N° 208.
125e Jaargang.
1882.
Maandag
4 September.
Middelburg 2 September.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
A d ve r t e n t in20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behooren twee BIJVOEGSELS.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Een aantal klachten zijn in den laatsten tijd in
Duitschland gerezen over het ongeregeld aankomen
der Engelsche post, voor zoover die over Ostende
wordt vervoerd. Het ongeluk onlangs aan eender
mailbooten overkomen, waardoor eene vrij groote
vertraging werd veroorzaakt, heeft de klachten
opnieuw aangewakkerd. Een te Berlijn vertoevend
Belg, daarover verontrust, schrijft een brief aan
de Précurseur, waarvan wij den inhoud in het kort
willen wedergeven, wijl daaruit blijkt hoe de
openbare meening in Duitschland over den post
dienst Dover-Ostende denkt.
Waarom is men ontevreden over den Belgischen
dienst? vraagt de briefschrijver. Wordt hij slecht
uitgevoerd en is de regeering nalatig in hare zorg
voor het tijdig aankomen der posten De corres
pondent kan het niet gelooven, wijl die ljjn van
te groot belang voor België is. »Doch men moet
er zich toch over verbazen dat de Belgische regee
ring geen zorg kan dragen dat een expres-trein
Ostende-Keulen op zijn tijd aankomt. Daar moet
eene onbekende oorzaak voor zijn, welke het Duit-
sche publiek niet kent."
Op deze laatste woorden, aan een Duitscher in
den mond gelegd, antwoordt de briefschrijver dat
die geheime oorzaak bestaat, doch gemakkelijk te
ontdekken is.
Telkens wanneer de expres-trein Ostende-Keu
len niet op den tijd aangekomen is voorden trein
Keulen-Berlijn, telegrafeert de agent te Keulen
van het nieuwskantoor Wolff, dat de meeste Duit-
sche bladen bedient, naar de vier hoeken van
Duitschland»De Engelsche post is niet aan.
OorzaakZugverspating in België." Zoo heeft het
Duitsche publiek de overtuiging gekregen dat de
schuld der vertraging te wijten is aan de Belgische
sporen en denkt men in Berljjn dat nu eens de
trein een uur te laat van Ostende vertrekt, dat hij
een anderen keer te lang aan een station wacht,
omdat de machinist zijn locomotief moet smeren
of de conducteur zijn glas bier drinken, dat de
Belgische treinen telkens derailleeren en wat voor
verbalen men nog verder wil dichten. Dagblad
correspondenties uit Keulen herhalen ieder oogen-
blik dat dit niet zal verbeteren vóór de Belgen
zullen gebroken hebben met hun ouden slender,
en men voegt erbij dat er geen vertraging meer
zou voorkomen en iedereen tevreden zou zijn, indien
de geheele post en het gansche verkeer den weg
over Ylissingen nam.
Een bekendmaking in den Reichanzeiger heelt
aan het Duitsche publiek geleerd dat er nog een
andere factor in de Engel sch-Duitsche lijn via
Ostende is, dan het spoorwegvervoerde zee. De
nota bevatte de verklaring van het Reichspostamt
dat de laatste vertraging van 24 uren te wijten was
aan het ongeluk der mailboot overkomen. Toen
wierp de critiek het over een anderen boeg. »De
Belgische regeering, zoo redeneerde men,
heeft een hoofdambtenaar naar Keulen gezonden
om eene verklaring te geven van de vertragingen.
Deze kon ons echter niet overtuigen dat er aan
de kwaal een einde zal komen. Het schijnt, naar
de Belgische hoofdambtenaar vertelde, dat de ver
traging te wijten is aan de stoomhooten, die
niet geregeld Ostende op het vereischte uur
bereiken. Wij kunnen de juistheid dezer be
wering niet beoordeelen, doch in geen geval
kan zij het Duitsche publiek tevreden stellen. De
reizigers klagen over gebrek aan plaats op de
Belgische booten, en beweren dat deze niet voor
hare taak geschikt zjjn. Men zou mailbooten
moeten hebben, die tegen winden golven bestand
zijn, zooals de booten die dienst doen tusschen
Vlissingen en Queenboro."
Tegen deze critiek voert de briefschrijver aan
dat de machine der mailboot Comte de Flandre
in 187B op de Weener tentoonstelling eene eere
medaille heeft verworven, en dat men hem in
1876, toen hij aan boord van dat schip was, heeft
verzekerd dat er geen enkel schip in de vaste
diensten in het kanaal grootér snelheid kon be
reiken.
Na deze in 1882 niet bijzonder afdoende rede
nen weeklaagt hij erover dat men heeft bekend
gemaakt dat groote Duitsche handelshuizen klach
ten over den Belgischen dienst hadden ingediend
en om een postdienst over Vlissingen hadden
gevraagd. En nu wil men het Duitsche publiek
doen gelooven dat de regeeringen van Duitsch-
jand gn Engeland zich over den ongeregelden dienst
hebben beklaagd. De eenige remedie, die hij op
dat alles weetis dat de Belgische regeering
middelen in het werk zal stellen om het niéuws-
kantoor Wolff over te halen de oorzaken dei-
vertraging meer uitvoerig en juist bekend te
maken. Hoort men dan in Duitschland dat de
post niet is aangekomen door een storm, dan zou
men ten minste de waarheid weten, en op deze
wijze zouden de klachten verminderen van een
aantal menschen die niet op de hoogte der zaak
zijn.
Bijzonder vindingrijk toont deze correspondent
zich niet in zijn zoeken naar verbetering tegen
het verloopen der lijn Londen-Kenlen via Ostende.
Dit kunnen wij echter terzijde laten. Volledige
zekerheid van aankomst kan bij eene zeereis van
enkele uren nooit worden verkregen. Men kan
echter trachten de kwade kansen tot een mini
mum terug te brengenen tot ons genoegen
bleek ons uit den zeker niet ten gunste der
Nederlandsche lijn bevooroordeelden Belgischen
briefschrijver, dat de openbare meening in Duitsch
land van oordeel is, dat de lijn Vlissingen-
Queenboro aan dien eisch voldoet.
Wij lezen in het Vaderland:
»Ons bericht aangaande den minister, die zelf
meedeelde in de baten van een niet geheel ver
bruikten begrootingspost, heeft, zooals te verwachten
was, zeer de aandacht getrokken. Tal van bladen
namen het bericht, met of zonder commentaar,
geheel over, en zijn, naar het schijnt, alle over
tuigd, dat dergelijke handelwijze niet zonder
protest mag voorbijgaan.
»Men heeft ons echter gevraagd waarom wij geen
naam genoemd hebben. Dat hebben wij met opzet
niet gedaan. Het kwam ons voor, dat er, ook
zonder een naam te noemen, voor den belang
stellenden lezer wel geen twijfel zou overblijven
wie bier bedoeld werd. In dat opzicbt hebben wij
ons echter vergist. Het llott. Nieuwsblad maakt
zelfs een gissing, die op dwaling berust. Door tbans
langer den naam te verzwijgen, zouden wij anderen
in verdenking brengen, die aan de zaak geheel
onschuldig zijn. Daarom maar ook daarom
alleen deelen wij thans mede, dat ons bericht
betrekking had op den tegenwoordigen minister
van buitenlandsche zaken."
Het is dus jhr. mr. W. F. Rochussen, die door
het Vaderland wordt beschuldigd van over 's lands
geld te hebben beschikt op eene wijze, die, naar
ons inzien, niet aan de critiek der volksvertegen
woordiging mag ontsnappen, en van daarvan, voor
een deel, zelf de voordeelen te hebben genoten.
Van den minister is, naar wij hopen en ver
trouwen, zeker binnenkort eene gemotiveerde
tegenspraak of opheldering te verwachten.
De Staatscourant bevat een koninklijk besluit
houdende nadere bepalingen omtrent de kandij-
fabrieken.
De Staatscourant bevat de statuten van de naam-
looze vennootschapBeetwortelsuikerfabriek Sas van
Gent, te Sas van Gent.
Het doel der vennootschap is het fabriceeren
en verkoopen van beetwortelsuiker met al hetgeen
daartoe betrekkelijk is.
Het kapitaal is bepaald op f 150,000, verdeeld
in 30 aandeelen elk van 5000.
Tot bestuurders zijn benoemd de heeren W. Laane,
kassier, H. J. Binsfeld, industrieel, H. B. Jager,
industrieel, allen te Roosendaal; A. C. Granpré
Molière, industrieel, te Oudenbosch, en N. G. G.
Malotaux, industrieel, te Sas van Gent.
De heer dr F. van Wageningen, ijker te Zwolle,
is met ingang van 1 Jan. a. als chef van dienst
overgeplaatst naar Middelburg. Van 1 October
tot 1 Januari zal de dienst alhier worden waar
genomen door den adjunct-ijker C. Krediet.
Kanton ©ostburg-, 1 September. Naar
wjj vernemen, heeft de gemeenteraad van Schoon-
dijke met algemeene steramen besloten, om de
gevraagde subsidie aan het comité voor den tram
weg BreskensMaldeghem te verleenen. Thans is
door alle gemeenten, langs de ontworpen lijn ge
legen, behalve door Groede, subsidie toegezegd en
mogen wij verwachten binnenkort meer van de
zaak te zullen vernemenhet comité zit niet stil,
maar werkt, trots hier en daar ondervonden
lauwheid of tegenwerking, ijverig voort.
De gemeenteraad van Wolfaartsdijk heeft den
heer G. de Jager benoemd tot wethouder.
In de gisteren te Woliaartsd jjk gehouden ver
gadering der djjksdirectiën en ingelanden van de
onderscheidene polders in Wolfaartsdijk, is de heer
C. P. Lenshoek met algemeene stemmen tot
ontvanger-griffier benoemd, zoowel van Oud-Wol-
faartsdijk, als van den Heeren, den Oost-Nieuw-
landschen-, den Westerlandschen-, den Westkerke-
en den Nieuw-Sabbingepolder.
In dezelfde vergadering is het bestuur van Oud-
Wolfaartsdijk ook gemachtigd tot het laten op
maken van een plan voor een verbeterde water
leiding, in verband met de nieuw aan te leggen
sluis, teneinde beide zaken in de vergadering van
April e. k. in behandeling te kunnen nemen.
Op de laatst bekend gemaakte lijsten van de
4e jaarcollecte voor de »scholen met den bijbel,"
thans 225 locale comité's omvattende en een
totaal van f 50.055.79 aanwijzende, komen onder
anderen voor Camperland met 137.75, Bigge-
kerke met Meliskerke f 33.87, Cortgene ƒ176.174,
O. en W. Souburg f 35, Schoondijke 42.45,
Sluis 142.60, Groede en Breskens f 205.28,
Krabbendijke 14.15 en Yeere 29.904-
De regeering heeft zich bjj de Electrische Ver
lichtingmaatschappij (Wisse, Piccaluga O.), te
's Hage, de noodige toestellen aangeschaft, om door
electrische verlichting onder water de lichting van
de Adder te vergemakkelijken.
De heer H. Witte zet zijne Floraliade gewaar
deerde handleiding voor de kennis en het kweeken
van lievelingsbloemen, in n°. 13/14 voort met de
behandeling van de narcis, in dien opgewektenen
smaakvollen toon welke alles wat uit handen van
dezen natuurkenner de pers bereikt, tot eene aan
gename en gewilde lectuur maakt. De serie is
uitgegeven bij H. J. Stemberg te "'s Gravenhage.
De Indische Gids voor September (uitgave J. H.
de Bussy, Amsterdam) bevat, bebalve overzicht dei-
pers, boekbeoordeeling enz; De Triangulatie van
SumatraLandbezit in de Vorstenlanden, door
wijlen jhr. R. M. C. van Alphen; De aanslag in
de Verponding, door B. Y. Houthuijsen, en Schets
van een desa-bestuur in Cheribon, door J. F. N.
van Oosterzee.
In de Economist voor JuliAugustus vinden wij
een opstel van den heer J. Beelaerts van Blokland
over den leerplicht in Frankrijk; een overzicht
der werkzaamheid van de Ned. Bank in 1881
een artikel van den heer Yan Kerkwijk over de
Holl. Spoorwegmaatschappij De bevolking in
Frankrijk, enz.
De zevende aflevering van De Huisvriend (Schie
dam, Roelants) geeft behalve de illustraties en
kleinere opstellen, eene novelle van G. Carelsen en
het begin van een grooter verhaal van P. F. Bru-
nings.
Eigen Haard bevat eene belangrijke levensschets
bij het portret van wijlen J. E. Teijsmann, den
onlangs overleden botanicus, die zoo groote ver
diensten had voor de kennis der Flora van den
Indischen archipel. Een andere plaat vertoont een
lift of elevator, terwijl het nommer wordt geopend
met eene »schets uit het leven," zooals wij het
stukje zouden willen noemen, van H. de Veer.
Het Deutsche Familienblatt gaat voort zijne lezers
te verwennen aan goede illustraties en onderhou
denden, smaakvol geordenden tekst. De afleve
ringen die voor ons liggen, leveren daarvan weel
een nieuw bewijs. Yoor een der platen leverde
de geestig geteekende Reis om de aarde van
Henriette Ronner de stof. Men zou 't zoo niet
denken aan den weidschen titel, dat het jonge
katjes zijn die onder 't bezorgde oog der moeder
op eene aardglobe spelen.
De Aarde en haar Volken bevat in de achtste
aflevering de voortzetting van het artikel Palestina
en een kort verhaal van een uitstapje in het
Himelaya-gebergte.
Nor-na, een tijdschrift voor onderwijzers, (Am
sterdam, Akkeringa) wijdt zijn tweeden jaargang
in met grooten rijkdom van stof, op zeer verschil
lend gebied. Artikelen vinden wij over taal- en
letterkunde, geschiedenis, aardrijkskunde, zang,
teekenen, handwerken, wiskunde, benevens een
aantal voor den onderwijzer nuttige of aangename
opgaven en berichten, die met den frisschen in
houd der artikelen dit tijdschrift terecht een
goeden n^im bij onze onderwijzers hebben bezorgd-
Het veertigjarig bestaan van de Vereeniging to
afschaffing van sterken drank zal feestelijk worden
herdacht. Den 12" September zal te Haarlem
eene openbare vergadering worden gehouden, waarin
jh' J. L. de Jonge, voorzitter der vereeniging, die
reeds zooveel voor de zaak der drankbestrijding
heeft gedaan, de feestrede zal uitspreken. De
feestrede zal afgewisseld worden door Vocale en
instrumentale muziek. De zangvereeniging Harpe
Sions van Amsterdam en het stedelijk muziekkorps
van Haarlem zullen welwillend hun medewerking
verleenen.
Het Vaderland verneemt dat het gerucht be
treffende het overbrengen van de militaire academie
van Breda naar Utrecht, geheel ongegrond is.
Aan het mailoverzicht van het A. D. v. N. In-
dië, gedagteekend 22 Juli, wordt het volgende
ontleend.
Met bevreemding ziet men in de Jav. Ct. van
gisteren een telegram uit Atjeh, omtrent een wel
geslaagden aan vak op eene bende Atjehers, die een
verlies van 30 man aan dooden geleden heeft;
met bevreemding, niet zoozeer, omdat gewoonlijk
de Atjehberichten in den laatsten tijd ongunstig
zijn. Slechts den 14" Juli heeft een bende Atje
hers behoorlijk van een patrouille, die op haar
stuitte, klop gehad, anders weten zjj zich steeds
te onttrekken, of zoo verscholen en plotseling
hun aanval te doen, dat zij verwarring stichten
onder onze soldaten, en evenveel schade toebren
gen als lijden. Bevreemdend echter noemen wij
het telegram, omdat de tegenwoordige gouverneur
de telegraaf gewoonlijk niet gebruikt, en naar
officieele berichten het publiek laat wachten op
zijn veertiendaagsche per brief overgezonden rap
porten, waarvan het gepubliceerde gedeelte meestal
zeer kort en onvolledig is, zeer in tegenstelling
met de veel minder belangrijke aangelegenheden
der expeditie naar de Boven Doesson hoven Band-
jermasing en de blokkade van Indragirie, waar
omtrent de Jav. Ct. zeer uitvoerige berichten be
vat. En bevreemdend mag bet ook heeten, dat
de uitzondering op de telegraphische onthouding
gemaakt wordt voor een. gunstig bericht, terwjjl
de ongunstige niet geseind worden.
Misschien is de gouverneur de spreuk indachtig,
dat kwade tijding altijd vroeg genoeg komt. En
een kwade tijding, tot nogtoe slechts uit particu
liere berichten bekend, is de tweede overval van
een bedekking van 70 man, ter bescherming dei-
arbeiders aan een weg in de XXVI Moekims.
Den 29 Juni heeft die plaats gehad, en twee
officieren zijn erbij verwondwaarbij éen met
vele klewanghouwen. Toen weinige weken te
voren in dezelfde buurt een even sterke bedekking
overvallen was en ontzet moest worden, achtten
wij dat een ernstig en kwaad teeken voor de bruik
baarheid van den troep. Als, zoo schreven wij,
de Atjehsche henden zoo sterk zijn, dat een be
dekking van 70 soldaten onvoldoende is, dan zal
tot andere maatregelen in de buurt overgegaan
moeten worden. Thans heeft zich hetzelfde geval
erger herhaald.
Dat twee officieren de ergste verwonden zijn,
is gewoonlijk een bewijs, dat de troep zich slecht
gehouden heeft en de dappere officieren met op
offering van zichzelven alles gedaan hebben, om
hem aan te vuren. Daarom is de nu ontvangen
tijding van een belangrjjk verlies aan een der
Atjehsche benden toegebracht, zulk een welkom
bericht, omdat niets meer geschikt is om het
moreel van den troep weder wat te verbeteren.
Men zou anders reeds beginnen zich de vraag
te stellen, of het systeemdat wij op Atjeh wel
moeten volgen, niet onmogelijk is, omdat de sol
daten er geheel onbruikbaar door worden.
Bijzonderheden zijn nog niet bekend van dit
goed afgeloopen gevecht; het blijkt echter, dat
onzerzijds maatregelen genomen waren en er
niet van een overval sprake is. Doch de eerste
maal, dat bericht komt, dat de Atjehers, hoewel
van uit een hinderlaag, ons onverwacht aangevallen
hebbende, groot verlies zullen geleden hebben, zal
men stellig mogen zeggen, dat de zaak op den goeden
weg is. Hetgeen trouwens, naar wjj vernemenon
danks alle teleurstellingen, de gouverneur nog steeds
onder waarschuwing tegen agitatie gelooft het
geval te zjjn. Grappig was het in eene corre
spondentie uit Atjeh te lezen, dat een der doch
tertjes van den gouverneur den gruwel begaan had
van het gebeurde op Poeloe Bras een aangename
afwisseling in het eentoonige Atjehsche leven te
noemen. Waarschijnlijk zal er wel sprake ge
weest zjjn van den aanval op de passen bjj Oleh-
leh, waar de gouverneur woont, en de opmerking
een antwoord geweest zijn op de meewarige vra
gen, of de jonge meisjes niet bang geweest waren
toen de kogels over de daken ratelden. Doch
menig militair correspondent is blijkbaar overtuigd;
dat de gouverneur en zijn geheele gezin met niets
minder dan duivelsche gevoelens bezield zjjn jegens
het leger.
Met verhaalt dat er eerlang van Europeanen
en vreemde Oosterlingen een deuren- en venster
belasting geheven zal wordende huizen hief
bestaan namelijk nagenoeg enkel uit deuren eü
vensters. Sommigen zeggen, dat ook een schoof-
steenenbelasting zal worden ingevoerd, doch dit