N° 191. 1256 Jaargang. 1882.
15 Augustus.
Dinsdag
NATIONALE MILITIE.
VEBORDEKIKS.
Middelburg 14 Augustus.
Advertentiën: 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hooldagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité 6. L. Datjbe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Dit blad verschijnt d a ge 1 ij ks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Oproeping van Verlofgangers
der lichting 1879.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat door den gemeenteraad in zijne vergadering
van den 12™ Juli 1882 is vastgesteld eene veror
dening houdende wijziging der verordening tot
handhaving der orde op de buitenpleinen van en
de toegangen tot bet spoorwegstation in deze
gemeente;
dat die verordening aan gedeputeerde staten
van Zeeland, volgens bun bericht van den 28e
Juli jl. n° 4273/83, in afschrift medegedeeld en
den 1™ dezer maand is afgekondigd;
dat zjj gedurende drie maanden op de gemeente
secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd
en aldaar tegen betaling van tien cents verkrijg
baar is gesteld.
Middelburg, den llen Augustus 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
D. A. DRONKERS, L. B.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
konings in deze provincie van den 17 Mei 1882,
A n°. 1734/1, 3e afdeeling Provinciaal blad n°. 50),
roept bij deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1879, behoorende
tot het korps rijdende artillerie, alsmede het korps
genietroepen, om op den tijd en plaats als in de aan
hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te
zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding
en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot
verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas,
teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf en wel op Vrijdag den
18en Augustus a., des voormiddags tusschen 10
en 11 uren, bij den burgemeester hunner woonplaats
aanmelden, voorzien van bun verlofpas, teneinde de
noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit
verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij bun korps
gestraft.
Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteurs behandeld, terwijl degenen, die door
ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag
onder de wapenen te komen, van die omstandig
heid, onder overlegging van eene verklaring van
een geneesheer, tijdig kennis behooren te geven
aan den burgemeester. Na bun herstel vervoegen
zij zich bij hun korps.
Middelburg, den 12 Augustus 1882.
De burgemeester voornoemd,
D. A. DRONKERS, L. B.
In de Amsterdammer wordt door een schrijver,
die zich Antonio teekent, eene beschouwing ge
leverd over het jaarverslag der Amsterdamsche
kamer van koophandel. Yolgens hem bevat dat
verslag niet veel meer dan nuttelooze klachten
over den algemeenen toestand en eenige vrij on
beduidende mededeelingen over den goederen- en
den fondsenhandel. Naar aanleiding daarvan
schrijft hij verder:
»Toch telt de Amsterdamsche kamer te veel
intelligente mannen, dan dat het in haar midden
zou hebben ontbroken aan denkbeelden, welke
verwezenlijkt, den bloei van den Amsterdamschen
handel zouden kunnen bevorderen. Waarom deze
dan achterwege gehouden? Bedriegt men zich
niet, dan is hiervan voor een deel schuld dat de
kamer, in dezen de uitdrukking van eene door
belanghebbenden op het dwaalspoor gebrachte
publieke opinie, voor niets anders oog of oor heeft
dan voor het kanaal door de Geldersche vallei.
Te Amsterdam domineert nu eenmaal het nood
lottige denkbeeld, dat het zijn of niet zijn van
den handel tusschen IJ en Amstel afhangt van
het al of niet graven van een kanaal naar den
Rijn in oostelijke richting. In de boven bedoelde
zinsneden van het verslag wordt het feit, dat het
jaar 1881 »op geen enkele grootsche en fiksche
daad zijn stempel heeft gezet", aan de aanneming
van het wetsontwerp-Klerck toegeschreven.
„Behoudens allen eerbied voor deze overtuiging'
schijnt toch de conclusie onoprecht en onverant
woordelijk. Onoprecht, want het is duidelijk,
dat de handel in lang niet alle artikelen zou
vooruitgaan, wanneer Amsterdam al door een beter
Rijn-kanaal met Duitschland ware verbonden.
Eij wel, omdat de handel met Duitschland door
het daar heerschende protectie-stelsel wordt ge
drukt, als omdat het gemis van een goede water
verbinding met Duitschland toch nooit meer dan
den handel met Duitschland kan benadeelen.
Misschien werpt men tegen, dat de Nederlandscke
handel voor een groot gedeelte uit transito-han
del bestaat. Maar juist deze feitelijk niet on
juiste bedenking leidt tot nadere aanduiding van
wat een onverantwoordelijke methode in het ver
slag der Amsterdamsche kamer verdient te keeten.
Indien het waar is dat de Amsterdamsche handel
grootendeels doorvoerhandel en de aanneming van
het wetsontwerp van den minister Klerck een blij
vende belemmering voor zijnen bloei is, dan wordt
het hoog tijd, dat zij, die het met den handel
goed meenen, plannen beramen en denkbeelden
opperen, ten einde dien handel in een ander, meer
vruchtbaar spoor te leiden.
„Wie aan de laatste stelling nog twijfele neme
bijv. de Engelscbe Economist van 29 Juli. jl. ter
hand. Daar leest men een en ander omtrent den
handel met China. Het bedrag van de tonnen-
rnaat der schepen, welke gedurende het jaar 1881
in de traktaat-havens zijn binnengeloopen en uitge
klaard, wordt aldaar opgegeven 16,640.268 Engelsche
tonnen te beloopen. De Engelscbe vloot neemt voor
62^ pet. aan deze tonnenmaat deel. De resteerende
percenten zijn verdeeld over Amerika, China, Frank
rijk, Duitschland, Japan en „andere volken". Deze
„andere volken" verschijnen er voor lij pet.
Welk deel de Nederlandsche vloot in dit treurige
restantje beeft, wordt niet gemeld.
„Toch wordt de mededeeling besloten met de
opmerking, dat er in China nog gelegenheid be
staat tot handeldrijven, daar het gezamenlijke be
drag der in- en uitvoeren er nog geen 2 schilling
per hoofd bedraagt op een cijfer van 450 millioen
inwoners.
„Dit voorbeeld ware met ettelijke te vermeer
deren, want wie zal loochenen dat er voor den
vaderlandschen handel, mits de blik onzer hande
laren verruimd en hun ondernemingsgeest door
geene verkapte bescherming langer worde uitge
doofd, op Gods groote wereld nog heel wat te
verdienen valt?"
Omtrent het spoorweg-ongeluk bij Vogelenzang
maakt bet Handelsblad de volgende opmerkingen.
De oorzaak is zonder eenigen twijfel te zoeken
bij de bediening van de locomotief van trein 9,
komende van Amsterdam, waar niet gelet kan
zijn op de aan den weg staande seinen.
De trein, die voor die seinen had moeten stop
pen, reed door en kwam zoo in botsing met den
opkomenden trein. De ramp zou zeker nog veel
grooter zijn geweest indien de doorrijdende trein
een sneltrein ware geweest, evenals de opkomende.
Deze reed op dat oogenblik met den loods zeer
langzaam en zijn machinist schijnt nog te hebben
beproefd achteruit te stoomen, toen hij den ande
ren trein door den wissel zag schieten. De door
rijdende trein, die in gewone omstandigheden bij
het station had moeten stoppen, had denkelijk
reeds zijne vaart eenigszins verminderd. De fout
van den machinist echter was dat hij niet heeft
gestopt voor de teekens, die duidelijk aanwezen
dat er reparatie was aan den weg.
Wij wenschen niet vooruit te loopen op het
gerechtelijk onderzoek, of verzachtende omstandig
heden te pleiten voor eene onmiskenbare fout.
Maar in het openbaar belang zal zeer zeker het
antwoord worden gezocht op de vraag, hoe het
mogelijk kan wezen, dat een zeer goed aange
schreven machinist in die fout kon vervallen.
In deze week had die machinist niet dat ge
deelte van den weg bereden. De reparatie begon
en derhalve zijn ook de seinen gesteld nadat
zijne machine het laatst op den weg was. Volgens
hunne algemeene instructie behooren de machi
nisten naar zulke seinen uit te zien, maar zeer
zeker zal ook hun in bijzonderheden worden
medegedeeld wat op hun weg voorvalt. Het
blijkt nu, dat zulke mededeelingen kunnen wor
den gedaan zonder dat ze door den betrokkene
behoorlijk worden opgenomen en tot een gedrags
lijn verwerkt.
Dit verschijnsel is niet vreemd. Het is bij alle
administratiën een groot bezwaar om te doen
vatten, dat men alleen door het nauwkeurig over
brengen van ihstructiën niet wezenlijk gedekt is,
maar de moreele verplichting heeft om ook te
zorgen dat ze werkelijk worden verstaan. Bjj
goed onderzoek zal wel blijken, dat het thans
gevolgde stelsel voor het publiek niet de gewenschte
waarborgen geeft. En het zal zeker in de eerste
plaats in het algemeen belang zijn, dit goed uit
te maken en daardoor weder grooter veiligheid
te verkrijgen.
De hoofdzaak blijft, dat de kans voor onheilen
nog moet worden verminderd. Wat daartoe nood
zakelijk gepaard moet gaan met de overige, op
zich zelf zeer goede maatregelen, zal nu wel zijn
gebleken. Men kan duidelijk niet maar zich ver
laten op de waakzaamheid ook van goed aange
schreven machinisten. De zekerheid moet worden
erlangd dat zij ook wezenlijk op de hoogte zijn,
vooral van tijdelijke veranderingen op den weg.
Formeel moge men gedekt zijn door de hand-
teekening op eene instructie; in hoogeren zin is
men dit wezenlijk daardoor alleen niet.
Vrijdag is de rammonitor Be Haai boven Arn
hem in den Rijn vastgeraakt en, bij het sterk
vallen van 't water, vast gebleven. Het ding zit
drie voet diep in 't zand. De gedachte is verre
van ons om in verband tot eene nationale ramp
iets aan den man te brengen dat op een aardig
heid gelijkt. Maar dit mag toch gezegd worden,
dat als deze drijvende monsters 't erop gezet had
den hun onhandelbaarheid te toonen, het eene
op de kust en 't andere op de boven-rivieren,
ze niet anders te werk konden gaan dan ze ge
daan hebben.
De bekroonden ontvingen, na een warmen ge-
lukwensch van den voorzitter, den heer Lamotthe,
uit de handen van een zestal jonge meisjes, die
zich allerliefst van hare taak kweten, het door hen
verworven eeremetaal.
De heeren Kröber, als vertegenwoordiger der
firma de Gebr. Abrahams,JW. Heijboer, L. Vogel en
W. J. Leenhout voerden achtereenvolgens bet
woord, brachten hulde aan allen die tot het wel
slagen dezer eerste provinciale tentoonstelling hebben
medegewerkt en uitten de beste wenschen voor
den bloei der Zeeuwsche nijverheid.
Aan de expositie viel heden een buitengewoon
druk bezoek ten deel; wijl niet minder dan 810
toegangskaarten werden afgegeven en bovendien
vele houders van doorloopende kaarten en inzen
ders de tentoonstelling bezochten.
Het aantal verkochte loten is nog niet met
juistheid op te geven, doch de uitslag zal zeer
bevredigend zijn; de commissie beeft weder een
aantal prijzen aangekocht, o. a. een bonheur-du-
jour, secretaire, ingelegde tafeltjes enz.
De deelneming in de verloting blijft nog eenige
dagen opengesteld, doch de loten zijn van nu af
alleen bij de bestuursleden te Goes verkrijgbaar.
De Amsterdammer voert eene leelijke nieuwig
heid in onze journalistiek in. Het weekblad leent
namelijk zijne eerste bladzijde tot de opneming
van reclames. Het gevolg is dat de lezer, die
bezig is opstellen over „de ministerieele crisis"
en over theoretisch liberalisme" te lezen, in zijne
lectuur telkens gestuit wordt door aanbevelingen
als
«Wij kunnen de Durham-cigaretten zeer aanbevelen.
»De Durham-cigaretten zijn zeer zacht van smaak.
»De ineest soliede sigarenhandelaars hebben de Dnr-
hams in voorraad".
En ten slotte, midden tusschen eene beschrij
ving der verdedigingsmiddelen van Arabi-pacha,
weder
"De Durham cigaretten worden geïmporteerd door" enz.
Behalve de onaangename storing voor den lezer,
geven deze „tusschenwerpsels" aan de hoofdarti
kelen van de Amsterdammer iets kwakzalverach
tigs. En daar zijn ze toch te goed voor.
Naar wij vernemen zullen, door de bemoeiingen
den Vereeniging t. b. v. g. v. o. k., dezen winter
alhier zes voorstellingen worden gegeven door de
vereeniging het Nederlandsch Tooneel, op de vol
gende Woensdagen: 18 October, 1 November, 15
November, 27 December, 17 Januari en 7 Februari.
De tweede en zesde voorstelling zullen door de
Rotterdamsche, de overige door de Amsterdamsche
afdeeling der vereeniging worden gegeven.
In verband met bet bericht uit Breskens in ons
vorig nummer, vernemen wij nader dat de alhier
gevestigde vennootschap De Zeeuwsche Stoomboot-
Maatschappij, onderneemster is van den nieuwen
stoombootdienst BreskensRotterdam, dat die
dienst zal kunnen geopend worden in de eerste
helft der maand October a. met de op bet etablis
sement-Fop Smit, te Kinderdijk in aanbouw zijnde
schroefstoomboot Valk II.
THolen, 13 Aug. Vrijdag 11. is alhier door
mejnffr. D. S. C. De Vulder van Noorden, jongste
dochter van den burgemeester, de eerste steen
gelegd van de in aanbouw zjjnde school. Een
talrijk publiek was bij deze plechtigheid tegen
woordig.
Bedoelde school belooft een sieraad te worden
van ons stadje. 11 Is alleen te betreuren, dat zulk
een fraai gebouw geen ruimer stand kon hebben,
op de Groote Markt bij voorbeeld; maar er was
geen geschikter terrein dan bet nn gekozene.
Onze gemeenteraad heeft tot ambtenaar van den
burgerlijken stand benoemd den heer M. G. Van
Stapelen, ter vervanging van wijlen den heer
N. D. P. Augustijn.
Goesj 13 Aug. Een talrijk publiek was
beden op bet tentoonstellingsterrein tegenwoordig,
om getuige te zijn van de uitreiking der medail
les, op de tentoonstelling en bij den wedstrijd
behaald.
MiddelburgVlissingen, Zierikzee, Zeeuwsch
Vlaanderen, hadden allen bun aandeel geleverd.
Het weder hield zich overdag goedde be
trokken lucht deed echter niet zonder grond, zoo
als helaas des avonds bij het concert bleek, voor
regen vreezen.
Het muziekkorps van het 3e regiment infanterie
handhaafde glansrijk den gunstigen naam, waarin
het zich, dank zij den ijver en de inspanning van
den directeur Bouwman, mag verheugen.
Matinée en concert zijn beide uitstekend ge
daagd.
ïerseke, 13 Aug. De bekendmaking en
aanbeveling van de deze week te houden collecte
voor de Unie Eene School met den Bijbel, welke
d\ Wijninga, van Kruiningen, in eene vacatuur
beurt heden morgen alhier uitsprak, onderscheidde
zich door eene bezadigdheid en ingetogenheid,
welke men niet altijd van tegenstanders van de
openbare school gewoon is. Wel betuigde bij
zijne ingenomenheid met godsdienstig onderwijs
op de volksschool, en beval hij derhalve de Unie
in de milddadigheid zijner toehoorders sterk aan,
maar overigens bemerkte men geen zweem van ver-
dachtvermaking of minachting van het neutraal
onderwijs. Zelfs erkende hij de noodzakelijkheid
van dit door den staat gegeven onderwjjs en be
tuigde hij dankbaar te zijn, dat de wet vrijheid
geeft tot het stichten van bijzondere scholen.
Waarschijnlijk zal van menigen kansel iets min
der zachtmoedigs tehooren geweest zijn.
Hansweert, 14 Aug. De werkzaamheden
aan de school alhier en bijkomende werken
spoeden ten einde. Het timmer- en metselwerk
kan als geëindigd beschouwd worden, en indien
het benoodigde ameublement aanwezig is zullen
de lokalen over een paar weken in gebruik geno
men kunnen worden. Het bijbouwen "van twee
lokalen, waaronder een dubbel, was noodzakelijk
geworden doordien de oude school de leerlingen
niet meer kon bergen. De lokalen zjjn netjes
afgewerkt en geheel volgens de eischen des'tijds
ingericht. Nog is achter en tegen de school een
brandspuithuisje gemaakt, benevens een ander
lokaal, waar beschonkenen, die onschadelijk ge
maakt moeten worden, tijdeljjk bewaard zullen
worden, 'tls voor de schooljeugd te wenschen
dat haar deze slechte voorbeelden niet dikwijls
onder de oogen zullen komen.
Z. M. de koning heeft, na het antwoord van
den heer Tak, den 18en dezer den minister Van
Lijnden van Sandenburg opnieuw belast met de
vorming van een ministerie.
Omtrent den Nederlandschen consul-generaal
voor Egypte verneemt het Vad. dat hij, na een
kort verblijf op de Marnix voor Alexandrië, eenige
dagen op bet Engelsche schip The Boy al Standard
heeft vertoefd en toen plotseling in Den Haag
verscheen. De regeering heeft den consul-generaal
daarop verzocht, zich terstond weder naar zijn
post te Alexandrië te begeven.
De rijksmiddelen blijven vrjj traag vloeien. De
maand Juli kwam met een half millioen boven
de raming, maar bleef beneden de opbrengst van
het vorige jaar met een bedrag van 72,000.
Alleen de accijnsen gaven een gunstige uitkomst,
daar zij bij een raming van 3,268,000 opbrachten
3,506,000 tegen 3,210,000 in bet vorige jaar.
Vooral de suikeraccijns droeg tot dit goede cjjfer
bij met 793,000 tegen ƒ452,000, doch ook wijn,
zout en geslacht gaven meer, ja het gedistilleerd
gaf ditmaal weer een ronde 2 millioen, evenveel
als verleden jaar en 134,000 meer dan de
raming. Met alle ar,/1ove middelen stond het vrij
slecht geschapen, als men posterijen en telegrafen
uitzondert, die geregeld stijgende bedragen op
leveren.
Verscheidene middelen zijn aan het eind der 7
maanden nog bij bet vorige jaar ten achteren of
overschrijden de opbrengst van toen niet zoo ge
ringe bijdragen, dat het, de vermeerdering der'
bevolking in aanmerking genomen, met aebteï<