepvaart-kanaal van Brugge naar
Heijst, dit afgekeurd. De heer Gobert is van oor
deel, dat om Brugge tot een groote zeehaven te
maken, men een kanaal van Brugge naar den
Tienhonderdpolder bij Cadzand behoort te graven.
Dit kanaal zoude loopert over Dainme naar Oost-
kerke en vervolgens naar Cadzand. Het zoude
zoo dicht bij Sluis gelegd worden, dat deze ge
meente met een betrekkelijk weinig kostbaar zij
kanaal aan het zeekanaal kan worden verbonden,
wat de welvaart van deze gemeente en van deze
streek niet weinig zonde kunnen bevorderen. Voor
dit alles is echter eene geringe verwisseling van
grondgebied wenschelijk, wat ten gevolge zoude
hebben, dat een honderdtal bewoners eene andere
nationaliteit zouden bekomen. (SI. Wbl.)
Of in de oudste boeken van den bijbel een
spoor van het geloof aan de onsterfelijkheid der
ziel gevonden wordt, is eene vraag welke dikwijls
de geleerden bezig heeft gehouden. Nog onlangs had
daarover in de Fransche Académie des Inscriptions
een redetwist plaats, waar de heeren Renan, Mau
ry, Derenbourg en Joseph Halévy aan deel namen.
De renen ontkenden het onsterfelijkheids-geloof
bij de Jodende anderen hielden vol dat dit
geloof, dat volgens hun beschouwing ieder mensch
aangeboren is, ook bij de Hebreëers zoowel als
bij alle andere volken in de eerste tijdperken
hunner geschiedenis ontwijfelbaar bestaan heeft.
Een der straks genoemde geleerden, de heer
Halévy, heeft nu over dit onderwerp eene verhan
deling geschreven.
Hij betoogt dat men ten onrechte in de kano-
nieke boeken van den bijbel het volksgeloof der
Joden zoekt. Die boeken bevatten de leer der
profeten, welke zeer dikwijls in tegenspraak was
met de onder het volk heerschende denkbeelden.
Slechts uit enkele, nu eens meer dan weder min
der duidelijke toespelingen in de gewijde boeken,
kan men het volksgeloof opsporen. Zoo worden
in de boeken van Mozes sporen aangetroffen van
eene vereering der dooden, welke hij door zijne
wetten trachtte uit te roeien. Zoo heeft men de
geesten-bezwering van de toovenares van Endor,
waarin de geest van den profeet Samuel tot
Saul zegt: Morgen zult gij en uwe zonen bij
mij zijn." Elders wordt weer onverbloemd van
eene woonplaats der geesten gesproken, die Scheol
genoemd wordt, een onderaardsch oord, in het
binnenste van een berg in het Noorden, waarmede de
Nog nooit had Clara zulk een nectar geproefd
als die thee van het oude vrouwtje, dat in een
zijstraatje woonde. Zij dankte de gastvrije ziel
met woorden en God in haar hart. Daarop gaat
zij weer op weg, gesterkt gelijk zij zich verbeeldt,
om den kouden wind en alles wat de nacht haar
verder voor ongerief mag brengen te trotseeren.
Als het haar al te erg wordt kan zij desnoods
over een paar uren terugfeeeren en het oudje
vragen of zij op een stoel in haar kamer mag
slapen. Voor het oogenblik sluit de trots haai
den mondzij durft geen nachtverblijf vragen,
daar waar haar voedsel is aangeboden en waar
die kop thee haar zoo verkwikt heeft.
»Ik ben verdwaald en heb geen geld om u
te gevenzeg mij als 't u blieft hoe deze straat
heet" zegt zij en vertrekt.
Het blijkt dat zij naar Chelsea gewandeld is
een buurt die haar geheel onbekend is.
Er blaast een gure, scherpe wind, die haar een
vochtige jachtsneeuw in het aangezicht jaagt.
Waar zal zij nu heengaan? Wat moet zij doen?
Zij zal zien nog een eindje te loopen om weer
eenig leven in hare verstijfde ledematen te brengen.
Zij heeft het brood geweigerd dat die oude vrouw
haar aanbood; maar nu kwelt haar de honger.
Zal zij teruggaan en verzoeken om hetgeen zij
zoo even afgeslagen heeft of zal zij weer naar die-kerk
gaan en zich daar verbergen totdat de dag aan
breekt
Wat is het bitter, bitter koud
Zjj loopt hoe langer hoe harder om doorstra-
berg Sion bedoeld wordt. Men betreedt het oord
niet dan naakt en onder de hevigste smarten.
»Naakt ben ik uit den schoot mijner moeder ge
komen," klaagt Job, „naakt zal ik in de
woning der gestorvenen ingaan."
De heer Halévy brengt deze sporen in verband
tot de bewaard gebleven overleveringen en legen
den van andere Semitische volken, de Pheniciërs
en de Assyro-Babyloniërs. Bij al dezen is het
gêloof aan een voorbestaan der gestorvenen dui
delijk aanwezig.
De Académie heeft met levendige belangstelling
deze verhandeling ontvangen, door welke men een
tot dusver twijfelachtig punt opgelost acht. Er
volgt uit dat ofschoon bij de onderscheidene Semi
tische volken de voorstellingen omtrent een leven
na dit leven uiteenloopend geweest zijn, het vaste
en oorspronkelijke geloof daaraan, op grond van
teksten en oorkonden, ook bij hen bewezen kan
worden zoo ver het mogelijk is in den loop der
eeuwen terug te gaan. Das Echo).
Kaamslag, 19 Oct. Bij de Herv. gemeente
alhier is heden beroepen, de heer C. H. Kupéri,
predikant te Sluipwijk, classis Gouda.
Tlioieii, 19 Oct. De vroeger onderliggende
orthodoxe partij in de Ned. Herv. gemeente alhier
is in betrekkelijk zeer korten tijd, tengevolge van
ijver en aaneengeslotenheid tot de heerschappij
gekomen. Deze eensgezindheid, bleek weder Woens
dag 11. toen 9 leden voor het kiescollege moesten
gekozen worden. Ieder orthodox|kiezer had een
lijstje van orthodoxe candidaten thuis gekregen,
in tegenstelling met de liberalen, gingen zij drek
ter stembus en kozen trouw de volgende opgege
ven heeren, die dan ook eene overgroote meer
derheid -verwiervenM. A. Bierens, M. A. Geluk,
D. van Duivendijk, A. van den Berg, J. van Houte,
A. M. Geluk, M. van Oeveren, .T. Meerman en J.
A. van Vlierden.
Er is geen twijfel meer of in Januari a. zullen
alle nog overgebleven liberale kerkeraadsleden
buitengesloten worden, en later de liberale kerk
voogden en notabelen.
Als een nieuw bewijs van den gespannen toe
stand diene het volgende. Het kerkelijk archief
moet, waar meer dan een predikant is, bij den
langst dienstdoenden berusten. Onlangs was dit
archief eenigen tijd in handen van den jong-
sten leeraar dr Schot geweest, en toen de an
dere, d' Crullhet terug verlangde, weigerde de
eerste het weerom te geven. Overreding scheen
Onmogelijk en het einde van den twist was,
dat Woensdag 11. het archief bij deurwaarders-
exploit werd opgeëischt en ter rechter plaatse
gebracht.
De l6 luit. Timmerman, van het 3e reg. inf.,
wordt overgeplaatst naar de militaire academie.
ling in hare verkleumde voeten te krijgen.
Daar staat een laag gebouw een eindje van
den weg af en daar naast loopt een nauw steegje,
zal zij daar ingaan
Misschien leidt het tot een hutje tot een
plekje waar men haar voor fatsoenlijk zal houden
en helpen.
Als zij geen andere uitkomst ziet kan zij nog
teruggaan naar het armoedige huisje, waar die
menschlievende oude vrouw woont.
Zij gaat het steegje in; maar moet zich aan den
muur vast houden. Zij beeft zoo en voelt zich
zoo flauw.
Ja, daar staan huizen aan het eindemaar het
zijn geen hutjes. Er is geen licht, alles ziet er zoo
donker en armoedig uit. Zou zij een deur vinden
om aan te kloppen Zij komt bij iets wat op een
deur gelijktmaar struikelt oVer een stoep en ter^
wijl zij haar evenwicht terug tracht te herkrijgen valt
zij op de koude steenen neer, tegen de deur aan die
haar tot steun dient. Zij zal hier een oogenblikje
blijven zitten om uit te rusten. Hier is zij beschut
tegen dien scherpen wind dat is al veel. Zij
had geen kracht meer om er langer tegen te
worstelen.
Zij voelt zich zoo uitgeput, zoo koud, zoo stil.
Zou zij sterven
Het is nu gaan sneeuwen. Zij ziet hoe de
vlokken op den grond vallen. Er komt een nevel
voor hare oogendie vlokken schijnen thans
omhoog te gaan, Zij licht verbaasd het hoofd op.