N° 220. 125e Jaargang. 1882. Maandag 18 September. Een kalm toeschouwer. FEUILLETON. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg 16 September. Door B. H. BUXTON. MIDDELBURGSCHË COURANT. In de Bijdragen tot de kennis van het Staats" provinciaal en gemeentebestuur in Nederland wordt door jhr. mr. J. Röell, lid der tweede kamer, een zeer belangrijk artikel geleverd over het verleenen van concessiën en het vaststellen van reglementen voor tramwegen. Historisch-eritisch toont de schrijver aan, dat de ongeordende toestand, waarin het tramwezen bij ons te lande nog verkeert, te wijten is aan het gemis van een algemeene rege ling en aan het verschil van gevoelen, hoe naar ons bestaand staats- en administratief recht een regeling mogelijk is. Op den bodem van het be staande recht, komt de schrijver tot deze gevolg trekkingen 1°. De vergunning tot aanleg van tramwegen behoort allereerst aan het openhaar gezag, dat voor den goeden toestand der wegen verantwoor delijk is, de publiek-rechteljjke beheerders der wegen dus. Tegen hun wil kan daartoe door geen ander gezag toestemming worden gegeven en in de door hen te geven concessie kunnen de voorwaarden worden gesteld, door hen noodig geoordeeld, hetzij omtrent aanleg hetzij omtrent exploitatie als zoodanig. 2°. Aan het gezag, bevoegd tot het maken van politie-bepalingen, kan de bevoegdheid echter niet worden betwist om, binnen zijn ambtsgebied en met inachtneming van de ambtelijke hiërarchie, ook omtrent het verkeer langs of op de wegen, die politie-voorsckriften te verordenen, die het uit het oogpunt der algemeene veiligheid noodig oor deelt, en zoo noodig uit dien hoofde het gebruik van deze vervoermiddelen te verbieden. Dat ver bod en de overige politie-bepalingen echter, mo gen zich alleen en uitsluitend gronden op hetgeen met de veiligheid van het verkeer in rechtstreeksch verband staat. Bepalingen in het belang der we gen als wegen, en meer nog omtrent de exploitatie van de vervoermiddelen als zoodanig, vallen buiten dit kader en behooren dus niet te worden gesteld. Hier tegenover wordt de noodzakelijkheid eener algemeene wet betoogd, op de volgende gronden. a Moetteneinde eene inderdaad nuttige tram-onderneming tot stand kunne komen de vergunning verkregen zijn van allen, die beheer voeren over de daartoe te gebruiken wegen, dan is het mogelijk, dat een onwillig bestuur zooda- nigen aanleg onmogelijk maakt door zijne toe stemming te weigeren, of door daaraan zoodanige voorwaarden te verhinden, dat zij met weigeren gelijk staat. b Ongetwijfeld is voor deze soort van ver voermiddelen eene groote toekomst weggelegd; zij kan voorzien in zeer bepaalde maatschappelijke behoeften. Maar men vergete daarbij niet, dat feitelijk de aanleg van iederen tramweg, over dat gedeelte van een cominunicatieweg, een zeker monopolie schept. Zullen dus inderdaad van deze uitvinding der wetenschappelijke nijverheid al die vruchten worden getrokken, waarvoor zij vatbaar HOOFDSTUK IV. In den kaleidoscoop-scliouwburg-. „En is het uw overtuiging, mijnheer, dat dit bijzonder schoone meisje op een eerlijke manier- met naaien den kost tracht te verdienen?" Bij deze vraag grijnsde mijnheer Garbles niet. Hij begon eenig ontzag te krijgen voor dien strakken, ernstigen bezoeker. »Ja, dat vind ik hoogst waarschijnlijk", zei Maurits. »Zij heeft in alle opzichten een goede opvoeding, genoten; maar haar grootste talent bestaat in het ontwerpen en uitvoeren van hetgeen men in de wandeling fraaie handwerken noemt." Van deze en alle verdere inlichtingen, die mijnheer Steele gaf, maakte Josepf Garbles nauwkeurige aanteekeningen in„zijn register. »Ik zal u laten weten, zoodra wij haar op het spoor zijn, mijnheer", zei hij, zjjn bezoeker pitlatende. is, dan is het dringend noodzakelijk, dat niet partieel, kier en daar, de beste verbindingen dooi de beheerders der wegen worden toegestaan, en een meer algemeen geheel, dat ook de minder voordeelige lijnen zoude omvatten, daardoor on mogelijk, of uiterst bezwaarlijk tot stand te bren gen worde gemaakt. c Voorts geldt ook voor tramwegen, wat in onze spoorwetgeving is opgenomen, dat de con cessionarissen hunne banen ten meesten nutte van het openbaar belang moeten dienstbaar doen zijn, door aansluiting aan- of medegebruik door andere soortgelijke ondernemingenterwijl ook ten op zichte van deze vervoermiddelen de tijd kan komen, dat de staat zich verplicht ziet die over te nemen en dit dan ook moet kunnen doen. Maar opdat een en ander het geval kunne zijn althans op niet al te bezwarende voorwaarden behoort daarvan in de oorspronkelijke concessie melding te zjjn gemaakt. d Ook de vraag eindelijk of, en op welken voetde tramondernemingen aan betaling van tolgelden onderworpen zijn, eischt regeling. De ondervinding heeft voldoende geleerd, dat al de hierboven opgenoemde zaken niet aan het goedvinden der verschillende wegbeheerders be hooren overgelaten te worden, maar dat hier te lande de wetgever zich de zaak behoort aan te trekken, evenals dit in het buitenland geschiedde, zooals de schrijver aantoont door een overzicht te geven van de regelingen in Frankrijk, in Belgie, in Engeland, in Pruisen, in Italië en in Spanje. Door dit betoog heeft de heer Roëll ge tracht aan te toonen »dat het belangrijk onder werp van den aanleg en de exploitatie van tram wegen niet aan de dikwijls afwijkende, tegenstrijdige, niet zelden baatzuchtige beslissing der afzonderlijke wegbeheerders mag overgelaten blijven dat tusschenkomst en regeling van den provin cialen wetgever in dezen, naar de regeling van ons staatsrecht, tot geen resultaat kan leiden, dat tegelijk wettig en afdoende is; dat het mitsdien de taak van den wetgever is, om evenals in de verschillende andere staten zich deze materie aan te trekken." Z. M. de koning zal a. Woensdag te 5 uren in buitengewone audiëntie ontvangen den lord-mayor van Londen, die met een talrijk gevolg te 'sGra- venhage zal komen om aan Z. M. het diploma van eereburger der City in een gouden kistje te overhandigen. De lord-mayor zal verblijf honden in het Hotel des Indes en vergezeld zijn van de beide sheriffs, sir Reginald Han'son en sir William Anderson Ogg, den secretaris der stad sir John Monckton en de verdere officieren der stedelijke regeering, die bij een plechtig bezoek aan een sou- verein zijne lordschap plegen te vergezellen. (Zie laatste berichten van gisteren). Z. M. de koning heeft zijn buitengewonen adju dant, luitenant-generaal Van der Heyden, doen uitnoodigen hem aanstaanden Maandag bij zijn gevolg naar de tweede kamer te vergezellen. Door ingelanden van den polder Ellewoutsdijk Op het spoorpeinsde Maurits, ongetwijfeld zou die oude, geslepen agent geen moeite hebben met die zaak welke hij zoo dapper ondernam. En Clara zou wel gevonden wordenmaar waar, en hoe en bjj wien? »Waar ik haar ook vind, zal ik met haar trouwen Die woorden welke Harold zoo stellig gesproken had, klonken zijn broeder nog in de ooren. ïn den overspannen, opgewonden toestand, waarinde jongen verkeerde, zou hij bereid, ja zelfs vurig verlangend zijn om Clara terstond te huwen, als hij haar slechts vond. Die overtuiging maakte Manrits voorzichtig en deed hem besluiten om niet al te veel geestdrift aan den dag te leggen bij de ontdekking van Clarawant als mijnheer Garbles haar vond zou het van het grootste gewicht zijn om nauwkeurig te onderzoeken welk soort van leven zij geleid had, nadat zij het huis van mevrouw Steele verlaten had, eer hij gedoogde dat Harry zijn oude liefde terug zag. Maurits voelde diep medelijden met het meisje zelf, een medelijden zooals alleen goede mannen kunnen gevoelen, terwijl hij hoe langer hoe meer afkeer van zijn stiefmoeder kreeg, naarmate hij duidelijker begon in te zien welk een leeljjke rol die dame in het huiseljjk drama had gespeeld. In elk geval moest dat ongelukkige meisje scha deloos gesteld worden voor het onrecht dat haar was aangedaan; maar Harolds belangen gingen ijn bez orgden broeder nog meer ter barte en hij is besloten, om nog deze maand onder de dammen, die in de hoofd-waterleidingen liggen, heulen te FjSjpr. tachtig - eentim. wijd in den dag. Dit besluit is van veel belang voor de waterleiding, want wat vermag eene leiding met goede steenen duikers, als in de leiding een of meer dammen gevonden worden met heultjes van 25 cm in den dag, terwijl de steenen duikers 0.80 op 1.00 M. dag hebben GCt Op de aanstaande vergadering van de provin ciale vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Zuid-Holland zal een voorstel behandeld wor den om hij den minister van binnenlandsche zaken aan te dringen op eene aanvulling der gemeentewet, waarbij in beginsel wordt vastgesteld 1° dat schorsing of ontslag van gemeente secretarissen of gemeente-ontvangers door den ko ning moet worden bekrachtigd 2° dat die ambtenaren op 65jarigen leeftijd recht hebben op ontslag en pensioen uit 's rijks kas en dat gelijk recht van pensioen aan hen wordt gegeven bij ontstane lichaams- of zielsge breken 3° dat het pensioen zal beloopen voor elk jaar dienst een zestigste deel van de jaarwedde, die over de laatste twaalf maanden, aan het ontslag voorafgaande, tot grondslag gediend heeft voor de bepaling der bijdrage nader vermeld, doch nimmer twee derden dier jaarwedde mag te hoven gaan 4° dat telken jare door de titularissen als bij drage voor bun pensioen wordt gestort 2 hun ner jaarwedde, in 's rijks schatkist. 's trpavenliag-e. Per telegraaf)Het in twee lokalen van Diligentia uitgestalde Toussaint- album bevat hij de duizend bijdragen van schier al wat Nederland op het gebied van kunst, letteren en Wetenschap beroemds bezit. Ook België en hot buitenland hebben ruimschoots tot de hulde bijgedragen. Eene teekening geeft het kostbare houten kistje op zilveren voet te zien, dat in de fabriek van Yan Kempen te Yoorschoten vervaar digd zal worden, ter bewaring der collectie. Het deksel daarvan vertoont in vier gouden medaillons de titelsLauernesse, Leycester, Gideon Florenss., Majoor Frans. Het eenvoudig opschrift zegt alleen Ter zeventigsten verjaardag van mevrouw A. L. G. Bosboom-Toussaint. In het midden der met groen en bloemen versierde eerste zaal prijkt een keurig en geurig bouquet van frissche rozen, waarvan de afhangende blanke zijden linten in gouden letters het opschrift vertoonen -. Het Leesmuseum voor vrouwen te Amsterdam. Den geheelen voormiddag waren de lokalen gevuld door eene talrijke bewonderende menigte, die eenstemmig was in de betuiging dat het uit muntend geslaagde denkbeeld der feestcommissie in opvatting en uitvoering eene waardige hulde aan de roemrijke vrouw genoemd mag worden. Tot bijzonderheden ontbreekt mij heden ruimte. Yoor ditmaal slechts een enkele roof uit den rijken schat. Jan van Beers gaf zijne bewondering en vriendschap in deze regels lucht: mocht niets ontzien om Harold te bewaken en te bewaren. Maurits had groot gelijk toen hij van zichzelf zei dat hij niet romanesk maar rechtvaardig was. Hij trachtte altijd een zaak van alle kanten te bekij ken eer hij er een oordeel over velde en die om zichtigheid behoedde hem voor de dwaling van eenzijdigheid. Rechtvaardigheid ontaardde bij hem nooit in hardvochtigheid en goedheid evenmin in ziekelijke gevoeligheid. »Gij gaat van avond immers meê naar de »Kaleidoscoop", Maurits zegt lord Kempton, terwijl hij voor het laatst alleen met zijn gewezen gouverneur dineerde. »Ik heb plaatsen in de ^talles genomen." »Heel goed", zegt Maurits onverschillig. Hij geeft niet veel om kluchtspelen van den »Kalei- doscoop". „Ik ga meê waar gij heen wilt. Maar hebt gij Proserpina niet reeds gezien? Ik dacht dat gij er verleden avond geweest waart." De jongeling bloost en zegt met een mislukte poging om onverschillig te schijnenJa - a - a ik ben er geweestmaar Harford wilde weg voordat het uit was en ik wil het nog wel eens zien." Bij zichzelf zet Maurits het woordje haar in de plaats van het. En zijn vermoeden is juist. Hij ontwaart spoedig dat het voorwerp der be langstelling van zjjn jeugdigen vriend een jonge dame is, uitgedoscht in een wolk van tarlatan met zilveren sterretjes bezaaid, en wier bescheiden Wie haar ontmoet hij denht waar leeft er een vrouwlijker vrouwtje Wie haar leest hij getuigt manlijker schrijft er geen man. In deze kernachtige loftuiting op de vrouw en de dichteres is de persoonlijkheid van mevr. Bos boom-Toussaint getrouw afgebeeld. De Staats-Courant van heden bevat de volgende korte mededeeling aangaande hetgeen wij reeds gisteren uit het Handelsblad overnamen Blijkens een bjj het departement van koloniën ontvangen bericht van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië hebben in Atjeh eenige benden Pedireezen, onder aanvoering van Nja Hassan, op 4 en 7 Augustus aanvallen op mili taire transporten en patrouilles gedaan. Aan onze zijde werden drie officieren gewond, zoomede een en dertig minderen, terwijl er twaalf minderen, sneuvelden. Ook sneuvelde de schout der politie van der Zijl." De wjjze waarop de regeering zich per post over zoodanige zaken laat inlichten, zoodat zjj den 16en September kan mededeelen wat den 4e* Augus tus is gebeurd, getuigt van wijsgeerige bedaard heid. Het Handelsblad ontvangt uit Atjeh een schrijven waarin wordt geklaagd dat de aldaar strijdende soldaten in den laatsten tjjd niet de minste deel neming uit Nederland ondervinden. De schrijver gelooft dit niet te mogen wjjten aan gebrek aan belangstelling in de Atjeh-zaken. De ware oorzaak is, naar hij gist, dat men zich Atjeh voorstelt als een vredesgewest. „In hoeverre het dien naam verdient, gaat hij voort, gelieve men te oordeelen naar de feiten der laatste dagen en waarvan ik, ofschoon ze u reeds bekend zullen zjjn uit de nieuwsbladen, er hier slechts enkele aanhaal. 's Nachts van 16 op 17 Juli trachtten de At- jehers den wal van onzen kraton, hij veldwacht n" 6, tot tweemalen toe te bekruipen. Op éen dag werd er in de XXII Moekims zóo warm gevochten, dat de vjjand volgens berichten 34 dooden en ongeveer 100 gewonden bekwam, en wij, om hem in bedwang te houden, 52 gra naten en 13 a 14 duizend geweerkogels op hem af te zenden hadden. Een schildwacht werd in een stormachtigen nacht vlak bij den kraton (kruithuis) afgemaakt. Eene troepenmacht van 125 bajonetten werd bjj Toengkoep door hen teruggedreven, waarbij, behalve de gesneuvelde minderen, ook 2 officieren vielen, waarvan een doodeljjk, die 17 houw- en 3 schotwonden bekwam. Een post was genoodzaakt onlangs 's nachts 32 granaten te werpen. Doch waartoe nog meer van die alledaagsche voorvallen op te rakelen? Genoeg zij het erbjj te voegen, dat we tot het midden van Juni 1882 in dit jaar reeds 90 gesneuvelden en gewonden hebben[en dat getal is bljjkens de laatste berichten, gisteren medege deeld, tot 140 gestegen. Red. van het Hbl.] En nu het verdere lot van den soldaat. 1 a 2 rol, als hofdame van hare majesteit koningin Proserpina, voorwaar geen groote inspanning des geestes vereischt, daar zij niets anders te doen heett dan af en toe te lachen, rond te springen of stil te staan.. »Yindt gjj dat meisje in het rose niet heel mooifluistert Kempton, die de sylphide eenige minuten vol bewondering heeft aangestaard. »Neen", zegt Maurits op zjjne besliste manier. »Dan ziet gjj niet wie ik meen. Hier, neem mjjn kijker. Ik bedoel die in 't rose bjj de coulisse." Maurits kjjkt nog eens met meer aandacht en zegt: »Ja, die ziet er goed uit", en na eenige aarzeling voegt hij erbjj, »veel te goed om hier te zjjn." »Dat doet zjj ook. Nu hebt gij den spjjker op den kop geslagen, Maurits", antwoordt lord Kempton vol vuur. »Zij is inderdaad een lief, goed meisje." a Hoe ter wereld kent gjj haar dan?" vraagt Maurits op knorrigen toon en geheel van zjjn stuk bracht. Hjj heeft zoo zijn best gedaan, zich zooveel moeite gegeven om zjjn leerling te be waren voor twijfelachtige kennissen of gevaarlijken omgang, en nu is het wel hard dat de jongeling in de laatste week gebruik heeft gemaakt van zijn tijdelijke afwezigheid, om een kennismaking aan te knoopen, die zijn gouverneur hoogst on-s gewenscht voorkomt. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1