125e Jaargang.
1882.
Dinsdag
Ik
N° 209.
5 September.
Asschepoetstertje.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Geboorte-, trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Middelburg 4 September.
Novelle van MARIE SIMON.
MIDDELRIIRGSCHE COURANT.
W
Advertentiën20 Cent per regel.
Gisteren en heden werd door de leden der
Middelburg sche Scliietvereeniging uit de leden der
dd. schutterij, de tweede huishoudelijke schietwed
strijd gehouden. Er werd geschoten op 200 pas,
op vrije baan en personeel.
Bij den personeelen wedstrijd, waaraan 33 leden
deelnamen, werden in vijf schoten prijzen behaald
door de heeren W. Heijboer met 52 p.A. W. den Doop
met 49 p.J. A. Pieters met 48 p.F. G. Sprenger
met 48 p.H. J. van Agten met 47 p.F. L.
Klaassen met 46 p.; J. Vreke met 45 p.J. F.
Wiessner met 45 p.J. C. Klaassen met 44 p.
H. Snijders met 42 p.H. Boer met 41 p.C. H.
van Loopik met 41 p F. L. van Ruijven met
40 p. en P. W. H. de Kan met 40 punten.
Op de vrije baan loste iedere schutter 3 schoten.
Ruim 300 kaarten werden gekocht en de prijzen
werden behaald als volgtde heeren A. W. den
Doop met 34 p.J. M. Boone met 34 p.W.
Heijboer met 33 p.J. A. Pieters met 33 p. en
E. Helder met 31 punten. De winners ontvangen
respectievelijk 35. 20, 15, 12 en 8 pet. der inleg-
gelden.
Heden avond te 8 uren zullen de behaalde
prijzen in het Schuttershof worden uitgereikt. Bij
die gelegenheid zal het muziekkorps eenige nom
mers uitvoeren, terwijl de leden der vereeniging
met hunne dames en enkele genoodigden daarbij
tegenwoordig zullen zijn.
Het programma is verschenen voor de nijver
heids-tentoonstelling, te houden door de Werk-
mans-vereeniging alhier in de maand Maart 1883,
in de lokalen dier vereeniging.
De tentoonstelling zal zich bepalen tot voorwerpen,
betrekking hebbende op nijverheid en kunst,
vervaardigd gedurende den winter 1882—3, zoowel
door mannelijke als vrouwelijke personen.
Alle in Middelburg woonachtige werklieden,
onverschillig van welken leeftijd, hebben het recht
een of meer voorwerpen in te zenden en mede te
dingen naar de uit te loven bekroningen.
Zij moeten zich daartoe voor 1 October a. aan
melden bij den secretaris der tentoonstellings
commissie H. J. van Staal.
De bekroningen worden geregeld door eene
commissie van beoordeeling.
De prijzen, die uitgeloofd worden, zijn
1 hoofdprijs van 204 prijzen van ƒ10;
10 prijzen van f 520 prijzen van 2,50 en
eenige getuigschriften.
Ter opluistering van de tentoonstelling zal ieder
het recht hebben voorwerpen, van welken aard ook,
in te zenden, bloemen niet uitgezonderd. De
plaatsing blijft overgelaten aan het bestuur.
Zooals vroeger reeds gemeld werd bestaat het
bestuur voor deze tentoonstelling uit de leden der
Werkmans-vereeniging A. de Trope, voorzitter
H. J. van Staal, secretarisC. Staal, penningmeester
Het was Mei geworden, de seringen bloeiden,
de meerl zong. Yan de sneeuw was even weinig
meer te vinden als van de gasten van het Grand
Hotel. Zij waren vergeten, verdrongen door den
storm der gebeurtenissen en door andere gasten
vervangen. Ook miss Bell had plaats gemaakt i
in bet begin van de lente was zij gestorven en
het torenkamertje stond ledig; het onafgewerkte
scherm was er blijven staan. In haren laatsten
brief aan Ely bad zij vermeld dat Stepban Reiter
zeer geprezen werd, over zijne teekeningen voor
Burger's Leonore. Dit was bet laatste bewijs van
genegenheid dat Ely van haar ontving. Zij ver
loor veel aan hare oude vriendin. Het verblijf
te Genève was eene aaneenschakeling van feesten
geweest, waarop de beide zusters schitterden. De
avonden van mevrouw Eichenberg werden door
een vrooiijk gezelschap bezocht. Eerst had mama
gestreden tegen het weinig deftige van het rei
zende leven. Men spreekt met menschen die ons
geheel onbekend zijn, ja die zich niet eens laten
voorstellen,
F. L. Klaassen en C. H. Dhont, medebestuurders
terwijl de heer m' G. N. de Stoppelaar het eere
voorzitterschap heeft aangenomen.
De Middelburgsche Onderwijzers-zangvereeniging
vierde Zaterdag avond een huishoudelijk feest ter
herinnering aan het twintigjarig bestaan dier ver
eeniging op 16 Aug. jl., hoofdzakelijk ten doel
hebbende, den heer J. Yan Sluijs, die gedurende
dat tijdvak aan het hoofd der vereeniging stond,
eene verrassing te bereiden.
Namens de leden sprak de heer P. G. de Jager,
secretaris, eene rede uit, waarin hij het wel en
wee der vereeniging herdacht en op de vele dien
sten wees van hem, die 20 jaren lang haar met
ijver en onverflauwde belangstelling leidde.
Namens alle leden bood de heer De Jager daarna
den jubilaris een blijk van waardeering aan, be
staande in een uurwerk (z. g. n. balancier libre)
waarvan het voetstuk op zilveren plaat het volgen
de inschrift draagtMiddOnderw. Zangv. aan
haren directeur den heer J. van Sluijs, 186216
Aug. —1882."
Daarna werd den heer Van Sluijs een feestlied
toegezongen waarvan de woorden door den heer
J. C. Altorffer vervaardigd zijn en door den heer
D. W. Louis, lid der vereeniging, op muziek "zijn
gebracht.
De avond werd verder in gezellig samenzijn
doorgebracht en met een gemeenschappelijk souper
besloten.
Tlioleii, 2 Sept. De varkensziekte heerscht
weder vrij hevig in ons eiland. Te Stavenisse en
St. Maartensdijk moet zij reeds veel slachtoffers
hebben geëiscbt. In 't oosten van 'teiland is ze
nog niet in die mate verschenen.
Z. M. de koning en de koningin zullen, naar
men verneemt, Vrijdag 15 dezer van Het Loo in
de residentie teruglceeren.
De vorst en' vorstin Yon Wied, die thans te
Scbeveningen vertoeven, zullen in de helft dezer
maand weder naar Neuwied vertrekken.
Volgens bet Bat. Hbl. heeft de gouverneur van
Atjeh aan de regeering machtiging gevraagd om
krachtiger dan tot dusverre te mogen optreden
tegen de kwaadwilligen, ontevredenen, oproerlin
gen, maraudeurs, of hoe de Atjehers verder ge
noemd mogen worden, die zich gewapenderhand
tegen het Nederlandsch gezag verzetten.
Biervliet, 2 Sept. De heerW. Verplanke,
gewezen wethouder, die in het begin van April
reeds zijn ontslag nam als lid van den raad dezer
gemeente, heeft gisteren sehrifteljjk zijn ontslag
als ambtenaar van den burgerlijken stand ingediend.
Toch wordt hij nog ter raadsvergadering opge
roepen, daar zijn opvolger, de heer J. F. Calon,
zijne geloofsbrieven niet ingediend heeft. Zoo kan
het geheimen dat men raadslid tegen wil endank
blijft, omdat de gemeentewet geen tijd bepaalt
voor bet indienen der geloofsbrieven.
Het Haagsche Dagblad bevat de volgende op-
Maar de dochters hadden eindelijk over dit
voorvaderlijk gebruik gezegevierd. Ely werd meer
dan ooit vergeten. De zusters vonden hare op
voeding nog zeer gebrekkig en de moeder wenschte
dit onbuigzame karakter tot plichtbesef te brengen,
daarom werd zij te Genève op een school in den
halven kost gedaan, 's Morgens bracht Julia haar
weg, en des avonds werd zij weder teruggehaald.
Zoo werd zij 17 jaren. In de eerste dagen van
Mei betrok mevrouw Eichenberg weder het
smaakvolle kwartier op de eerste verdieping van
het Grand Hotel. Daarna kwamen de Potnikis,
gevolgd door een tal van aanbidders.
Dat gezelschap noemde zich de Flirters en
droeg als herkenningsteeken de Kikeriki-orde,
bestaande ineen rood lintje, dat de heeren in hun
knoopsgat droegen en de dames bevallig in het
kapsel staken; op het vergeten van die orde
stond een boete.
De statuten van die vereeniging legden de leden
verscheidene verplichtingen op. Zoo moest men
des morgens in plaats van te groeten, kraaien en
het linkerbeen uitslaan. Ook was er een bepaling
dat men Zondags elkander zonder plichtplegingen
aansprak. Sommige heeren vertoonden zich met
eene lange parapluie onder den arm. Terwijl het
voor de dames verplichtend was op de dans
partijen van mevrouw Eichenberg met groote
pofmouwen te verschijnen, moesten de heeren
korte broeken, schoenen met gespen en roode
kousen dragen. Men vereenigde zich voor pick
nicks in het bosch, roeipartijen op het meer,
heldering van de beschuldiging, door het Vader
land eerst in raadselachtigen vorm en later met
naarn en toenaam tot den minister van buiten
landsche zaken, jhr. mr. W. F. Rochussen, gericht,
als zou deze zich op onwettige wijze uit 's lands
penningen bevoordeeld hebben.
„Bij organiek besluit van 28 Aug. 1881, terwijl
de heer Van Lynden van Sandenburg minister
van buitenlandsche zaken was, werd wijziging
gebracht in de rangen en in de minima en maxi
ma der bezoldigingen enz. van bet corps diplo
matique. Voor zoover hieruit verhooging van be
zoldiging voortvloeide, werd hieraan echter niet
terstond toepassing gegeven, omdat eerst blijken
moest of de begrootingspost daartoe al dan niet
ruimte lietmaar toen dit aan het eind van het
dienstjaar wel het geval bleek te zijn, werd de
zaak geregeld en ontvingen de diplomatieke amb
tenaren datgene, waarop zij krachtens dat besluit
aanspraak hadden. Onder dezen behoorde ook de
tegenwoordige minister van buitenlandsche zaken,
krachtens zijn vroegere betrekking.
„Deze inlichtingen hebben wij ingewonnen bij
iomand, van xvien wij weten dat hij een slechte
zaak stellig niet zou vergoelijkenmaar dit be
lette hem niet, ongevraagd aan deze inlichting
toe te voegen, dat niet alleen met de regeling
niets ongewoons, niets onbehoorlijks'' was geschied,
maar dat de minister wel dwaas zou zijn geweest
indien bij, wegens zijn latere opklimming tot de
ministerieele waardigheid, afstand had gedaan van
een deel der bezoldiging, welke hem in zijn vroe
gere functie, met al de overigen die het genoten,
volkomen rechtmatig toekwam."
De heer Broekman schrijft in het Zondagsblad
van het Nieuws
Van de Ned. Handelmaatschappij zijn geruchten
in omloop, die op eene groote verandering in de
operatien van dat lichaam zouden doelen. De
maatschappij zou nl. eigen handel geheel opgeven
en de agentschappen beperken of opheffen, doch
daarentegen een meer werkzaam deel nemen in
binnenlandsche industrieele zaken of operatien, en
zich reeds belangrijk hebben geïnteresseerd bij de
aandeelen der stoomvaart-maatschappij Zeeland,
zoomede in grondeigendommen te Baarn,
Een en ander zou samenhangen met de liqui
datie der nalatenschap van wijlen Z. K. H. prins
Hendrik.
Ook is er sprake van eene belangrijke vermin
dering van het aandeelen-kapitaal.
Dat de wijze van zaken doen der Flandelmaat-
schappij niet meer met de eischen van den tegen-
woordigen tijd samengaat, wordt vrij algemeen er
kend, zoodat eene vermindering van kapitaal aan
de beurs als zeer wenschelijk besproken wordt.
Toch is het weemoedig te moeten zien dat eene
maatschappij, met zulke uitgebreide en goede re-
latien, zulk een kapitaal en onbeperkt crediet,
niet in staat is zich op haar hoog standpunt te
handhaven, terwijl in Engeland verschillende
lichamen met groote kapitalen werken, en de kracht
voor winstgevende operatien in den tegenwoordi-
gen tijd veelal in een groot kapitaal gelegen is.
tochten op ezels naar de schoonste punten in den
omtrek en des avonds nam men de conversatie
zaal in beslag. Ely hoorde niet bij dat gezelschap.
Nog altijd vond mama haar te jongde dames
vonden haar te geleerd; alleen de jonge heeren
hadden haar gaarne in den kring gebracht, maar
bij al hare verlegenheid had Ely iets zeer zelf
standigs. Men noemde haar Nigella of de prinses
in het woud, en men bekommerde zich verder
niet om haar.
Op zekeren dag bracht men aan mevrouw
Eichenberg een zwaar gelakten brief, die zeker
iets gewichtigs behelsde, want na lang rede
neeren met de heide oudste zusters, werd Ely
binnengeroepen.
Mama was altijd zeer koel tegen Eiy en sprak
alleen tegen haar om haar een aanmerking te
maken. Ook nu verwachtte Ely eene terechtwijzing
en zij was niet weinig verwonderd toen mevrouw
Eichenberg vriendelijk tot haar zeide dat zij plaats
zou nemen. Mama vatte zelfs haar hand en be
gon
„Kindlief! gij zijt nu zeventien jaar en naar
ik vermeen oud genoeg om over uwe toekomst te
beslissen Ely meende dat zij haar hart
hoorde kloppen. Had mama iets vernomen van
haar liefde voor Stephan Reiter en ging zij daar
over spreken Met angst en hoop zag zij hare
moeder aan mevrouw Eichenberg scheen dat niet
te merken en vervolgde
„Ik ontving daar een brief van mijne
zuster, de abdis van het klooster van Heiligensteim
Tienduizend vellen papier, van eene zeer kost
bare soort, indertijd in 't arsenaal te Samarang
geleverd voor 1,10 per vel, ongerekend de
kosten van vervoer uit Nederland, zijn volgens de
Locomotief verkocht voor 22,50 den geheelen
voorraad.
Van ditzelfde papier moeten op andere bewaar
plaatsen in Indie nog groote hoeveelheden
waardeloos liggen.
Een en ander onder het hoofd „geldverkwisting"
op te tellen bij de onlangs te Delft voor een ba
gatel verkochte bedorven ransels
Omtrent de Nederlandscbe Noordpool-expeditie
naar Dicksonhaven worden ons nader de volgende
berichten medegedeeld
Den 28em Juli verlieten de Varna en de Louise
de reede van Hammerfest en stuurden, na het
passeeren van de Noord-Kyn, dadelijk in de rich
ting van Vaigatz. Door fraai weder begunstigd, was
de reis zeer voorspoedig, totdat men in den nacht
van 31 Juli op 1 Augustus bij het ijs kwam op
ongeveer 70° 30 gr. N. Br. en 52° 30 gr. O. L.
Al het ijs was laag, eenjarig drijfijs, dat met de
laatst gebeerscht hebbende westelijke winden in
oostelijke richting was samengedrongen en voor
stoomschepen geen hinderpaal zou wezen, wanneer
het zich niet dan tot een kleinen afstand uit
strekte. Zoover het oog echter oostelijk reikte,
was alles dicht. In het noorden liep de ijsrand
in N. N. W.-lijke, in het zuiden in Z.Z.W.-lijke
richting. De wind was toen zuidelijk en daarom
hoopte men om de zuid, langs de Russische kust,
een doortocht te vinden. Langs den ijsrand werd
heen gestoomd en men ontmoette na enkele uren
een walrusjager, die aan de schepen mededeelde
dat het ijs tot onder de kust vastzat en ondoor
dringbaar was.
Daarna werd dus om de Noord gehouden, steeds
langs den ijsrand, om te trachten wat hoogerop
open water te vinden. Op den 1 Aug. zag men
in oostelijke richting eindelijk, door het ijs heen, open
water en passeerde gemakkelijk de ijsstrook die
de schepen daarvan scheidde. Daarna werd in
O.Z.O.-ljjke richting gestuurd, zoo wat evenwjjdig
aan de kust van Nova-Zembla bewesten straat
Kara, doch al spoedig kreeg men weder ijs te zien,
dat tot aan den vasten wal doorliep en zicb om
de zuid aansloot tegen het ijs, dat men het eerst
had aangeloopen.
Een ander Noorsch schip, dat aan den ijsrand
ontmoet werdberichtte dat het ijs een paar
mijlen verder naar de Karastraat toe ondoordring
baar was. Men bleef nu den nacht van 1 op 2
Aug. afwachten en besloot toen naar Matotscbkin-
scharr te stoomen om aldaar zijn geluk te be
proeven. Op de reis daarheen zag men het ijs
tegen de kust vastliggen, doch bij het eiland
Merduscharsky gekomen, werd de noordelijke
ingang van Kostin-scharr, een straat die genoemd
eiland van den vasten wal scheidt, open gevonden
en van nu af werd om de Noord, bewesten Nova-
Zembla, geen ijs meer gezien. Men hoopte nu op
storm uit het zuidoosten, die de zuidelijke straten
van het ijs zou verlossen.
Zij meldt mij dat er een stoel beschikbaar is.
Sedert jaren heeft een lid der familie Von Buhl
een plaats ingenomen in dat klooster. Onder de
de familie-portretten, die in het oude slot bewaard
worden, vindt men vijf abdissen van dat klooster,
gij zult u herinneren die gezien te hebben." Hier
vatte mevrouw Eichenberg Ely's hand. „Mjj dunkt,
mijne dochter zal zulk eene onderscheiding, die haar
tot hooge waardigheid kan brengen, niet afslaan."
Mevrouw Eichenberg had ieder woord langzaam
uitgesproken en voor Ely waren het evenzooveel ha«
nierslagen op haar hart. Na deze vernietigende
mededeeling, was het weder het beeld .van Stephan
Reiter, dat haar helder voor den geest stond.
Het was Mei, in Mei kwam hij terug en als zij
dan in het klooster was zou zij hem niet zien.
De moeder zag aan de verschrikte gelaatstrekken
en begreep uit het voortdurend zwijgen van hare
dochter dat deze het haar aangeboden geluk niet
waardeerde.
„Wilt gij niet naar het klooster gaan
vroeg zij half deelnemend, half angstig,
Ely schudde het hoofd en twee groote tranen
vielen langs hare wangen.
„De dames van het klooster van Heiligen-
stein hebben een zeer aangenaam leven," vervolg
de de moeder. „Zij hebben eene afzonderlijke kamer
en bet klooster geeft veel voorrechten. Het park en de
bezittingen getuigen van grooten rijkdom. U wacht
een leven zonder kommer of zorg. Gij zult alge
meen geacht worden en de gevaren der wereld
kunnen u niet genakeué'