N° 248.
125e Jaargang.
1882.
V rijdag
20 October.
Een kalm toeschouwer.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
A dvertentiën20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/11,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Middelburg 19 October.
Door B. H. BUXTON.
COURANT.
Aan geoefende en beschaafde ziekenverpleegsters
bestaat te Middelburg behoefte. Dit wordt zoo
door de geneeskundigen als door de familiën, die
herhaaldelijk genoodzaakt zijn, in ernstige ziekte
gevallen, hulp van elders te ontbieden, voortdu
rend ondervonden.
Slechts door de oprichting van een verplegings-
huis, waar de verpleegsters blijvend huisvesting en
arbeid konden vinden, zou in die behoefte volledig
voorzien kunnen worden. De daaraan verbonden
kosten maken dit evenwel onmogelijk.
Door de welwillendheid van bet bestuur der
godsbuizen kan echter deze moeilijkheid in zoo
verre weggenomen worden, dat een afgezonderd
gedeelte van het gasthuis beschikbaar kan worden
gesteld om eenige verpleegsters te herbergen.
Teneinde nu de voor deze inrichting vereischte
uitgaven, na aftrek van de inkomsten voortvloei
ende uit de volgens een tarief in rekening te
brengen diensten, te kunnen bestrijden, is door de
heeren doctoren De Man, Keyzer, Berdenis van
Berlekom en Bolle eene oproeping tot de ingeze
tenen gericht, om door het toezeggen van giften
of jaarlijksche bijdragen deze zoo wenschelijke
zaak mogelijk te maken.
Niet alleen voor eigen behoefte zal men aldus
zorg dragen, maar ook tot een philantbropisch
doel medewerken, dewijl aan armen en minver
mogenden zooveel mogelijk kosteloos verpleging
verstrekt zal worden. Middelburg's omgeving is
mede bij het welslagen betrokken, dewijl de ver
pleegsters hare diensten, tegen tarief, ook buiten
de gemeente zullen leenen.
Bij al bet vele, dat in 't algemeen belang ge
vraagd wordt, meenen wjj toch ook nog deze on
derneming ten behoeve der lijdende menscbbeid,
in de ondersteuning van onze lezers te mogen aan
bevelen. Ziekte is een leed, dat ons allen dreigt.
De banden ineen te slaan om den last van dit
lijden te verlichten, is er wel iets, waar men
met meer vertrouwen, in dagen van gezondheid,
voor kan komen aankloppen
Opgave van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden door het postkantoor Middelburg
gedurende de 2e helft der maand September 1882.
Wed. Luidenhuize, AmsterdamJ. M. Benkum,
Groningen; Jacobus Boyte, 0verveen.
De muziekliefhebbers in onze omgeving zullen
het tegen aanstaanden Woensdag alhier aange
kondigde concert, als een gesternte van niet
geringen glans aan onzen muzikalen hemel, begroet
hebben. Mejuffrouw Gips en de heer Rogmans
zijn beide goede bekenden. Hun talent zullen wij
in liederen en in duetten voor sopraan en tenor
mogen bewonderen. Hen vergezelt de beer Kes,
een violist van niet alledaagsche virtuositeit, die
door de meest bevoegde beoordeelaars in ons land
en daarbuiten als een meester op zjjn schoon
--2M
HOOFDSTUK XIV.
Vervolg-d.
Clara was benieuwd wat juffrouw Foley zou
zeggen. Zou zij knorren krijgen, omdat zij zoo
lang weggebleven was, midden op den dag, de
beste uren voor baar werk? Als madame Rosey
het tafelkleed goed betaald had, zou het humeur
wel goed zjjn, maar anders
Maar wat doet haar zoo ontstellen en verblee-
ken als zij den hoek omslaat en de Pomona Villa
in het oog krijgt Zij staat plotseling stil, want
er houdt een coupétje voor de deur van juffrouw
Foley stil en dat rijtuigje en zijn eigenaar kent
zij maar al te goed. Eensklaps begrijpt zij alles.
Herhaaldelijk heeft juffrouw Foley haar gepraat
van een rijken lord Feston, die een vriend van
madame Rosey was. Zij moet dien naam verkeerd
verstaan hebben, het was natuurlijk lord Vestrum.
En nu heeft hij dat tafelkleed gezien, dat precies
hetzelfde patroon heeft als een dat zij voor me
en moeilijk instrument gewaardeerd wordt. Be
halve andere solo-nommers, komt voor zijn deel
eene sonate van Grieg op het programma voor,
waarin de piano-partij aan de handen van mej.
Koning, eene pianiste van goeden naam, zal zijn
toevertrouwd.
Is het muzikale leven in onze stad over 't algemeen
opgewekt en frisch genoeg, goede concerten, anders
dan de uitvoeringen der hier gevestigde zangver-
eeniging, zijn betrekkelijk zeldzaam. Het is daarom
te verwachten, en in 't belang der kunst te hopen,
dat het concert van Woensdag de algemeene
belangstelling der vrienden van de schoone toon
kunst moge ondervinden.
Dames en Heeren uit Pont-Arcy is een tooneel-
stuk dat, drie bedrijven lang, met steeds klim
mende vaart, rijst; vervolgens gedurende een
bedrijf op dezelfde hoogte blijft, en ten slotte,
tamelijk merkbaar, »zakt." Misschien is dit een
gevolg van de tbeater-wet, dat een stuk, bestemd
een geheelen speel-avond in te nemen, noodwen
dig vijf bedrijven tellen moet. Het oude treurspel,
met zijn »recieten", zijn tirades en ontboezemingen,
kon zulk eene ruimte vullen. Yoor het burger
lijk drama of het blijspel, is de omvang zeer
dikwijls te ruim.
Het duurt betrekkelijk lang eer men met de
belangrijkste verwikkeling van het stuk bekend
raakt. De tijd die voorafgaat, wordt boeiend
ingenomen door eene verkiezings-intrige en door
andere kuiperijen, waarmede een provincie-stadje
als Pont-Arcy gevuld is. Reeds begint men te
gelooven het ditmaal te zullen doen zonder het
dagelijksch brood der Fransche comedieeene
onwettige liaison, welke het gelnk van een huwe
lijk komt vernietigen. Daar treedt Marcelle Aubry
op: de natuurlijk edele, natuurlijk hoogst fatsoen
lijke, natuurlijk zelfverloochenende zondareshet
slachtoffer van een jeugdigen misstap en van het
bedrog, door den ouden baron Saint Andre'dat
toonbeeld van recbtscbapenbeid en braafheid in
de oogen van zijn vrouw, zijn zoon, de gebeele
wereld aan haar gepleegd.
Om zijne afgodisch beminde moeder de ziele-
smart te sparen dat haar man, in de laatste jaren
van zijn leven, haar ontrouw en de verleider van
een braaf meisje is geweest, laadt Fabrice de
Saint André de schuld zijns vaders en het vader
schap van Marcelle's kind op zijne schouders.
Zijn huwelijk wordt daardoor belet, zijne verkie
zing onmogelijk, zijne moeder door de slechtheid
van haar zoon zóö diep gekrenkt, dat het schier de
vraag wordt of de waarheid, wist zij die, haar
meer zou doen lijden.
Het machtige middel, dat op het tooneel nooit
zijn werking mist: een misverstand op de planken,
waar de toeschouwer den sleutel van kent, en de
oplossing van verbeidt, houdt in dit stuk de span
ning zeer lang levendig, doch duurt eindeljjk te
lang. Het is alsof de schrijver zelf in den knoop,
dien hjj gelegd heeft, vast is geraakt. Die indruk
wordt niet minder, wanneer de ontknooping ein
delijk het gevolg wordt, niet van eene wending der
gebeurtenissen, maar grootendeels daarvan dat een
vrouw Steele gemaakt hadhij is gaan infor-
meeren en nu heeft hij haar schuilplaats ontdekt.
Wat moet zij beginnen?
Zij staat radeloos en voelt zich eensklaps aan
haar mouw getrokken door Lize, die juist den
hoek omslaat met - een flesch champagne in de
hand.
»Die is voor een ouden heer", zegt zij buiten
adeni, »hij zei dat ik van de beste moest halen
en gaf mjj vijf gulden. Hij moet rijk zijn. Nou,
van belang hóórEn hij komt om u en de
juffrouw is zoo kwaad omdat gij zoo lang uitge
bleven zijt. Hoe komt gij aan dat splinternieuwe
pak
Vaarwel, goede LizeGod zegene u voor
uwe vriendelijkheid voor mij. Ik heb nog maar
éen kwartje voor umaar houd mijn oude japon
als die thuis gebracht wordt. Tracht mij niet tegen
te houden, vaarwel 1"
Clara hijgt van angst en gejaagdheid en eer
Lize goed begrijpt wat zij meent, snelt zij weg,
de straat weer in, voort, altijd voort, zoo ver
mogeljjk weg van haar gevreesden, verfoeiden
vervolger.
HOOFDSTUK XV.
Uitgeput.
Na eenigen tjjd matigt Clara haar spoed en
oom, die buiten bet geval staat maar er als toeschou
wer getuige van is, ten laatste de waarheid aan 't
licht brengt. Een eenigszins vulgaire afloop, van een
zoo treffenden samenloop van gebeurtenissen. En
zie nu eens boe de logica zich wreekt. Om de
nagedachtenis van den baron De Saint André in
het hart zijner weduwe rein te houden van iederen
smet, is deze gebeele verwikkeling opgezet, beeft
ha,ar zoon zijn geluk en dat zijner bruid ten offer
gebracht. Maar wanneer eindelijk de waarheid aan 't
licht komt, die waarheid welke de edele vrouw
ter aarde dreigt te vellen als een door een bliksem
straal getroffen eik, dan wordt het vreeselijke
daarvan geheel weggenomen door de verrassing
der ontdekking, dat haar zoon van smetten vrij
en zijn geluk mogelijk is gebleven. Voor de
ontroering, die over al bet voorafgaande gezweefd
heeft als een dreigende onweersbui, is, als zij op
't laatst van 't stuk te voorschijn zou moeten tre
den, geen ruimte meer.
Dit is bet noodlot van ieder kunstwerk, dat bet
onvolmaakt blijft. En de critiek, die de indrukken
van den ontwikkelden, eenigszins geoefenden toe
schouwer tracht af te beelden, mag zich niet
onttrekken aan den plicht van op dat onvolmaakte
te wijzen. Anders ging bet kunstgenot, als een
rarekiek-kast, aan bet oog voorbij en liet verstand
en gemoed onaangeroerd.
Afgescheiden daarvan, beeft bet stuk al de ver
diensten die aan de werken van Sardou eigen
zijn. Geestig, levendig, vol verscheidenheid, rijk
aan fijne zetten en ernstige bedoelingen, "maar
ook het kluchtige, ter afwisseling, niet versma
dend, laat het de aandacht van den toeschouwer
geen oogenblik onbevredigd.
De dames hebben er de hoofdrol in, en dat
is, wanneer men de Amsterdamsche afdeeling van
Het Ned. Tooneel op baar gunstigst zien wil, zeer
gelukkig. Mevrouw Kleine is nog altijd eene
kunstenares de grande race. Dewijl zij leerares
aan een tooneelschool is mogen wij 't wel zeggen,
zonder iemand jaloersch te maken andere actrices
op ons tooneel spelen zeer loffelijkmaar zoodra
mevr. Kleine de planken betreedt, voelt de toe
schouwer zich in tegenwoordigheid eener kunst
van hoogere orde. Daar is in hare stem, in haar
manier van zeggen, in al hare gebaren, datgene
wat haar hoven allen onderscheidt.
Mevr. Rössing-Sablairolles was eene recht lieve,
gedistingueerde Bérangère, den adelljjken titel dien
zij op het tooneel droeg, den in dubbelen zin ar-
tistieken naam, waaronder men haar in 't burger
lijk leven kent, en hare leermeesteres, mevr. Kleine,
geheel waardig. Wij moeten eene aanmerking
maken op haar spel bij de ontknooping: deze
namelijk, dat het ontbrak. Wanneer het vreese-
lijk geheim ontsluierd wordt, dat Fabrice^s onschuld
bedekt hield, wordt ook haar vernietigd geluk
weder hersteld. Te toonen dat zij daaraan deel
heeft, kan Bérangère alleen door stom spel. Dit
is moeilijk, maar het moet.
De andere damesrollen werden zonder uitzonde
ring zeer goed vervuld. Ruimte ontbreekt ons
om ze afzonderlijk te analyseeren. Onder de man
nenrollen Was die van den heer Morin, met zijne
stapt geregeld voort. Haar eerste zorg is de
straat uit te komen, daar lord Vestrum die na
tuurlijk zal doorrijden als hij de Pomona Villa
verlaat.
Daarom begeeft zij zich in westelijke rich
ting, in een stille, haar geheel onbekende buurt,
met geheel nieuwe huizen, met tuintjes ervoor.
Clara begint moede en hongerig te worden; zij
heeft niet veel ontbeten en het is reeds eenige
uren geleden sedert zij zoo welgemoed het huis
uitging. Zij heeft al verscheiden mijlen langs die
eentonige huizen afgelegd i een tocht die in alle
omstandigheden, vermoeiend en onaangenaam
zou zijndoch in haar tegenwoordigen gemoeds
toestand even eindeloos als vervelend schijnt.
Waar zou die weg heenvoergn Wat zal het einde
van die doellooze wandeling zijn
Het is over drieën. De Novemberzon gaat reeds
onder. Wat moet er van haar worden als de
avond valt? Zij heeft geen geld, geen horloge,
geen kleinoodiën. Niets wat zij te gelde kan ma
ken, behalve Neen; zij wil liever van honger
sterven dan den ring van Harold, die »voor immer"
zegt, te verkoopen.
Zij kijkt in haar beursjeer is niets meer in.
Dat kwartje, dat zij Lize in de band geduwd beeft
was inderdaad haar laatste. Voor een stuiver zou
zij een glas melk kunnen koopen. Nooit te
voren heeft zij zoo de waarde van een stuiver ge
voeld. Zal zij in een bakkerswinkel gaan en om
een broodje bedelen? zjj heeft zoo'nhongermaar
langdurige theater-praktijk, in de beste handen.
De heer Spoormans deed zeer loffelijk zijn best in
de boofdrol van premier amoureuxHet is wei
nigen gegeven daarin de losheid, natuurlijkheid
en gratie te evenaren, welke het schoone geslacht
op ons mannen nu eenmaal voor heeft.
Een propvolle schouwburg, met een boeiend en
belangwekkend stuk, ziedaar, de slotsom van den
eersten avond, waarmede de Vereeniging t. b. v.
g. v. o. k. de campagne van dit jaar beeft ingezet.
Blijkens een der tabellen, bij bet kiesontwerp
gevoegd, zon de voorgestelde census-verlaging o.
a. voor Middelburg de uitkomst opleveren dat het
getal kiezers voor leden van de tweede kamer van
510 tot 707 stijgen zou.
Voor kiezers van leden van den gemeenteraad
zou de vermeerdering 225 bedragen.
Vlissïngen19 Oct. Naar wij vernemen
heeft onze burgemeester, de heer A. Smit, bedankt
voor het lidmaatschap van den gemeenteraad.
Vlissïngen, 19 October. Door de schiet- en
schermvereeniging Vlissingen is gisteren een schiet»
wedstrijd gehouden tot sluiting der zomeroefeningen.
Er werd staande geschoten op 200 M. afstand.
De prijzen werden behaald door de heeren J. C.
Labout, sergeant, J. de Munck, korporaal, Hen-
drikse, sergeant, Dupont, id., P. Smith, fourier,
E. A. Goor, sergeant, I. Andriessen, id.,C. de
Vries, adj.-onderofficier, S. Polak, korporaal, B.
van Eesteren, sergeant, J. Hakker, sergeant-majoor,
W. Comelissen, id. en Schenkel, korporaal.
De prijzen waren beschikbaar gesteld door den
beer burgemeester, den majoor-kommandant, de
kapiteins J. C. Winkelman en A. J. van Ockenburg,
den off. van|gezondb. J. Hazenberg, den luit. kwartier
meester M. N. Baart, de le luitenants Jos. van
Raalte en J. Pervoost, en de 2e luitenants W. H.
Martin, C. R. C. Wibaut en L. Hermans, den
audit, militair R. A. W. Jacobze, benevens door
de schietvereeniging zelve.
Des avonds werden de prijzen, met een toepasselijk
woord, door den kapitein Van Ockenburg aan de
overwinnaars uitgereikt.
Ook werd door den secr.-penningm', den heer
B. van Eesteren, namens de leden der onderafdee-
ling dezer schietvereeniging, aan hun president
geschonken een vouwstoel, als blijk van erken
telijkheid voor zijn bewezen ijver.
Naar men verneemt, zal eerlang een omvangrijk
werk van den hoogleeraar J. T.Buys, bevattende
commentaren op de grondwet, het licht zien.
Het adres aan den koning, houdende verzoek,
om een wetsontwerp aan te bieden tot het aan
leggen of subsidieeren van staatswege van een
stelselmatig net van stoomtramwegen, is aan Z.
M. opgezonden, voorzien van 622 bandteekeningen
van burgemeesters, voorzitters van kamers van
koophandel en voorzitters van maatschappijen van
landbouw.
Nederlandsche en Belgische gevolmachtigden
zijn gisteren in Den Haag bijeen geweest om een
nu wilde ze dat zij hare oude kleeren weer aan
had, dan zou het bedelen meer in overeenkomst
met haar uiterlijk zijnmaar nu met dit nieuwe
»costum" zou het belachelijk staan; men zou haar
de deur wijzen of uitlachen. O had zij haar
tascb, haar boeken, haar werk maar kunnen red»
den
Maar het noodlot is al heei. hard voor haai"
ditmaalwant in haar angst voor dien monster»
achtigen lord Vestrum heeft zij alles in den steek
moeten laten en ook de middelen die zij bezat
om aan de kost te komen. Wat heeft zij aan
haar talent, als zij geen stof en geen patronen
heeft om te werken?
Zij is op den hoek eener straat bljjven staan
en leunt uitgeput tegen een blinden muur. Die
houding geeft haar eenige verlichting, want zij is
doodmoe. Haar hoofd doet haar zoo'n pijn al
haar kracht is uitgeput hare voeten kunnen
haar niet meer dragen en waar moet zij
heen. Hoe verschrikkelijk eenzaam en verlaten
kan een fatsoenlijke vrouw in de drukke straten
van Londen zijn
Clara hoopt dat zij nog kracht genoeg kan ver
zamelen om een paar mijlen verder te gaan onl
vóór den nacht buiten de stad te zijn.
Zij is thans dicht bij den weg van Harrowzij
weet dat Harrow buiten ligt en herinnert zich dat
Harold sprak van de groote jongensschool die
daar was. Zou zij van avond Harrow nog kunnen
bereiken? Zjj zou om een onderkomen, om een