LA TROVATELLA, MIDDELBURGSCHE COURANT FEUILLETON. Gemengde Berichten. bijvoegsel Middelburg 19 Augustus. Maandag 21 Augustus 1882. N°. 196. (DE VONDELING), VAN DE VAN Zoodra de minister Van Lijnden uit Duitschland terugkeert, waarheen hij zich van Het Loo hegeven heeft, kan de bekendmaking van de nieuwe samen stelling van het kabinet verwacht worden. De premier had Woensdag eene audiëntie bij Z. M. den koning, bracht den avond van dien dag te Arnhem door, vertrok Donderdag' naar Creutz- nach en wordt heden in Den Haag gewacht. De wijziging in het ministerie zal enkel de zetels van koloniën en buitenlandsche zaken be treffen. De heer Yan Lynden blijft, volgens onze inlichtingen, aan het hoofd van het ministerie van financiën. (N. v. d. D.) De kamer van koophandel en fabrieken alhier zal op Dinsdag 22 dezer, des namiddags te 3 uren precies, een openbare vergadering houden. O roede, 18 Augustus. In de heden gehouden zitting van den raad dezer gemeente, is met 4 tegen 3 stemmen de aanvrage om subsidie voor den tramweg BreskensMaldegem verworpen. Er waren twee adressen ingekomen over de zaak, een voor en een tegen het verleenen van subsidie; op het eerste hadden de notabelsten van de ge meente geteekend. Nadat dezelfde gemeenteraad het vorige jaar eene subsidie van 600 had ver leend met algemeene stemmen aan de heeren Boers en Lebaigue, maakt hij nu een zeer ongun stig figuur tegenover het comité van ingeze tenen, door aan deze te weigeren wat men aan vreem delingen had toegestaan. Niet zonder reden werd dan ook na het vallen van het besluit, het «Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen" door een der leden van de verga dering uitgesproken. Rilland, 18 Aug. Woensdag a. zal onze nieuw benoemde burgemeester worden geïnstalleerd. Die dag zal een ware feestdag worden. Volks spelen, verlichting, vuurwerk, eerewacht en muziek komen voor op 't program. De kosten voor al die feestelijkheden zijn vrijwillig door de ingezetenen bijeengebracht. Wel een bewijs dat de heer J. J. van Gorsel de algemeene achting der dorpelingen geniet. Uit het kamp bij Milligen schrijft men aan het Nieuws v. d. Dag van 16 dezer: Hoewel het weder zijn ouden loop weder heeft hernomen en regen en wind weder volop ons deel zijn, blijft de gezondheidstoestand goed. De voe ding der soldaten laat niets te wenschen over; de tafel en cantine der officieren daarentegen zijn zeer slecht. Ingevolge de bevelen des konings, worden da gelijks handgrepen beoefend. Daartoe schijnt in enkele garnizoenen minder goede gelegenheid te bestaan, zoodat men daartoe den kamptijd be steedt. Doch maak u niet ongerust. Ook marcheeren is aan de orde. Maandag jl. gelastte Z. M. een marschje voor den volgenden dag, dat klonk als een klok. Yan 's morgens vroeg tot 1s namiddags half vijf bleef de troep, eerst onder snikhitte, later onder donderbuien, uitwaarna een deel er van op wacht moest. Den volgenden dag waren er ongeveer 50 zie ken tengevolge van de buitengewone vermoeienis sen. Het was dan ook trouwens een ware vuur proef. Even bewonderenswaard als bevreemdend 3 Novelle vanBaronEoberts. «Ik zal u alles haarklein vertellen, moeder, opdat gij niet zoudt denken, dat ik maar zoo in den blinde toegetast heb. Ja, het heeft mij hoofd breken genoeg gekost; maar het moest immers? Eindelijk vatte ik moed En nu begon hij in de kamer op en neer te loopenzijne voetstappen gaven als het ware de maat aan bjj zijne vertelling. Tusschenbeiden bleef hij aan de deur staan, om te zien of zijn moeder wel luisterde. Wat voerde zij daar toch in 't donker uit Eindelijk zat zij stil op het bed en liet het hoofd op de borst zinken Benetto meende in het voorbijgaan te zien dat zij af en toe schieljjk met de hand over het voorhoofd streek. Zeker, het was geen gemakkeljjke gang geweest, dien Benetto naar het klooster deed ter wille van zjjn gelofte. Eerst had hij te Salerno een nieuw buis gekocht. Al is het slechts om een vondeling te doen, dacht hjj, ik kan daarboven toch niet was het, bij dien marsch aan het hoofd der troepen een pastoor te zien rijden, gezeten op het paard van een der hoofdofficieren. Te Putten werd door dien geestelijke zelfs een „woord" tot de troepen gesproken, waarna hij in het kamp dineerde en logeerde op den voet der officieren. Zou dat offi cieel zijn? Krijgen we nu de volgende week een dominee of rabbi? Hoe het ook zij, de onte genzeggelijk krijgshaftige houding van pastoor Janssen (die een goed ruiter blijkt te zijn) wekte velerlei gedachten op. Onder de ingezonden stukken in de Zier. Nieuws bode wordt eene korte beschrijving gegeven van het op den 10cn dezer ontstoken nieuwe licht {double É/Zas/tïn<7-stelse1) op den kustlichttoren ter westpunt van het eiland Schouwen. Na het beklimmen van ruim 200 trappen ont waart men in een beschoten kamer (de zooge naamde machinekamer) een groote ijzeren kast. In die kast is een zeer eenvoudig en net afgewerkt, accuraat loopend werktuig geplaatst, en op die kast ziet men de rolwagen, d. w. z. een ring met 8 assen, waarom even zooveel metalen rollen wen telen, welker conisch afgedraaide wielen beneden en boven over stalen banden loopen, en boven tot steun dienen van het geheele optische toestel ter zwaarte van 3000 kilogram. Nog een sierlijk ijzeren trapje opgeklommen zijnde, bevindt men zich in den 16kantigen+ 5 M. hoogen metalen lantaarn, waarin 48 spiegelglas ruiten, waarvan elk 1 M1 oppervlakte, en 0.01 M. dikte, overvloedig licht toelaten om den 12zij- digen koepel van kristal te bewonderen. Wordt ons de toegang tot het inwendige van den kristallen tempel 3 M. hoog en 1.90 dia meter verleend, dan ontwaren we een koperen lamp waarop een vierpitsbrander, waarvan de buitenom trek 0.3 M. in diameter houdt. Het vorenvermelde in de kast geplaatste werk tuig wordt in beweging gebracht door een zwaar gewicht. Die beweging wordt, met behulp van een verticalen koppelspil, op een drijfrad overge bracht, dat aan het optische toestel is verbonden, waardoor het geheele optische toestel regelmatig om de 3 minuten om zijn as wentelt. Daar nu de lenzen en prisma's zoo zijn gesteld, dat de van den brander uitgaande lichtstralen als het ware in eik vak worden saamgetrokken en als éen lichtkegel doorgelaten, ontvangt de verafstaande waarnemer elke halve minuut den volgenden in druk hij ziet in dat kort tijdstip tweemaal een krachtig schitterend licht, dat tevens tweemaal in die tusschenruimte wordt verduisterd. Het Sluisch Weekblad ontleent eenige beschou wingen aan de Vlaamsche Standaard. Wij kennen dat blad niet, doch vernemen uit het SI. Wbl. dat het een »Nederlandsche Limburger" is, die geheimzinnige bronnen tot zijne beschikking schijnt te hebben, waaruit hij, «zonder het ooit geheel te moeten herroepen, vaak nieuws mede deelt, waarvoor de groote dagbladen aanzienlijke sommen veil zouden hebben." Uit dat voorbehoud omtrent het geheel her roepen, zouden wij opmaken dat de VI. Standaard wel eens de klok hoort luidenmaar niet weet waar de klepel hangt. Wat hiervan zij, wij kunnen in den tegen- woordigen komkommertijd wel eens plaats inrui men aan het volgende «nieuws", dat het SI. Wbl. aan zijn Vlaamschen vriend ontleent. »In ons vorig staatkundig overzicht zeiden wij, dat de Nederlanden ook op eens in groote staat kundige quaestiën konden betrokken worden. Deze quaestiën waren en zijn inderdaad van Europeesche beteekenis. In de laatste 14 dagen was de wisse ling van telegrammen tusschen geene regeeringen drukker, dan tusschen die van Den Haag en Berlijn. «Men heeft eerst beweerd dat het de Luxem- burgsche quaestie betrofen dat onderhandeld werd over den afstand van het groot-hertogdom aan Duitschland. Dat is onjuist; er is alleen maar besproken en beslist geworden, „welke de houding der Nederlandsche strijdmacht, zoo te land als te water, tegenover Luxemburg en België zal wezen," in geval een nieuwe oorlog tusschen aankomen als iemand die zoo even aan wal ge spoeld is. Hij herinnerde zich, dat hij eens op de kaai van Salerno de vondelingen van Santa Niccola was tegengekomen, als of zij aan een draadje wa ren geregen, van de kleinste tot de grootste in eendere bruin katoenen jurkjes keurig netjes ge kleed met blinkende Maria-medailles om den hals. Zij hadden lieve, smalle gezichtjes en glad haar, keken vriendelijk doch bescheiden voor zich heen, en zongen met fijne stemmetjes een godvruch tig lied. Waarlijk het was niet heel verleide lijk om daar een vrouw uit te kiezenHjj was op het punt van om te keeren. »Ach, men kan de Madonna toch niet be driegen," had hij hardop uitgeroepen! «De ge lofte is nu eenmaal gedaan, wat is er aan te doen? Vooruit!" Toen was hij schieljjk de hoogte opgesneld om alle verdere gedachten aan omkee- ren te voorkomen. Zijn hart bonste hevig toen hij aan de kloosterschei trok. Langzaam kwam de gebrekkige portierster aan gesloft en vroeg wat hjj verlangde Hjj stamelde iets: dat hij om een Trovatella kwam, dat hjj een boodschap had, nu ja, hij moest de abdis spre ken, besloot hjj op iets vaster toon. Aarzelend bracht het kuchende nonnetje hem in de spreek kamer. Dat was een kil, kaal vertrek, met een paar houten banken langs de witte mimen; tegenover de deur was het spreekhek, ruw uit Canna-stuiken saamgevoegd. Er was een onaangename afwisseling van schel licht en donkere schaduwen in het ver- Duitschland en Frankrijk uitbreekt, een oorlog waar in de Luxemburgsche en Limburgsche gewesten heel waarschijnlijk als oorlogsterreinen zullen betrok ken worden. «Volgens de meest vertrouwbare bron is het besluit dier onderhandelingen het volgende, dat wjj, onder alle voorbehoud, het eerst van alle dag- of tijdschriften weer mededeelen »De Nederlandsche met de Duitsche militaire gezagvoerders zjjn het eens, dat, in geval van een nieuwen oorlog, Duitschland geen, Frankrijk echter alle belang in een strategisch opzicht erbjj heeft, om de Luxemburgsche en Belgische grenzen te schen den. Zjj gronden dat gevoelen op de bewering, dat Frankrijk van de Luxemburgsche grenzen tot aan zee door een dubbele linie van versterkingen tegen een inval, van Luxemburg of Belgie komende, gedekt en verzekerd isDuitschland echter van Aken tot Emden (aan zee) in eerste linie open ligt en slechts in tweede linie den Rijn met Keulen en Wezel voor verdediging heeft. «Beide regeeringen zijn dus van gevoelen, dat om alle gevaar van de Nederlanden, zoo van de zuidelijke de Belgische en Luxemburgsche als van de noordeljjke of Hollandsche gewesten af te wendën, de Nederlandsche strijdkrachten voor dat geval onder een algemeenen opper-bevelhebber moeten geplaatst worden. Dc Duitsche regeering meent daarbij, dat van rechtswege vooreerst dat opperbevel over de Neder landsche strijdkrachten zoo ter zee als te land aan Z. M. Willem III, koning der Nederlanden toekomt, zoo om rang van ouderdom, als om reden dat hij de souvereine vorst van het grootste gedeelte der Nederlanden is, en Belgie geene zeemacht bezit. Maar dat bij eventueel overljjden dat opperbevel op Z. M. Leopold II, koning der Belgen, of op diens eersten opvolger moet overgaan en na diens over lijden afwisselend gedurende eene reeks van tien jaren door de koningen van Noord- en Zuid-Neder land dient uitgeoefend te worden. „Om Belgie voor als nog alle moeielijkheden met Frankrijk en Engeland te doen vermijden, zal de regeering van Leopold II niet op officieele wijze dienaangaande geraadpleegd worden, maar op officieuse wijze heeft men reeds van haar de verze kering bekomen, dat zij tot het plan met geestdrift toetreedt." In het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag maakt de heer J. H. B. Jr. de opmerking, dat de beursnoteering in de prijscourant der Vereeniging voor den Effectenhandel hoe langer hoe minder waarborgen voor de juiste koersopgave geeft. Bij de oprichting der vereeniging heette het, dat stren gere bepalingen zouden worden gemaakt tegen hen die zich aan het opgeven van valsche koersen schuldig maken, doch aan deze bepalingen is ui terst slap de hand gehouden omdat het bestuur meende op den duur het meest te zullen winnen door e envoudige waarschuwing. De ondervinding heeft geleerd, dat het opgeven van valsche koer sen gaandeweg toeneemt en thans zoo hinderlijk brutaal wordt uitgeoefend dat meer afdoende maat regelen dringend noodig zijn, om aan deze oplich terij zooveel mogelijk paal en perk te stellen, des noods met bijstand van den strafrechter. Men meene niet, voegt hij erbijdat dit eene aangelegenheid is die slechts de vereeniging raakt. Wanneer toch zoowel in het binnenland als in het buitenland hoe langer hoe meer bekend wordt dat de noteering der Amsterdamsche effectenbeurs zoovele valsche koersen bevat, dan is daarmede de eer niet alleen van de effectenbeurs maar ook van Amsterdam gemoeid. Ten slotte kan dat niet anders dan op nadeel uitloopen. Het Soerab. Handelsbl. bevat een uitvoerig artikel over de enquête naar het vergaan van de Koning der Nederlanden, waaraan de schrijver weinig waarde hecht, vooral omdat die enquête niet ge leid is door deskundigen. Hij komt tot het be sluit, dat zoo het schip werkelijk halfscheeps lek gestooten is, de maatregelen bij het pompen ver keerd genomen zijn. Ook komt hij uit de vele scheepsrampen tot de slotsom, dat het welbegrepen belang der maat schappijen geen voldoende waarborg is voor de veiligheid der passagiers. trek, naarmate de zon achter wolken verscholen was of in vollen luister scheen. Thans vernam Benetto heldere stemmen in de kloostergangen, jubelende kinderstemmetjes, een stuk van een lied, doch eensklaps werd dit alles door een windstoot weer weggedreven; toen hoorde hij een stem die zeer verstandig klonk, doch door een vol lach koor overstemd werd. Of die stem de hare zou zijn dacht Benetto. Daar werd langzaam het verschoten gordijn achter het hek weggeschoven en het bleeke ge laat der abdis, in de ljjst barer sneeuwwitte papierachtig stjjve muts, werd tusschen de staven zichtbaar. Benetto maakte een linksche buiging en begon «Eerwaardige moeder verder kwam hij niet. «Nu, jonge man," sprak een diepe altstem, die volstrekt niet bij dat smalle gezichtje met die grijze oogen paste. Die flinke toon wekte hem op en hij begon weêr: «Eerwaarde moeder, gjj moet mij vergeven, maar een zeldzaam geval »Jongmensch," viel de abdis hem in de rede, «aan dergelijke zeldzame gevallen zijn wij in een Vondelingshuis reeds gewoon; zeg wat gij te zeggen hebt, gij komt zeker een van onze kin deren opeischen?" Dat klonk bijna barsch, en nu merkte Benetto ook dat een zweem van een zwart kneveltje den bovenlip der hoogwaarde bedekte. „Zeker kom ik een vondeling opeischen, Wat wordt, schrijft hij, voor regeeringstoe- zicht gedaan? Aan de maatschappij Nederland voor zooverre mij bekend is niets, als alleen het toezicht op de stoomketels. De Ned. Ind. Stoomv.- Maatschappij staat onder regeeringstoezicht. Eens in het jaar worden hare booten door eene com missie gekeurd, 't zij hier te Soerabaja, 't zjj te Macassar, Batavia of Padang. De eerste keuring, na uit Europa of elders te zijn aangekomen en die noodig is om het schip in de vaart te mogen brengen, geschiedt te Batavia. De samenstelling dier commissie laat echter veel te wenschen over. In die te Soerabaja alleen maakt een scheepsbouwkundige deel er van uit; in die te Batavia, die over stabiliteit, sterkte enz. te oordeelen heeft, heeft geen scheepsbouw kundige zitting. Bovendien is voor de commissieleden hunne functie een bijbaantje, waarvoor zij slechts een klein gedeelte van hun tijd beschikbaar stellen. Eene inrichting zooals in Engeland, waar de Board of Trade hare surveyors heeft, die geen andere werkzaamheden te doen hebben als steeds het oog houden op de groote middelen van vervoer, zoude ook hier-zeer wenscheljjk zijn. Bij de jongste nommering der visschersvaar- tuigen is gebleken, dat de Texelsche visschers- vloot uit 111 schuiten bestaat. Van deze visschers houden zich de meeste gedurende een groot deel des jaars hoofdzakelijk bezig met het garnalen- visschen en mosselkorren. Men schrijft aan het Utr. DU. uit Amsterdam Op last, men zegt (doch wellicht ten onrechte) van den inspecteur van politie J. A. Hazenberg, te Amsterdam, zijn aldaar in den nacht van Vrij dag op Zaterdag jl. 21 honden aan den Zeebur- gerdijk aan de golven ten prooi gegeven. Over dit feit gaan luide klachten op, omdat men daarin een soort van machtsoverschrijding", van wien dan ook, meent te zien. Door eenige ingezetenen is reeds het voornemen opgevat zich tot den minister van justitie te wenden, met verzoek om een onderzoek in te stellen naar den persoon, die dit bevel uitvaardigde. 'tls den Amsterdammers moeilijk naar den zin te maken. Wekenlang is geklaagd over den over last, dien de bewoners op straat hadden van losloopende honden; nog dezer dagen wekte 't een storm van verontwaardiging, dat een meisje door zoo'n hond in den arm gebeten was. De raad heeft zich die klachten aangetrokken en van burg. en weth. de belofte verkregen, dat het mogelijke zou worden gedaan om de burgerij van die plaag te bevrijden. En nu aan die belofte wordt voldaan, is aanstonds het blaadje omge keerd en roept men ach en wee over de maatre gelen, die genomen worden om de stad van onbe heerde honden te verlossen. In Utrecht en Gelderland heerscht weder de varkensziekte. Naar aanleiding van geruchten dat het spek dier zieke dieren voor voedsel wordt gebruikt, wordt uit Veen endaal geschreven dat niet al dat spek daar wordt verorberd, maar indien het er maar even door kan, veel naar Utrecht wordt uitgevoerd, omdat men daar hoogere prjj- zen kan bedingen. Zoo werd, vóór eenige dagen, een dier, dat nog maar weinige oogenblikken te leven had, geslacht; de eene helft werd voor Utrecht opgekocht, de andere was al te gevlekt maar vond te Veenendaal grage koopers. Het is van algemeene bekendheid, dat zulks steeds alzoo gaat. Zoo kan deze of gene niet een stuk rundvee aan de melkziekte lijdende hebben (men noemt zoo goed als alle ziekten onder het vee melkziekte) of indien men ziet dat het op ster ven aankomt, wordt het dier spoedig de hals afgesneden, en weinig uren daarna komen de Utrechtsche kooplui om de waar, die er dan, altijd volgens den eigenaar die zulks onder eede zoude durven bevestigen: ,,0nog zoo goed uit ziet" en „toch flink levend is geslacht", voor niet al te veel in te palmen. Zoo gaat het en het is misschien goed, dat meerderen het weten. hoogwaarde, maar niet zooals dit door anderen pleegt te geschieden. Zie, het is merkwaardig met mij gegaan. Ik ben zeeman en kom regel recht uit zee. Wij hebben het hard te verant woorden gehad en die verwenschte storm heeft ons helsch, vergeef mij, eerwaarde moeder, nu ja, de storm heeft ons geweldig door elkaar geworpen. Het liep met ons ten einde en wij dachten niet dat wij nog zouden ontkomen. Ziet gij, dan grijpt men het uiterste aan en ronduit gezegd, daar gij het toch weten moettoen heb ik een gelofte aan de Madonna gedaan, dat ik een vondeling zou huwen, als ik er gezond afkwam. En dat is het nu; hier ben ik zelf, door de Ma donna gered en nu wil ik mijn gelofte vervullen! Bij God, dat wil ik Er speelde een fijn lachje op de magere trek ken der abdis, en zij liet haar blik eenigszins weifelend over hem heen glijden. Dat ergerde hem. «Meent gij dat ik er den gek meê steek?" riep hij uit. «Zie ik er naai uit alsof ik op een plaats als deze grappen kom verkoopen Corpo di Baccoik ben mans genoeg hoor, om een vrouw te onderhouden, dat verzeker ik uBenetto Maccano, heet ik, uit Cetara kom ik, en wees nu zoo goed mij een keus te laten doen, ik heb niet veel tijd «Bedaard, bedaard een beetje, jonge man, versta wat rede. Dus hebt gij de Madonna be loofd een vondeling te huwen Hmgij hebt geljjk, dat is toch een zeldzaam geval, bjj ons

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1