N° 223. 125e Jaargang. 1882. Donderdag 21 September. Middelburg 20 September. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daübe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. 1881' MIDDELBIRGSCHE COURANT. Met de mailboot Prins Hendrik van de M Zeeland kwamen beden morgen te Vlissingen aan de lord-mayor van Londen sir Jobn Whittaker Ellis met zijne ecbtgenoote, de twee sheriffs sir Reginald Hanson en sir William Anderson Ogg, de laatste van zijne dochter vergezeld, de beer Soulsby, secretaris van den lord-mayor en eenige bedienden. Zooals reeds vroeger werd medegedeeld heeft deze reis der Engelsche magistraten ten doel Z. M. onzen koning het diploma van eereburger der city te overhandigen. Aan boord van de mailboot werden de reizigers gecomplimenteerd door den heer W. K. M. Vrolik, directeur generaal der Mtot Exploitatie van Staats spoorwegen, die voor het vervolgen der reis naar de residentie een extra-trein te hunner beschikking stelde en de dames ieder een fraaien bloemruiker saamgehouden door de Nederlandscbe kleuren, aanbood. Toen de Engelsche overheidspersonen zich langs de met vlaggen versierde statietrap en door een heden nacht aangebrachten overdekten, en met ta pijt belegden gang naar den gereedstaanden trein begaven, liet het muziekkorps der dienstdoende schutterij van Middelburg, dat daartoe 's morgens te 6.15 u per extra-trein naar Vlissingen was ver voerd en op de ponton was opgesteld, bet God save the Queen weerklinken, dat door ons Wilhel mus werd gevolgd. Deze beleefdheid van de Expl. wi«. scheen door de Engelsche reizigers zeer te worden gewaardeerd. Te 7 u. 10 m. vertrok de extratrein, bestaande uit den salonwagen van den directeur-generaal der staatsspoorwegen en dien van den Holl. IJz. spoorweg, waarbij de muziek weder bet Engelsche volkslied speelde. De directeur-generaal en de heer C. W. P. Mieling, districts inspecteur alhier, vergezelden de hooge reizigers, aan wie in het salonrijtuig een dejeuner werd aangeboden. Vlissing-en, 20 Sept. Directeuren der Zuid- Hollandsche Mtot Redding van Schipbreukelingen zijn voornemens aanstaande Dinsdag een inspectie- en oefeningstocht te maken naar de kust van Zuid-Holland. Zij zouden gaarne daarbij de ver schillende stations vertegenwoordigd zien, waarom zij de plaatselijke commissiën hebben uitgenoodigd een harer leden daaraan te doen deelnemen. Na afloop van den tocht zou men te 's Hage den ge- noodigden een diner aanbieden. De directeuren hebben hiermede o. a. ook ten doel eene persoonlijke kennismaking met hunne correspondenten en van deze onderling. Door de vele vrienden van onzen geachten stadgenoot dr J. P. Berdenis van Berlekom zal, vermoeden wij, met belangstelling vernomen worden dat het morgen den 21en dezer 25 jaren geleden zal zijn, dat bij aan de hoogeschool te Leiden den titel van doctor in de geneeskunde verwierf met een academisch proefschrift, bevattende eene bijdrage tot de leer der aangezichts-geboorte. Met ingang van 1 October a. is benoemd tot wa commies ter inspectie der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Middelburg de beer P. C. H. Huvers, thans eerste klerk. Naar wij vernemen, zal binnenkort te Tkolen eene nieuwe Thoolsche courant verschijnen. De heer Wagtho zou als hoofdredacteur optreden. Zij zal gedrukt en uitgegeven worden door den boek» handelaar en boekdrukker Pot, aldaar. Arnemuiden, 20 Sept. Door den raad dezer gemeente is tot wethouder benoemd bet raadslid S. van Eenennaam. Tltolen, 19 Sept. Onlangs werd door vele bewoners van dit eiland een adres aan den mi nister van waterstaat geteekend, met het verzoek den postpakkettendienst bier zoo spoedig mogelijk in te voeren. Terecht werd in dat adres gewezen op het groote belang, dat deze landbouwende streek heeft bij eene spoedige en gemakkelijke verzending van kleine pakjes enz. Uit het antwoord van den minister aan ged. staten van Limburg is ons echter gebleken, dat We nog geduld zullen moeten hebben tot April 1888. Nu, als we het dan maar krijgen, dan zullen we nog tevreden zijn. Zoo langzamerhand zullen wij dan toch uit de afzondering verlost worden, waarin we tot nu toe yprkeerden. De stoomtram naar Bergen op Zoom is daartoe een eerste stap. Al is ons vreugdebe toon niet schitterend of schetterend geweest bij de opening, toch is het tot stand komen dier on derneming gewichtig voor het geheele eiland. Nog meer zou het dit zijn, wanneer de tram tot Sta- venisse doorgetrokken en dan in verbinding ge steld kon worden met een tram naar Zierikzee en Brouwershaven. Maar dat is een ideaal, waarvan de vervulling nog ver in de toekomst ligt. In de eerste plaats zou men dan over moeten gaan tot de overbrugging van de Eendracht. Dit toch is ook in vele andere opzichten een levens vraag voor het eiland Tholen. Maar de groote pacht, die het veer jaarlijks aan de stad Tholen oplevert, schijnt te aanlokkelijk voor deze te zijn om mede te werken aan de overbrugging. Indien dit zoo is, dan hopen wij hartelijk dat de voor spelling, dat door den stoomtram de opbrengsten en dus ook de pachten zeer zullen verminderen, bewaarheid moge worden. De werken die ten behoeve der directie van de Sociélé anonyme des grandes huitrières de Zélande te Ter Neuzen zijn gemaakt, bestaande in een inlaagkade, negen oesterputten, duikers enz., zijn opgeleverd en goedgekeurd. Aan die werken zul len echter nog eenige verbeteringen worden aan gebracht, daar gebleken is, dat het uitwaterings kanaal voor den aan- en afvoer van het benoo- digde water niet voldoende isdoor bet aanbrengen van steenglooiing en rijswerk zal dat kanaal aanmerkelijk worden verbeterd. Als proef zijn ruim 2500 oesters, in middellijn 7 cM. metende, uit Merennes en andere Fransche kustplaatsen, in die putten gelegd, om na te gaan welke soorten het best kannen gevet worden met water uit de Wester-Schelde. (TN. Ct.) De Standaard is niet licht tevreden. Aan het einde eener zeer haarkloverige beschouwing van de troonrede, zegt zij »En 7°. hoorden we met vreugde, vol uit de borst, van «Gods onmisbaren zegen" gewagen. Yeel beter dan die «Hooger zegen" van vroeger. Alleen maar, wie kan ook bij die woorden zekere eed-speech vergetenals een Godgeloovige kon ook de man beschouwd, die voor zichzelf beleed, niet meer in een persoonlijk God, maar meer in een idee te gelooven. Met name bet „ethisch idealisme" werd toen zeer door de regeering in bescherming genomen, en van »Gods zegen" te spreken is op geen standpunt minder dan juist op dat der ethische modernen geoorloofd. Zij toch beschouwen onze gewone belijdenis van een zegen Gods" als niets minder dan absurd. «Dank voor dezen term dus, o, minister des konings, maar zeg ons nu ook van welken God ge ons dien zegen toebidt Onder een ministerie naar bet hart van de Standaard, zou zeker iedere troonrede eene volle dige belijdenis des geloofs bevatten. Te Doetinchem is eene vereeniging onder den naam Lukas-stichting opgericht, die zich de oplei ding ten doel stelt van «christelijke geneeskun digen," dat is van artsen die bij hunne medische kennis, eene positief-christelijke godsdienstige overtuiging bezitten. In bet Wag. Weekblad worden hieromtrent eenige nadere bijzonderheden gemeld, waaruit blijkt, dat tot bestuurders gekozen zijn de keeren H. Koops, pred. te Varsseveld, voorz.E. W. Smits, pred. te Nijmegen, secr.F. J. A. baron Aylva van Pallant te Putten, tkes.W. v. d. Bijtel, pred. te Varsse veld, en S. R. Hermanides, med. doctor te Gelder- malsen. De Lukas-stichting bedoelt1° jongelieden, aan hare leiding toevertrouwd, in christelijke omgeving te brengen en christelijken invloed op hen uit te oefenen, en 2° goedgezinde jongelieden geldelijk te steunen door hun kost en inwoning te verschaffen. Zoo noodig hoopt zij dergelijke ondersteuning verder te kunnen uitstrekken. Twee jongelieden, die zich aanmeldden om alskweeke- lingen te worden opgenomen, doch geldelijke hulp behoefden, werden, daar er nog niets in kas was, voor zoover zij hulp zouden blijken te behoeven, door een der bestuursleden voor eigen rekening genomen. De kamer van koophandel te 's Gravenbage beeft zich gewond tot den minister van waterstaat) om er op te wijzen, dat spoorweg-ongelukken bier te lande in de laatste jaren op onrustbarende wijze zijn toegenomen. Wat een onderzoek naar de oorzaak van elk onheil op zich zelf aan het licht mocht brengen of onontdekt mocht laten zegt zij, de algemeene oorzaken van onze spoorweg ongelukken zijn voor niemand een geheim meer. Ze zjjn lo. gebrekkige remtoestellen f 2o. on volledig toezicht van regeeringswege3o. ontoe reikend dienstpersoneel van dé zijde der spoorweg- directiën. Naar hare meening is wegneming dier oorzaken geenszins onmogelijk en is dit een zeer belangrijk deel van de regeeringstaak, die de mi nister aanvaardde. In een beschaafd land als het onze, mocht_het niet langer onweersproken kunnen gezegd worden, dat niet alle pogingen, die binnen 'smenschen bereik liggen, zijn aangewend om de veiligheid van bet spoorwegverkeer tot de hoogste mate van volkomenheid op te voeren. Daarnaar te streven is het eerste gebod der menschelijkheid, dat, boven tal van maatschappelijke eischen, hier krachtig op den voorgrond ti'eedt. Ook de vei ligheid van het vervoer per stoomtram heeft hare onafwijsbare eiscben. De kamer is van oordeel dat die veiligheid verre van genoegzaam verzekerd is wanneer gelijk in de onmiddellijke nabij heid der residentie en wellicht ook elders dage lijks valt waar te nemen de zorg voor den veiligen overtocht der reizigers is toevertrouwd aan slechts een persoon, den machinist. Volgens een telegram uit Hammerfest van den heer Grant ontvangen, had deze in zijn schip, de Kara, de Willem Barents den zesden September ten Westen van Nova-Zembla in de Barents-zee gepraaid op 74° breedte en 49.5° lengte. Aan boord was alles wel. Volgens bet Handelsblad zullen de inzendingen uit Ned. Indië op de internationale tentoonstelling te Amsterdam in 1883 eene ruimte beslaan, twin tigmaal grooter dan de reeds belangrijke Neder- landscbe koloniale afdeeling op de jongste wereld tentoonstelling te Parijs. Regeering, vereenigingen en particulieren wedijveren in hunne belangstelling en medewerking. Behalve modellen van opiumkitten enz., zendt de gouverneur-generaal o. a. een twaalftal inland- seke huizen herwaarts, in natuurlijke grootte, met daarbij behoorende inlanders, vee, inventaris, kortom volledig gestoffeerd en door hunne verscheidenheid een geheel dorp vormende, met al de eigenaardige bedrijven van dat volk. De commissie, hiervan per telegraaf verwittigd, heeft zich gehaast den ingenieur D. D. Veth, vertegenwoordiger der ten toonstelling in Indië, een crediet te openen tot completeering, zoo noodig, dezer verzameling en het is haar plan eene groote ruimte open te houden, grenzende aan het gebouw der Ned. koloniën, ten einde deze Oostersche groep in een afzonderlijk park in al hare eigenaardigheid te doen uitkomen. Uit Suriname verwacht men hoogst belangrijke bijdragen en de dagbladen van Curacao toonen ook te beseffen, dat deze tentoonstelling de beste gelegenheid is voor bet wereldkundig maken der scboone ligging en der hulpbronnen van deze haven, de aangewezen verzamelplaats voor de vaart door bet kanaal van Panama. De St. Ct. bevat koninklijke besluiten betreffende erkenning van Zweedsche meetbrieven voor zee schepen en tot aanvulling van het kon. besluit van 1 Nov. 1881 (Stbl. n° 174), houdende nadere bepalingen omtrent bet vervoer van vee langs spoorwegen en de ontsmetting van veewagens. Blijkens mededeeling van den consul-generaal der Nederlanden te Lissabon, is de haven van Aden, te rekenen van den R" September jl., dooi de Portugeesche regeering besmet verklaard met cholera. De havens van Egypte, Cyprus en Malta worden door baar verdacht sedert denzelfden datum met die ziekte besmet te zijn. De St.-Ct bevat een verslag betrekkelijk den dienst der rijkspostspaarbank in Nederland over Men schrijft ons uit Den Haag Bejaarde Hagenaars weten te vertellen van zekere «blauwboekjes", die, een halve eeuw of zoo gele den, een vrij groote rol in bet burgerlijk leven speelden. De Chronique scandaleuse werd er trouw in bijgehouden en wie de eene of andere pekel zonde op zijn geweten had, deed best met niet tegen een flink geldelijk offer op te zien, wanneer hij zijn naam, de duidelijke voorletters daarvan, of een zeer verstaanbare bijnaam, met een aantal ware of verzonnen bijzonderheden van zijn vergrijp, niet onder de oogen van 't publiek gebracht wilde zien. Dat deze schandaal-kroniek zoo goed als uit geroeid werd, is een van de diensten die de vrije dagbladpers ons bewezen heeft. Sedert de lees- en praatlust der menigte bevredigd en gevoed wordt door het nieuws dat de couranten dagelijks uit alle oorden brengen, haakt zij niet langer naar den achterklap waarmede de blauwboekjes gevuld werden. Het ras der Chroniqueurs van deze soort is dan ook uitgestorven toen er geen vraag meer naar hunne waar bestond, niet omdat bun eigen liefhebberij voor 't vak bad opgebonden. Er schijnt een eigenaardige prikkel te bestaan in dit politieman spelen op eigen hand, in dit op duistere en slecht befaamde wegen nasporen van hetgeen verborgen gehouden wordt. Hield de groote pers hen niet van de baan, de schandaal jagers van vroeger zouden spoedig weer voor den dag komen. Van hun geslacht is zonder eenigen twijfel de schrijver der Haagsche Penkrctssenmaar ik haast mij erbij te voegen dat de heer De Bergh, die zijne onthullingen ruiterlijk onder zijn naam de wereld inzendt en die zich meest met gemeente zaken en andere onderwerpen van algemeen belang bezig bondt, op de duisterlingen van weleer alleen door zijn -echte speurhonden-natuur gelijkt. Een verborgen misdrijf, dat hij in zijne Penkrassen no 47 aan 't licht bracht, beeft zijn naam weder ge vreesd gemaakt bij allen die iets geheim te hou den hebben. Het Dagblad heeft omtrent dit geval in zijn nr van Zondag eenige détails medegedeeld, welke grootendeels onjuist zijn. De aangeklaagde officier, wiens naam en qualiteit door andere bladen reeds zijn aangeduid, staat voor den krijgs raad te Den Helder terecht en bevindt zich in arrest op het wachtschip. Wanneer het niet mogelijk blijkt zijne schuld wettig te bewijzen, wat bij de minderjarigheid der getuigen en bij het bestaan van mede-schuldigen misschien moeilijk vallen zal, dan zullen er ook niet licht termen te vinden zijn om hem uit den dienst te ontslaan. Het esprit de corps zal hem dan echter het leven wel onmogelijk maken. Veler verbolgenheid heeft de «penkrasser" ook op gewekt, door het ontijdig bekend worden van de bijzonderheden der voorgenomen feestviering ter eere van mevrouw Bosboom-Toussaint. Deze euveldaad is in de N. R. Ct gepleegd en men beschuldigt er, te recht of ten onrechte, dat zou de redactie dier courant moeten uitmaken, den heer De Bergh van. De argeloosheid van een der commissieleden is echternaar 't mij voorkomt, de ware oorzaak. De heer De B. moet inlichtingen gevraagd hebben als correspondent van 't weekblad de Amsterdammer, dat Zondag, dus na het feest, uitkwam. Men deelde hem echter onvoorzichtig mede hetgeen niet vóór den verjaardag bekend mocht worden. Wie nu iets als discretie verwacht van „penkrassers" en blauw boekschrijvers, rekent buiten den waard. Die deugd komt bij het ambacht niet te pas. Een ander onderwerp van beklag in verband tot het Toussaint-feest, is dat burgemeester en wethouders van de residentie niet officieel aan deze demonstratie, ter eere van hare beroemdste burgeres, hebben deelgenomen. Voor eenig ander eerbetoon, zooals bet aanbieden van het eerebur gerschap of iets dergelijks, bestond zeker geen antecedent, en men weet dat een officieel persoon zonder antecedent maar zelden weet hoe hij eene zaak moet aanpakken. Voor een bezoek en corps, ten huize van de jarige of in Diligentia, ware echter alleen noodig geweest dat men eraan ge dacht had. Onze nieuwe burgemeester heeft per soonlijk, zooveel hij kon, het verzuim goedgemaakt, doch er daardoor tevens meer algemeen de aan dacht op doen vallen. De hooge regeering heeft het er trouwens niet beter afgebracht. Te vergeefs wachtte men of de heer Modderman, die met den minister van bui- tenlandsche zaken bij het feest tegenwoordig was, iets zeggen zou. Ook bier werd een antecedent gemist en sedert Vondel's grijsheid heeft men in Nederland nog niet geleerd dat het genie, waar door een volk groot gemaakt wordt, aanspraak heeft op nationale waardeering. In Frankrijk is indertijd aan de schilderes Rosa Bonheur het rid derkruis van het Legioen van Eer geschonken. Vrouwelijke verdienste zou zeker niet in waarde stijgen wanneer men ze met ridderlinten gingbe- strikken, maar een vorm ware toch wel te vinden geweest om aan de schrijfster van Majoor Frans eer te bewijzen. De regeering geeft wel een eere penning of een boekgeschenk aan verdienstelijke onderwijzers. Zou op de onvoorziene uitgaven der staatsbegrooting geen ruimte zijn geweest voor den aankoop van eenig kostbaar prachtwerk, dat namens den koning, door een der ministers aan de verdienstelijke vrouw uitgereikt, aan de wereld verkondigd zou hebben dat niet alleen het be schaafde Nederland, maar ook 's lands regeering de diensten erkent, door groote schrijvers aan da natie bewezen Aan de veelheid der bijdragen in het haar ge schonken album, kan mevrouw Bosboom de uit gestrektheid afmeten van den kring van lezers en vrienden dien zjj zich verworven heeft. Z|j bphoef$

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1