BUITENLAND.
Laatste Berichten.
Ingezonden Stukken.
Briefwisseling.
Zeetijdingen.
Verkoopïngen en aanbestedingen.
Weerkundige waarnemingen.
Algemeen Overzicht.
Waarschuwing voor Ganzen-
bestrijders.
Sluiter, die 312 stemmen verkreeg, was candidaat
der meest onder kleurlooze vlag optredende ver-
eeniging Handel en Nijverheid. Conservatieven en
antirevolutionairen eindelijk te zanten hebben 551
stemmen uitgebracht op den heer Gevers Deynoot,
voor wiens candidatuur voornamelijk is aangevoerd
dat hij de zoon is van zijn vader, wijlen den ge-
achten oud- burgemeester.
Dat de wateren van den Rijn bij de Lurlei
dikwijls gevaarlijk zijn voor hen die ze bevaren,
heeft de legende sedert lang bekend gemaakt.
Een visscher uit St. Goar heeft dat dezer dagen
opnieuw ondervonden. Geen Nixe of andere booze
watergeest, in den verleideljjken vorm eener
schoone vrouw, heeft hem echter ongelukkig ge
maakt, maar een reusachtige visch. In de mazen
van het zalm-net werd een steur medegesleept, die
een gewicht van honderd kilogrammen had.
Het monster sloeg zoo woest met zijn staart om
zich heen, dat het een visscher den arm verbrijzelde.
- Meldden wij gisteren dat 250 Zwitsers uit
verschillende kantons waren aangeworven voorde
Egyptische gendarmerie, heden wordt uit Alexan-
drië gemeld dat daar 200 Circassiers, Albanezen
en Turken voor hetzelfde korps aangekomen zijn.
De gendarmerie-"®azerne zal, wat de spraakver
warring betreft, veel van den toren van Babel
krijgen.
De volgende cijfers van de sterkte der Brit-
sche troepen, die aan de Egyptische expeditie
hebben deelgenomen, zijn als bijdrage voor eene
statistiek voor het transport van legers over zee
van beteekenis. Uit Engeland werden aangevoerd
16416 mannen en 5487 paarden; uit Britscli-In-
die 7563 mannen en 6880 dieren (paarden, muil
dieren, ezels, hitten en kameelen). Bij deze Indi
sche macht behoorden echter niet minder dan
6613 dienstbaren, z. g. n. camp-followers, afkomstig
uit de lagere kasten des volks. De geheele strijd
bare macht, zonder die followers, bestond dus uit
23979 mannen en 12367 dieren. De troepen uit
Engeland zijn overgevoerd tusschen den 27ea Juli
en den 19eB Augustus met 45 schepen; die uit
Indië tusschen den 21en Juli en den 4en Sept. met
52 schepen. Voor zooveel de Engelsche macht
aangaat werden gebruikt 1 schip voor den staf, 8
voor de kavallerie, 10 voor de infanterie, 10 voor
de artillerie en de 16 overschietende schepen
voor den anderen kamp-voorraad en legerbehoeften.
De eenige opera van Schubert, Alfonso una
Estrella, is te Bonn met daverenden bijval op
gevoerd. Het weinig bekende werk bezit een
rijkdom van melodieën, die van den beroemden
liederen-componist te verwachten was, maar in
onzen tijd een verrassenden indruk maakt. Ook
te Keulen wordt eene opvoering van dit oude en
lang verwaarloosde zangspel voorbereid.
Het zeer bekende Engelsche tijdschrift Era
ser's Magasine heeft na een vijftig jarig bestaan
met het begin van het loopende kwartaal opge
houden te verschijnen.
De dochter van een beruchten wilddief in
het Engelsche graafschap Yorkshire is op heeter-
daad op strooperij betrapt. De rechter heeft haar
echter vrijgesproken omdat in de zeer strenge En
gelsche staf bepalingen op jachto vertredingen alleen
van wild-die ven melding wordt gemaakt en men
daaronder geen vrouwen meent te kunnen ver
staan. Zoolang de wet niet veranderd is, hebben
dus de stroopsters" vrij spel.
De mijnwerkers in het Engelsche steenkolen-
district Yorkshire hebben, na langdurige beraad
slagingen en onderhandelingen met de eigenaars
der mijnen, besloten tot eene algemeene werksta
king, tot zoo lang hun eene verhooging van het
loon met 15 pet. wordt toegestaan. Eene commissie
van scheidsrechters heeft vruchteloos getracht eene
schikking tot stand te brengen. Ongeveer 27000
arbeiders zijn toegetreden tot dit besluit, dat een
van de meest uitgebreide grèves tot gevolg zal
hebben, welke tot nu toe bekend zijn.
De twee zonen van den prins van Wales, die
onlangs hunne reis rondom de wereld met het
oorlogschip de Bacchante volbracht hebben, begeven
zich thans naar een instituut te Lausanne, om
aldaar eene grondige studie van de moderne talen
te maken.
Eene expeditie van de Engelsche Noord-
Borneo compagnie, in het binnenland van Borneo,
is ongelukkig afgeloopen. Zij bestond uit den heer
Witti, lid van het aardrijkskundig genootschap te
Londen, dat verscheidene bijdragen van zijne hand
over Borneo in het maandschrift van het genoot
schap had opgenomen, benevens uit 17 manschappen.
Daarvan waren een tiental met sloepen de Si'ouco-
rivier opgevaren, terwijl Witti zelf, met de overigen,
de onderzoekingen te land voortzette, in een streek
buiten de grenzen van het terrein der compagnie.
Ook wist het bestuur der compagnie niets van
dezen tocht. De inboorlingen schenen vriendschap
pelijk gezind. Plotseling, terwijl Witti bezig was
eenige aanteekeningen te maken, kwam eene
bende van ongeveer 300 Dajakkers aansnellen en
doodden met hunne vergiftigde pijlen en speren
drie der manschappen. Witti schoot met zijn
revolver een paar der aanvallers neer, doch werd
daarna zelf doodgestoken. De andere manschap
pen ontkwamen en zagen op een afstand dat de
wilden de hoofden der verslagenen en hunne
ledematen afhieuwen en die onder elkander ver
deelden.
's Gravenhage. Naar wij vernemen is
het wetsontwerp tot wijziging der kieswet bij de
tweede kamer ingekomen. Het hoofdbeginsel
daarvan is verlaging van den census voor Amster
dam, Rotterdam en Den Haag tot f 60 en voor
de overige grootere gemeenten verschillend, tot
40, 30, 24 of 20.
Amsterdam. De vergadering van aandeel
houders der J\E tot Expl. v. Staatssp., ter behan
deling van de overeenkomst met de Centraal-
SpoorwegmPis verdaagd moeten worden wegens
onvoltalligheid van het vereischte aantal aandee-
len. Yan de 13000 aandeelen waren slechts 600
vertegenwoordigd, die voornamelijk in handen der
leden van 't bestuur waren,
Heden werd alhier publiek verkocht het wrak
en de inventaris van de Nederl. bark Johnij, den
30ea Augustus jl. op de Springer gestrand. Het
wrak werd voor tien gulden toegewezen.
13 October des morgens te 8 uren.
NAMEN
DER
PLAATSEN.
Ba-
rom.
stand.
Wind- TPm.
Toe- I iem
stand I Pera*
kracht.l lucht.
richt.
Delfzijl
Groningen
Den Helder
Vlissingen
Maastricht
757.0
756.7
755.4
755.4
755.7
ozo
O
O
zw
zw
betr.
betr.
mist.
regen
regen
11
10
13
13
-f- 12
Eene depressie bevindt zich vrij nabij en ZW.
waarts van ons.
De barometerstand in 't centrum ervan is
750 m. m.
Een centrum van hooge drukking bevindt zich
ver en NO. waarts van ons.
Grootste verschil
gisteren avond 8 u. G. 2.7 M.
heden morgen 8 G. 3.0 V.
Barometer-aanwijzing te Utrecht te half een
756.2 m. m.
VerwachtO. wind en betrokken lucht.
Thermometerstand te Middelburg.
12 Oct. 's avonds 11 uren 58 gr.
13 n 's morgens 8 uren 56 gr. 's middags 1 uur 59 gr.
's avonds 5 uren 58 gr. F.
Heeft de sfinx werkelijk gesproken? Het tele
gram uit Londen, dat ons gisteren den hoofdin
houd mededeelde van eene rede, door den heer
Dodson te Scarborough gehouden, deed veronder
stellen dat het Engelsche ministerie het eindelijk
noodzakelijk geoordeeld hadde ongeduldige
publieke opinie niet langer in 't onzekere te laten
omtrent zijne plannen met Egypte. De heer
Dodson maakt deel uit van het kabinet en aan
zijne woorden mocht dus de beteekenis gehecht
worden van eene officieele bekendmaking. Ze
blijken echter niet zoo duidelijk en beslist ge
weest te zijn als wij hoopten. Eene verklaring
dat Egypte ontruimd zal worden, zoodra een be
stendig bestuur, uit inboorlingen samengesteld,
er zal gevestigd zijn; eene belofte van het instel
len eener volksvertegenwoordiging, »voor zoover
dat mogelijk zal blijken"; eene verzekering dat
de vrije vaart" op het Suez-kanaal behouden zal
blijven, met uitsluiting van den overwegenden
invloed van eenige mogendheid, ziedaar de
tamelijk vage berichten omtrent de verklaringen
van den heer Dodson.
Uitvoeriger sprak op hetzelfde oogenblik te Tor-
point de heer Courtney, ook een minister, maal
ais onder-secretaris van koloniën, niet wat men
in Engeland een kabinet-minister" noemt. Zijne
redevoering handelde bijna uitsluitend over Egypte,
terwijl zijn ambtgenoot te Scarborough daarover
slechts in 't voorbijgaan, maar hoofdzakelijk over
het hoofdpunt der binnenlandsche politiekde
wet tot sluiting van het parlementair debat, ge-
spronen heeft. De heer Courtney zeide dat de
regeering in Egypte trouw zal blijven aan de be
ginselen, door den heer Gladstone steeds verkon
digd dat eene eerste behoefte van het veroverde
land is zelfregeeringmaar dat geen duurzame
regeling gemaakt kan worden zonder met andere
mogendheden overleg te plegen en zooveel moge
lijk hare medewerking te verkrijgen. Indien
wij, zeide hij, de mogendheden raadplegen,
zonder aan een harer eenig uitsluitend gezag,
noch eenige buitengewone controle te schenken;
wanneer wij haar voorstellen Egypte te stellen
onder den gemeenschappelijken waarborg van
Europa, maar tevens aan Egypte zelf gelegenheid
te laten om zich de instellingen eigen te maken,
die aan het land geschonken zullen worden,
dan zullen wij vertrouwen in de toekomst van
Egypte mogen koesteren en ons overtuigd kunnen
houden dat wij iets beters daar geschapen zullen
hebben dan er vroeger was. Wanneer wij de orde
in het land hersteld en de onzijdigheid van het
Suez-kanaal voor den handel van alle volken ver
zekerd zullen hebben, dan kunnen wij, om het
woord van een groot staatsman, prins Bismarck,
te gebruiken, de Egyptenaars »in hun eigen sop
gaar laten koken" stew in their own juice)."
Nog voegde de heer Courtney erbij, dat Egypte
geheel vrij gemaakt moet worden van den sultan,
alsmede dat het al de oorlogskosten moet beta
len, al moeten ook de fondsenhouders daaronder
lijden.
Dit alles klinkt vrij wat duidelijker dan de
speech te Scarborough en heeft inderdaad iets van
een politiek programma.
Het verdient onze opmerkzaamheid dat de heer
Courtney zich als 't ware onder de bescherming
van prins Bismarck plaatst. Blijkt later, dat
inderdaad in overleg met dezen de gedragslijn
van het Britsche kabinet is vastgesteld, dat dooi
de overeenstemming van deze twee machtige
bondgenooten deze politiek kan worden doorgezet
en dat zij tot eene rustige afwikkeling van den
Egyptischen knoop voert, dan verdient de
invloed, door den Duitschen rijkskanselier bij deze
gelegenheid tot behoud van den Europeeschen
vrede aangewend, dankbaar erkend te worden.
Want er ligt in deze Egyptische quaestie, wan
neer men den Russischen naijver en de Fransche
prikkelbaarheid in rekening brengt en het punt
niet uit oog verliest dat de heer Courtney even
aangeroerd heeft: het op zijde zetten van den
sultan, brandstof genoeg voor eene Europeesche
ontvlamming.
Blijkt alzoo het woord van prins Bismarck een
overwegend deel in den gang der Europeesche
politiek te hebben, het laat zich aanzien dat ook
zijn werk in Duitschland in 't vervolg wat ge
makkelijker zal gaan dan in de laatste jaren
't geval was. Het is merkwaardig hoe de natio-
naal-liberalen, de eenige werkelijk politieke
partij waarmede geregeerd kan worden, zich haasten
om eenige groote stappen te doen zoodra de kan
selier slechts mine maakt van zich een streep in
hunne richting te willen bewegen. Hunne hoofd
organen, de Köln.-Zeitung en de National-Zeitung,
zijn nu bezig aan het samenstellen van wat zij
eene Mittel-partei noemen. Van Fortschritt of
radicalen houden zij zich natuurlijk op verren
afstandmaar ook dat vooruitstrevende deel
hunner eigen partij, dat zich voor eenige maanden
van de groep-Von Bennigsen heeft afgescheiden,
wordt verloochend, om alleen in de allergema-
tigdste elementen van liberalen en conservatieven
het hout te zoeken, waar de middelpartij uit ge
sneden zal moeten worden.
Het is daarbij gemakkelijk te zien hoe zij, die
dit nieuwe brouwsel willen bereiden, tevens hun
best doen om al wat aan de stembus met hen
mede wil gaan, te „lijmen." Wij weten er waar
lijk geen beter woord voor. „Bij de algemeene
verkiezingen op den 19en en 26en dezer, schrijft de
Kölnische, is het alleen daarom te doen, de tegen
woordige clericaal-conservatieve meerderheid te
vernietigen. Om dat doel te bereiken, moeten en
mogen wij, wanneer wij het centrum en de stijf-
conservatieve landjonkers het noodige aantal
stemmen willen ontnemen, zeer verre, naar
links en naar rechts, afspraken maken. Ook moe
ten wij het vormen eener bruikbare middelpartij,
reeds bij de stembus, eenigszins in het oog
houden. Maar die vorming zelve kan toch eerst
later, in den landdag zelve plaats vinden. Door
de kiezers moet het negatieve werk, het afbreken
der reactionaire meerderheid gedaan wordende
latere, de positieve taak om eene werkzame meer
derheid samen te stellen, is het werk der leden
van den landdag, nadat ook de regeering haar
programma zal hebben blootgelegd."
Is het mogelijk duidelijker aan de lieden te
zeggen„Stem nu maar met ons medelater be
houden wij ons voor u met een kluitje in het riet
te zenden" 't Zal ons benieuwen of veel kiezers,
„naar rechts en naar links" zich hiertoe zullen
leenenmaar van Bismarck is geen naieveteit van
dezen aard te wachten. Hij zal zich geen illusie
makenvóór de stembus staat bij de nationaal-
liberalen de gematigdheid op de voorgrondna de
stembus zullen hunne woorden grooter wezen
naarmate hnnne meerderheid talrijker zal zijn
maar in alle gevallen is een wenk van hem vol
doende om hen tot hem te doen naderen, zoo dicht
als zonder volkomen verloochening van hun be
ginsel eenigszins mogelijk is.
Misschien om hun wat moed te geven wordt nu
verspreid dat de minister Von Puttkamer zwak
staat. Ook is een brief van den kanselier zeiven
publiek gemaaktwaarin op onaangenamen toon
over de door den clericalen minister ingevoerde
„rijksspelling" gesproken wordt. Aldus wordt aan
de vorming der „middelpartij" van hooger hand
een handje geholpen, nu de clericaal-conservatieve
combinatie in de afgeloopen zitting haar Schul-
digkeit zoo slecht gedaan heeft.
In een ingezonden stuk voorkomende in de
Middelbargsche Courant van 9 October 11. wordt
door B. uit een arrest van den hoogen raad van
21 October 1862 de gevolgtrekking gemaakt, dat
men volkomen bevoegd is zonder tusschenkomst
van het openbaar gezag de ganzen te bestrijden
en dat men dus zonder zoodanige tusschenkomst,
in gewone tijden, om ganzen te schieten, daartoe
noch jachtakte, noch machtiging van den com
missaris des konings, noch vergunning van den
eigenaar of rechthebbende behoeft.
Eenige dagen heb ik gewacht, in de meening
dat een repliek van een bezitter van een oud
ambachtsheerlijk jachtrecht niet uit zou blijven.
Deze toch zal er wel niet bijzonder op gesteld zijn
te zien hoe bestrijders van ganzen of beminnaars
van dat gedierte als gebraad, na kennisneming
van dat ingezonden stuk, zich gepantserd achten
door de rechtspraak van ons hoogste rechtscollege
en uit alle hoeken met geladen ganzen-roeren het
jachtveld binnenrukken. Nu evenwel de belang
hebbende zwijgt, meen ik mijne waarschuwende
stem te moeten doen hooren.
Onze op middeleeuwschen stam geënte jachtwet
is niet alleen streng, maar niet licht valt het ook
door al de mazen van hare vele bepalingen heen
te glippen.
Moest de dagvaarding, zooals die in 1862 was
gesteld, tot een ontslag van rechtsvervolging lei
den, na dien tijd zal wel niet meer uit art. 26,
doch uit art. 20 der jachtwet zijn geageerd en
veel kans is er dat aan den ganzenbestrijder eene
dagvaarding zal worden thuis gezonden, waarin
het zich met geladen schietgeweer in het veld
bevinden zonder jachtakte en consent, of in ge
sloten jachttijd, zal worden te laste gelegd. Bjj
art. 40 is daartegen bedreigd eene boete van 10
tot 20 gulden. Wanneer nu hier nog bij komt
dat hem zijn schietgeweer d. i. zijn ganzenroer
kan worden ontnomen, dan zal hij in overdrach
telijken zin gesproken de teleurstelling ondervin
den van niet op een gansje gevallen te zijn.
De vërklaring dat hij, met voorbijgang van
ieder voor zijne voeten opkomend stuk wild,
slechts op ganzen heeft willen losbranden zal hem
niet baten. Dezelfde straf zal hem treffen die ook
weggelegd is voor den door konijnen (geen wild,
doch zeer schadelijk gedierte) geteisterden landbou
wer, alleen omdat deze zich met een konijnen-
strik in de hand bevonden heeft in het veld bui
ten openbare wegen en voetpaden, onverschillig
of bij den man het plan bestond den strik te
zetten.
Ik acht dus B* gevolgtrekking niet zonder ge
vaar en meen wel te doen, bezitters van ganzen
roeren te waarschuwen om, wanneer zij, voorge
licht door diens ingezonden stuk, Scijlla meenen
te ontzeilen, zich niet te werpen op den uit art.
20 opdoemenden Charybdis.
Middelburg 12 Oct. 1882. M.
Mjjnheer de Redacteur
Om het mijns inziens hooge belang der zaak,
vraag ik van u nog eenige plaatsruimte voor het
onderwerp der Brusselsche advertentie. Voorafga
de verzekering, dat ik gaarne geloof aan de goede
trouw van den heer De Zeeuwmaar daarbij voeg
ik aanstonds de dringende waarschuwing jegens
allen die het aangaat, om toch geen jonge meis
jes onbeheerd te zenden naar een stad als Brussel.
Ik ben een trouwe lezer van het Maandblad van
Pierson, en zou indien het noodig was daaruit de
allertreurigste geschiedenissen kunnen mededeelen,
van meisjes uit verschillende naburige landen, die
onder allerlei voorwendsels (b. v. een voordeelige
dienst) derwaarts worden gelokt, maar weldra
bevonden dat hare onervarenheid op de schande
lijkste wijze was misbruikt. De heer De Zeeuw
meent dat in het thans bedoelde geval het alléén
te doen is om het Zeenwsche boerinnenkostuum
(en dus minder om de meisjes zelve). Hoe is dat
mogelijk Zijn er dan in Brussel geen kleerma
kers en naaisters meer, die zoo'n kostuum kunnen
vervaardigen, of zouden er in Brussel geen meis
jes zijn die voor 2.50 a 7 daags zoo'n kos
tuum wilden aantrekken
Geloove dat wie wil Ik kom er rond
voor uit, dat wie aan zulk eene Brusselsche uit-
noodiging gevolg geeft, een gevaarlijk spel begint,
waarin een levensgeluk zeer licht te verliezen is.
Men zij gewaarschuwd
Hoogachtend,
Uw. dr.
Sibjiacher Zijnen.
Mijnheer de Redacteur 1
Art. 18 der wet van 5 April 1870 (Stbl. n° 63)
schrijft voor, dat met den laatsten December dezes
jaars de helft der leden van het college van zet
ters bij de rijks directe belastingen moet aftreden.
Volgens art. 3 dier wet moet door de gemeente
raden vóór 1 September aan den commissaris des
konings eene opgaaf worden ingezonden van twee
maal zooveel personen als er leden te benoemen
zijn.
Dat aan dit voorschrift in den regel wordt
voldaan, ligt in den aard der zaak. Ook de ge
meenteraad van Westkapelle deed in dit opzicht
naar behooren zijn plicht. Hij koos in de daartoe
bestemde raadszitting vier personen, die de bij
art. 5 der wet gestelde vereischten bezitten, om
op de aan den commissaris des konings in te
dienen voordracht te worden geplaatst. Het
waren de heeren J. Minderhoud Kz„ L. v»n
Rooijen, D. Dekker en A. Leinse. De beide eersten
verkregen ieder 5, de beide laatsten ieder 4 stem
men. De meerderheid in den raad gaf dus blijk
baar de voorkeur aan de heeren Minderhoud en
Van Rooijen.
De commissaris des konings echter heeft benoemd
de heeren Minderhoud en Dekker, met voorbijgang
van den in de tweede plaats voorgedragen keer
Van Rooijen. De bevoegdheid van dien hoogen
ambtenaar om eene vrije keuze te doen is onbe
twistbaar, maar het feit der afwijking baart toch
groote bevreemding omdat in den regel de eerste
der door den raad voorgedragenen worden benoemd.
Dit is ook zeer begrijpelijk, aangezien de gemeen
teraden beter dan de commissarissen des konings
geacht kunnen worden van nabjj met de voorge
dragenen bekend te zijn.
De vraag rijst: kan er soms van de zijde van
den secretaris eene vergissing hebben plaats ge
had in de volgorde der namen, bij zjjne opgaaf
van het raadsbesluit aan den commissaris des
konings Ofzjjn er wellicht persoonlijke sym
pathieën en antipathieën in het spel geweest
tengevolge waarvan den heer Dekker in de plaats
van den heer Van Rooijen (de tweede op de voor
dracht) de eer der herbenoeming ten deel viel?
Wensckelijk ware het, dat in dezen eenig licht
kon ontstoken worden.
Middelburg, Oct. '82. A.
R. te 's Gr. Den vorm van de door u ge-
wenschte aanvulling vonden wij wat vreemd. Wjj
hebben daarom een anderen gekozen. Red.
Vlissingen. 13 Oct. De Ned. kof Volharding
gisteren als naar zee vertrokken opgegeven, is door
contrarie wind weder ter reede geankerd.
Binnengekomen het Eng. stoomschip Signa f