Laatste Berichten Gemengde Berichten. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Marine en leger. Rechtszaken. Verkoopingen en aanbestedingen. De Parijsche medewerker van de Haarl. Ct schrijft, dat de afwezigheid van onzen kroonprins bij de plechtigheid van de opening der kamers weêr een en ander in de Fransche bladen beeft doen schrijven over de troonsopvolging in Neder land. Men onderstelt daar de volgende gebeurte nissen als aanstaande: kinderloos overlijden van den troonopvolger, gevolgd door den dood des koningsdaarop öf aanbieding der kroon betzij aan prins Albert van Pruisen, betzij aan den vorst Yon Wied, öf opvolging der kleine prinses Wil- belminaonder regentschap van een of ander hooggeplaatst Nederlanderdit laatste geval wordt door den Franschman genoemd eene vermomde republiek, die welhaast door eene echte republiek zal worden vervangen. De Citoyen deelde een en ander mede, onder het opschrift: La Hollande prussienne ou républicaine. Het Fransche blad blijkt echter niet op de hoogte van de bepalingen onzer grondwet betreffende de troonopvolging te wezen. Bij het Koloniaal verslag van 1882 is een duide lijke «Taalkaart van Java en Madura gevoegd." Men vindt daarop met kleuren het gebied aange wezen van de verschillende talen, die op beide eilan den gespróken worden, met de grenzen der tongvallen. De kaart leert tevens den toestand kennen van het onderwijs, dat aan inlanders gegeven wordt. Er staan namelijk al de plaatsen op aangegeven, waar scholen voor inlanders op 31 Dec. 1881 waren ge vestigd of weldra geopend zouden worden. Uit deze aanteekening blijkt, dat op Midden-Java, vooral in Bagelen, Japara, Pekalongan, Samarang en ook in Madioen en Kediri en het oostelijk deel der Preanger de scholen het talrijkst zijn; maar de open plekken in West-Java, de vorstenlanden en Oost-Java en Madura toonen welsprekender dan cijfers aan, hoe veel daar nog te doen valt op het gebied van onderwijs. (HM.) Verbetering. In het verslag der vergadering van het polder bestuur van Waleheren is den heer Borsius ten onrechte in den mond gelegd dat „in de eerste plaats diende uitgemaakt te worden of de Melis- kerkePoppendamsche sprink te recht dan wel te onrechte op het tableau der sprinken is ge bracht." De spreker deed uitkomen dat de quaestie alleen was of de sprink al dan niet op den officieelen staat der sprinken voorkomt. Komt hij daarop voor, dan kan hij daarvan niet anders dan door een besluit der algem. vergadering wor den afgenomen. koloniën. Op zijn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen, mr. H. N. Grobbée, laatstelijk raadsheer in het hooggerechtshof van N.-I. wttts tvesjrfywtjjgs JEtennemiLtot adiudant van Z. M. A. R, W. Geij van Pittius, van den generalen staf van het Oost-Indisch leger. examen commissien. Benoemd in de commissien, belast met het afnemen der examens in de Fran sche, Hoogduitsche en Engelsche talen, waarvan de programma's bij kon. besluit van 3 Aug. 1879 (Staatsblad n°. 148) zijn vastgesteld, welke voor het jaar 1882 zitting zullen houden te Utrecht tot lid en voorz. der comm. voor de Fransche taaldr J. G. Eyken; tot ledenN. L. Verlint, te Utrechtdr M. A. Boosten, te RoermondE. A. Sunier, te AmsterdamJ. M. Reinders, te Til burg tot leden-plaatsvervangersP. J. Alberts, te Harlingen; H. Duvanel, te Dordrecht; tot lid en voorz. der comm. voor de Hoogduit sche taaldr B. Symons, te Groningen tot leden: dr K. Th. Wenzelburger, te Amsterdam; L. Ober- müller, te Haarlem; A. L. Schmidt jr., te Gouda; L. Wirth, te Bredatot leden-plaatsvervangers C. Honigh, te Wageningen; H. Pol, te Sappemeer; tot lid en voorz. der comm. voor de Engelsche taaldr W. G. Brill, te Utrechttot ledenJ. G. Sennett, te AlkmaarS. van Braam, te Utrecht; dr K. G. P. Schwartz, te Doetinchem d' A. J. Mertens, te Njjmegen; tot leden-plaatsvervangers: J. S. Robinson, te Utrecht; K. ten Bruggencate, te Leeuwarden. De afdeeling Dordrecht van de vereening Volks onderwijs heeft, op voorstel van den heer Goed hart, rustend onderwijzer, het ongunstig oordeel, door den heer Gerard Keller over ons taalonder wijs uitgebracht in het Augustusnommer van de Gids afgekeurd. De voorsteller der motie noemde dat oordeel onjuist, ongemotiveerd en beleedigend voor den onderwijzersstand. Omtrent de Vereeniging van leeraren en onderwijzers tot opleiding voor de hoofdakte die te Goes is opgericht en waarvan wij in ons n°. van 19 dezer de onderwijzers en het aantal leerlingen hebben medegedeeld, bericht de Goesche Ct nader, dat ieder die van den cursus wil gebruik maken, zich moet onderwerpen aan het door de leeraars ontworpen en door de schoolopzieners goedgekeurde reglementHet reglement bepaaltdat de cursus tweejarig zal zijn. De kosten worden gedragen door de deel nemers aan den cursus. Met goedkeuring van de Vereeniging kan men ook het onderwijs in slecht3 enkele vakken bijwonen. De cursus zal gehouden worden te Goes, in lokalen, waarvan men het gebruik aan burgemeester en wethouders zal vragen. Het maximum der kosten is bepaald op 48 per hoofd. Met het oog op de examens zal de cursus loopen van 1 Juli tot 30 Juni. Het bestuur bestaat uit de heeren D. H. C. Ittmannvoorzitter, A. R. Breetvelt, secretaris en A. Van Schelven, penningmeester. Voorloopig hebben zich twee onderwijzeressen en 21 onderwijzers schriftelijk verbonden, en door hunne handteekening zich aan de bepalingen van het reglement onderworpen. Voorloopig, want de meesten weten niet of zij de lessen op Woensdag zullen kunnen vol gen. Op de meeste dorpsscholen is het Woensdag namiddag school en de pogingendoor de schoolopzieners bij vele gemeentebesturen aange wend om den Zatei'dag morgen in de plaats te stellen van den Woensdag namiddag, zijn bij sommige vruchteloos geweest. In vele gemeenten schijnt men nog niet doordrongen van de waar heid, dat men voor het onderwijs meer gebaat is met degelijke, ontwikkelde onderwijzers dan met de zoodanigen, die de hulpakte reeds als hun baton de maréchal beschouwen. De voordracht voor eene onderwijzeres in de Engelsche taal- en letterkunde aan de openbare meisjesschool te Delft is samengesteld als volgt 1° mej. W. de Beer te Zierikzee; 2° mej. E. F. Booy te Hoorn; 3° mej. H. M. Boucher te Leiden. In hunnen rang overgeplaatst bij het reg. het 3e, en J. C. Mijnssen, van het 8e reg. inf. De luit. ter zee le kl. P. D. A. Frankamp wordt geplaatst in de rol van Zr. M's. wachtschip te Hellevoetsluis. De adelborst le kl. A. Gelderman, behoorende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, is op nonactiviteit gesteld. Aan boord van de te Willemsoord liggende schroefstoomschepen TrompLeeuwarden en Marnix, worden geplaatst 29 bootsmansleerlingen le kl., die onlangs tot dien rang zijn bevorderd. Het schroefstoomschip Tromp, onder bevel van den kapt. t/z H. D. Guyot, zal, naar men verneemt, den 10e* Oct. naar O.-I. vertrekken en de reis rond de Kaap de Goede Hoop doenbij aankomst te Batavia zal eene verwisseling van het grootste gedeelte der bemanning plaats heb ben, en genoemd oorlogsschip daarna weder naar het vaderland terugkeeren. Aan boord bevinden zich 15 der onlangs tot le kl. bevorderde adel borsten. De rechtbank alhier deed heden uitspraak in de zaak van D. F. P. S. te Hulst, beklaagd van het beleedigen met woorden van bedienende beambten eerbiedig gebaar uit en verbergt het geldstuk in zijn schoen. »Wat is er van uw dienst, heeren?" vraagt vrouw Spruee op den drempel verschijnende en terstond van toon veranderende zoodra zij merkt dat er »groote lui" met Joe praten. «De rozen komen mooi op of verlangt gij andere bloemen te zien?" «Wij verlangen niets dan eenige inlichtingen, als gjj zoo goed wilt zijn ons die te geven vraagt Maurits beleefd. Vrouw Spruce wil liever iets verkoopen dan iets geven, maar zij doet toch haar best om wel willend te schijnen en zegt „Wilt gij niet binnenkomen en eens rond- kjjken de heeren hebben altemaal graag iets in hun knoopsgat, denkt zij en zij ziet dezen ervoor aan dat zij wel kunnen betalen. Doch nu zij merkt dat het slechts te doen is om haar uit te hooren over mijnheer Hetheringhamneemt „ij een air van beleedigende onschuld aan en zegt »Er komen er hier zooveel, maar ik zorsr x O wel dat ik niets afweet van jonge dames die naar ateliers gaan." Vrouw Spruce spreekt alsof die ateliers poelen van ongerechtigheid zijn en de bezoeksters alle verre van fatsoenlijk waren. Eerst nadat Maurits op het gelukkige denkbeeld is gekomen van haar te verzoeken een dozijn mooie rozen voor hem uit te zoeken, wordt zjj toeschietelijker en in de hoop van een voordeeligen koop te sluiten wordt zjj eensklaps mededeelzaam. «Ik geloof dat ik het mij een beetje herinner; de kleur van die rozen brengt mij erop. Nu weet ik hetmijnheer Hetheringham heeft eens roode camelia's gekocht voor een lange, slanke, jonge dame, die daar in de deur bleef staan, terwijl ik ze afsneed. Het was een mooi schepsel, maar zij zag er zoo ongelukkig uit dat ik niet kon nalaten medelijden met haar te hebben, al was zjj dan ook een model." Zij spreekt dit woord model uit alsof het haar de tong brandde. «Zag zij er ongelukkig uit!" roept Harold uit. «Leek zij hier op?" vervolgt hij en haalt een photographie in den vorm van een visite kaartje uit zijn zak, een portret van Clara van vijf jaren geleden. «Dat is zij zegt vrouw Spruce, «dat is zij bepaaldmaar zij moet sedert dien tijd erg ziek geweest zijn, want zij was zoo mager, zoo mager, en haar oogen waren zoo groot, en zij zag er veel ouder uit, net alsof zij verdriet had gehad, of honger geleden of zoo iets. Haar kleeding was ook heel armoedig, zoo'n nauw rokje en een soort van pakje, wat ze in de winkels een costume noemen en geen shawl en het was zoo'n koude dag." «Maurits!" roept Harold en grijpt zijn broe der bij den armmaar nu Maurits eens vrouw Spruce aan het praten heeft gekregen, wil hij ook meer hooren, in alle geval alles vernemen wat zij hem vertellen kan. IIjj hoort dat Clara gedurende eenige maanden (zie M. C. van 20 dezer). Overeenkomstig den eisch van het O. M. veroordeelde de rechtbank hem tot eene geldboete van 50, of 7 dagen subs, gevangenisstraf en in de kosten. Dezer dagen werden bij den heer Loomeijer te Haarlem meest door winkeliers uit die stad, eenige stoffen in onderzoek gegeven, waaronder negen stalen van goedkoope cretonne. De uitslag was, dat slechts een dezer, Duitsch fabrikaat, zoo goed als onschadelijk mocht heeten. Van de acht overigen, alle Engelsch fabricaat, waren zeven zoodanig arsenikhoudend, dat zij alle zeer stellig moesten worden afgekeurd, terwijl een, hoewel minder arsenik bevattende, toch ook niet onscha delijk genoemd kon worden. Prinses Wilhelmina was gisterenmiddag weder in het Haagsche Voorhout. Ietwat meer beschei denheid van de zijde der wandelaars die haar passeeren, zou gewenscht zijn, wil men het voor recht blijven hebben haar te midden van het volk te zien bewegen, zooals de wensch is van H. M. de koningin. (Vad). De veldwachter te Moergestel is plotseling waanzinnig geworden en heeft zich sedert eenige dagen, onder andere dwaze streken, bezig gehouden met nu bij den een en dan bij den ander de ruiten in te slaan. Na zijn laatste heldenfeit van dien aard in de dorpsherberg volbracht te hebben, heeft men hem op het raadhuis onder bewaking van twee maréchaussées gesteld. Door den raad der gemeente Nijmegen is be sloten aan de heeren mr W. Francken NGz., H. L. Terwindt en J. H. Graadt van Roggen, die de vaste commissie uit den raad voor de ontmante ling der vesting en den uitleg der stad vormen, een persoonlijk aandenken te vereeren als een openbaar blijk van goedkeuring van hun veelomvattend en zeer geprezen werk in het belang der gemeente. Eene commissie uit den raad is onder nadere goedkeuring met de uitvoering daarvan belast. De heer John Dillon, parlementslid voor het Iersche district Tipperary, heeft aan zijne kiezers geschreven dat zijne gezondheid hem niet veroor looft zijne plichten als kamerlid naar den eisch waar te nemen en dat hij dus zijn ontslag neemt. De overstrooming van de Drave, welke in Tirol en Karinthië zooveel schade heeft aange richt, heeft zich nu ook uitgestrekt tot Croatie en Hongarije. De boomstammëh welke door den stroom werden meegesleept, beschadigden vele bruggen, ook de spoorwegbrug te Esseg, waardoor een treurig ongeluk werd veroorzaakt. Toen Zaterdag namiddag een gemengde trein van per sonen- en goederenwagens over de brug stoomde, stortte een deel der brug in, zoodat de machine met den tender, twee goederenwagens en twee personenwagens in de rivier vielen. In laatstge- IA TT^rrnararttm ULlZl'll'ei1 U1C verlof terugkwamen uit Bosnië. Vijf en twintig hunner verdronken en 17 werden meer of minder zwaar gewond. De overigen kwamen behouden aan den oever. Nog twee andere passagiers wer den gewond. De brug was van hout en twaalf jaren geleden gebouwd. Bij onderzoek bleken de palen sterk door worm te zijn aangetast. Men wist dat de brug onveilig was, want in den laat- sten tijd was order gegeven om er zeer langzaam over te rijden. De Salvation Army heeft een contingent van drie man en eene jonge vrouw naar Engelsch - Indië gezonden, waar ze Woensdag te Bombay geland zijn. Reeds spoedig trokken zij de stad door met ossenkarren als strijdwagens, terwijl de jonge vrouw de tambourijn sloeg. Een der mannen wilde de trompet steken, maar de politie verbood het hem en toen hij zich weerbarstig toonde, werd hij ingerekend. De inlanders hielden deze godsdienstige levenmakers voor een troep vaneen paardenspel en hadden er pleizier in. Lang kan deze vertooning in de kolonie niet duren. Het is goede politiek, als men over millioenen Moham medanen te gebieden heeft, om alle godsdienstige opwinding te vermijden, zoodat het koloniaal ge zag wel spoedig de hand zal leggen op deze ru moerige dwepers. dag aan dag naar het atelier is gegaan en dat zjj er de laatste keer, toen vrouw Spruce haar gezien heeft, heel goed uitzag, heel mooi was en zeer vroolijk scheen. Dat was slechts een paar weken geleden en toen had ze ook behoor lijke kleêren aan het lijf. «Niet dat ze ooit op geschikt was, mijnheer", besluit vrouw Spruce haar verhaal, «maar zij zag er welgesteld en wel gedaan uit en zij sprak altjjd heel vriendelijk en gaf zich geen airs. Arme ziel, ik geloof dat zij veel te goed was om voor zoo'n model te dienen." Een tweede bestelling rozen ontlokt haar nog eenige mededeelingen. Het is haar werk om het atelier van mijnheer Hetheringham schoon te houden. Zij heeft er den sleutel van en gaat er, nu hij weg is, eens in de week een beetje bij- stoffen. „Op reis" is al wat zij hieromtrent zeg gen kan. Er is geen bevel achtergelaten over het opzenden der brieven. Die er komen, blijven in de brievenbus liggen. «Die schilders zijn altijd zoo aan het zwerven. Den eenen dag hier, den anderen daar." Na eenige aarzeling stemt zij erin toe om de heeren het atelier te laten zien, ofschoon ze zeker weet dat mijnheer Hethering ham mooi boos zou zijn als hij het ooit te weten kwam«want hij is een raar heer, dat is hij." «Kom mee Harry", zegt Maurits, «misschien worden wij iets wijzer als wij het atelier zien." De vrees van Maurits begint een vorm aan te nemen en elk woord dat vrouw Spruce uit, be vestigt zijn vermoeden. Hoe had Clara kennis gemaakt piet Hetheringham en hoe was zij, die Keizerin Eugenie vertoeft te Weenen, waar zij aanwijzingen geeft voor een portret van haar zoon, dat er geschilderd wordt. Men schrijft haar het voornemen toe om niet meer naar Engeland weder te keeren, wijl zij het koningin Victoria kwalijk neemt dat de Zoeloe-koning Cetewayo zoo vriendelijk door haar werd ontvangen. De katholieke wereld is in rep en roer. De grot van Lourdes is verzegeldVolgens het con cordaat, dat in Frankrijk de verhouding tusschen staat en kerk beheerscht, neemt de staat, zoodra een bisschoppelijke zetel vacant is, het beheer der inkomsten van de diocees op zich. Nu is de bisschop van Tarbes, waar Lourdes is gelegen, eenige weken geleden gestorven en zijn opvolger, door de regeering benoemd, verkreeg de pauselijke goedkeuring nog niet. De staat is dus beheerder van de inkomstenwaaronder gebleken is dat ook een deel der inkomsten van de beroemde grot behoort. Er was over de grootte van dat deel verschil van meening, waarom de staat op al de goederen van deze affaire beslag liet leggen. Alles werd door den kantonrechter verzegeld. Men heeft de meest vreemde zaken ontdekt. De paters die het heilig oord exploiteeren, zijn eigenlijk slechts zaakwaarnemers die de onderneming voor het Vaticaan drijven, tegen uitkeering eener matige commissie. Het deel dat aan den bisschop wordt uitgekeerd, is door hem waarschijnlijk bedongen als belooning voor zijne verklaring dat het wonder echt was. Het nu voorgevallene geeft den staat misschien wel eenig middel in handen om aan deze zwendelarij een einde te maken. Tweede kanier. Beraadslaging over het adres van antwoord op de troonrede. De heer Roëll lichtte, namens de commissie van redactie, de algemeene strekking van het adres aldus toe, dat het de bedoeling der commissie was, een neutraal adres, met enkele afwijkingen, op te stellen. Die strekking werd door de heeren Keuchenius, Heijden- rijck en Van Baar niet uitdrukkelijk bestreden. De beide eerstgenoemden spraken hun leedwezen uit over de afwezigheid van den kroonprins bij de opening van de zitting der stat en-generaal, en vooral over de vermoedelijke redenen van die afwezigheid. Door allen werd inlichting gevraagd omtrent den loop der ministerieele crisis en over de voornemens der regeering met opzicht tot ver schillende punten. De heer Rutgers sloeg een bepaald vijandigen toon tegen het ministerie aan, dat, zeide hij, zonder reden heengegaan en zonder besef van eigenwaarde teruggekeerd was, op het gevaar af dat het geopende zittingjaar weder onvrucht baar zou zijn. De voorwaarde dat den heer Tak de vorming van een ministerie zou worden opge- ,5.-QCran wno onmogfolbls: en ook de liberale partij .was in het algemeen ten onrechte in mora gesteld. Er was geen politieke overwinnaar of overwonne- ling. Den minister Van Lijnden stelde hjj dus verantwoordelijk voor de schadelijke gevolgen der crisis, en in dien politieken toestand en bij den inhoud der troonrede achtte hij een neutraal adres niet gerechtvaardigd. De heeren De Casembroot en Dirks kondigden eene interpellatie aan, respectievelijk over het zeevaartkundig onderwjjs en over de uitgeschreven aanbestedingen voor het kanaal van Amsterdam naar de Merwede. Nadat de minister Van Lynden zijne houding gedurende de crisis verdedigd en verklaard had dat de regeering haar programma van verleden jaar vasthield, gaf de heer Tak uitvoerige in lichtingen omtrent het door hem genomen aan deel in de crisis. De ministers van buitenl. zaken, van binnenl. zaken en van koloniën bevestigden de verklaringen van den heer Van Lijnden. Daarna werd de algemeene strekking van het adres goed gekeurd. Zierikzee, 25 Sept. Bij de publieke vei ling van een kapitaal heerenhuis en erf, aan de Noordzijde van het Havenplein alhier, is daarvoor geboden 4001. Het is daarvoor niet gegund. De buitenplaats, genaamd Ruimzigt, met woonhuis tuinmanswoning enz., ter grootte van 1 hectare, 42 aren en 40 ca., op den Grachtweg alhier, is verkocht voor 5750. zooveel talent bezat en zooveel middelen van be staan kon vinden, ertoe gekomen om haar brood te verdienen als model Zouden er middelen bestaan om een gedachte mede te deelen zonder behulp van woorden Maurits begint het te gelooven nu hij het atelier betreedt en de gefronste wenkbrauwen en bleeke lippen van Harold ziet. «De hemel verhoede dat hij nu Hetheringham ontmoet!" denkt de oudste broeder en vergeet daarop een oogenblik zijn metge zel nu zijn oog valt op de versieringen der voor- of ontvangkamer, die naar het groote atelier er achter leidt. In dit juweeltje van een salon is de geheele kunstenaarsschat van Hetheringham ten toon gesteld. Het behangselpapier aan den wand is een meesterstuk van Morrisde gordijnen zijn uit het Oosten meegebracht, elk meubelstuk heeft zijn eigen geschiedenis en is in de een of andere verafgelegen stad een rijke vondst geweest voor Percy zelf, die een groot kenner is van stijl, en kostbaarheden van eiken tijd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 2