BUITENLAND.
Laatste Berichten.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Gemengde Berichten.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Weerkundige waarnemingen.
Algemeen Overzicht.
gebrande kalk te bestrooien. In een kelder,
waarin de vloer uiin of meer vochtig is, doet men
goed eene laag turf neer te vleien en daarop de
aardappelen uit te spreiden, nadat men vooraf er
wat hout- of kolenasch over heen heeft gestrooid.
Van Ebers' roman Die Fr au Bürgemeisterin is nu
ook eene Engelsche vertaling verschenen. Het lijkt
ons belangwekkend, het oordeel van een Engel-
schen criticus daarover mede te deelen. Men zal
eruit zien, dat kennis aangaande het roemrijkste
en bloedigste tijdvak onzer historie niet te vergeefs
bij degelijke letterkundigen aan de overzijde van
het Kanaal gezocht wordt.
The Burgomaster's Wifezegt onze recensent,
is een treurig voorbeeld hoe een goed onderwerp
door een ijverig schrijver, met de beste bedoe
lingen bezield, bedorven kan worden. Voor een
historischen roman ware nauwelijks een dank
baarder onderwerp te bedenken dan het beleg
van Leiden. De heldhaftige volharding der bur
gers, de wreedheid der Spanjaarden, de wonder
baarlijke manier waarop de .zee over het land
geleid werd om de Geuzen tot ontzet voor de
wallen te brengen, dit alles geeft zulk een stof
voor een welsleepend verhaal, dat men bijna zou
kunnen volstaan met het achter elkander te ver
tellen, zonder zich om knoop of verband te be
kommeren. Wat een Dumas of een Charles
Kingsley van zulk eene stof gemaakt zouden heb
ben, behoeft men nauwelijks te vragen. Motiey's
beschrijving ervan is zoo boeiend, dat slechts weinig
romans die overtreffen kunnen. En toch is prof.
Ebers erin geslaagd het zoo voor te stellen, dat
men, het boek dichtslaande, den indruk behoudt
alsof het beroemde beleg een tamelijk vervelend
geval is geweest.
De beoordeelaar geeft een overzicht van den
inhoud en gaat daarna aldus voort
Al deze historische of verzonnen personen, op
den voorgrond of in het halfduister geplaatst,
vormen eene goed gevulde galerijmaar ongeluk
kig heeft de schrijver hen allen zoo zorgvuldig
glad gestreken, dat men onmogelijk begrijpt hoe
zulke zachtmoedige lieden zoo vervaarlijk hebben
kunnen vechten. Hun verdraagzaamheid voor elk
anders godsdienstige meeningen is zeer Christelijk
en braaf, maar, naar 't ons voorkomt, niet van
hun tijd. Hendrika (dochter van baron Yan
Hoogstraten) is de eenige godsdienstige dweepster,
maar dat is een gevolg van haar smaak. Zij is
roomsch omdat zij de kunst lief heeft en de kil
heid en eentonigheid van de calvimistische gods
dienst-oefeningen stuitend vindt. Zulk een ma
nier om deze dingen op te nemenis hoogst
natuurlijk in eene Duitsche jonge dame van't jaar
1882maar zou in 't oog eener Hollandsche
jonkvrouw van 1574 niet veel beter geweest zijn
dan de grofste ketterij. Al de karakters in het
boek passen op hedendaagsche Duitschers van een
sentimenteel-letterkundig slag. 't Zijn meest allen
beste, brave menschenmaar vergeleken met de
Hollanders van dien tijd zijn zij wat de hertog
van Al va, zeer ten onrechte en zeer tot zijn eigen
nadeel, in de bewoners der Nederlanden meende
te zien; „mannetjes van boter.' Hoe te eenen-
male blind de heer Ebers geweest is voor de
groote trekken van zijn onderwerp, blijkt hier
uit dat hij bijna geen woord vertelt van het
doorsteken der dijken en het onderloopen van het
Spaansche legerkamp. Een schrijver met eenig
besef van het dramatische, zou zoo iets aange
grepen hebben alsof het een fortuin voor hem was.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het
arr. Arnhem, ter standplaats Dinxperlo, W. E.
Hijink, cand.-not. te Winterswijk.
marine. Op verzoek, vergunning verleend aan
den gepensioneerden kap. t. z. J. D. J. van der
Hegge Spies, tot het blijven dragen der activiteits
uniform, verbonden aan den laatstelijk door hem
bekleeden rang.
consuls. De heer F. M. Cordeiro, benoemd tot
vice-consul der Nederlanden te Rio de Janeiro
is in die hoedanigheid door de Braziliaansche
regeering erkend.
De heer C. Krediet, adjunct-ijker alhier, is be
noemd tot assistent-leeraar in de natuurkunde
aan de polytechnische school te Delft.
Xierikzee, 10 Oct. Door het kiescollege der
Herv. gemeente alhier is heden het beroepings-
werk hervat en is het bestaande zestal, dat
door het bedanken van d". Beets en het beroep
van d". Bouvin naar Alkmaar een viertal was ge
worden, aangevuld met de heeren Heinecken te
Workum en H. L. Weiter te Dedemsvaart Voorts
werd het drietal aangevuld met d». P. J. Romeijn
te Ridderkerk, en uit dat drietal nu bestaande
uit de heeren M. A. Adriani te Maarsen, C. B.
Oosthuis te Woudrichem en P. J. Romeijn te
Ridderkerk, terstond beroepen de heer P. J. Ro
meijn te Ridderkerk met 41 stemmen van de 54
ingeleverde stembriefjes, onder welke zich 10 in
blanco bevonden.
De luit. t. z. 2e kl. R. O. J. Verschoor, dienende
aan boord van Zr M» schroefstoomschip Marnix
wordt gedetacheerd te Leiden, en vervangen door
den luit. t. z. 2e kl. H. O. W. Planten.
Aan den stuurmansleerling le kl. D.J. Gree-
vink, thans dienende a/b. van Zr. M". schroef
stoomschip Tromp, is dezer dagen bij loting het
geschenk (een kostbaar remontoir-horloge) te beurte
gevallen, dat, ingevolge de bepalingen, aan den
meest uitmuntenden stuurmansleerling bij het
verlaten der opleiding a/b. van het wachtschip te
Amsterdam wordt toegekend.
Het état major van Zr. M\ schroefstoomschip
Tromp, dat gisteren van Nieuwediep naar Indië
vertrok, bestaat uitkapt. ter zee H. D. Guijot,
kommandant, luits. ter zee le kl. H. A. Meden-
bach, le off. en J. Luijtjes, belast met de art.; id.
2e kl. jhr. J. F. Coertzen de Koek, G. P. Pos-
thuma, G. F. G. Gobius en D. A. Mensert; off. van
gez. le kl. L. P. Gijsberti Hodenpijl; id. van adm.
le kl. P. J. Roest; adelb. le kl. J. M. Zwanenbeek
Pauw, N. M. Japikse, A. E. Zimmerman, G. J.
Blum, C. C. Zegers Rijser, J. J. Romein, H. W.
de Joncheere, jhr. E. G. Wichers, J. van der Eist,
C. W. Broers, L. J. van Ileloma, A. J. van dei-
Pauw, P. G. J- graaf van Hogendorp, C. Beels en
K. J. Karseboom; scheepsklerk R. F. baron van
Heerdt tot Eversberg, benevens de machinist le
kl. v. c. J. Jongkees, id. 2e kl. W. Z. Ort en H.
A. Leeflang, id. 3e kl. J. F. W. Nuboer.
Dat van Zr. M". schroefstoomschip Leeuwarden, dat
gelijkertijd naar dezelfde bestemming vertrok, be-
sfaat uitkapt. ter zee C. F. T. van Woelderen,
kommandant; luit. ter zee le kl. H. van Broekhuizen,
le off.; id. 2e kl. J. G. Snethlage, W. D. H. baron
van Asbeck, J. B. Mulder, H. P. Netscher, P. W.
Sachse, off. van gez. le kl. M. C. Buijze, arts; id.
van adm. le kl. J. J. van den Berge; adelborsten
le kl. F. Bauduin, J. A. M. Bron, W. Houwing,
L. J. H. Willinge, J. W. van Aalst, J. Albarda,
A. L. de Kruijff, P. J. Serlé; scheepsklerk, A. L.
Koops; benevens de machinist le kl. v. c. L. A.
van Poelvoorde, id. 2' kl. M. Flohil, G. v. d.
Klugt en A. Hendriks.
Naar wij uit goede bron vernemen, is het door
sommige bladen verspreid gerucht, als zou de
stoomtramdienst tusschen Middelburg en Vlissin-
gen binnen kort tijdelijk gestaakt worden, geheel
zonder grond.
De sierlijke wachthuisjes op de verschillende
stations zijn bijna voltooid en zullen dezer dagen
in gebruik gesteld worden. Met de inrichting
van het wachthuis op de Vischmarkt te Vlissingen
is mede reeds een aanvang gemaakt.
Het getal der overgebleven oud-strijders van
Waterloo is weder met een verminderd door het
overlijden van den 93jarigen B. Balgoijen te Tiel.
Blijkens telegram van de Nordd. Lloyd aan
den Duitschen vice-consul te Groningen is de
inhoud van het bericht in de flesch waarvan
ook wij onlangs melding maakten een ondeu
gend verzinsel; in een daarop gevolgden brief
werd medegedeeld, dat de Habsburg 29 Augustus
met de opvarende passagiers in goeden welstand
te New-York is aangekomen. Men zal trachten,
den schrijver van het ondeugend geschrift in de
flesch op te sporen.
In de residentie is dezer dagen overleden de
heer Cavin, Zwitser van afkomst, die nu 60 jaar
geleden in Holland kwam als opvoeder van de
prinsen en prinsesen uit het huis van Oranje en
o. a. als onderwijzer van koning Willem in werk
zaam was. Later is hij bibliothecaris geweest van
de koningin-moeder Anna Paulowna, 't welk hij
tot den dood der koningin-moeder in 1865 bleef.
Dezer dagen werd te 's Gravenhage de nieuws
gierigheid gaande gemaakt van de voorbijgangers,
toen zjj justitie en politie druk in de weer zagen
voor het huis van eene alleen wonende dame.
Niets minder werd verteld dan dat men vermoe
den had van een misdaad, in welk denkbeeld men
versterkt werd doordien de vensters van het huis
van onder tot boven gesloten waren. In het
bijzijn van de noodige dienaren van den Heiligen
Hermandad werd dus de huisdeur opengebroken,
begaven zich eenige politie-beambten naar binnen
en vonden niets, tot groote vroolijkheid van
de menigte, die zich inmiddels voor het bewuste
huis verzameld had.
Toen men de deur weêr behoorlijk gesloten had,
bemerkte men dat er eigenljjk geen reden was
geweest om zich ongerust te maken, want aaneen
der straatramen ontdekte men een briefje, waarbij
de bewoonster aan wie dit aanging mededeelde
dat zij suit de stad" was.
Het weekblad De Amsterdammer zal met 1°.
Januari veranderen in een dagblad, piet een morgen
en een avond-editie. Het kapitaal, waarmede men
die verandering wenscht in te voeren, is voorloopig
vastgesteld op 200.000, waarvan reeds 150.000
is geplaatst. De statuten zijn mede reeds vastge
steld. 't Is de heer Plate (firma Lens en Bergs ma)
van Burgerplicht, die zich bijzonder voor de zaak
interesseert. Het denkbeeld gaat uit van de heeren
Ellerman, Harms en Co., uitgevers van het weekblad,
die tevens drukkers waren van het Vliegend Blad
en de Tijd, welke bladen eigen drukkerijen gaan
oprichten, waardoor de rotatie-machine der heeren
Ellerman, Harms en Co. nagenoeg geheel van werk
zou zijn beroofd. (K. Nbl.)
Toen onlangs de predikant uit Chaam op
Texel vertrok naar zijn nieuwe standplaats, werd
er een schot gelost. Het vermoeden werd geop
perd, dat het op het leven van den predikant was
gemunt. Zij die elders wonen konden allicht on
derstellen dat een gemeentelid de gedachte niet
verdragen kon, dat zijn herder en leeraar voort
aan zijne zorg aan eene andere gemeente zou
wijden. Uit de instructie is echter gebleken, dat
eene geheel andere opwelling het schot heeft
doen lossen. Het moest namelijk een vreugde
schot verbeelden en het was volstrekt niet op des
predikants leven gemunt.
De lotgevallen van de »millioenenjuffrouw"
zijn ook over de grenzen bekend geraakt en strek
ken thans tot vermaak der Berlijners. In het
Louisenstadtische theater aldaar wordt Das Milli-
onenmadel ten tooneele gevoerd.
De directeur der Fransche opera in Den Haag
heeft zich tot het dagelijksch bestuur dier gemeente
gewend met een klacht en protest betreffende het
toelaten van Carré met zijn paardenspel-tent in de
maand November.
Dergelijke concurrentie kon door den directeur
der opera niet worden voorzien, toen hij zijn
contract met het gemeentebestuur sloot.
Den 19 Aug. kwamen te Soerakarta de oli
fanten, afkomstig van Atjeh, door de regeering
aan den Soesoehoenan en aan den sultan ten
geschenke gegeven. Ze zagen er goed doorvoed
uit en lieten zich door hun geleider lossen; doch
op het zien van de vele menschen werden zij bang
en liepen een kampong achter het kofiiepakhuis
in, alwaar zij uit vernielzucht alle pisang- en
andere boomen vernielden. Hun geleider, een
Europeesch brigadier, had ze spoedig in bedwang
en nu hielden de dieren zich tam als een schaap, en
volgden den man op het hooren hunner namen.
Zij zouden worden overgegevenmaar o wee daar
naderen de afgezanten om de present-exemplaren
mede te nemen; de dieren weigeren en maken rechts
omkeer, en geen wonder, de roode, zwarte en
andere buisjes, de pajons, lansen enz. maken hen
bevreesd, zij die in Atjeh voor het geknal van de
kogels der maraudeurs en van onze troepen niet
van schrik terugdeinsden Doch hoe ook de gelei
der verzocht dat de heeren hun afzichtelijke en
schrikwekkende voorwerpen zouden weglatenhet
hielp nietszij wilden de teekens hunner hooge
waardigheid niet voor een oogenblik ter zijde leg
gen, en de olifanten bleven ook bij hun idéé
en weigerden zich over te geven.
Eindelijk wordt besloten dat men een olifant
van den kraton zou halen, om zoodoende de anderen
mede te lokken. Dit geschiedde en het dier was
er vrij spoedig. Een uitroep van den geleider
»Wat willen ze met dat verhongerde dier? laat
ze daar maar gauw weer mee weggaanen
alsof de nieuw aangekomenen het eens waren, zij
wilden niets van het bezoek afweten en maakten
rechtsomkeer.
Later kon de begeleider hen onder een loods
van het station krijgen doch nu was de toer om
den voor Djocja bestemden vast te binden. De
man vroeg touw, was er nietRingen, ja
men bracht er, maar zoo stevig, dat ze dadelijk
stuk waren. Er werd eten gevraagd men bracht
vuil gras, dat de beesten, die beter gewend waren,
lieten liggen. Breng pisangbladeren Er werden
oude, vuile, gele bladeren gebrachthetzelfde als
bij het gras. Breng pisangAhdat gaat, er
komt een trosje waaraan een stuk of 10 zitten.
De begeleider: »Is dat voor een olifant? Dat
eet ik alleen op, laat staan een olifant," en zoo
is het doorgegaan. Eindelijk des avonds, toen de
begeleider verzocht het terrein schoon te doen
vegen van de menschen, werd daaraan voldaan,
iets waartoe de politie in den aanvang niet bij
machte scheen of wilde zijn, waarop door hem
om zoo te zeggen in minder dan geen tijd het
voor Djocja bestemde dier geladen werd en het
andere kalm bleef staan.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven, zegt de
berichtgever, staat het eene dier nog aan het
station, dat dagelijks vol is met nietsdoenders,
alias lui om het dier naar den kraton te vervoeren.
Jean Becker, de bekende eerste violist van
het beroemde Florentijner quartet, zal zich te
Mannheim vestigen en daar een viool-school op
richten. Zijn drie kinderen zullen concertreizen
ondernemen.
De vreemdelingen-lijst in de badplaats Ostende
heeft over 1882 een hooger cijfer dan in eenig
voorgaand jaar bereikt. Sedert 1870, toen zij
een totaal aanwees van 12880 reizigers, is zij meer
dan verdubbeld en tot 26117 in het afgeloopen
badseizoen geklommen.
Voor het bestorten van den Oudenlandschen
zeedijk, behoorende tot de zeewerken in de pro
vincie Z.-Holland, is de minste inschrijver geweest
de heer H. Hage, te Middelburg, voor 16.367.
's Gravenhage. De tweede kamer heeft
na eenige discussie aangenomen de conclusiën der
sedert lang aanhangige verslagen betrekkelijk de
consulaire rechtspraak in Egypte en de instructiën
voor de vesting-kommandanten, zoodat het uitge
maakt is, dat indertijd de toetreding tot de
gemengde rechtbanken aan de goedkeuring der
staten-generaal moest onderworpen worden en dat
wat de vesting-kommandanten betreft een ook
door de regeering erkende en beloofde wettelijke
regeling noodig is.
Dinsdag zijn eenige wetsontwerpen aan de orde,
o. a. de overeenkomsten met de Kanaal-maat-
scliappij en de Hollandsche Spoorwegmaatschappij,
benevens eenige andere onderwerpen. Daarna
gaat de kamer op reces uiteen. Bij hervatting
der werkzaamheden is eerst de Indische begroo
ting aan de orde, terwijl daarna, vóór dat de
staatsbegrooting in behandeling komt, eenige an
dere ontwerpen, waaronder de verlegging van den
Maasmond, zullen worden afgedaan.
'sUravenliage. De uitslag der verkiezing
voor een lid van den gemeenteraad alhier is dat
herstemming moet plaats hebben tusschen de
heeren m* J. Pols (lib.), enjhr m' W. Th. Gevers
Deynoot (ant.-rev. en cons.), die respectievelijk
606 en 551 stemmen op zich vereenigden.
De heer R. A. W. Sluiter (lib.) verkreeg 312
stemmen.
mmmÊmmmmrn mm
11 October des morgens te 8 uren.
namen
Ba-
Wind-
Toe
Tem
der
rom.
stand
pera
plaatsen.
stand.
richt.
kracht.
lucht.
tuur.
Cels.
Delfzijl
759.3
ZO
1
mist.
10
Groningen
758.6
ozo
0
mist.
10
Den Helder
757.8
zo
0
mist.
12
Vlissingen
757.7
zzo
1
betr.
15
Maastricht
759.4.
ozo
1
betr.
15
Eene depressie bevindt zich ver van ons en
W. waarts.
De barometerstand in 't centrum ervan is
750 m. ijj.
Grootste verschil
gisteren avond 8 u. G. 2 V.
heden morgen 8 G. 2.3 V.
Het afwijkingsverschil werd ongunstiger en
grooter.
Barometer-aanwijzing te Utrecht te half éen
755.8 m. m.
VerwachtZW. wind en regen.
Thermometerstand te Middelburg.
10 Oct. 's avonds 11 uren 59 gr.
11 ff 's morgens 8 uren 60 gr. 's middags 1 uur 67 gr.
*8 avonds 5 uren 63 gr. F.
De heer Depretis, minister-president van Italië,
heeft in tegenwoordigheid van eenige zijner ambt-
genooten te Stradella, zijne geboorteplaats, eene
toespraak tot zijne kiezers gehouden, welke als
een manifest der regeering bij het naderen der
verkiezingen, zeer de aandacht trekt. Er bestaat
in Italië eene kleine, maar rumoerige partij van
onruststokers en opgewonden lieden, die overal
de hand in willen hebben en de jongste groote"
mogendheid van Europa met geweld ook eene
»groote" rol willen doen spelen. Zij zijn in tegen
spraak met de sluwe en omzichtige gezindheid
der Italianen in 't algemeen; maar nu en dan
maken zjj, door het klavier der nationale harts
tochten sterk te tokkelen, een geweld, waar zelfs
de meest bedachtzame staatslieden zich door laten
medesleepen. Bij zulke gelegenheden lijkt het
alsof Italia irredenta, of wel de roode republiek,
óf ook de overmoed tegenover andere mogend
heden, alles in het schiereiland te zeggen heeft.
Tegen al deze invloeden nu heeft de heer Depretis
het kalme woord van een staatsman, die sedert
ruim een jaar het oppergezag in handen heeft en
sedert veel langer tijd een belangrijken invloed
op de politiek van zijn land uitoefent, willen
doen hooren.
Het gedeelte, dat op de binnenlandsche staatkunde
betrekking heeft, kunnen wij spoedig voorbijgaan.
De heer Depretis heeft als staatsman zijn land
naar zijne beste krachten gediend en het zeker
ook diensten bewezen; voor de blijvende waarde
van zijn werk is echter zijn eigen getuigenis,
vooral in eene verkiezingsrede, niet de meest
vertrouwbare bron. Bepalen wij ons dus tot de
vermelding dat de minister herinnerde aan zijn
programma van 1875 en betoogde dat dit pro
gramma, zoo vol beloften dat het destijds »het
programma der hoop" genoemd werd, in al zijne
hoofdtrekken verwezenlijkt is. Het evenwicht in
het budget is verkregende economische toestand
des lands verbeterduitmuntende wetten, de
minister noemde het cijfer van 534 in 7 jaren
tijds! zijn tot stand gebracht.
In al deze verzekeringen willen wij den rede
naar op zijn woord gelooven. Van meer algemeene
beteekenis is zijne verklaring, dat de monarchale
regeeringsvorm en de constitutie des lands geen
hinderpaal zijn voor éenige staatkundige of maat
schappelijke verbetering. Dit aan 't adres der
republikeinen en ultra-democraten. Voorts dat
aan de versterking der krijgsmacht geen nieuwe
millioenen, in grooten getale, ten offer gebracht
mogen worden, want dat de krijgsmacht van een
land, in overeenstemming moet zijn met zijne
economische kracht. Dit in antwoord op de ver
overingszucht en den krijgslust van Italia irredenta,
dat een oorlog met Oostenrijk om eenige stukken
land met eene basterd-Italiaansch sprekende be
volking, en een krijg met Frankrijk, ter wille van
Nizzaen Savoye, zou willen uitlokken. Eindeljjk,
dat Italië trouw zal blijven aan zijne goede ver
standhouding met alle mogendheden, vooral met
die van Midden-Europa, die de instandhouding
van den vrede willen. Dit voor Duitschland en
Oostenrijk. Dat de banden met Frankrijk nauwer
toegehaald en alle sporen van de jongste geschillen
weggenomen zullen wordenop welke goede
vriendschap de eerstdaags te verwachten benoe
ming van de gezanten der beide mogendheden het
zegel zal drukken. Dit aan hen die Tunis tot een
twistappel tusschen de beide buren zouden willen
maken. Ten laatste, dat de betrekkingen met
Engeland uitmuntend zjjn en eene bemoeiing
met de quaestie van Egypte in strijd zou zijn met
Italië's internationale verplichtingen.
Ieder krijgt dus van den minister-president het
zijne en ieder kan met zijn deel tevreden zijn.
Wat voor ons het meest van belang is, zijn de
toezeggingen omtrent de actueele buitenlandsche
politiek. Een geruststellend en vredelievend ka
rakter kan daaraan niel ontzegd worden.
Egypte kunnen w|j heden laten rusten, dewijl
daaromtrent niets stelligs is te berichten. Alleen