BUITENLAND. Laatste Berichten. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Marino en leger. Rechtszaken. Gemengde Berichten. Weerkundige waarnemingen. Algemeen Overzicht. De drie eerstvolgende verzendingen van brieven enz. naar Curasao, langs den weg van New-York, zullen niet, zoo als is aangekondigd, op 15 Oc tober en 1 en 9 November a. geschieden, maar op 13 en 30 October en 17 November a. Over de aan het stoomschip Edam overkomen ramp schrijft de New-Yorksche medewerker van het Nieuws v.d. Dug als volgt Ofschoon ik een der eersten was die alle moge- ijke bijzonderheden over het ongeluk te weten kwam moet ik in dezen voor mijne Amerikaansche col lega's onderdoen, om de eenvoudige reden dat die, als correspondenten der Engelsche bladen, het geheele ongeval «telegrafeerden." De redacteur der New- York Tribunemet wien ik tegelijk bij den heer Cazeau was, telegrafeerde Zondag nacht nog onge veer eene kolom druks naar de Daily Neius en Standardzoodat u op het oogenblik dat ik dezen schrijf (Maandag morgen) wellicht reeds evenveel weet als ik u schrijven kan. Hoe ongelukkig het verlies van twee menschen- levens ook zijn mag, de ramp had nog grooter kunnen wezen. Als men bedenkt dat de meeste der passagiers zoowel als der equipage in de kooi waren en 20 minuten na den eersten stoot de Edam reeds zonk, dan moet men bewonderen de wijze waarop de redding heeft plaats gevonden en de heldhaftige kalme houding van den gezagvoer der Taat, die nu ten tweeden male getoond heeft in ongevallen een man van ontzaglijk veel beleid te zijn. Dat de kapitein terneergeslagen was laat zich denken. Voor dengeen, die een beetje zeemansbloed bezit,_is het geen nieuws wat het zeggen wil zijn schip met alles te moeten verlaten. Tijd om daarover lang te denken heeft men natuurlijk niet, het geld hier presence d'esprit ou tout est perdu. Gelukkig blijkt uit het verslag van den kapitein, dat er aan de door de wet gestelde seinen is voldaan en ofschoon kapt. Rogers van de Lepanto eene tegenstrijdige verklaring gemaakt heeft, of liever beweert, dat hij de twee signalen van de Edam niet heeft gehoord, zoo is de algemeene opinie, zoowel bij de pers als bij het publiek, dat er van de zijde van de Edam geen verzuim heeft plaats gevonden. De regeering der Zuid-Afrikaansche republiek heeft bij brief van den 4en September jl., onder dankbetuiging, het aanbod aanvaard van de AF der Ned. Letterkunde, te Leiden, om aan het volk van de Transvaal eene bibliotheek van Neder- landsche klassieken en schrijvers van naam aan te bieden. De heer B. H. Heldt komt andermaal in het Handelsblad op de werkstaking bij de fabrikanten Driessen, te Leiden, terug. Zijn uitvoerig stuk is aan prof. Buys en de andere heeren, die de zaak onderzocht hebben, (zie M. Ct van 9 dezer) gericht. Het komt hierop neer dat in 't geheel niet, zooals beweerd is, reeds sedert Nov. 1881 de vermindering van loon voor het drukken van spreien is inge voerd, maar diemetterdaad eerst heeft plaats gehad in September jl. Wij kunnen dat betoog hier niet overnemen, maar geven het slot van dit stuk „De heeren Driessen houden zich aan geen tarief, doch streven er steeds naar ons het minste te betalen, zonder rekening te houden met het dalen of stijgen der prjjzen, waarvoor zij hunne goederen verkoopen „Ik begrijp echter volstrekt niet, dat gij, met de boekjes voor u, niet hebt kunnen beslissen, of die boekjes werkelijk bewijzen wat de fabrikanten beweren. Was u de moeite om die ettelijke boekjes na te zien, wellicht te omvangrijk en de tijdroo- vend Maar waarom zijn de heeren Driessen u dan niet behulpzaam geweest, door b. v. inzon derheid die boekjes voor u uit te zoeken, waarmede zjj hun beweren zouden kunnen staven Uit die boekjes, zegt gij, kan met mathematische juistheid worden bepaald wie der beide partijen geloof waardig is; maar zjj zijn u, zulke veelzijdige kun diger» en ontwikkelden „onduidelijk", terwijl de eenvoudigste drukker ze begrijpt „Mijne heerenIk lees veel tusschen de regels van uw rapport, wat ik echter in de regels zelf niet lees dat het resultaat van uw onderzoek u redenen heeft gegeven, om 't publiek, op wier medelijden een beroep is gedaan, te ontraden iets te geven, omdat het daardoor onwaardigen zoude steunen. „Volstrekt niets beslissende, laat gij ruimte over voor een raad van onderzoek en verzoening. De wenschelijkheid van zulk een raad is ook door mij betoogd daarom doet het mij te meer leed, dat gij, eenmaal in aanraking met de heeren. Driessen, uwe bemiddeling niet hebt aangeboden. De werklieden, die bjj gerucht van uwe bemoeiin gen hadden gehoord, verbeidden het oogenblik, dat zij door u zouden worden geroepen, met on geduld. Gij waart in de gelegenheid en anderen schijnen dat niet te kunnen komenwant, naar ik met zekerheid verneem, hebben drie te goeder naam bekende, deskundige en onpartijdige man nen zich als bemiddelaars aangeboden, doch zij zijn door de heeren Driessen afgewezen." Omtrent de hervatting van het werk deelt de heer Heldt nog mede, dat de vrouwen en meisjes, door den nood gedwongen, het eerst weder om werk verzocht hebben en daarna de mannen gevolgd zjjn. Zij worden nu, groepsgewijs, iedere week 21, toegelaten op voorwaarde dat de nog onderhanden zijnde voorraad spreien op het thans bepaalde loon afgewerkt en de prijs later door de fabrikanten naar omstandigheden geregeld zal worden. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw d' C. Stekoulis, vertegenwoor diger van Nederland in den internationalen ge zondheidsraad te Konstantinopel. Op verzoek is eervol ontslag verleend aan drA. Rutgers als leeraar in de wiskunde en wisk. aard rijkskunde aan het gymnasium te 's Bosch, en is in zijn plaats benoemd de heer L. P. C. Luijten. Te Batavia is den len dezer de eerste hoo- gere burgerschool voor meisjes in Ned. Indië ge opend. Tot adjudant bij het 2e bataljon 3e reg. infan terie te Middelburg, is benoemd de le luitenant A. Breeman. Voor de rechtbank alhier stond heden terecht P. de B., werkman te Ter Neuzen, die ofschoon een goed weekgeld, somtijds wel 20, verdie nende, zich te verantwoorden had over een dief stal van 9 kilogram wol, die hij uit de bergplaats van den expediteur v. IJ., bij wien hij werkzaam was, had ontvreemd. Uit de verklaringen der gehoorde getuigen bleek de schuld van beklaagde voldoende en zijn pogen om een der getuigen voor zijn medeplichtige te laten doorgaan, mocht hem niet gelukkën, ofschoon hij zoo slim was geweest, daarvoor iemand met zeer beperkte geestvermogens uit te kiezen. Deze getuige, die 's nachts met het toezicht over de goederen was belast, scheen zoo weinig besef van zijne verplichtingen te hebben dat hij verklaarde gezien te hebben, dat de dief het zeil waaronder de goederen geborgen waren wegruimde, wol uit een der balen nam, dit in een zak deed en er zich mede verwijderde, zonder dat hij, waker, hem daarin verhinderde of iets tegen hem zeide. Be klaagde nu beweerde dat die waker hem verlof gegeven had de wol te nemen en zelfs geholpen had die in een zak te bergen. De rechtbank hechtte echter niet veel geloof aan zijne beweringen, die door den getuige ook ten sterkste werden tegengesproken. Het O. M. achtte het aan beklaagde te laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, requireer- de zijne schuldig verklaring aan diefstal gepleegd door iemand op de plaats waar hij gewoon is werkzaam te zijn en eisckte zijne veroordeeling tot eene cellulaire gevangenisstraf van 3 maan den en in de kosten. Uitspraak over 8 dagen. Door den hoogen raad werd gisteren behan deld de zaak van P. A. Janssen, geschorst directeur van het huis van arrest alhier. Door den advocaaat m' A. J. E. A. Bik werd, op grond van twee cassatiemiddelen, tot cassatie van het door het gerechtshof te 's Gravenhage gewezen vonnis ge concludeerd. Het O. M. zal den 23en dezer in deze zaak conclusie nemen. De rechtbank te Amsterdam heeft ook de tweede vordering van den heer Yan der Gant (firma Wamsteeker) tegen Jannetje Struik aan den eischer toegewezen. Te Vlissingen heerschen de mazelen; in de af- geloopen week deden zich ongeveer 30 gevallen voor. Tot vervanging van de Edam zal op de werf te Feijenoord de kiel worden gelegd voor een nieuw stalen stoomschip van 3000 ton, voor reke ning van de Ned. Amerik. Stoomv. AF, te Rotterdam. Twee ondernemers te Soerabaija hebben ver gunning verkregen tot het aanleggen van een stoomtram aldaar, loopende van Simpang (de bovenstad) tot de Oedjong (den mond der rivier Kali-Mas). Een van de bekwaamste officieren van den Duitschen generalen staf, de Hauptmann Von Hagenow, is als militair-attaché bij het Duitsche consulaat-generaal geplaatst. Misschien hooren wij mettertijd nog wel eens van Hagenow-pacha, als commandant van het Egyptische leger of de gendarmerie, wanneer Baker of een van de andere renegaten niet in het werk der organisatie mocht slagen. Alexander Dumas, de vader, is tegenwoordig in Parijs weder de lieveling van het publiek, even goed als voor vijftig jaren. Een drama uit den tijd toen hij als een van de wakkerste kam pioenen in de eerste gelederen der romantiek streed, getiteld Charles VII chez ses grands vassaux, wordt in het Odéon, op de klassieke speelavonden, op gevoerd. Het oude stuk vindt zulk een bijval, dat men den directeur aanraadt het als volks voorstelling te geven. Intusschen heeft in het Gaiie-theater la Tour de Nesle, dat van 1836 dagteekent, zijn intocht weder gehouden, metmej. Agar als Margaretha van Bourgondie. Ook hier zijn de toejuichingen zoo vol geestdrift, dat men aan de jonge auteurs van onzen tijd, die voor Dumas den neus optrekken om zijn gebrek aan «stijl," zijn voorbeeld voor oogen stelt, als dat van een man die een knoop weet te leggen en te ont warren, en die personen op de planken zette, welke het publiek slechts behoeft aan te zien om te bespeuren dat zij leven. -- Een eigenaardig staaltje van de verhouding tusschen de Italiaansche regeering en den paus, die een harer «ingezetenen'maar niet haar «onderdaan" is, heeft zich bij de jongste volks telling voorgedaan. Aan het Vaticaan waren de noodige biljetten bezorgd. Allen kwamen behoor lijk ingevuld terug, behalve dat van den Heiligen Vader, die het zijne stuk gescheurd had, omdat hi) «met de overweldigers niets te maken wil hebben." Volgens de wet heeft Leo XIII hierdoor eene boete van 25 opgeloopen, maar de justitie laat de wet, ten opzichte van den ouden man, rustig slapen. Reeds sedert geruimen tijd komen te Am sterdam gemiddeld twee schepen 's weeks geladen met ijzererts aan. Voornamelijk Engelsche sche pen worden daarmede te Bilbao gecharterd, om het in onze hoofdstad te lossen, van waar het per Rijnspoor naar Duitschland wordt verzonden. De heer J. G. Engels, lid van de graankoo. persfirma A. Engels te Amsterdam, wiens vluclq wij onlangs berichtten, is thans failliet verklaard. Een week of drie geleden was hij, in eene avond zitting van den gemeenteraad, het eenige lid dat met kracht tegen de plannen tot het maken van een nieuwe beurs opkwam. De oude was voor hèm zeker goed genoeg De bevolking van Brussel heeft Zondag door eene groote «betooging" goed gemaakt wat het gemeentebestuur tegenover den oud-minister Char les Rogier, op het feest zijner 50jarige parlemen taire ambtsvervulling, verzuimd had. Des middags te twee uren begaf een ontzagwekkende stoet, met vaandels en muziek aan 't hoofd, zich van den Boulevard Anspach naai- Rogier's woning, Rue Galilee n°. 12, die hem bij gelegenheid van het nationale feest in 1880 is geschonken. Hier werd den grijzen staatsman in zijn salon een adres van hulde en gelukwensching overhandigd, waarvoor hij met eenige hartelijke woorden dankte. Daarna trok de geheele stoet, welke 3,4 uur gaans lang was, blootshoofds en juichende voorbij het een voudige huis, waar de held van het feest zich op het balcon geplaatst had, terwijl een berg van bloemkransen en ruikers zich langzamerhand voor de deur opeenstapelde. De menigte die aan deze demonstratie deel nam, wordt op 50.000 menschen geschat. Het was een hulde die grootsch in hare eenvoudigheid genoemd mag worden. De admiraal Pothuau, een van de bekende figuren in de hedendaagsche geschiedenis van Frankrijk, is op 67jarigen leeftijd te Parijs over leden. Hij was in 1870, bjj het beleg van Parijs, bevelhebber van de zuidelijke forten en van het fort Bicêtre en daarna van eene divisie van het leger. In beide betrekkingen gaf hij blijken van grooten moed en veel beleid. Onder Thiers was hij minister van marine en later weder tot in 1878, toen hij tot gezant te Londen benoemd werd, waar hij twee jaren later door den heer Say opgevolgd werd. Hij was een gematigd republikein, doch bij alle partijen geacht. Zijn naam werd meermalen genoemd als candidaat voor het presi dentschap van de republiek. Over zijne koelbloedigheid en levens verachting zijn vele anecdoten in omloop, die den ouden zeeman kenschetsen. Zoo stond hij eens, gedu rende het bombardement, terwijl het granaten om hem heen regende, kalm op de wallen van het fort Bicêtre de vijandelijke batterijen op te nemen. (Men weet dat te Bicêtre een groot krankzinni gengesticht gevestigd is.) Zijn adjudant trachtte vruchteloos hem te bewegen de gevaarlijke plaats te verlaten. «Admiraal,' zeide hij ten laatste, «vergeef het mij als ik brutaal ben, maar gij stelt u aan als een heldhaftige gek." «Welnu," was het antwoord, «kommandeer ik niet het fort Bicêtre Amsterdam. Het gerechtshof heeft heden L. J. C,, oud 22 jaren, K. W. B., oud 30 jaren, en C. W. S., oud 32 jaren, allen bedienden bij de Kasvereeniging alhier, wegens het ontvreemden van 11.000, in drie keeren, en het vervalschen van koopmansboeken teneinde die diefstallen te verbergen, veroordeeld C. tot 18, B. tot 24 en S. tot 21 maanden cellulaire gevangenisstraf. Tweede kamer. Door den heer Tak van Poortvliet werd het rapport over de enquête omtrent de spoorwegen-exploitatie uitgebracht, hetwelk met de bijlagen zal worden gedrukt Daarna was aan de orde de interpellatie van den heer Van der Schrieck, omtrent den waterstaats toestand in Noord-Brabant. Uit het antwoord van den minister bleek dat het ongeval van het bezwijken der Keersluis bij Crevicoeur niet voor zien en door de inrichting der sluis niet voor komen kon worden. De heeren Van Baar, Clercx, De Bruyn Kops en Heydenreyck drongen aan op krachtige voor zieningen om de periodiek terugkeerende over stroomingen te voorkomen. Meer bepaald wensch- ten zij verlegging van den Maasmond, waarvoor gedurende tien jaren jaarlijks 1 millioen noodig zal zijn. De minister verklaarde zich bereid de behandeling dier voordracht zooveel mogelijk te bevorderen. 10 October des morgens te 8 uren. - - Wind- Toe Tem- HUIS Ba- DER rom. stand PLAATSEN. stand. riclit. kracht. lucht. Cels. Delfzijl 765.7 stil 0 mist. 8 Groningen 765.3 NW 0 mist. S Den Helder 762.5 N 0 mist. H Vlissingen 765.1 ZO 0 7,. bew. 4- 14 Maastricht 766.3 z •1 z. bew. 13 Een centrum van hooge drukking bevindt zich ver van ons en O. waarts. Grootste verschil gisteren avond 8 u. H. 1.3 V. heden morgen 8 H. 1.3 V. Barometer-aanwijzing te Utrecht te half éen 765 m. m. Verwachtzwakken wind en goed weder. Thermometerstand te Middelburg. 9 Oct. 's avonds 11 uren 55 gr. 10 a 's morgens 8 uren 57 gr. 's middags 1 uur 65 gr. 's avonds 5 uren 63 gr. De Britsche gezant te Konstantinopel heeft op den onstuimigen en dreigenden aandrang van de Porte, om te vernemen op welken datum het Engelsche leger Egypte verlaten zal, geantwoord op een toon, den aristocraat en overwinnaar waardig, dat iszakelijk en uit de hoogte. Een deel onzer troepen, schreef lord Dufferin, heeft het land reeds verlaten, of is bezig het te verlaten. Harer majesteits regeering wenscht dat de geheele ontruiming zoo spoedig mogelijk volgen kunne; maar aangezien zij zich groote offers getroost en eene zware verantwoordelijkheid aan vaard heeft, moet zij maatregelen nemen om de rust in Egypte volkomen en duurzaam te her stellen. „Een deel der Britsche troepen, aldus is woordelijk het slot der nota, zal waarschijn lijk likelygenoodzaakt wezen in het land te blijven, zoo lang tot de orde teruggekeerd en het bewezen is, dat die van blijvenden aard belooft te zijn." In betuigingen van beleefdheid en vriendschap komt de nota natuurlijk niet te kort. Dat is zoo de eisch van dergelijke stukkenmaar de Porte, ofschoon voor deze diplomatieke welwil lendheid erkentelijk, is over het slot van het stuk niet gesticht. Zjj moet voornemens zjjn aan de andere groote mogendheden te herinneren, dat toen er sprake van was om aan haarzelve het herstel der orde in Egypte op te dragen, een tjjdvak van drie maanden als uiterste termijn voor de bezetting haar werd opgelegd. De nacht brengt dikwjjls raad en misschien zullen ook in dit geval de sultan en zijne raad gevers, na er zich eens op beslapen te hebben, inzien dat een beroep op de mogendhedenzoo niet overbodig, dan toch zeker nutteloos wezen zal. Engeland heeft hooge troeven in handen en kan zich de weelde veroorloven van een koninklijk spel te spelen. Juist nu wordt uit Caïro gemeld, dat de instructie van het geding tegen Arabi reeds bewezen heeft dat deze volksmenner voortdurend bevelen van den sultan ontving, niet alleen in den tijd toen deze hem het grootkruis zijner orde schonk, maar zelfs nadat hy hem, officieel, bjj decreet, tot „opstandeling" had doen verklaren. Met zulke stukken voor zich, kan het lord Granville niet moeilijk vallen iedere vergelijking tusschen „Harer Majesteits regeering" en de dubbelhartige Porte als eene ongerijmdheid op zijde te doen zetten. Engeland heeft de overhand, met de wapenen zoo wel als met de diplomatie. Aldus ziet ook John Lemoinne, de meest gezag hebbende publicist in de Fransche pers, het in, blijkens een artikel in het Journal des Débats, waarin hij zijne landgenooten ongezouten de waarheid zegt. Zijn opstel, geschreven vóór dat een woord van lord Dufferin's nota bekend was, zou voor eene tot de Franschen gerichte commen taar op dat hooghartige stuk kunnen doorgaan. Hij herinnert eerst dat Engeland, in den grond der zaak, nooit op samenwerking met de Fran schen in Egypte gesteld is geweest. Het wilde liefst alleen handelen, maar was niet in staat de erkende, historische rechten en belangen van Frank rijk in het Nijlland te loochenen. Toen is echter Frankrijk zelf de Engelschen tegemoet gekomen. De kamer van afgevaardigden heeftmet ver pletterende meerderheid, verklaard dat Egypte Frankrijk niet aanging en dat geen Fransch kanon noch een soldaat ervoor beschikbaar gesteld mocht worden. Daarna is de regeering zoo beleefd ge weest, terwijl de Engelschen Alexandrië bombar deerden, de Fransche oorlogsschepen naar Port Said te laten verzeilen. «En nu dat alles zoo is, roept Lemoinne uit, nu wij onze groote belangen in Egypte onver dedigd hebben gelatennu wij ons teruggetrokken hebben uit den eeuwigen strijd tusschen het Oos ten en het Westen, die op Egyptischen bodem gestreden werd, nu zouden wij met aanklachten aankomenTerwijl de Engelschen, ofschoon strij dende voor hun eigen belang, toch ook de vlag der beschaving omhoog gehouden hebben, zouden wjj hun de prijs eener overwinning betwisten, tot welke wij stellig geweigerd hebben mede te werken Een harde pil om te slikken voor de natie, die steeds «aan de spits der beschaving" beweerde te staanMaar er valt niets tegen te zeggen. De Egyptische quaestie neemt zoozeer al het politieke nieuws in beslag, dat het eene aange name afleiding genoemd mag worden nu er ein delijk een datum voor de Pruisische verkiezingen is vastgesteld en daarmede de uitslag van dezen belangrijken strijd een deel onzer aandacht in be slag zal gaan nemen. De verkiezing der Wahl- mdnner is bepaald op den 19en en die van de af gevaardigden op den 26es dezer. Aan de eerst bedoelde verkiezing wordt ditmaal een bijzonder gewicht gehecht, dewijl prins Bismarck maatre gelen genomen heeft om eene bijzonder nauwkeu rige verkiezings-statistiek te bekomen. Bij de vorige verkiezing is over de al of niet-betrouw- baarheid der cijfers over en weder veel gestreden. De regeering zal nu zorgen voor nauwkeurige op gaven, teneinde van het totaal der stemmen, die op regeeringscandidaten worden uitgebracht, des noods tegen de stemmen-meerderheid in het huis, gebruik temaken. Een gevolg van dien toeleg is, dat alle partijen candidaten zullen stellen, zelfs in districten waar de meerderheid der tegenpartij zoo vast en zoo overwegend is, dat aan eene over winning niet gedacht kan worden. Want iedere uitgebrachte stem vergroothet totaalcijfer, dat de party ten slotte op zich vereenigt. Tusschen de ultramontanen en den uitersten linkervleugel der Fortschritts-paxiii schijnt een verbond, of althans een verdrag tot samenwerking tot stand gekomen te zijn. De heer Richter, die eene reis door verschillende districten maakt, is nog nergens tegen candidaten van het centrum, maar overal als bestrijder der nationaal-liberalen opgetreden. Van zijn kant ondersteunt het centrum twee ForfscAn'Ms-candidaten in het district Lennep- Solingen, op grond dat: «met recht verwacht wordt dat deze heeren in de voor ons overwegende ker- kelijk-politieke vraagstukken ons niet alleen niet zullen bestrijden, maar ons welwillend te gemoet zullen komen." In Pruisen bestaat dus reeds het verbond tus schen cleriealisme en radicalismewaarvan in andere landen de voorboden nog slechts zijn waar te nemen. Wat die beiden, vereenigd, tot stand kunnen brengen, laat zich tot dusver nog zelfs niet gissen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 2