Een kalm toeschouwer
MÏDDELBURGSCHE COURANT
FEUILLETON.
Gemengde Berichten.
BIJVOEGSEL
Maaiidag 25 September 1882. H'. 226
Middelburg 23 September.
Door B. H. BUXTON.
VAN DE
VAN
Vlissingeii22 September. Met den eer
sten October a. treedt bet nieuwe reglement der spaar
bank van de Mij tot Nut van -t Algemeen alhier,
in werking. De voornaamste wijziging daarin
aangebracht bestaat hierin: dat de rente, thans
ingaande met den eersten dag van het Kwartaal,
volgende op den inbreng, voortaan zal ingaan met
den eersten der maand volgende op den inleg; terwijl
de rente, die thans alleen berekend wordt over be
dragen van 5 en daarboven, dan zal bere
kend worden zoodra de inleg 1 bedraagt.
Aangezien de kosten van administratie der bank
voor een groot deel konden gevonden worden
uit de kleine rente-overschotten die thans aan de
spaarbank ten goede komen, doch door de nieuwe be
palingen verloren zullen gaan, heeft het bestuur der
spaarbank, als maatregel van voorzichtigheid, het
besluit genomen om de rente van 1 October af te
verminderen met een half percent en alzoo van
vier tot drie en een half pet terug te brengen.
Men verwacht door deze gewijzigde administratieve
regeling eene belangrijke toename van het aantal
deelnemers.
Yan eene der merkwaardigste kometen-ontdek
kingen werd gisteren het bericht te Utrecht ont
vangen. Eene circulaire, uitgaande van de private
sterrewacht van lord Grawford, te Dun-Echt bij
Aberdeen, luidt aldusDe heer A. A. Common
telegrafeert, dat hij eene heldere komeet gevonden
heeft te 10 u. 45 m. op Zondagmorgen (17 dezer),
de zon slechts vijf minuten voorafgaande, dus op
een afstand van 1° 15' en haar snel naderende.
Een later telegram bevatte eene nauwkeurige
waarneming, die deze aanwijzing bevestigde en
er bijvoegde Staart 4 minuten lang.
Dit is de derde maal dat eene komeet in de
onmiddellijke nabijheid der zon ontdekt wordt;
de eerste keer geschiedde dit den 28 Februari
1843de tweede maal tijdens de totale zoneklips
van 17 Mei jl.
De Willem Barents is eergisterenavond te Ham-
merfest aangekomen. Aan boord was alles wel.
De Barents-zee was vol ijs tot den 75,ten graad,
zoodat het ijs bijzonder ver naar het zuiden was
opgedrongen.
(Zie laatste berichten van gisteren.)
De afdeeling Fraaie Kunsten der internationale
tentoonstelling te Amsterdam in 1883 is geplitst
in twee afdeelingennieuwe en oude kunst.
(De stadhuisnaam is: moderne en retros
pectieve kunst. Waartoe in 's hemelsnaam
dat koeterwaalsch
Het voornemen bestaat om voor elk der mede
dingende naties afzonderlijk éen of twee zalen
beschikbaar te stellen in het gebouw dat daarvoor
wordt opgericht. De kunstwerken, die zoowel
door het buitenland als door Nederland zullen
worden ingezonden, zullen kosteloos worden toe
gelaten daar echter op een verzameling van
goede kunstwerken prijs wordt gesteld, zal de
toelating, afhankelijk worden gemaakt van het
oordeel van een jury, die zeker zal afwijzen wat
beneden het middelmatige is.
Voor de oude kunst schijnt de commissie het
programma in denzelfden geest te willen samen
stellen. De landen, die daaraan deel willen nemem
11
4
HOOFDSTUK YI.
Op de tentoonstelling-.
»Laat hen naar de maan loopen, als gij daar
pleizier in hebt, brompot", antwoordde Mau-
rits goedig, smaar kom er eerst een paar met mij
bekijken."
Harry gaf toe; doch half tegen zijn zin. Het
was hem tamelijk onverschillig waar hij was
maar hij verbeeldde zich dat hij meer kans had
om Clara op straat te ontmoeten, dan ergens
anders en daarom vermeed hij zelfs de winkels,
tenzij hij er noodzakelijk moest binnengaan. Zij
kon immers juist het raam voorbijgaan, terwijl
hij met den rug er naar toe stond.
Op de trap van het tentoonstellingsgebouw
ontmoette Maurits iemand dien hjj kende, een
kolonel bjj de genie.
ïWilt gij mijn catalogus hebben, Steele",
vroeg deze. »Ik stel evenveel belang in de stuk
ken als gij en heb de beste aangeteekend."
Maurits nam het aanbod in dank aan.
»Ga niet heen voordat gjj de schilderjj van
zullen een behoorlijke ruimte, waarschijnlijk in
het nieuwe rijksmuseum, te hunner beschikking
verkrijgenmaar voor het overige zorgt ieder voor
zjjn eigen tentoonstelling. Het is te verwachten,
dat de Nederlandsche afdeeling veel belangrijks
zal te zien gevenFriesland en Zeeland zouden
daartoe aanzienlijk kunnen bjjdragen.
Door een aantal belanghebbende handelsfirma's
te Amsterdam bij de ongestoorde vaart door het
Suez-kanaal, is een adres gericht aan den heer
Ferdinand de Lesseps, om hem dank te zeggen
voor de diensten aan de vrije scheepvaart bewezen,
toen de oorlogstoestand in Egypte en de paniek,
die vele Europeanen had aangegrepen, ver-strek-
kende gevolgen hadden kunnen hebben, indien
de kloeke houding van de beambten der Suez-
kanaalmaatschappij, voorgegaan door den president,
die op de eerste tijding van de moeielijkheden
naar de plaats des gevaars was vertrokken, niet
den geregelden doortocht der handelsvaartuigen
was blijven verzekeren.
De heer De Lesseps heeft op dit adres geant
woord met een brief, waarin hij met dankbaarheid
gewag maakt van de belangstelling en de onder
steuning, die hij en zijn groot werk steeds in ons
land hebben ondervonden. Bij zijne handteekening
heeft hij eigenhandig de woorden oud-consul van
Frankrijk te Rotterdam in 1839" gevoegd, ten
bewijze dat de goede herinnering aan Nederland
bij hem nog niet is uitgewischt.
Het Bataviaasch Handelsblad is tot de conclusie
gekomen, dat wij op Atjeh terug moeten gaan
achter den kratonmuur en slechts de op den linker-
Atjeh-oever gelegen streek tot de zee, waar Oleh-
leh ligt, moeten bezet houden, die streek bevei
ligende door behoorlijke afsluiting van den Glitaroen,
pas. Genoemd blad erkent nu ook, dat een aan
vallende houding geen einde kan maken aan den
staat van zaken. Men weet, dat dit het argument
is, waarmede de noodzakelijkheid van een burgerlijk
bestuur steeds werd bepleit.
Militair bestuur toch en aanvallende houding
tegenover de Atjehsche bevolking zijn in de laatste
jaren synoniem geweest, en niemand is het onbe
kend, welk beleid van de zijde van den vorigen
landvoogd noodig is geweest, om onder het be
stuur van generaal v. d. Heijden, onze oorlogvoe
ring een zooveel mogelijk verdedigend karakter
eenigszins te doen bewaren.
Maar, is de terugtrekking vraagt het Alg.
Dbl. v. N.-I. onze eenige uitweg Wij zouden
het niet durven beslissen.
Wordt wellicht de ringmuur om den kraton
met het oog daarop gebouwd? Maar waarom dan
tegelijk - het officiers-kampement zuidelijk van
Kotta-Radja gemaakt
Er is op Atjeh veel zeer vreemd gedaan. Nu, nadat
wij 4 jaar in't bezit zijn onzer uiterste posten, hebben
wij nog geen telegraaf-verbinding met die posten.
Legers op de hoogte van hun tijd, gaan zelfs niet
op espeditie zonder telegraaf.
Oleh-leh en de Kraton, veilig, versterktopen
wegen, veilig voor hinderlagen, naar drie of vier
flinke bentings, zoo zou Atjeh er, dunkt ons, uit
moeten zien, om een zoo klein mogelijk aantal
troepen noodig te hebben. Maar de tallooze kringen
van bentings tot beveiliging van onze toch niet
veilige centrale stelling verslinden letterlijk troepen,
en beveiligen niet.
Zal het echter ook niet een illusie blijken, dat
terugtrekking binnen den kraton en den linker
oever der rivier tot de zee, eene oplossing zou mogen
heeten Atjeh zal daardoor niet tot rust komen,
de roovende benden zullen daardoor niet ver
dwijnen. Ook van daar uit zal het onze taak blijven,
in Atjeh rust te doen heerschen, of onze aanwezig
heid daar zal eene bespotting zijnen, begint
onze inmenging opnieuw, dan zullen dadelijk weder
dezelfde moeilijkheden rijzen.
Kan de opheffing van het burgerlijk bestuur en
de benoeming van een militair gouverneur ruimte
doen winnen aan huisvesting voor officieren en
troepen binnen veilige versterkingen, ruimte aan
tijd en krachten; kan zij onze inrichting op Atjeh
beperken, men ga daartoe over. Teruggaan tot
het militair bestuur is een minder zware terug-
Percy Hetheringham gezien hebt. Er staan altijd
een massa menschen voormaar wacht uw beurt
afhet is wel de moeite waard om het te zien."
»Heel goed, nogmaals dank", zei Maurits en
de broeders gingen verder.
Bij het beklimmen van de trap begon hij den
catalogus in te zien en zei
»Wij moeten die mooie schilderjj van Hethe
ringham opzoeken, Harry; kolonel Peel is een
kenner. Wij hebben menig gesprek over kunst
gehad en dat is het eenige punt waarover wij
het eens zijn."
Harold voelde dat hij het over geen enkel punt
met iemand eens was en volgde werktuigelijk zijn
broeder.
«Odaar heb ik hetriep Maurits uit, een
blad omslaande. Kamer IV, Maud Muller, door
P. Hetheringham. Laat ons er dadelijk heen
gaan."
Heel goed zegt Harry, voor wien Kamer XX
geheel hetzelfde zou geweest zijn.
Zij dringen door een goed gekleede, doch niet
altijd goed gemanierde menigte heen en na veel
oponthoud bevinden zij zich vlak bij een dichten
drom, die voor de schilderij staat.
»Wij komen er nog in geen uur bij", zegt
Harold moedeloos. «Geef het maar op voor van
daag, Maurits
Hij snakt ernaar om weer buiten in de frissche
lucht te komen, naar de straten, om zjjn eindeloos
zoeken voort te zetten.
„Neen Harry", zegt zijn broer beslist, „heb
een weinig geduld, om mij pleizier te doen. Peel
tred, dan die tot binnen Kotta-Radja en Oleh-leh.
Wij houden het niet voor onmogelijk, ons
tegenwoordig Groot-Atjeh nog houdbaar te be-
bezetten met veel minder krachtversnippering en
verknoeiing, zoodat het mogelijk wordt mobiele
troepen over te houden, mits men het aantal
versterkingen beperke, alle troepenkampementen
degelijk versterke en de weinige aangehouden
posten door open, veilige wegen verbinde, zij het,
dat tot dat einde heele kampongs moeten worden
weggeruimd.
Misschien bestaat er een middelweg tusschen het
burgerlijk bestuur, dat voor het straffen van een
Atjehsch maraudeur wettig en overtuigend bewijs
eischt, gelijk een rechtbank in Europa, en strafoe
feningen, gelijk die tegen de XXYI Moekims onder
generaal V. d. Heijden.
Laat men in allen gevalle iets beproeven, eer
men zich op Atjeh gaat verschansen binnen den
kraton en Oleh-leh.
Teruggaan binnen Atjeh, zou bijna een teruggaan
uit Atjeh worden, en aan de overzijde der Straits
zou de galerij zich in de handen wrijven.
Even als verleden jaar, ontvangen wij weder
van den uitgever H. C. Suzan te 's Gravenhage
eén bundel met twaalf verslagen van natuurkun
dige voordrachten, gehouden in Diligentia aldaar,
gedurende den winter 188182. Bewerker dezer
verslagen is de heer P. A. Haaxman Jr. Wie de
nauwkeurigheid kent, waarmede hij zich van zijn
arbeid kwijt, zal over de waarde der verzameling
kunnen oordeelen wanneer wij hier bijvoegen dat
de voordrachten dezen winter gehouden zijn dooi
de heeren dr L. Bleekrode, prof. dr J. A. 0. Oude
mans, prof. dr A. A. W. Hubrecht, d' G. C. J.
Vosmaer, prof. dr H. A. Lorentz, dr N. B. Don
kersloot, prof. dr H. J. Rink, dr H. Haga, dr E. H.
Groenman en H. Witte.
Gisteren is te Utrecht de uitvaart gehouden
van wijlen den aartsbisschop mgr. A. J. Schaepman.
Duizenden waren daarbij tegenwoordig. Alle
klokken van de Roomsche kerken luidden van
heinde en verre. Meer dan 50 der rijkste equi
pages van Utrecht waren voor de geestelijkheid
afgestaan. De politie waakte voor de orde. Ge
heel de R. K. geestelijkheid was vertegenwoordigd.
Te 12 uren zette de stoet zich in beweging. De
lijkwagen werd voorafgegaan door veertien koor
knapen, die kransen droegen. Daar achter volg
den de koorzangers. De lijkkist was bedekt met
den kromstaf en andere teekenen der bisschop
pelijke waardigheid. De R. K. weezen en oude
mannen volgden onmiddellijk achter het lijk. In
de derde volgkoets werd opgemerkt een adjudant
des konings in groot uniform. Alle te Utrecht
woonachtige pauselijk gedecoreerden hadden ins
gelijks in volgkoetsen plaats genomen. Naast
elk rijtuig ging een lakei.
Gisteren is te Nieuwer-Amstel de nieuwe
burgemeester, jhr C. van Citters, geïnstalleerd en
feestelijk door de gemeente rondgereden. Dit was
slechts een voorproef van een groot feest, dat den
27en dezer gegeven zal worden en inderdaad bui
tengewoon is te noemen. Op een flink stuk wei
land, harden kleigrond, worden een fraai feestpavil-
joen in Zwitserschen stijl en een muziektent
opgeslagen, te midden der talrijke werktuigen
voor de vermakelijkheden, waaraan ruim zeven
honderd kinderen zullen deelnemen. Die spelen
bestaan inmastklimmen, zak- en boegspriet-
loopen, turfrapen, ringwerpen, koekhappen, ton-
springen, meelhappen en koninginnespel. De
onderwijzers der openbare school hebben zich de
moeite getroost om de jeugd eenige feestliederen
te leeren. Aan de oudere genoodigden wordt een
spelevaart op den Amstel aangeboden.
De Engelsche staat betaalt zijne ambtenaren
goed. De heer Jeffery, een postambtenaar die be
last is met de voorbereiding van den invoer der
pakketpost, heeft, vinden wij vermeld, een inko
men van 14.400.
zei dat deze schilderij de moeite waard was om
te wachten en ik wil wachten."
Harold onderwerpt zich aanhef onvermijdelijke
of liever aan den vasten wil van zijn broeder.
Daar Maurits een bepaald doel voor oogen heeft,
wil hij gaarne zijn beurt afwachten en zoodra er
eenige beweging in de massa komt en hij een
opening ziet, duwt hij er Harold in. Elke bewe
ging is dezen aangenaam, daar zij hem een stap
nader brengt bij zijne bevrijding uit het onaan
gename verblijf. Hier heeft hij geen hoop om
Clara te ontmoeten, maar op straat
Nu staat hij vlak voor de schilderij van Maud
Muller en in minder dan een minuut dringt hij
terug door de steeds aangroeiende menigte, totdat
hij zijn broeder bij den arm kan vatten.
»Kom gauw kijken, Maurits Daar is zijDaar
is zij 1" gilc hij.
Zijn gelaat is doodelijk bleek, zijne lippen beven,
zoodat hij nauwelijks kan spreken en zijne oogen
staren, alsof zij een geest gezien hebben.
Stil, stil! stil toch!" fluistert Maurits ge
biedend. Iedereen hoort u. Om 's hemels wil,
bedwing u toch en maak hier geen opschudding.
Wat is er nu weer gebeurd
Maurits heeft in den laatsten tijd zooveel teleur
stellingen zien volgen op de schoonste verwach
tingen van den armen overspannen jongeling, dat
hij niets anders verwacht dan weer een bedrieg-
ljjke gelijkenis te zullen zien in die z ij, die hij
moet komen zien.
Maar zoodra hjj op zjjn beurt tegenover de
childerjj van Maud Muller staat, vreest hjj ook dat
9
De Afrika-reiziger Stanley is onverwachts
uit Loanda te Lissabon aangekomen. Hij had
zware koortsen gehad en was gedurende eene maand
vriendelijk verpleegd ten huize van den Neder-
landschen consul. Op de zeereis was hij verder
hersteld. Stanley gaf aan een correspondent van
de Standard een gunstige voorstelling van de
verspreiding der beschaming aan de Zaire. Hij was
300 mijlen verder landwaarts ingedrongen dan
Yivi en had vijftien handelsstations opgericht tus
schen Yivi en Roki. Op dezen ganschen weg zijn
de inlanders nu vriendschappelijk gezind.
De berichten over de overstroomingen in
Tirol en Karinthië luiden zeer ernstig. De schade
wordt op millioenen florijnen geschat. In het
gebied van de Etsch en de Drave is bijna geen
dal dat door het vernielend element werd ver
schoond, en als het water weer teruggeweken zal
zijn, zal men eerst kunnen zien welke groote ver
woestingen werden aangericht. De spoorbaan van
Brixen naar Ala is op vele plaatsen verwoest en
er zal geruimen tijd noodig zijn om haar te her
stellen. Het gansche dal der Etsch, van Sieben-
eich naar Triënt, is een groot meer geworden,
waarin de redders op vlotten van het eene ver
woeste huis naar het andere varen. Spoorweg
stations staan tot de eerste verdieping onder wa
ter, en bruggen, waaronder met steenen pijlers,
werden weggeslagen. Voor deze groote ramp is
de openbare liefdadigheid ingeroepen, en de keizer
van Oostenrijk gaf het goede voorbeeld met eene
gift van 10.000 florijnen.
Over de schipbreuk van de Asia op het
Huron-meer in Noord-Amerika, waarvan wij een
paar dagen geleden kortelijk melding maakten,
lezen wij nog eenige bijzonderheden. De boot
vertrok Woensdag in de vorige week van Colling-
wood in Ontario naar de noordelijke meren. Don
derdag woedde er een hevige storm, waarin de
boot schipbreuk leed. Yan de 100 personen die
aan boord waren, werden slechts éen man en éene
vrouw gered. De geredde man vertelt dat men
in drie booten het zinkende schip verliet, en dat
de boot waarin hij zat reeds 48 menschen bevatte,
toen er nog meer in sprongen en haar deden
kantelen. Hij zwom daarop naar de boot van
den kapitein, waarin 18 personen zaten. De gol
ven sloegen erover heen, en de eene passagier
voor, de andere na stierf van uitputttng of werd
over boord geslagen, totdat de boot met de beide
gespaarden aan wal dreef. Toen waren er nog
vijf lijken in. Den ganschen Vrijdag brachten de
beide geredden aan den eenzamen oever door,
uitgeput door ontbering en koude. Zij werden
eindelijk door eenige Roodhuiden ontdekt, die hen
naar Parry Sund brachten.
Met het oog op de vele spoorwegongelukken
deelt een „spoorwegman" in eene Amerikaansche
courant mede dat er niet vele jaren meer kunnen
verloopen of elke locomotief zal, behalve den
machinist, een loods dragen, die niets te doen
heeft dan uitkijken. Zooals de regeling nu is,
heeft de machinist honderd kleinigheden aan zijne
machine te verrichten, die hem nu en dan moeten
beletten uit te kijken. Vroeger ging dat goed,
toen er niet zoo druk en niet zoo snel werd ge
reden. Maar nu heeft de machinist meer te doen
dan éen man kan, en daarom moet hij geholpen
worden door een uitkijker, die hem op een sig
naalbord vlak onder de oogen brengt wat hij
weten moet.
Deze bewering bleef niet zonder tegenspraak.
De voorspelling kan nooit vervuld worden, schreef
een ander deskundigewant indien men nog een
persoon stelt tusschen het waar te nemen signaal
en de behandeling der machine, vermindert men
de snelheid, waarmede de handeling volgt op de
waarneming en vermeerdert men de kans voor
ongelukken. Met de hand aan de stoomklep kan
een machinist spoediger handelen dan een ander
hem kan vertellen wat hij doen moet, al voert
men het meest volmaakte stelsel van seinen in.
En met een trein die 30 meter in de seconde
loopt, zooals enkele sneltreinen in Amerika, kan
een uitstel van een halve seconde de schrome-
lijkste gevolgen hebben
De bewering dat de machinist meer te doen
dit het portret is het sprekend gelijkende por
tret van Clara Redmond.
Het is nu bijna drie jaar geleden sedert hij haar
gezien heeft, maar hij twijfelt geen oogenblik of
zij is het.
Dat gelaat, met die prachtige tint en die
volmaakte trekken is eenig. Die schitterende
donkere oogen, met hun sprekende uitdrukking
zijn de oogen van Clara.
Zij zien er droeviger, bijna verwijtend uit en het
meisje lijkt veel ouder, veel tengerder en toch meer
volwassen.
Nu hij met alle aandacht dat mooie gelaat
aanschouwt, begrijpt Maurits, die met het oog van
denman en met een kennersblik tevens toeschouwt
de opgewondenheid van zijn broeder.
Maar wat nu?
»Wij moeten Hetheringham terstond gaan opzoe
ken" roept Harold, naar den catalogus grijpende,
om het adres van den schilder te zoeken.
„Bedaard Harry" zegt Maurits kalm, terwijl
hij uit het gedrang tracht te komen en naar een
bank gaat. »Ga hier even zitten, gij ziet er nog
uit als een geest. Ik ken Hetheringham en het
zal niet moeilijk zijn hem te vinden. Ik ben
twee of driemaal in zijn atelier geweest eer ik
Engeland verliet en toen ik hem met Kempton
te Weenen ontmoette, verzocht hij ons, hem te
bezoeken zoodra wij te Londen terug waren.
»Laat ons hier niet blijven zitten. Laat ons
terstond gaan roept Harold opspringende.
»Ik moet eerst een woordje met dat grijze
mannetje daar ginds spreken", zegt Maurits, ook