1882.
N° 228.
125e Jaargang.
W oensdag
27 September.
Een kalm toeschouwer.
FEUILLETON.
Gemeente-Belastingen,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
GEMEENTERAAD.
Suppletoir kohier el0. 1 voor de belas
ting op de honden over 1882.
Middelburg 26 September.
as
Door B. H. BUXTON.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend,
dat op Woensdag den 27 September 1882 des
namiddags te drie uren, een openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 25 September 1882.
De burgemeester voornoemd
PICKÉ.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat het suppletoir kohier n° 1 voor de belasting
op de honden, over het jaar 1882, waarvan de
heffing js goedgekeurd bij koninklijke hesluiten
van den 8 Maart 1873, n°. 17, -en van den 29
December 1881, n°. 30, ingevolge art. 264 der
gemeentewet, door hen is vastgesteld en gedurende
veertien dagen, aanvangende Maandag den 25
September a., voor een ieder op de gemeente
secretarie zal zijn ter lezing nedergelegd,
dat ieder, die meent daartoe reden te hebben,
gedurende boven vermelden tijd, tegen zijn aanslag
bezwaren bij den gemeenteraad kan inbrengen.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 22 September 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ,
De secretaris,
J. W. DE EAAD, L. S.
De »millioenen-rede," waarmede de minister
van financiën gisteren de staatsbegrooting in de
tweede kamer heeft ingeleid, bevat de volgende
beschouwingen van algemeenen aard
Het zal uwe aandacht niet zijn ontgaan, dat
ik, hij de raming der ontvangsten voor het loopend
jaar, ten aanzien van den accijns op het gedistil
leerd eene andere berekening gevolgd heb, dan
tot dusverre gebruikelijk was. Voor de opbrengst
van de laatste vier maanden heb ik namelijk niet
het cijfer der werkelijke opbrengst over het vorig
jaar, maar slechts 4/12 der raming genomen,
hoezeer dit middel, vooral in de laatste maanden
des jaars, meer pleegt op te brengen dan de ge
middelde raming.
Ik deed dit omdat ik natuurlijk rekening moet
houden met het feit, waarop ook van elders reeds
meermalen de aandacht is gevestigdmet den
teruggang namelijk sedert Mei jl. van dien accijns,
welke in de maanden Mei tot en met Augustus
1882 235,188 minder opbracht dan gedurende
hetzelfde tijdvak in 1881.
Let men op de kennelijke oorzaak van dien
teruggang: het minder verbruik van gedistilleerd5
als gevolg van de werking der drankwet, dan voor
zeker mag men zich over dit verschijnsel verheugen
HOOFDSTUK VII.
Op liet spoor.
«Hoopt gij dat niet?" roept zijn broeder
hartstochtelijk. «Denkt gjj dat ik gedogen zal
dat gij eenigen twijfel koestert omtrent haar
omtrent Clara
De stem van den armen jongen klinkt zoo
deerniswaardig bij die laatste woorden, dat Maurits
verder niets zegt. Hij wordt met innig medelijden
vervuld, als hij denkt aan de vermoedens welke
de opmerkingen van Sturge in zijn geest hebben
doen opkomen.
Niets was er hekend van het model dat voor
Maud Muller geposeerd heeft. Percy is met haar
geplaagd, doch bleef geheimzinnig zwijgen. Dit
laatste gezegde maakt Maurits het meest bezorgd,
"want hij kent het karakter van Percy ten opzichte
van vrouwen zeer goed. Deze is ondoordacht in
hetgeen hij doet, maar zeer omzichtig in hetgeen
Jijj zegt.
en is de werking van genoemde wet, niettegen
staande de mindere opbrengst van den accijns op
het gedistilleerd, toch ook uit een zuiver financieel
oogpunt verblijdend, wanneer men in aanmerking
neemt dat die mindere opbrengst van de rijks
belasting niet alleen geëvenaard, maar zelfs vrij
aanzienlijk overtroffen wordt door de in de ver
schillende gemeentekassen vloeiende opbrengst van
het vergunningsrecht.
Het zal intusschen de vraag zijn, of het bedrag
van 400,000, waarmede de raming van dit
middel, voor het eerst sedert eene reeks van
jaren, voor 1883 verminderd werd, wel zal
blijken voldoende te zijn.
Daarbij moet niet uit het oog worden verloren,
dat het straks becijferd tekort nog met ruim
1,000,000 zal toenemen, wanneer de aanhangige
wetsontwerpen tot overneming van het Noordzee
kanaal en tot het aangaan van eene geldleening
tot wet mochten worden verheven.
Maar daarentegen mag toch ook rekening ge
houden worden met het verschijnsel, waarop ik
verleden jaar de aandacht reeds vestigde, te weten,
dat de werkelijke opbrengsten gedurende de
laatste jaren, die van 1879 alleen uitgezon
derd, de ramingen steeds en niet onbelangrijk
hebben overtroffen.
Het ligt geenszins in mijn bedoeling om, voor
de berekening van hetgeen voor de huishouding
van den staat gevorderd wordt, met nauwkeurig
heid eene grens te trekken tusschen uitgaven
welke als gewoon, en andere welke als buitenge
woon zijn te beschouwen.
Ik herinner integendeel aan hetgeen te dien
opzichte bij eene vorige gelegenheid reeds door
mp werd opgemerkt, namelijk dat er uitgaven zim
van omtengewLFu..,, J
u aarcl, nu voor het eene
voor het andere onderwerp" vail "aigémeeïï'
die telkens terugkeeren en die daarom uit de
gewone inkomsten moeten bestreden worden.
Moge uit hetgeen voorafgaat blijken dat er
vooralsnog geene gegronde aanleiding bestaat.voor
de vrees, dat het evenwicht tusschen. de ontvang
sten en die uitgaven, welke naar gezonde begrippen
van financieel beleid uit de gewone middelen
moeten bestreden worden, zal worden verbroken,
toch blijft het wenschelijk en schijnt de voor
zichtigheid zelfs te gebieden, tijdig naar middelen
om te zien tot versterking der gewone staatsin
komsten.
Aan een particulieren brief, die ons toevallig
onder de oogen komt, in het begin dezer maand
geschreven aan boord van Zr M" stoomschip Bo
naire te Port-Saïd, ontleenen wij het volgende:
Sedert 20 Augustus liggen we hier in de haven,
vlak vóór het gewezen hotel van wijlen prins
Hendrik, 'tis jammer van dat trotsche gebouw,
een sieraad van Port-Saïd, dat het nu gedegra
deerd is tot kazerne en ziekeninrichting. In den
gevel leest men nog aan de eene zijdeHandels
établissement. Bazar, en aan de andereHotel der
Nederlanden. Daar boven het Nederland sche
wapen. Boven alles uit, wappert tergend de En-
gelsche vlag I
Als Hetheringham nu eens de ware oorzaak van
Clara's vlucht geweest en lord Yestrum
slechts tot voorwendsel gebruikt was
Geen wonder dat Maurits, door dergelijke ge
dachten gekweld, zijn toevlucht tot zwijgen neemt.
«Eindelijk!" roept Harold uit, toen het
rijtuig stilhield voor een lang, laag, glazen gebouw,
half bloemenkas, half winkel, waarboven in gïoote
roode letters E. Spruce geschreven staats
Harold wil den winkel binnengaan, maar Mau
rits houdt hem tegen en zegt
Ik weet den weg naar het ateliervolg mij."
Hij loopt een nauwen gang door, die achter de
bergplaats omloopt en op een soort van binnen
plaats uitkomt, waar twee afzonderlijke huizen
achter het magazijn van E. Spruce verrijzen. Aan
de deuren dier hnizen staan koperen platen en
op de steenen staat gebeiteldBaskerville-ateiiers
1 en 2.
N° 1 staat boven de koperen plaat, waarop dé
naam van P. Hetheringham te lezen is. N° 2
behoort aan Paul Everitt.
«Wilt gij kloppen, of zal ik het doen?"
vraagt Hai'old gejaagd en eer Maurits tijd heeft
om te antwoorden grijpt hij den klopper van deur
N° 1 en klopt alsof hij de dooden moest doen
verrijzen.
In dit geval zijn de levenden en de dooden even
ongevoeliger komt geen antwoord.
Daarop bestormt Maurits deur N° 2 en die
wordt weldra door mijnheer Paul Everitt in per
soon geopend.
«Er heerscht hier een buitengewone drukte dooi
de vele oorlogsschepen, die steeds gaan en komen.
Op het oogenblik worden hier door schepen ver
tegenwoordigd, behalve Engeland, de mogendheden
Frankrijk, Duitschland, Spanje, Italië, Griekenland,
Oostenrijk, Rusland en vooral niet te vergeten,
Nederlanddoor de Bonaire. Geen
land is zoo armzalig vertegenwoordigd als wij, en
dat voor de tweede mogendheid, die op Enge
land onmiddellijk volgt in de tonnenmaat harer
schepen welke door het Suez-kanaal gaan Zelfs
Griekenland zond nog een vaartuig, dat naar de
eischen des tijds is ingericht en bewapend, wat
van onze kleine Bonaire niet gezegd kan worden,
't Is dan ook een treurig effect dat we maken,
tusschen die kolossen van ramtorenschepen en
groote le klasse-stoomschepen, door welke de haven
schier versperd wordt.
„De vaart door 't kanaal gaat vrij geregeld,
niettegenstaande er een geheele vloot van Engel-
sche schepen te Ismaïlia ligt en er voortdurend
transportschepen het kanaal ingaan, met troepen
en ammunitie. Hoe lang we hier nog blijven zullen,
is geheel onbekend; hoe spoediger echter dat het
afgeloopen zal zijn, hoe liever, want het leven
hier is zeer eentonig, te meer omdat we steeds
gereed moeten zijn om op het eerste hevel naar
zee te kunnen gaan."
Tot zoo ver deze briefschrijver. Hetgeen hij op
merkt omtrent het treurig figuur, dat de Neder-
landsche vlag te Port-Saïd maakt, komt weder
bevestigen hetgeen wij over de gebrekkige orga
nisatie onzer zeemacht hebben opgemerkt bij
gelegenheid van de reis des konings naar Enge
land. Toen moest Z. M. onverzeld, in een onaan
zienlijk^ vaartuig, het _Kanaal_oversteken, terwijl
sehe vlag vertoonde op zeeën waar weinigen haar
aanschouwden. Nu weder moest het oefenings
eskader naar huis vertrekken en de vertegenwoor
diging van ons land in de internationale haven
opgedragen worden aan de kleine Bonaire, die
daartoe uit Nederland gezonden moest worden.
Onze natie heeft nog hart voor haar marine.
De millioenen die de vloot haar kost, betreurt
zij niet. Waarom wordt die scheepsmacht niet
gebruikt op eene wijze, die aan deze sympathie
en deze schatten beter beantwoordt
De gemeenteraad van Middelburg zal op Woens
dag, den 27 September a., des namiddags te drie
uren, eene openbare vergadering houden, ter be
handeling der volgende zakeningekomen stuk
ken benoeming van leden der vaste commissiën.
Naar wij vernemen, zal de winterdienst op de
staatsspoorwegen met 1 Nov. aanvangen, en op
de overige sporen met 15 October.
Het bestuur der tot Expl. van Staatsspoor
wegen heeft niet alleen met de Nederl. Centraal,
maar ook met de Zaid-Oosterspooriöeg-Mdl een
overeenkomst gesloten tot overneming der exploi
tatie. NR. Cf.)
Uit Maastricht werd gisteren avond te half 8
«Ik heb een model zitten", zegt hij knorrig
«neem mij niet kwalijk, maar ik kan niemand
ontvangen."
Hij heeft zijn palet in de eene hand, zijn
schilderstok in de andere en een pijp in zijn
mond.
Zijn oogen drukken verbazing en verontwaardi
ging uit en tengevolge van de pijp is zijn spraak
onduidelijk;
«Kunt gij mij iets aangaande uw buurman
Hetheringham berichten?" vraagt Harold dringend,
wien de knorrigheid van den schilder volstrekt
niet uit het veld slaat.
«Op reis geloof ik weet het niet",
zegt Everitt en sluit de deur.
Maurits die de kunstenaars kent en hen bij het
werken hooit zou storen is niet gekrenkt; maar
Harold wel.
«Lompert", inömpelt Hij.
«Hij heeft een model zitten, dus kunnen wij
niet verwachten dat hij onze stoornis vriendelijk
opneemt", zegt Maurits. «Kom mede, dan zullen
wjj het in den winkel vragen."
Ditmaal gaat Harold voorop door den langen,
nauwen gang, met stappen aisof hij zevenmijls
laarzen aan had. Bij het omslaan van den hoek
struikelt hij over een kind, dat op den grond
geknield ligt en bezig is een rij bloempotten met
aarde te vullen.
«Hei daar I" roept de jongen, die bijna ge
trapt was door die twee lieeren met lange bee-
nen.
geseind, dat het water aanhoudend langzaam bleef
vallen, de waterstand 45 boven A. P. en het ge
vaar voor overstrooming geweken was.
Ook te 's Hertogenbosch werd geen was meer
waargenomen. Intusschen zijn in Limburg en
Brabant vele landerijen overstroomd gaten in
wegen geslagen en andere onheilen veroorzaakt.
Hetzelfde is langs de Waal en den Gelderschen
IJsel het geval.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden,
verzonden door het postkantoor Middelburg ge
durende de tweede helft der maand Augustus 1882.
Mej. M. de Pagter, Amsterdam, C. van de Velde,
idem, T. Vasen, Breda, dr D. Popta, Elsloo, wed.
van Assen, geb. v. d. Horst, 's Gravenhage, P. Keste-
loo, Maastricht, mej. E. Risch, Willemstad.
Uit KoudekerkeA. Lous, Meliskerke.
De audientien van de ministers van financiën
en van waterstaat op Donderdag en die van den
minister van marine op Vrijdag a., zullen niet
plaats hebben.
De minister van binnenl. zaken heeft bepaald
dat de verkiezing van een lid der tweede kamer
in het district Amersfoort, tot vervulling der plaats
van wijlen jhr. mr. M. M. van Asch van Wijck,
zal geschieden op Dinsdag den 17» October a. en
herstemming, indien noodig, den 31n d. a. v.
(Zie laatste berichten van gisteren.)
In de Asser Courant komt een artikel voor, met
de bekende initialen W. G. geteekend, waarin
geprotesteerd wordt tegen het door de regeering
verleend eervol ontslag aan notaris P. Zeper te
iïïC8rag"deeit gevraagd, ómdat iïij zich door den
min gunstigen staat van zijn zaken als notaris
onmogelijk had gemaakt, wat den proo.-gen. te
Leeuwarden en den minister bekend kon zijn.
Waarom dan het ontslag eervol verleend vraagt
hij welke waarde heeft nu nog een eervol ont
slag voor den trouwen ambtenaar, die jaren lang
zijn betrekking goed heeft waargenomen en nie
mand schade heeft berokkend
Te Leiden, te Amsterdam en misschien ook elders
gaan oplichters rond, die aan de woningen om de
overjas van den heer des huises komen vragen.
Later blijkt dat de boodschap verzonnen en de
overjas weg is. Tot dusver waren voornamelijk
onderwijzers de slachtoffers dezer schurkerij. Men
zij dns op zijne hoede.
Voor de tweede maal heeft de minister Van
Lijnden gisteren een bewonderenswaardig bewijs
van zijn sterk geheugen gegeven, door de millioenen-
rede nagenoeg in haar geheel uit het hoofd voor
te dragen. Op enkele cijfers na werden zelfs de
centen niet vergeten en slechts een paar keer
vergiste zich de minister, toen hij een paar dub
beltjes te veel of te weinig rekende, of duizendlallen
in plaats van millioenen-tallen noemde. (Vad)-.
„Neem mij niet kwalijk, mijn jongen", zegt
Harold glimlachende. Voor kinderen is hij altijd
vriendelijk. «Ik liep zoo hard en zag tl niet. Ik
heb u toch geen pijn gedaan, hoop ik
«Wel heere neen, mijnheer zegt de knaap
en volgt met de oogen de hand van den heef
naar zijn vestzak waar een geldstuk uitkomt, dat
Joe aangeboden wordt.
«Kunt gij ons iets zeggen aangaande mijn
heer Hetheringham, die daar om den hoek in
N° 1 woont?" vraagt Maurits.
«Dat is een schilder, mijnheer", zegt Joe;
alsof hiermede alle mogelijke vragen beantwoord
waren.
«En waar is hij nu?" vraagt Harold.
«Op reis, mijnheer", zegt Joe. «Misschieii
weet moeder wel waarheen. Wil ik moeder eens
roepen, zij is in de kamer achter den winkel."
«Wacht even, mijn jongen", zegt Maurits;
die altijd zeer practiseh is. «Hebt gjj hiel* in den
laatsten tijd ook een mooie, knappe dame zien
komen
„Er komen hier dikwijls een heele boel dames
voorbijmaar zij gaan altijd rechtdoor naar de
ateliers daarginds. Zjj gaan om uitgeschilderd te
worden, maar ik heb nooit gezien hoe zij eruit
zagen. Mijnheer Hetheringham laat ze altijd zelf
in en wij weten niets van haar af."
«Joe, jonge deugniet, met wie praat je toch?"
roept een schrille stem uit den winkel.
«Dat is moeder, en die is van daag niet
best in haar humeurroept Joe met een alles behalyg