toegestaan gekaamd AARD DER UITGAVEN. vook 1882. vook 1883. 43,005.83 1,069.— 433,— 500.— 500.— 2,502.— Nihil. Nihil. 2,502.— 1,660.50 43.005.83 17,830.— 20,328.— 35,326.33 Gld. afdeeling III. Kosien van het lager onderwijs 40). Jaarwedden der onderwijzers. 27,520. Vergoeding aan onderwijzers aan het- hoofd van scholen j staande, wegens gemis van vrije woniDgi 350. Toelagen en bijdragen tot opleiding van onderwijzers. 450. Kosten van het herhalings- onderwijs600. Idem van het stichten van schoollokalen en onderwij zerswoningen 41) .1 9,750. Idem van het instandhouden van schoollokalen en onder wijzers woningen. 610.50 Huur van schoollokalen en onderwijzerswoningen 233.33 Kosten van het aanschaffen en onderhouden van school meubelen460. Idem van het aanschaffen en onderhouden van school boeken leermiddelen en schoolbehoeften 1,650. Idem van verlichting en ver warming en schoonhouden der lokalen732. - Idem van het plaatselijk schooltoezicht 200.- Idem kosten van de verge lijkende examens 42) 3Iemorie. Idem van de schoolbiblio theken150. Idem van belooningen eereblijken 300. Totaal van de 3e afdeeling. afdeeling IV. Ko'den der bewaarscholen. Jaarwedden der onderwijze ressenI 1,230. Overige kosten der bewaar- scholen430.50 Totaal van de 4e afdeeling. 1,660.50 afdeeling V. Kosten van ander onderwijs. Kosten der gymnast ieksch ooi. Idem der rijschool Subsidie aan de ambachts school Verdere kosten van onderwijs, j in de vorige afdeelingen; niet begrepen Totaal van de 5e afdeeling. afdeeling VI. Kosten ten behoeve van kunsten en wetenschappen. Totaal van de 6e afdeeling. 5e ff ff n 4e a ft u 3e tf ft tt 2e ft ft lg 0 Totaal van het 5e hoofdstuk. HOOFDSTUK VIII. Renten en aflossingen van aangegane geldleenlngen. afdeeling I. Renten. 43) Renten van oude schuld der gemeente1,183. - Idem, tegen 5 pet. 'sjaars,: van de geconverteerde schuld der gemeente 11,035. Idem, tegen 41/, pet. 's jaars, van een kapitaal oorspron kelijk groot ƒ20,000 op genomen in 1876 652 50 Idem, tegen 4 pet. 'sjaars, van een kapitaal oorspron kelijk groot 55,000, j opgenomen in 1881 2,200. Annuiteit (3/4a jaar) geldlee- ning, oorspronkelijk groot f 283,000, aangegaan in 1881 met de maatschappij; voor gemeente-crediet14,150. Rente ten behoeve der gods-i huizen10. Totaal van de le afdeeling.; afdeeling II. Aflossingen. Voor aflossing van schuld der 1 gemeente2,000. Idem zevende termijn van het hiervoren vermeld kapitaal 1,000. Idem van het kapitaal van f 20.000 opgenomen in: 1876 44). Memorie. Idem achtste termijn van' de geldelijke bijdrage kos-; ten aanleg havenkanaal, werken van rijkswege. 10,000. Idem negentiende termijn renteloos voorschot provin- ciale fondsen, wegsverbe-i tering Arnemuiden. 187. Idem laatste termijn schuld rijk oud havenkanaal j 538.62 Totaal van de 2e afdeeling.. 13,725.62 afdeeling III. Afbetaling van opeischlare schulden. Nihil. Totaal van de 3e afdeeling. f h 2e lr tt le Totaal van het 8e hoofdst. HOOFDSTUK IX. Andere uitgaven, niet tot de vorige hoofdstukken behoorende. Waarborgkosten tegen brand schade gemeenteeigendom men Betalingen hij voorschot, ten behoeve van het rijk of de provincie. Kosten kamer van koophandel Jaarwedde wegers, meters enz Kosten wegens de regeling van met andere gemeenten Transporteere 1.590.- Ct. 28,295.- 1,450.- 600.- 615. 100.— 470.— 1,650.— 757— 200— 300 150— 300— 34,887-- 1,230— 613.50 1,843.50 1,029 503— 500— 500— 2,532— Nihil. Nihil. 2,532— 1,843.50 34,887— 17,657. 19,942— 76,s61.50 1,183— 10,935— 607.50 2,180— 14,150— 10— 29,230.50 j 29,065.50 10,000.- 187.- Nihil. 13,725.62 29,230.50 Nihil. 14,187— 29,065 50 42,956.12 43,252.50 740.- 200 450— 200— 10- 50.— 450 200— AARD DER UITGAVEN, j toegestaan voor 1882. gekaamd voos 1883. Transport gemeenschappelijke belan gen Idem van gedingen en rechts kundig onderzoek Idem markten Idem openbare feesten Schadeloosstelling Luther- sehe gemeente -j Uitkeering poldeïbest.v. Wal- cheren, zijkanten wegen Kosten conversie van oude; gevestigde schuld .1 Teruggaaf aan het rijk, erf-1 pachtsom van een terrein loskaai Jaarwedde agent van inkwar tiering Tekort rekening cour.wegens ontvangen opcenten tot goedmaking eer kosten van aanbestedingen en verpach tingen Totaal van het 9e hoofdst. HOOEDSTÜK X. Onvoorziene uitgaven ter be strijding van onvoorz. behoeften en rampen VERZAMELING. j Totaal van het le hoofdst. j tf u 2e 3e tt 4e e n 5e u u 6e f n n f 7 e u n 8e tr v 9e f 10e Totaal der uitgaven Gl. Ct. 1.590— 15 5— 439— 200— 100— 30— 25— 16.06 100— 10— ..530.06 Gl. 1 Ct. 475. - 15. o. 439 200 100— 30— 25— 16.06 100— 10. 8.936.84 23,450.31 8.272.32% 34.037— 7.330— 25.614.24 32,463— 85.326.33 42,956.12 2.530.06 8.936.84 270.916.23 2,415.06 16,150.42 23,482.63 8,226.91 31,981 7,810— 25,534 24 32,013.50 76,861.50 43,252.50 2,415.06 16.150.42 267,727.76 BALANS. De geraamde inkomsten bedragen uitgaven 267,727.76— 267,727.76.— 2,000— 1,000— 1,000— 14,187 1,475. 1) Het goed slot der rekening over 1880 werd, bij raadsbesluit van den 24sn Aug. 1881, vastgesteld op f 11607.04 en door ged. staten van Zeeland, bij beschik king van den 25en Nov. d. a. v., goedgekeurd onder vermindering van de inkomsten, en alzoo ook van het goed slot, met een halven cent, wegens een verschil in de becijfering van de aan de gemeente uitgekeerde 4/5 ge deelten van de opbrengst der rijksbelasting op het per soneel. Van dat goed slot is, hij wijze van praelevement, hij raadsbesluit van den 23en Dec. 1881 op de gemeentehe- grooting voor 1881 overgebracht eene s»m van 4933.74% Alzoo is nog beschikbaar gebleven eene som van 6673.29, hier in ontvang nitgetrokken. 2) Het totaal der inkomsten van de vaste eigendommen der gemeente, levert, in vergelijking met de voor 1882 geraamde som, eene vermindering op van ƒ226.81, welke vermindering ontstaan is door vervallen of verminderde pacht of huur. 3) Gelijk in vorige jaren, wordt voor de interestbe rekening tot maatstaf genomen eene rente van 4% pet., hij de onmogelijkheid om reeds nu, met eenige juistheid, het bedrag van het uit te keeren dividend te kunnen ramen. Het laatste dividend heeft 47 per aandeel bedragen. 4) Deze post is in overeenstemming met dien van j 4, uitgaven der begrooting van de gasfabriek voor 1883. 5) De heffing der opcenten op de grondbelasting ge schiedt krachtens raadsbesluit van den lien October 1865, goedgekeurd bij kon. besluit van den 27en Oct. d. av., no. 54. De raming der opeenten is volgens de opbrengst der grondbelasting over 1882. 6) De heffing der opeenten op de personeele belasting heeft plaats volgens raadsbesluit van den 20en October 1875, goedgekeurd hij kon. besluit van den 9en Nov. 1875, no. 3. In de rekening over 1883, het jaar dezer begrooting, zullen verantwoord moeten worden 4/12 van de opcenten op de rijks personeele beiasting over het dienstjaar 1882/3 en 8/12 van die over 1883/4. Voor de raming dier sommen zijn als maatstaf geno men de kohieren over het 30 April 1882 gesloten dienst jaar. Deze beloopen in hoofdsom f 64386.52% of/314.12 meer dan in het daaraan voorafgaand - jaar. 50 opcenten hiervan bedragen de nitgetrokken som. 7) De heffing geschiedt volgens verordening van den I7en Nov. 1871, gewijzigd bij raadsbesluiten van den 27en Oct. 1876 en den 9en Dec. 1881, goedgekeurd bij kon. besluijen van den 23en Dee. 1871, no. 31, den 17en Dee. 1877 no. 16 en den 29 Deo. 1881, no. 30. 8) De hier uitgetrokken som is het vermoedelijk be drag van het loon voor het wegen van voorwerpen, behalve granen, zaden en hooi, welke heffing geschiedt volgens de veiordeDing van den 1881, goedge keurd bij kon. besluit van den 31en Juli 1881, no. 16 9) De beffing dezer gelden heeft plaats volgens de ver. ordening van den 1856, goedgekeurd bij kon. besluit van den 30 Jan. 1857, no. 52. Daar de opbrengst over het eene jaar met die over het andere veel verschil oplevert, is daarvoor de gemiddelde opbrengst over de vijf laatste jaren als maatstaf genomen, te zaraen bedragende 5.281.92, alzoo gemiddeld per jaar 3056.38. De opbrengst in 1881 splitst zich als volgt Jaarmarkt 745.14 wekelijksche en dagelijksehe mark ten 2000.41 vleeschhal 216 vischmarkt 6 totaal 2967.55. 10) De heffing dezer gelden geschiedt volgens de ver ordening van den ?- f6".'. *!f|? -, goedgekeurd bij kon. z/ April 1810 besluit van den 31 Mei 1870, no. 17. Daar de opbrengst der begrafenisrechten, afgeschei den van den meer of minderen afstand van grafruimten op de gemeente-begraafplaats, zeer uiteenloopt, is, gelijk ten vorigen jare, daarvoor het gemiddeld bedrag van de vijf aan deze begrooting voorafgaande afgesloten dienstjaren als raming genomen. Zonder het bedrag der overgedragen grafruimten be droeg die opbrengst 6724.05, of gemiddeld per jaar 1344.81. Het bedrag der over te dragen grafruimten kan begroot worden op 100 's jaars, alzoo te zamen 1444.81. 11) Voor de schoolgelden is tot maatstaf genomen de opbrengst over-1881. Voor het gymnasium en de mid delbare meisjesschool is het aantal leerlingen begroot res pectievelijk op 34 en 45, waarmede vermoedelijk de cursus 1882/83 zal aanvangen. 12) Gemiddeld bedrag van de vijf aan deze begrooting voorafgaande dienstjaren, zijnde te zamen ƒ1507.65, of gemiddeld f 301.53 per jaar. 13) Als maatstaf is genomen de opbrengst over 1881. Wanneer de met 1881 ingevoerde splitsing van deze gel den gedurende eenige jaren zal hebben plaats gehad, is het wenschelijk de gemiddelde opbrengst der laatste jaren tot maatstaf te nemen. 14) Het aantal van hen, die gebruik zullen maken van den nieuwen cursus, is gesteld op het aantal (20), dat hij de berekening der vermoedelijke kosten als grondslag is aangenomen. 15) De heffing dezer belasting geschiedt volgens veror dening van den 5 Februari 1873, gewijzigd bij raadsbe sluit van den 9 Dec. 1881, goedgekeurd bij kon. hesluiten van den 8 Maart 1874^ no. 17, en den 29 Dec. 1881, no. 30. 16) Deze heffing geschiedt volgens verordening van den 28 Oct. 188.1, goedgekeurd bij kon. besluit van den 22 Dec. d. a. v., no. 18. Over 1882 hebben deze rechten bedragen 4493.75. Wegens de mogelijkheid, dat onder scheidene personen, door wie thans het vergunningsrecht is aangevraagd, daarvan in 1883 niet zullen verlangen gebruik te maken, is het voorzichtig voor de opbrengst dier rechten voor dat jaar niet meer dan 4000 in ont vang te ramen. 17) De kosten van het lager onderwijs zijn geraamd op f 34887. Van deze som moet 100 plus f 480, of 580, afgetrokken worden als bijdragen van anderen in de kosten van het lager onderwijs (art. 43 der wet van 17 Aug. 1878, Stbl. no. 127). 30 pet. van het overblijvende bedrag ad f 34307 be loopt 10292.10. Voor den dienst over 1881 was de subsidie (na aan neming der snppletoire begrooting op 9 Dec. 1831) uit getrokken tot een bedrag van 19801.55. Van deze som was op ultimo Juni 1882 nog slechts 9809.48 ont vangen. 18) De hier uitgetrokken som is een legaat van Jacob Heijndricks van Grijpskerke, burgemeester van Middelburg, inaertijd bemaakt ten behoeve der door hem in 1561 op gerichte armschool, en voortdurend jaarlijks door het be stuur der godshuizen aan de gemeente uitgekeerd tot voorziening in het onderwijs der armen. 19) Bij kon. besluit van den 31 Deo. 1879, no. 40, is aan deze gemeente (het eerst voor het jaar 1879) van rijkswege toegekend een subsidie tot het bedrag van de helft der zuivere kosten van het gymnasium. Die kosten zijn verantwoord onder de artikelen 1—4, afdeeling I, hoofdstuk VII der uitgaven. 20) Bij kon. besluit van deD 21 Juni 1881, no. 19, is aan deze gemeente, ten behoeve harer middelb. meisjes school, een rijks-subsidie verleend van f 5000 'sjaars. 21) Deze bijdrage bepaalt zich tot: a schadeloosstelling door het polderbestuur van Wal cheren voor snatie door de vesten, volgens overeenkomst van den 9eu Deo. 1869, eindigende 31 Deo. 1889,/700, i uitkeering door het gemeentebestuur van Arnemuiden, voor de helft in de jaarlijksche aflossing van het rente loos voorschot voor de wegsverhetering op den zaagmolen- dijk, 93.50; samen alzoo f 793.50. 22) Ofschoon deze post in 1882 slechts f 3 heeft be dragen, kunnen er in 1883 meer herschattingen plaats hebben, zoodat het wenschelijk is, althans voorloopig, het voor 1882 geraamd bedrag in ontvang en uitgaaf uit te trekken. 23) Bij raadsbesluit van den 29en Oct. 1880 is bepaald, dat in de kosten voor de verbetering van afvoer van vuil in de gemeente en voor den bouw van nieuwe kaaimuren (beschoeiing aan den Korendijk) zal worden voorzien door het sluiten van een geldleening. In afwachting van het vaststellen der plans voor de nit te voeren werken zijn de daarvoor te sluiten leeningen voor «memorie" uitgetrokken. 24) Deze post moet verhoogd wordeD met 130 voor de in 1883 te vervaardigen alphabetische tafels op de akten van den burgerlijken stand, afzonderlijk aanduidende de akten van geboorte, huwelijk (in dubbel), echtschei ding en overlijden, welke in de registers van de laatste 10 jaren zijn ingeschreven, en zulks ter voldoening aan de voorschriften van art. 3 van het kon. besluit van den 15 Mei 1863 (Stbl. no. 60). In 1863 en 1873 werd daarvoor gelijke som uitgegeven. 25) De post voor pensioen is hooger dan ten vorigen jare, wijl de pensioenen van H. Middelburg en P. van Goozen thans voor een vol jaar zijn uitgetrokken. In afwachting van het door den gemeenteraad te nemen besluit omtrent het al of niet bestendigen van het wacht geld, toegekend aan K. S. Frederiks, als eersten boek houder bij de voormalige Stads-wisselhank, is daarvoor het voor 1882 goedgekeurd bedrag in uitgaaf voorgedragen. Het aan J. Matzinger als adjunct-boekhouder der voor malige leenbank uit te keeren wachtge'd is met 1 Juli 1882, in verhouding tot- zijne jaarwedde als ambtenaar ter provinciale griffie, teruggebracht tot 62.60 'sjaars. Verder is deze post verminderd met de wachtgelden van H. Middelburg en P. van Goozen, veranderd in pensioen, en van A. Verschoor de la Houssaye en J. W. de Raad, met 1883 vervallen. 26) Deze post wordt 50 hooger voorgedragen dan ten vorigen jare. Met het oog op de vele aan deze be trekking verbonden werkzaamheden, welke achtereenvol gens zijn toegenomen, is zoodanige verhooging alleszins te billijken. 27) In de voor 18S2 geraamde som is begrepen 200 als buitengewone belooning voor den deskundigen schatter wegens de admistratieve werkzaamheden bij de invoering dezer wet. Voor volgende jaren vervalt deze belooning. In 1852 is voor het schatten en herschatten nitgegeven 219. De geraamde som van 390 is alzoo alleszins voldoende te achten. 28) In de rekening over 1883, bet jaar dezer be grooting, zullen moeten verantwoord worden de kwade posten der grondbelasting over het dienstjaar 1880 en der personeele belasting over het dienstjaar 1880/81, voor zooveel de gemeente-opcenten betreft. Dit bedrag is niet met juistheid te ramen. Gemiddeld was dit vroeger 1000. Naarmate het bedrag der opeenten vermeerdert, neemt ook eenigszins het cijfer der kwade posten toe Daar in 1879 f 1466.06% en in 1880 1489.96 is moeten vergoed worden, is het voorzichtig niet minder dan 1500 daarvoor in uitgaaf te ramen. 29) Aangezien het vergunningsrecht moet voldaan wor den voor eene verlangde hersehatting der huurwaarde van de locaüteiten, moet, hij eene lagere schatting daarvan, van het reeds betaalde vergunningsrecht een gedeelte aan den belanghebbende worden teruggegeven. Ook kan zich het geval voordoen, gelijk reeds in 18S2, dat hij, op wiens verzoek de hersehatting geschiedt, geen gebrnik maakt van de hem bij de gemeente-verordening toege kende bevoegdheid, om ook zijnerzijds een schatter aan te wijzen in dat geval moet hem de helft van de reeds betaalde beloODing voor zoodanigen schatter teruggegeven worden. Hiervoor strekt de op de begrootiug in uitgaaf gebrachte post. 30) Het meestal voor kosten van gewoon onderhoud der gemeentewerken beschikbaar gesteld bedrag van 1700, om in het hoogst noodige te kunnen voorzien, is niet belangrijk behoeven overschreden te worden, ofschoon in plaats van gelijk vroeger 600, ook over 1883 f 1000 is moeten beschikbaar gesteld worden voor onderhoud van de leidijken van het afgesneden havenkanaal. Op de verhooging van het cijfer dezer afdeeling met f 250, voor eene verhoogde jaarlijksche uitkeering aan het burgerlijk armbestuur voor het schoonhouden der straten en pleinen, en met 500 voor hetgeen het on derhoud van het straatwerk, na de laatst gehouden open bare aanbesteding, meer kost, is reeds in eene vorige be grooting de aandacht gevestigd. Behalve dit schoonhouden, worden in den regel aanbe steed: het loodgieterswerk, het schoonhouden der vesten en verder al zoodanige buitengewone herstellingen, welke daarvoor vatbaar zijn en waarvan de uitvoering niet aan het vast personeel der gemeente-fabriecage behoeft te worden opgedragen. Dit personeel is onveranderd gebleven en bestaat nit 2 timmerlieden, 2 metselaars, 3 opperlieden, van welke een gjouwer, tot hulp b(j het opwinden van de klokken en het schoonhouden van de openbare urinoirs, 1 smid, 1 schilder, 1 jongen en 1 tuinman, voor wie gezamenlijk uit de in deze afdeeling uitgetrokken gelden een bedrag van 3657 aan daggelden is beschikbaar gesteld, terwijl de overige 245.10 van het hun uit te keeren loon zijn begrepen in artikel 10 van de tweede afdeeling van het le hoofdstuk (onderhoud, schoonmaken en meubeleeren van voor den huishoudelijken dienst bestemde gebouwen'en vertrekken), en onder de in hoofdstuk VII voorkomende onderhoudskosten van gehouwen en meubelen, ten beho eve van het onderwijs. Omtrent de in deze afd. uitgetrokken cijfers kan verder het volgende tot toelichting strekken a Dit artikel is belangrijk lager dan voor het dienst jaar 1882, doordien de uitgaven voor den abdijtoren thans slechts 320 hedrageo. Voor het raadhuis bepalen de herstellingen zich tot eene vernieuwing van het houtwerk en de looden bekleeding van den reservoir op den toren f 163) en tot het schilderen en behangen van een beneden vertrek 60). Het overige van den post strekt verder voor gewone onderhoudskosten der verschillende gemeente-eigedommen. b Even als voor 1882 is ook thans weder eene som van 1000 moeten worden beschikbaar gesteld voor onder houdskosten der dijken van het afgesneden gedeelte van het oude havenkanaal. In 1881 is eene oppervlakte van 6080 M: opnieuw met wintermat moeten hekramd worden, hetgeen eene uitgaaf van 876.20 heeft gevorderd. c Het onderhoud van de bruggen zal in 1883 geene buitengewone uitgaaf vorderen. De St. Jorisvoetbrug en het onderwerk van de Koningsbrug en Dokbrug worden op nieuw geverfd. d De verhooging welke dit artikel heeft ondergaan, vindt haren oorsprong in den voorgestelden aankoop van 5 M3 riool-deksteenen ad 240. e Voor het verleggen van 15000 MJ straat- en klin- kerwerk, met voerloonen, aanvoer van 650 M3 plaatzand enz., is 3 08.50 beschikbaar gesteld. De aan het burgerlijk armbestuur uitgekeerd wordende toelage voor het doen wieden en schoonhouden der open bare straten, pleinen en markten bedraagt 1750 'sjaars. g Uit dezen post worden betaald de daggelden van den tuinman, belast met het toezicht op de wandelingen, de beplantingen, de verpachte gras- en bouwlanden en het klein snoeiwerk, 468 's jaars) alsmede van de heide kantonniers (ƒ365 's jaar3 voor ieder hunner), Het schoonhouden der buitenvesten is den 21 April 1882 voor drie jaren opnieuw aanbesteed. De eenige inschrijver was W. de Bree te Koudekerke, voor 425 per jaar, zijnde f 125 meer dan hij de vorige aanbesteding. Dit jaar zal alleen slechts 70 M3 grintzand en geen grint worden aangekocht. h Voor 1882 was abusievelijk geene som uitgetrokken voor het gewoon onderhoud der begraafplaats, tot dusver betaald uit het vorige artikel. De voorgedragen som moet dienen voor gewoon onder houd aan de woningen voor de grafdelvers en het lijken huis, aanplanting en schoonhouden der begraafplaats, ope ning en sluiting der gemetselde graven enz. 31) De werkzaamheden aan het raadhuis zullen zieh ook in 1883 bepalen tot eene gedeeltelijke vernieuwing van de benedenramen in den voorgevel. In de veronderstelling dat ook voor 1883 van rijkswege een bedrag van 6000 zal beschikbaar gesteld worden ten behoeve van de herstelling van den raadhnistoren, is daarvoor ook uit de gemeentefondsen eene som van 3000 op deze begrooting in uitgaaf gebracht. Uit de van rijkswege en de gemeente voor 1882 be schikbaar gestelde som van ƒ9000, vermeerderd met 100 als geraamde opbrengst van materieel, zullen bestreden wordende kosten van de omsteigering van den raadhuis- toren 4469voor werkloods en gereedschappen 700 aankoop van Luxemburger zandsteen 2250 arbeidsloo- nen 800 vervaardigen van teekeningen 500 hono rarium 250onvoorziene uitgaven 500te zamen f 9100. Naar aanleiding van de gevoerde beraadslagingen hij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1881 zijn de verbetering in den afvoer van vuil en de vernieuwing van de beschoeiing aan den Korendijk opgenomen onder die, welke behooren te worden uitgevoerd. In afwachting van de daarvoor te ontwerpen en vast te stellen plans, is, even als voor 1882, ook na het bedrag der kosten voor "memorie" uitgetrokken. In een hij de indiening der begrooting overgelegd schrijveD, deelen burg. en weth. mede dat naar aanleiding van het in de raadsvergadering van 28 October 1881 aangenomen amendement, de meerderheid van het college van burg. en weth. besloten heeft, om den op de begroo ting van het dienstjaar 1882 nitgetrokken post ad /4000 voor uitbaggering der vest, dit jaar van de begrooting geheel weg te laten en daarvoor zelfs geen memoriepost uit te trekken. Het onderzoek der geschiedenis van deze zaak is ook te veel omvattend, dan dat burg. en weth. nu reeds daar mede gereed hadden kunnen komen. Ook vrenschten zij af te wachten, wat eene door het polderbestuur van Wal cheren tot onderzoek dierzelfde zaak benoemde commissie als resultaat van haar onderzoek zon mededeelen. Afgescheiden van den post voor de restauratie van den raadhuistoren, waarvan de kosten bestreden worden uit het bedrag der vergunningsrechten der wet van 28 Juni 1S81 (Stbl. no. 97), is het totaal cijfer van deze afdeeling thans 5855 lager geraamd dan oorspronkelijk voor 1882 was beschikbaar gesteld. Het bedrag van dit verschil is nu begrepen in het cijfer van hoofdstuk X (onvoorziene uitgaven). Burg. en weth. hebben gemeend die gelden voor geener lei ander werk te mogen voordragen, zoolang niet door den gemeenteraad eene beslissing zal zijn genomen betref fende de werken tot verbetering van den toestand der Heerengracht. Wat er cok besloten wrorde, in ieder geval zal die verbetering eene niet onaanzienlijke uitgaaf vorderen, welke althans gedeeltelijk uit den post voor onvoorziene uitgaven en uit het goed slot der rekening van 1881 zal kunnen bestreden worden, of door het uitgeven der derde serie van de geldleening 1881. 32) Deze som is onder de inkomsten der begrooting van de gasfabriek voor 1883, zie j 3 ontvangsten, opge nomen en moet dienen, om daarvoor de in de memorie van toelichting bij die begrooting genoemde werken te'pnaken. Deze post bedraagt 1600 minder dan het vermoedelijk bedrag der afschrijving 8100) en is deze som van f 1600 begrepen in den post voor onvoorziene uitgaven. 33) Aan den waterschout is een minimum van beloo ning ad 150 'sjaars verzekerd. Voor het geval dat de aan die betrekking verhonden voordeelen minder dan dit bedrag mochten opbrengen, wordt hem het daaraan ont brekende van gemeentewege toegelegd. Met het oog op de geringe scheepvaart en het bedrag der over 1881 toe gekende vergoeding, mag voor 1883 niet minder dan ƒ100 beschikbaar gehouden worden. 34) De toelage ter bestrijding van de kosten der schut terij is aan de gemeenten opgelegd bij art. 36, 2e ge deelte, der wet van den 11 April 1827 (Stbl. no. 17.) Het hooger bedrag voor de jaren 1881 en 1882 is veroorzaakt door de kosten van aanschaffen van kapotjassen ten behoeve der manschappen, hij brand belast met het brandpiket. 35) Voor de kosten van de straatverlichting is hetzelfde bedrag in uitgaaf gebracht als voor 1882 en vorige jaren. (Zie vervolg tweede Bijvoegsel.) GEKRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 8