buitenlandT
Algemeen Overzicht.
Zeetijdingen.
Handelsberichten.
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten.
Wat is er in de zon
die bij den staat in onderhoud blijven, door een
schip of houtvlot, waarvan de maatschappij vol
gens art. 7 kaai- of liggeld mag heffen, wordt
door haar ten spoedigste na het ontstaan, kennis
gegeven aan den rijkshavenmeester of aan den
betrokken Huismeester.
Is het schip dat de schade heeft veroorzaakt
vertrokken op het oogenblik der kennisgeving of
niet in de kennisgeving genoegzaam aangeduid, of
blijkt dat de opgaaf van het schip of van de
schade onjuist is, dan draagt de maatschappij de
kosten van herstelling, tenzij door haar bewezen
worde dat zij niet in verzuim is geweest.
Op gelijken voet bevordert de maatschappij de
opmaking van het proces-verbaal bedoeld bij art.
81 van het algemeen reglement van politie op de
rijkskanalen wegens beschadiging van een voor
werp, volgens art. 12 bij den staat in onderhoud,
toegebracht door andere aanraking dan die van
een schip of houtvlot.
XIX. Vrijen toegang tot al de terreinen aan de
maatschappij in erfpacht gegeven, hebben de amb
tenaren van 's rijks waterstaat, belast met het
beheer van het kanaal door Walcheren, de rijks
havenmeester, benevens verdere beambten, die
door voornoemde ambtenaren of door den haven
meester worden aangewezen, de ambtenaren dei-
belastingen, alsmede de ambtenaren en beambten
van de rijkspolitie en de ambtenaren en beamten
der gemeente-politie.
De maatschappij mag tusschen zons op- en onder
gang den toegang niet beletten aan hen, die door
hun beroep met een der vaartuigen, aan hare
terreinen gelegen, in betrekking staan, behoudens
de door de maatschappij te maken politie-bepa-
lingen.
XX. De staat is bevoegd tot opzegging der over
eenkomst tusschentijds, ter zake van nalatigheid
der maatschappij in de betaling van den canon of
van de uitkeering, bedoeld in art. 10, overschrij
ding van een der tarieven bedoeld in art. 11, ont
trekking van de terreinen genoemd in art. 2, geheel
of gedeeltelijk aan de bestemming, uitgedrukt in
art. 3, van verwaarloozing door de maatschappij van
het algemeene belang in de exploitatie der havens
en terreinen, of van verzuim in het behoorlijk onder
houd der aan de maatschappij overgegeven ge
bouwen, werken en toestellen, of in het algemeen
van handelingen der maatschappij in strijd met de
bepalingen dezer overeenkomst. Hij doet die op
zegging niet dan na de maatschappij door vooraf
gaande schriftelijke waarschuwing minstens gedu
rende twee maanden in de gelegenheid te hebben
gesteld tot het nemen van maatregelen tot weg
neming der bezwaren.
Acht de regeering die maatregelen niet be
vredigend dan noemt de overeenkomst een einde
met den laatsten dag van de derde maand, vol
gende op die, waarin de opzegging bij deurwaar-
ders-exploit heeft plaats gehad.
Tot opzegging, mits deze minstens een jaar te
voren bij deurwaarders-exploit plaats vinde, is de
maatschappij bevoegd, wanneer zij zoodanige ver
liezen lijdt, dat deze naar het oordeel der aandeel
houders de krachten der maatschappij te boven
gaan,
Voor iedere maand, die na het het eindigen dei-
overeenkomst nog moet verloopen van het kalen
derjaar, kan de maatschappij VM inhouden of te
rug ontvangen van de voor dat jaar volgens art. 10
verschuldigde of gedane betaling.
XXI. De gebouwen en werken, de sporen, de
werktuigen, gereedschappen en andere roerende
zaken, die bij deze overeenkomst in gebruik wor
den gegeven, worden voor de overgifte aan de
maatschappij omschreven en geschat door twee be-
eedigde deskundigen, te benoemen èen door den
minister van waterstaat en een door de maatschap-
pij-
Blijft eene der partijen, na daartoe bij deurwaar
ders-exploit te zijn aangemaand, in gebreke de be
noeming binnen eene maand na dat exploit te doen,
dan geschiedt de benoeming van den deskundige
der in verzuim zijnde partij door den kantonrech
ter, binnen wiens rechtsgebied de gemeente Vlis-
singen is gelegen.
Wanneer bij de schatting de twee deskundigen
zich niet kunneD verstaan, wordt hun een derde
toegevoegd, te benoemen door den zoo even genoem
den kantonrechter.
Kunnen de drie deskundigen niet bij meerder
heid beslissen, dan geldt van de drie waardeerin
gen zij, die noch de hoogste noch de laagste is.
Bij de schatting wordt vooral acht geslagen op de
waarde, die het gebouw, werk of voorwerp bezit
ten dienste van de exploitatie omschreven in art. 3.
Partijen onderwerpen zich aan de beslissing in
dit artikel bedoeld.
Zij dragen ieder voor de helft de kosten dei-
schattingen.
XXII. Bij het eindigen van deze overeenkomst
worden de bij den aanvang aan de maatschappij
overgegeven gebouwen, werken, toestellen en roe
rende zaken, die dan nog aanwezig zijn, weder
geschat.
Hetgeen die schatting meer bedraagt dan de in
het vorig artikel bedoelde waardeering, wordt dooi
den staat aan de maatschappij bijbetaald en het
geen zij minder dan de waardeering bedraagt, be
taalt de maatschappij aan den staat, met uitzon
dering van de schade aan die gebouwen, werken,
toestellen en roerende zaken toegebracht door
overstrooming, dijkbreuk, oorlog en oproer, die
steeds voor rekening van den staat blijft.
Tot het volle bedrag der schatting neemt de
staat over de aardvaste gebouwen, werken en toe
stellen, die met voorafgaande goedkeuring van den
minister van waterstaat en overeenkomstig het
door dezen minister goedgekeurde plan zijn aan
gelegd of gemaaakt.
Tot drie vierde van het bedrag der schatting
neemt hij over de aardvaste gebouwen, werken en
toestellen, die zonder de voorafgaande goedkeuring
of met afwijking van bet goedgekeurde plan zijn
gemaakt, voor dat de overeenkomst werd opge
zegd.
Tot de overneming van vaartuigen, werktuigen
gereedschappen en losse voorwerpen, andere dan
die bedoeld in het le lid van dit artikel, is de
staat niet verplicht. Hij is echter bevoegd daar
van tegen het volle bedrag der schatting over te
nemen wat hem dienstig voorkomt-
De schattingen in dit artikel bedoeld, zullen
plaats hebben op de wijze in het vorig artikel
omschreven.
Binnen zes maanden na het eindigen van deze
overeenkomst, heeft de verrekening plaats tusschen
den staat en de maatschappij.
XXIII. De maatschappij is bevoegd, onder
machtiging des konings, de exploitatie die zij bij
deze overeenkomst op zich neemt, geheel of ten
deele aan derden over te dragen.
XXVI. De overeenkomst vervalt, indien zij niet
binnen zes maanden is bekrachtigd bij de wet,
waartoe de ministers van waterstaat, handel en
nijverheid en van financiën zuilen medewerken.
Aldus onderteekend te Vlissingen den 18en en te
Middelburg den 21eB October 1881 door den Direc
teur der kon. maatschappij De Scheldeden heer
Jos. van Raalte, ter eene en den commissaris des
konings in Zeeland, den heer Van Karnebeek, ter
andere zijde.
Goedgekeurd door de algemeene vergadering
van aandeelhouders der Maatschappij De Schelde
met verlenging van den termijn in art. 26 dei-
overeenkomst bedoeld, tot 31 December 1882, den
10™ Juli 1882.
Goedgekeurd door de ministers van waterstaat
en van financiën, den 21en Juli 1882.
In de zitting van het lagerhuis deelde de heer
Gladstone Maandag mede, dat hij van plan was
morgen voor te stellen het huis te verdagen
tot den 24en October, wanneer de regeering zal
voorstellen om onverwijld en zonder tusschenpoo-
zen het ontwerp tot invoering der sluiting van
het debat in behandeling te nemen. De minister
deelde mede dat hij reeds den 6ea Mei aan het
hoofd der oppositie had geschreven dat de regee
ring bereid was om, als proeve, zich met het
amendement te vereenigen, dat de macht tot slui
ting van het debat in handen geeft aan eene
meerderheid van twee derden, mits de oppositie
dan ook zou medewerken om de andere deelen
van het voorstel aan te nemen. Denzelfden dag
echter werden lord Cavendish en Burke in het
Phoenix-park te Dublin vermoord, en de Iersche
zaken namen den verderen tijd van het huis in
beslag. De daarop gevolgde beraadslaging over
de dwangwet en de wet op de achterstallige
pachten hebben meer dan ooit bewezen dat eene
breideling der beraadslaging nu en dan hoog
noodig is. Overigens zal in October het ontwerp
in een gewijzigden vorm aan de kamer worden
aangeboden, zoodat wij den inbond van het te
genwoordige ontwerp voorshands kunnen laten
rusten.
Daarna kwam lord Hartington, minister voor
Indië, aan het woord, om de jaarlijksche mede-
deelingen te doen omtrent de financiën van Indië.
Er bleek uit, dat de Indische regeering beschikt
over een overschot van drie millioen pondmaai
de expeditie van troepen uit Indië naar Egypte
zal 1.800.000 kosten, een cijfer zooveel hooger
dan de minister had verwacht, dat hij zich bui
ten staat verklaarde het te motiveeren. Men had
er uit Indië geene bijzonderheden bij geseind.
Het is een mooie som geldsmaar de financiën
der kolonie zijn zeer goed, voornamelijk door de
inkomsten uit de opium.
In de zitting van gisteren werd door den keer
Ashley medegedeeld dat de regeering de moge
lijkheid had onderzocht om Cetewayo onder zekere
voorwaarden op den troon der Zoeloes te herstel
len. Een deel van het grondgebied zou voorbe
houden worden voor de stamhoofden, die niet
onder Cetewayo 's regeering willen staan, terwijl
een vertegenwoordiger der Engelsohe regeering in
het land toezicht zal blijven houden. Cetewayo
stemt in deze voorwaarden toe, zoodat zijne reis
de verwachte gevolgen heeft gehad.
Nabij Alexandrië blijven de Engelschen met
belangstelling gadeslaan hoe Arabi zich versterkt.
Hij werpt zware aardewerken op en uit de wijze
van werken blijkt dat hij een ervaren en door
tastend officier aan het hoofd zijner genie heeft.
Nadere berichten uitlsmailia bevestigen dat nabij
het kanaal aldaar eene Egyptische macht gelegerd
is van 6000 man en zeven Krupp-kanonnen. Van
daar staat de heer De Lesseps, tot groote erger
nis der Engelschen, in voortdurende verstandhou
ding met Arabi.
Men wacht in de eerste veertien dagen nog geen
groot gevecht, en de eenige plaats waar waar
schijnlijk nog enkele schermutselingen zullen
plaats hebben is nabij fort Meks, waar zich aan
houdend troepjes Bedouïenen vertoonen.
De conferentie heeft Maandag eene bijeenkomst
gehouden, waar het Italiaansche voorstel tot ge
zamenlijke bewaking van het Suez-kanaal is
besproken. De Fransche gezant had nu zijne
instructies ontvangen en kon mededeelen dat zijne
regeering met het voorstel instemde, zoodat dit
nu door alle mogendheden is aangenomen. Men
is daarop uiteengegaan, zonder een dag voor de
volgende vergadering te bepalen, zoodat de con
ferentie feitelijk geschorst is.
De Fransche regeering doet dus mede, maar
met welk recht heeft het ministerie Duclerc deze
toezegging gedaan? Het door den heer De Frey-
cinet gevraagde en door de kamer geweigerde
credietwas ook bestemd voor de bescherming van
het Suez-kanaal, al was het toen nog niet zeker
dat geheel Europa zou medewerken. Men maakt
zich daarover te Parijs reeds ongerust, en sommige
bladen dringen op onverwijlde bijeenroeping dei-
kamers aan. Als men aldus alle regeeringsdaden
door de kamers wil laten beslissen, wordt het moei
lijk ministers te vinden van goed allooi. Men ver
trouwt elkander te weinig in Frankrijk, en per
soonlijke bedoelingen bebeerschen te zeer de poli
tiek om een gezond staatsleven toe te laten.
De heer Gambetta schijnt in dit ministerie
grooten invloed te zullen uitoefenenalthans de
Duitsche bladen worden reeds ongerust, en de
Gambetta-bladen te Parijs slaan een toon aan,
vol vertrouwen op de toekomst. De République
Franpaise betoogt dat Gambetta's Egyptische
politiek de eenige goede was voor Frankrijk, en
betreurt het dat lord Granville zoo kortzichtig
was om niet dadelijk daarmede in te stemmen.
Lord Granville had toen echter reeds een ander
plan in het hoofdhij ging niet gaarne samen
met den heer Gambetta, wijl dat een gezelschap
is, dat licht tot verwikkelingen met anderen kan
leiden. De Engelsohe regeering staat veel vaster
in hare schoenen nu zij alleen de Egyptische koe
bij de horens heeft gevat, en bij de bekende ge
zindheid der Fransche kamer was het niet zoo
heel moeilijk om Frankrijk op zijde te zetten.
Men heeft in de couranten van het vasteland
zich aangewend om met de Engelsche diplomatie
te spotten en haar te verwijten dat zij veel groote
woorden gebruikt zonder ze door daden te laten
volgen. Het is echter nu onmiskenbaar dat zij
deze Egyptische schaakpartij goed heeft gespeeld,
en de scherpe critici zullen tot de erkentenis
moeten komen dat de zet van het bombardement"
niet van een ongeoefenden speler was.
Do waarneming in Egypte van de laatste totale
zonsverduistering, schrijft een inzender in de
New-Yorksche Sun, toont met vrij groote
zekerheid aan, dat de invloed der zonnevlekken
krachtig gevoeld wordt in de bovenste lagen der
zonne-atmosfeer, waar zij verbazende verschijnse
len veroorzaken.
Zonnevlekken zijn aan periodieke verandering
onderhevig. Eens in ongeveer elf jaren bereiken
zij hare grootste uitbreiding, of liever dan worden
zij het meest talrijk. Er was eene zonsverduista»
ring in 1871, toen de vlekken haar maximum
hadden bereikt, en wederom eene in 1878, toen
zij zeer sckaarsch waren, en de sterrekundigen
namen een beslist onderscheid waar op die beide
tijdstippen in de corona, of den grooten kring
van gassen, welke de zon omringt en gedurende
eene totale verduistering in het gezicht schittert
in de meest fantastische en wondervolle vormen.
De verduistering van dit jaar viel wederom in
een tijdperk van maximum der vlekken, en het
is zeer belangrijk dat de corona hetzelfde beeld
bood als in 1871.
Het meest treffende onderscheid in den vorm
dezer prachtige zonne-atmosfeer bij veelvuldigheid
en bij schaarschheid der vlekken, schijnt erin te
bestaan dat, wanneer de vlekken het minst in
aantal zijn, het omhulsel van gloeiende gassen het
diepst van toon is nabij de middellijn der zon,
zoodat de polen sterk schitteren; terwijl zooals
thans, nu de vlekken zeer talrijk zijn, de corona
meer licht uitstraalt hij de middellijn en nabij de
polen minder schitterend is.
Wat schijnt, in het licht dier waarnemingen,
de zon een vreemd lichaamIn plaats van een
vasten, witgloeienden bol, zien wij in de zon een
bol van gassen, onderworpen aan eene temperatuur
en een drukking, te hoog haast voor den mensche-
lijken geest om ze te begrijpeneen vurigen bol,
waarin ijzer en de meest vaste stoffen die wij kennen,
niet alleen zouden smelten, maar opgaan in dwar
relenden damp, kokende en bruisende in zware
stuiptrekkingen terwijl daar rondom de zon, zoo
als wjj die zien, er een onbeschrijfelijke dampkring is
duizenden en honderdduizenden mijlen diep, samen
gesteld uit gloeiende gassen, waarvan een slechts
zeer klein gedeelte indien het boven onze hoofden
werd gecondenseerd, de gansche aarde in brand zou
zetten door een gloeienden vuurregen. En dan
zien wij door eene nog onbegrepen oorzaak dien
bol van brandende gassen, die door de ruimte
vliegt als een gloeiende kogel uit een kanon van
oneindige kracht, iedere elf jaren opgezweept tot
zevenvoudige woede, totdat zijne oppervlakte door
ploegd is door ijzingwekkende kloven en de vlam
men van brandend waterstofgas en andere gassen
eruit springen als reusachtige fonteinen van enkel
vuur zijne oppervlakte tot éene brandende
massa makende.
Een andere belangrijke uitkomst van de waar
neming der laatste eclips is het geleverde bewijs
dat zich enorme hoeveelheden verdampt calcium
in de corona der zon bevinden. Is dit zoo, dan
zien wij eene grondstof die in kalksteen- en andere
verbindingen op de aarde gansche stevige berg
ketenen vormt, veranderd in een gloeiend gas
en dienende om deel uit te maken van de atmos
feer onzer groote bron van licht. Het voorkomen
van calcium in wat men noemen kan het lichaam
der zon, was reeds lang bekend, maar tot nogtoe
was er geen voldoend bewijs dat deze grondstof
voor aardsche bergen als gas zweefde op enorme
hoogte boven de oppervlakte der zon.
Nog hebben deze waarnemingen nieuwe bewijzen
geleverd voor de reeds vroeger geuite onderstelling
dat stoffen die voor ons chemische elementen
zijn, welke niet verder kunnen worden opgelost,
door de ontzettende hitte der zon in nieuwe deelen
worden gesplitst, een resultaat voor de hulpmid
delen onzer chemie tot nogtoe onbereikbaar. Indien
deze onderstelling waarheid bevat, verleent zjj een
nieuw belang aan de spectroscopische studie der zon-
Vlissing-en, 16 Aug. Gisteren avond binnen
gekomen het Eng. stoomschip Blencoiue, gezagv.
Brown, van Londen.
In de op heden te Rotterdam door de Neder-
landsche handelmaatschappij gehouden veiling van
96376 balen Java-, Macasser- en Padangkoffie is
alles willig verkocht. Preanger j a 3 cent, geel
achtig en blank j a 1§ cent, bleek groenachtig
Ij a If cent boven taxatie.
Raapolie op 6 weken
Amsterdam, 16 Aug.
35j. Lijnolie 27.
Amsterdam.
15
16
Oostenrijk.
dito
dito
dito
dito
ST L ATSLEENINGEN.
Nederland. Cert. N. W. Sch. 21/2 pet.
dito dito dito 3
dito dito dito 4-
dito Obl. 1878 1G0Ö.
België. Obligatie2-1/2
Frankrijk Origin. Inschr 3
Hongarije. Obl. Leening 1867
ft 120 5
dito Goudleeuing5
dito dito fl 5ÜO6
Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5
Obl. Mei-Nov. 5
Febr.-Aug. 5
Jan.-Mli 5
April-Oct. 5
dito Goud 4*
Polen. Obl. Schatkist 1844 4*
Portugal. Obl. Bil. 1853/80. 3
dito dito 18815
Rusland. Obl. Hope C.
1798/1815 5
Cert. Inschr. 5e Serie 1854*. 5
dito dito 6e 1855. 5
Obligatien 186*25
dito 1864. 10005
dito 1864. 1005
dito 1877 dito5
dito Oostersche le serie. 5
dito dito 2e 5
dito dito 3e 5
dito 1872 gecon. dito 5
dito 1873 gecon. dito
dito 1850 le Leening dito 4.1 /2
dito I860 2e Leening dito 4-1/2
dito 1875 gecons. dito 4-1/2
dito 1880 gecons. dito .4
Cert. Hope Co. 1844) 4-
dito 2e, 3e, 4-e Leen. 184-2 44. 4
Obligatie-Leening 1867/69 4
dito dito 1859. 3
Cert. van Bank-Assign. 6
Spanje. OM. Buit. 1867/7 n/4
dito dito 1876 2
dito Bitmenl. Esc. 500Ü-10Ö00 11/4.
dito dito 1876 2
Turkije. Obl. Alg. Sell. 1865 5
dito dito 1869 6
Zweden. Obl. 1880 4
Egypte. Obl. Leening 1876 4
dito dito 1876 5
Vereen. Staten Obl. 18774
dito dito 1876. 41/cj
Brazilië. Obl. Londen 18655
dito Leening 1875. 5
dito 1868 1004l/2
INDUSTRIEELS EN FINA
ONDERNEMINGEN.
Nederl. Afr. Iland.'V. aand.
Ned. Hand. Maatsch. aand.
rescontre.5
Ned. Ind. Handelb. Aand.
Stoomvaartrn. Java Obl
dito Zeeland Aand
dito Obl5
dito gegarand. dito41/2
Duitschland. Cert.. Rijksbank
Adm. Amsterdam
Oostenrijk. Aand. O. H. B.
Nederland. Hol). IJ2. Spw.
Obl. 1871b
dito Maats, tot Exploitatie van
Staats-Spw. Aand
Ned. Cent. Spw. Aand. /"250.
dito gestemp. Obl. 250
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand.
N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp.
1875/80
Zuid Ooster sp. Obl5
Hongarije. Theiss. Spoorw.
Aaud. fl. 200 5
dto dito Obl5
Italië. Victor Em. sp. Obl. 3
Zuid-Ital. Spw. Obl.3
Oostenrijk. O. Sp. Obl 3
Polen. Wars.-Brom. Aand. 4
Warschau-Weenen dito.
Rusland. Gr. Sp. Maats. Aand. 5
dito Hypoth. Obligatiën 4*12
dito dito dito4
Baltische Spoorweg Aand. 3
Charx-Azow Oblig. 100. 5
Jelez-Griasi dito5
Jelez-Orel dito f 1000 5
Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100. 5
Losowo-Sewastopol 1000. 5
Morschansk-Sysran. Aand. 5
Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. 5
Mosk.-Kursk dito dito 6
Mosk.-Smol. dito dito 5
Orel-Vitebsk Obl. dito 5
Poti-Tiflis dito 1000. 5
Riaschk.-Wiasm. Aaud 5
Zuid West Spoorw.-Maats. 5
Amerika. Cent. Pac. Obl. 6
dito California Oregon dito. 6
Chic. N.- W. Cert. Aand.
dito dito le hyp. Cert 1000 7
dito Mad. Ext. Obl7
dito Menominee Ds. 500-1000 7
dito N.-W. Union, dito 7
dito Winona St. Peter dito. 7
dito S.-W. Ob. Lis. 500-1000. 7
Illinois Cert. v. Aand
St. Paul Minn. Man. Obl. 7
Union Pac. Hoofdl. dito 6
PREMIE LEENINGEN.
Neder]. Stad Amst. f 100 3
Stad Rotterdam3
Gemeente Crediet3
België Stad Antwerp. 1874 3
dito Brussel 1879 fr. 100 3
Hongarije. Staats1. 1870
Oostenrijk. Sfcaatsleening 1854
fl. 250 4
Aug. Aug.
681/4
68
811/2
81%
-.021/4
<03%
102.3/8
91%
9+3/8
79
793/4
IOO3/4
IOOI/2
64%
6+9%
64U
6+13%
65
653/g
6+8/16
643/4
81%
53
527/g
90%
96%
55
5+3/4
7615%
767/g
92%
027/s
80
37%
873/g
5313%
5311%
5315/ie
54
533/4
823/4
83%
87
87
817/g
7
741/2
66
663
737/8
73'/'g
z
37
28
28%
44%
2t)3/8
11%
11
97/g
9%
553/ia
557,/g
S li IE E
LE
190
190
EN.
39%
67%
H6
146
471/2
47%
100
521/2
1 1 1
51%
513/4
721/4
551/4
553/g
121
1203/4
91
907/g
481%
83S/4
83%
79%
79
9 77/g
97%
102
86
83%
837/g
85
593/8
593/g
5813%
583/4
1143/4
10+9%
104%
172%
1703/4
120
1233/g
119%
1191/2
141%
141%
1073/4
108
N.
110
118%
101
957/8
963/4
971/4
97
971/4
1005/g