Laatste Berichten
Gemengde Berichten.
Kerknieuws.
Marine en leger.
voorloopige regeling te ontwerpen voor een con
ventie tusschen beide landen, die de strekking aal
hebben om de Ned. boekjes van de postspaarbank
ook in België betaalbaar te stellen, en omgekeerd.
Te Wissekerke is, bij herstemming, tot lid van
den raad gekozen de heer A. van der Maas Ez.
met 64 stemmen. De heer A. van Damme ver
kreeg 53 stemmen.
De gemeenteraad van Haarlem heeft besloten
tot invoering eener verterings-belasting, volgens
klassen waarin de belastingschuldige verklaart te
behooren.
De aanslag geschiedt naar het gemiddelde inko
men in elke klasse, na aftrekking van 300 voor elk
hoofd van een gezin of elk ander belastingschul
dige boven de 20 jaar en van 50 bovendien voor
elk niet-belastingsckuldig lid van het gezin. Bij
gebreke van eigen opgaaf slaan burg. en weth.
ambtshalve aan. Onder vertering wordt gerekend
al wat de belastingschuldige ten behoeve van zich
zeiven en van zijn gezin heeft uitgegeven, ge
middeld over de laatste 3 jaren daaronder vallen
nietgeldbelegging, belastingen en lasten, onder
houdskosten van onroerend goed, handel, beroep
of bedrijf, renten van opgenomen geld, uitkeering
van vruchtgebruik en lijfrenten of uitkeeringen
aan meerderjarige bloed- of aanverwanten.
Tot algemeen voorzitter van de maatschappij
Tot nut van 't algemeen, voor het jaar 1882 83, is
door het hoofdbestuur gekozen de heer J. Coninck
Westenberg.
Naar het Dbd verneemt, kan de indiening van
wetsontwerpen tot hervorming van het belasting
stelsel binnen kort te gemoet gezien worden.
Mevr. Bosboom-Toussaint heeft aan het gemeente
bestuur van Amsterdam den volgenden brief gericht
Aan de heeren burgemeester, wethouders
en leden van den raad der stad Am
sterdam.
Het besluit van den raad der stad Amsterdam,
op voordracht van burg. en weth., mij op 16 Sept.
1882 bekend gemaakt, was mij eene zeer welkome
hulde, die ik met dankbaarheid aanneem en op
hoogen prijs stel.
Geschiedt hier uwerzijds aan mij meer dan mij
toekomt daar aan de groote dichters en schrij
vers, nevens wier namen nu ook de mijne zal
geplaatst worden, de eer, peters van uwe straten
te zijn, slechts werd toegekend na hunnen dood
ik zal die onderscheiding, welke voor de levende
eene gunst is, niet nemen als een recht tot zelf
verheffing, maar veeleer als een prikkel om
haar te verdienen, en dus te bewjjzen hoezeer ik
haar in waarde houde.
Gelooft dit van mij, mijne heeren dat ik uwe
grootsche en goede stad liefhad en bewonderde
reeds van jongs aan. Bij mijn eerste optreden
als schrijfster, vond ik er aanmoediging, opwek
king, steun juist van diezelfde roemrijke mannen,
wier gedachtenis door U. E. A. wordt vereerd,
onder welke gij mij nu eene plaats toekent. Op
iedere halt van mijn niet altijd effen pad vond
ik er vrienden en gulle gastvrijheidtroost in
dagen van kommer en smartverkwikking bij
gedeelde blijdschap in dagen van voorspoeden
nu, aan den avond van mijn leven, wordt er mij
het voorrecht geschonken, dat mijne gedachtenis
er nog leven zal na mijnen doodOok is het
mij, als ware de hoofdstad van ons land meer
dan ooit mijne stad geworden, als ware de be
trekking, die ik steeds op haar heb gevoeld, op
nieuw versterkt en verlevendigd en of mij een
dubbel recht is gegeven, om roem te dragen op
haar grootsch verleden, op haar glansrijk heden,
om fier te zijn op dit nieuwe tijdperk van haren
bloei, op iedere schrede, die zij vordert op intel
lectueel, op materieel gebiedeen recht ook om
haar eene toekomst te voorspellen, toe te wen-
schen voor 't minst, die aan haar schitterendst
verleden herinnert, zonder de schaduwzijde van
dien goeden ouden tijd, die wel zeker zijne vlek
ken en rimpels had. Waartoe ze op te tellen
De geschiedenis ligt daar voor ons open, die
niets verheelt, maar alles verklaart; die ons zegt
hoe zij groot werden, die regenten uit de oude
burgerij, toen ze eens aan vreemden dwang ont
worsteld, zich als vrije mannen toonden en voor
zich en hunne nazaten macht en rang verwierven,
aan Vorstenrang gelijk; hoe zij schatten ver
kregen, maar ook schatten wisten te offeren
waar het de grootheid hunner stad gold
stuk brood kunnen vragen in een nederig hutje
maar aan een deftig huis aanschellen dat durft
zij niet.
Terwjjl zij daarover staat te peinzen, hoort zij
een klok luiden. Dat geluid trekt altijd haar
aandacht, want het herinnert haar aan Forchester,
waar de klok altijd geluid werd als de zon onder
ging. Dit geluid klinkt als een uitnoodiging. Als
zij een kerkdeur open vond, zou zij er kunnen in
sluipen en rusten. Zij luistert waar het vandaan
komt en begeeft zich in die richting.
Weldra bevindt zij zich in een klein straatje,
aan het einde waarvan een gebouw van roode
steenen staat, met een kruis er bovenop. Zij ziet
enkele menschen binnen gaan. Eensklaps houdt
het geluid op en zij gaat ook naar binnenwat
doet het ertoe of men haar er weer uitjaagt Nu
kan haar niets meer schelen. Zij voelt zich geheel
moedeloos en ter neergeslagen.
Een jonge man met bleek gelaat leest de gebe
den of liever, bidtwant hij heeft geen boek. Hij
kent die droeve belijdenis van zonde en schuld
van buiten.
(Wordt vervolgd.)
hoe Amsterdam waagde en ondernamwat
hare zustersteden niet aandurfden. Wie kan her
denken aan het oude Amsterdam, zonder dat het
hart sneller klopt en de borst zich fier verheft?
Het Amsterdam van de Bickers, de Realen, van dien
burgemeester Hooft de eerste Pieter Cornelia
van de Van Beuningens, van de Tulpen, van de
Sixen, de Witsënswie kan ze optellen
Die allen na te volgen, voort te zetten op eigene
wjjze, in nieuwen vorm, de vrucht van een nieuwen
geest en tijd te paren aan de winst door de lessen
der historie gemaakt, en zoo »te toonen wie gij
zijt" zoo als uw Vondel het uitdrukt, niet
slechts in kloek voorwaarts streven, maar ook in
die kracht, die zich zelf weet te sparen en in te
houden, dit achtbare heeren is het wat mijn dank
baar hart u toewenscht, u toebidt.
Zonder den zegen des Allerhoogsten is uwe stad
niet groot geworden; met dien zegen is hare toe
komst verzekerd. Ik geloof aan de kracht van dien
zegen, want ik weet wat mij, zwakke, staande
heeft gehouden nu zeventig jaren lang! Zij het
mij vergund dien zegen over uwe achtbare hoofden,
over uwe kostbare stad in te roepen.
Met verschuldigden eerbied
Den Haag, Uwe dankbare,
2 October 1882. A. l. G. Bosboom-Toussaint.
De proefneming met het toestel van den heer
Van Ruijven, om bij verkeerde wisselstelling vofcr
een trein, die op een bepaald spoor moet komen,
die wisselstelling te veranderen, heeft gisteren te
Mook met goeden uitslag plaats gehad.
De N. R. Ct. bevat daaromtrent een verslag,
waarin het volgende voorkomt:
Een gewone Neilson's locomotief, naar schatting
16 ton zwaar, is toegerust met een orgaan, be
staande uit twee naar den weg gerichte duw-
stukken of klauwen, die zich op verlangen van
den machinist kunnen bewegen ongeveer als de
voorpooten van eeii schilpad, dus, zoo noodig,
ook links of rechts de openstaande wissels kunnen
verzetten.
Maar, daar die klauwen betrekkelijk niet veel
verder onder de locomotief uit kunnen reiken dan
de voorpooten van een reusachtigen schilpad, zoo
heeft men den wissel van een paar lange armen
moeten voorzien, die de klauwen van de aanko
mende locomotief de hand reeds reiken als de
locomotief nog een half dozijn meter heeft af te
leggen.
Reeds bij de eerste aanraking van klauw en
een der armen komt er een schuivende werking
in die tusschen de rails in liggende armen, en
daar die armen aan de tongen van den wissel
zijn verbonden, worden deze gedwongen, eveneens
schuivende, de op zijde geduwd wordende armen
te volgengaandeweg al dichter en dichter, tot
dat de klauïv onder de locomotief de armen los
laat en dan voorbij is gegleden, als wanneer de
wissel ook gesloten zal zijn.
De sluiting van den wissel zal dus zonder
schokken plaats hebben, daar de klauw een af
stand al glijdende langs den arm van 6 a
7 meter moet afleggen, alvorens de totale sluiting
van den wissel kan plaats hebben.
De proef bewees, dat zelfs een snelheid van 60
kilometer volstrekt geen gevaar zal opleveren, om
wissels op die wijze te verzetten als de ontwerper
heeft bedoeld; doch het valt niet te ontkennen,
dat het toezicht op dergelijke toegeruste wissels
van belang moet verscherpt worden ijs, sneeuw
en vêrstoven zand, van spoorwegballast of elders
afkomstig, zijn van deze wisselinrichtingen aller-
geduchtste vijanden, vooral omdat de wissel niet
als gewoonlijk, maar met groote snelheid wordt
gesloten. Voor het losrammelen van de samen
stellende deelen, bouten, enz., behoeft men daar
entegen niet de minste vrees te koesteren, daar
men dit door oordeelkundige constructie geheel
kan voorkomen.
De voorname quaestie en waarover vele der
60 genoodigde deskundigen het hadden is:
welke waarde heeft deze inrichting voor de practijk
Voor verbeteringen is stellig de inrichting nog
zeer vatbaar; men kon het den toestel aanzien
dat hij een eersteling was, doch in dit opzicht,
mag men voor een proefstuk niet te hooge eischen
stellen. Wat echter zeer jammer was, is dat de
toestel niet was voorzien van een inrichting, waar
door de stationschef het in zijn macht kon krijgen
den machinist absoluut te beletten van den recti-
ficateur gebruik te maken. Doch voorzoover zich
alles liet aanzien, is de uitvinder stellig wel de
man die, als de toestel werkelijk bruikbaar voor
de exploitatie kan worden, dien ook bruikbaar
zal makenwant vooral voor locaalspoorwegen
zou niet onwaarschijnlijk de toepassing van den
rectificateur veel dienst kunnen bewijzen.
De St.-Ct bevat een kon. besluit bepalende de
plaatsing in het Staatsblad van het tusschen
Nederland en Rumenie den 5 17 Juni 1881 te
Bucharest gesloten verdrag van handel en scheep
vaart.
De audiëntie van den minister van binnenl.
zaken zal op Zaterdag 21 October a. niet plaats
hebben.
Van onzen landgenoot, den heer J. H. Schorer,
te Berlijn, ontvangen wij proefnommers van een
nieuw, door hem uitgeven Duitsch weekblad, Das
Echo genaamd. Het bevat, in afleveringen van
ongeveer 30 bladzijden, in twee kolommen, waar
slechts éen bladzijde voor advertentien afgaat, uit
treksels en overzichten uit dagbladen en tjjd-
schriften van alle landen, stelselmatig in verschil
lende rubrieken gerangschikt. Voor ieder der drie
ons gezonden proefnommers hebben 110 tot 119
bladen op deze wijze de stof geleverd.
Zulk een inhoud te analyseeren, zal men van
ons niet vergen. Zeker is eene verzameling van
verschillende beschouwingen over dezelfde onder
werpen belangwekkend, voor ieder die de publieke
opinie wil kennen, doch niet in de mogelijkheid
is ze in al hare oorspronkelijke uitingen te verne
men. Hiertoe biedt dit goedkoope weekblad eene
geschikte gelegenheid aan.
Dat de afschaffing der pantjendiensten niet in
iedere residentie van Java even goed zou worden
opgenomen, was wel te denken.
Terwijl de hoofden in de residentie Rembang en
Japara, b. v. er niets tegen hebben, zijn die in
den Oosthoek er bijna eenparig niet over tevreden
in zoover, dat zij er geen voordeel, doch wel meer
moeite van ondervinden.
De meeste bezwarenwelke wij van die afschaf
fing te hooren krijgen, lijken ons zeer gezocht,
doch door een te drukkend en opvallend onderzoek
naar hare werking kan de overgang dit mogen
de heeren controleurs wel in 't oog houden
zeer worden verzwaard.
Te Sitoebondo zou reeds zijn voorgekomen, dat
er geen grassnijders te verkrijgen waren voor de
binnenlandsche postpaarden en de assistent-resident
kettinggangers aan 't snijden moest zetten. (5. HM.)
De vierde afl. van het tijdschrift De Dageraad
bevatDe oorsprong der godsdienstige denkbeel
den, door d* H. Hartogh Heys van Zouteveen
Goochelarij met woorden en begrippen, door Vitalis;
Geloof en ongeloof, door H. J. StratemeijerTer
overdenking, door L. P, SchmidtLichtpunten,
door G. W. ran der Voo; Dagéradiana, door W.
Meng; Een brief van een hervormd predikant,
met aanteekeningen voorzien, door J. Hobbel
Nog eenmaalCarolina of de roeping der vrouw,
antwoord aan A. H. J., door H. C. J. Krijthe
Berichten en mededeelingen.
Het bekende voorstel, dat voortaan de vergade
ringen voor gemeenteleden toegankelijk zouden
zijn, is in den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
te Middelburg met groote meerderheid van stemmen
verworpen.
Beroepen tot predikant bij de Ned. herv.
gemeente te 's Heer Abtskerke c. a. de heer H. H.
Barger, predikant te Kerkwerve.
De algemeene synode der N. H. kerk is
gisteren, onder voorzitterschap van d" J. J. L.
Luti, te 's Gravenhage in buitengewone vergade
ring bijeengekomen tot het benoemen van twee
kerkelijke hoogleeraren aan de gemeente-uni
versiteit te Amsterdam.
Op de voordracht zijn geplaatst de heeren dr
J. van Dijk, pred. te Arnhem, dr J. H. Gunning,
pred. te 's Gravenhage en dr. E. H. van Leeuwen,
pred. te Zutfen (eerste drietal); d* J. Knappert,
d' W. C. van Maanen en dr H. U. Meijboom, pred.
te Assen (tweede drietal).
(Zie laatste berichten van gisteren.)
In zijn rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers
en jagers de le luit. F. E. R. M. baron d'Ablaing
van Giessenburg, van het 4e reg. inf.
Door den blikslager C. Broeke, alhier, is aan
de bestaande petrolenm-kooktoestellen eene ver
betering gebracht, waardoor ze ook als kachel
dienst kunnen doen. Volgens den vervaardiger
paren ze -degelijkheid aan voordeel en gemak in
't gebruik. Dezer dagen zal hij het publiek in do
gelegenheid stellen door bezichtiging over ueze
toestellen te oordeelen.
Dinsdag avond had te Den Helder eene bij
eenkomst plaats van belangsteller den in de Zon
dagsrust. De vergadering wpvu bijgewoond dooi
de meeste predikanten, ajonfede door denroomsch
katholieken geestq^lé in de gemeente. De zaal
was te klei- „m allen behoorljjk te plaatsen. Na
een .,etijk woord tot inleiding, waarbij het doel
Vereeniging tot het nemen van Zondagsrust
werd uiteengezet, werd door d* Snijder, pred. bij
de Luth. gem., in korte woorden het doel der
vereeniging geschetst, vooral met het nemen van
Zondag tot het houden van rust. Ook door pastoor
Brinkman werd in dien geest gesproken en eenige
artikelen uit het reglement der vereeniging voor
gelezen, zooals dat in Utrecht reeds bestaat.
Staande de vergadering teekenden voor het lidmaat
schap dezer Heldersche vereeniging bijna alle
aanwezigen.
De Ned. Amerik. stoomvaart-mheeft voor
het bondsgerecht te New-Yovk een eisch ingesteld
tegen de eigenaars van de stoomboot Lepanto, die
door aanvaring de Edam heeft doen zinken, tot
een schadevergoeding van 443.789 dollars. De
waarde der lading is op 150.000, die van het schip
op 225.000 doll, gesteld, terwijl de rest voor
bagage der passagiers en voor vrachtpenningen en
passage-gelden wordt gevorderd.
—Gedurende het jaar 1881 werd door de zeedijks-
besturen in de provincie Friesland tot buitenge
wone verbetering der zeeweringen besteed de som
van ruim 800.000. Door de provincie werd
hiertoe bijgedragen ruim ƒ492.000. Voor gewoon
onderhoud der zeeweringen werd uitgegeven
83,776.
De Lord mayor van Londen heeft tegen
Maandag 23 October een openbare vergadering in
Mansion House belegd, om de belangen van de
Britsche inzenders bij de Amsterdamsche koloniale
tentoonstelling te bespreken.
In een jaar tijds zjjn te Amsterdam meer
dan 7000 processen-verbaal wegens openbare dron
kenschap opgemaakt. Men rekent, dat te Amster
dam dagelijks gemiddeld 300 personen dronken
zjjn.
Sedert primo September is het „Magdalena-
huis" te Zetten, een uit liefdegaven gesticht ge
bouw ter opneming van gevallen meisjes, in ge
bruik genomen. Reeds zijn eenige verpleegden
aangekomen. Eene geëxamineerde vroedvrouw,
mej. Sap, die aan de stichting vrije woning geniet
en waarborg voor een zeker traktement, is aan
de inrichting verbonden. Deze vroedvrouw heeft
verlof ook in de gemeente verloskundige hulp te
verleenen. Met de geneeskundige zorgen is ove
rigens dr Nieboer uit Heteren belast.
De Russische regeoring heeft, om den goeden
naam van het Riga-lijnzaad te handhaven, daarop
eene ofïïcieele keur ingesteld, zoodat geen enkel
vat lijnzaad mag worden uitgevoerd, dat niet het
merk van den keur draagt. In den regel wordt
dan nog een bewijs van herkomst afgegeven door
het consulaat van het land waarheen wordt uit
gevoerd, maar zonder het merk in het vat, be
wijzen deze stukken niets aangaande de keuring.
Nu hebben echter kooplieden te Riga middel
gevonden om mindere qualiteiten in zakken uit
te voeren, waarin zij dan consulaire bewijzen van
herkomst van vorige bezendingen doen, om voor
den oppervlakkigen beschouwer het zaad als offi
cieel gekeurd lijnzaad te doen voorkomen. De
Belgische consul te Riga heeft zijne regeering
daartegen gewaarschuwd. De Russische regeering
zet enkel haar merk op vaten, zoodat lijnzaad in
zakken of balen uit Riga verzonden, zeker niet
officieel gekeurd is. Overigens zal de consul
voortaan zijne bewijzen van herkomst doen afge
ven door de controleurs van den keur, die ze
zelf bij de gekeurde vaten zullen voegen.
In September 1846, dus nu 32 jaren geleden,
las men in de Scientific American het volgende
»Reeds maanden, zoo niet jaren, is het voor ons
volkomen onbegrijpelijk geweest dat de Franschen
maar bljjven volharden bij dit plan om een ka
naal van den Atlantischen naar den Stillen Oceaan
te graven, terwijl het reeds zoo' duidelijk is dat
het de voorkeur verdient de schepen op spoor
wegen te vervoeren. Eenige nieuwe ontdekkingen
werpen veel licht op de zaak, wijl men daaruit
afleidt dat de bergen waardoor het kanaal zou
moeten komen, vermoedelijk vol goud zijn. Alle
kans op de voltooiing van deze groote handels
onderneming is dus verdwenen." Men heeft niet
goed voorspeld in 1846spoorwegen om schepen
te vervoeren bleken minder bruikbaar, de bergen
op de landengte zijn niet vol goud, en de kans
voor het tot stand komen van het kanaal is zeer
groot.
Er zijn verscheidene zeerampen te vermelden
De City of Antwerp, op weg naar Antwerpen, en
de Constantia, van Bremen naar Nieuw-Orleans,
kwamen in aanvaring 14 mijlen van den licht
toren van Eddystone. Beide schepen zijn gezon
ken. De Fransche stoomboot St. Jean bracht te
Cardiff de bemanning der Constantia aan wal, be
nevens den kapitein, twee matrozen en den stoker
van het andere schip. Overigens is de Brookville
masteloos door de bemanning verlaten nabij Savana,
de Bremen vergaan voor Farallones en de Finzal
nabij Holyhead aangevaren door de Kelso. Savana
is eene haven van Haiti en Farallones een eiland
nabij San Francisco.
Er zijn drie Engelschen vermist in de woestijn
ten oosten vr.n het Suez-kanaal, waarheen ze door
sir Game* Wolseley in Augustus zijn gezonden
om kameelen te koopen en te trachten de Bedoe-
iener aldaar te winnen. Professor Palmer, kapitein
Gi'.i en luitenant Charrington, die met drie duizend
pond in goud op dezen gevaarlijken tocht uitgingen,
bleven sedert hun vertrek spoorloos verdwenen.
Men vreest dat zij vermoord zijnmaar de heer
Wilfrid Blunt, de bekende vriend van Arabi, die
veel in het Oosten heeft gereisd, hoopt dat zij nog in
leven zijn en door de Bedoeïenen worden gevangen
gehouden. Hij verklaart zich bereid hen op te
sporen, indien de betrekkingen der vermisten
daartoe den wensch te kennen geven.
Amsterdam, De gemeenteraad heeft door
aanneming van een amendement van den heer
Hovy besloten tot de heffing eener beursbelasting
van 25 voor ieder die dagelijks de beurs wenscht
te bezoeken en van 0.25 voor anderen, voor
ieder bezoek, ook van de graanbeurs, een en
ander aanvangende den 1 Januari 1883.
Tweede kamer. Met 35 tegen 16 stemmen
werd besloten de wetsontwerpen betreffende den
Rotterdamschen Waterweg opnieuw aan een on
derzoek in de afdeelingen te onderwerpen. In de
hierover gevoerde discussie, klaagden de heeren
Yan Kerkwijk en Gleichman over de bij deleden
van de meerderheid der commissie van rapporteurs
bestaande zucht om de zaak op de lange baan te
schuiven. Daarentegen verdedigden deze leden
hun voorstel op grond der noodzakelijkheid, in
't belang der zaak, van nadere, vooral technische
inlichtingen.
Bij de voortzetting van de behandeling der In
dische rekeningen over 186769 betoogde de keer
Keuchenius dat voor fouten der administratie de
Indische rekenkamer steeds de zondebok is. Hjj
wilde niet dat hier te lande gewijzigde cijfers
voor sloten van rekeningen worden aangenomen,
en stelde daarom voor de oorspronkelijke cijfers
vast te stellen.
De minister van koloniën bestreed dit voorstel,
omdat de regeering die cijfers moet voordragen
welke het meest nabij de waarheid komen. De
financieele regeling der comptabiliteit behoeft
volgens den minister nog geen verandering.
Na verwerping der amendementen van den heer
Keuchenius worden de drie rekeningen goedge
keurd.