N° 186. 125e Jaargang. 1882. Woensdag 9 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenlen voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg 8 Augustus. MIDDELBURGSCHE C0URA1VT. Men schrijft ons «Het schijnt wel dat de duivenschieterij of liever het plan daartoe een allergevaarlijksten invloed heeft uitgeoefend in den lande. Zelfs de redactie van het Weekblad van het Regt is totaal in de war gebracht en komt met een stelsel voor den dag, voor welks consequentiën zij waarschijn lijk de eerste zou zijn om terug te schrikken. Zekerlijk zit er iets in de lucht zou de minis- terieele crisis daarvan de oorzaak zijn dat bij velen een storenden indruk op 't denkvermogen te weeg brengt. Het Weekblad van het Regt formu leert stoutweg het volgend systeem „al kon de minister van justitie zich op geen enkele bepaling van het geschreven recht beroe pen, dan nog heeft hij overeenkomstig recht, staatsbelang en zedelijkheid gehandeld door, waai de regeering al het mogelijke doet om de post duiven te beschermen, in afwachting van eene nadere wet de duivenschieterij onmiddellijk te stuiten. De wet kan niet alles voorzien en het is juist de taak der algemeene politie, ook waar de wet het stilzwijgen bewaart, de openbare orde en zedelijkheid te handhaven.1' Ziedaar de prachtige theorie van het Weekblad van het RegtHoe zou de vroegere redacteur mr. De Pinto zich over dergelijk onjuridiek ge praat hebben geërgerdNiet de wet, maar ieder minister van justitie, al mocht hij ook door drongen zijn van allerlei wonderlijke sociaal-ker kelijke theorieën, zal voortaan in den lande het houden van vergaderingen, wedstrijden, voorlezin gen, publiek zoowel als niet, mogen verbieden, als hij dat in 't belang beschouwt der openbare orde en zedelijkheid. Het Weekblad van het Regt geeft daarmede een vrijbrief aan toekomstige ministers van justitie, van hoe clericale richting of van hoe anti-clericale richting ook, om willekeurig uit te maken wat voortaan in Nederland zal zijn de openbare ordenen zedelijkheid «Yoorwaar, de redactie van ons oudste juridiek orgaan belooft ons eene schitterende politiek-soci- ale toekomst. Wij vertrouwen dan ook dat de duivenschieters, voor wier liefhebberij wij overi gens slechts alkeer en walging over hebben, de vraag of een minister bevoegd is om die liefheb berij te verbieden, door den burgerlijken rechter incidenteel zullen laten beslissen, en wij houden ons overtuigd dat de Nederlandsche rechterlijke macht gezonder juridieke opvattingen zal hebben dan de redactie van het Weekblad van het Regt. Het komt ons toch voor, dat hoe afkeurenswaardig, naar onze persoonlijke meening, het duivenschieten ook moge zijn, deze onze persoonlijke meening nog geen recht geeft aan eenigen minister om zich boven of wil men naast de wet te stellen en te verbieden hetgeen de wet niet verbiedt. Hei liger dan een duivenleven is toch zeker wel het constitutioneel Nederlandsch staatsleven! «Wanneer zal al dat knoeien, transigeeren en plooien met beginselen in ons dierbaar vaderland toch eens eindigen?" De N. R. Ct., die ook door de redenen, welke het Wbl. v. h. Regt, heeft aangevoerd tot wetti ging van het optreden des ministers van justitie tegen de duivenschieters, niet bevredigd is gewor den, heeft een paar wetsartikelen opgespoord, door welke de minister, naar het schijnt, gedekt wordt. Art. 21 der wet op het recht van vereeniging en vergadering (22 April 1855, StBl. n°. 32) zegt: «Bijeenkomsten om zich in het hanteeren van wapenen te oefenen, worden op plaatsen, in den ïegel voor het publiek toegankelijk, of wanneer zij door meer dan tien personen worden bijgewoond, niet toegelaten dan met vergunning van het hoofd van het gemeentebestuur. Deze vergunning wordt niet verleend dan ten minste vijf dagen vóórdat de bijeenkomst wordt gehouden, en onder de voor waarden in het belang der openbare veiligheid gevorderd." Dit artikel was volgens de N. R. Ct. hier toepasselijk en vergunning niet gevraagd. Vervolgens bevat de jachtwet een bepaling, die door de duivenschieters is overtreden. Art. 20 zegt, dat wie, in gesloten jachttijd en de jacht is thans in Zuid Holland gesloten zonder con sent van den commissaris des konings of zonder buitengewone machtiging des ministers in het veld eenige poging doet om wild op te sporen, te be machtigen of te dooden, strafbaar is, terwij] het tweede lid van dit artikel aantoont dat reeds strafbaar wordt geacht het zich met geladen schiet geweer in het veld bevinden. In de jachtwet worden de ambtenaren der rijks politie met het toezicht op de jacht belast, en hun wordt bevoegdheid gegeven daartoe alle gronden te betreden, behalve lust- of bouwhoeven of bui tenplaatsen, door muren, schuttingen, rasters of grachten geheel afgesloten (art. 36 en 12). Aan deze bepalingen ontleende de politie het recht om het voor het duivenschieten bestemde veld te betreden. De kapitein ter zee jhr. A. Cvan Haeften heeft te Londen inlichtingen omtrent het lichten van vaartuigen van zulke zwaarte als de Adder inge wonnen bij verschillende inrichtingen, onder ande ren ook bij het Trinity House, en is Zaterdag avond weder naar Den Haag teruggekeerd. De algemeene indruk der Engelsche deskundigen schijnt te wezen dat het lichten van het wrak zeer moeilijk zal zijn, en dat dit werk, zal het eenige kans op slagen hebben, binnen de eerste drie weken moet plaats hebben. Een contract met een Engel sche maatschappij schijnt niet gesloten te zijn. (N. v. d. D.) De advocaat mr. J. Kappeijne van de Coppello, (neef van den oud-minister), te Amsterdam, schrijft aan het Nieuws van den Rag het volgende: «In uw laatste nieuwstijding omtrent het doen en laten der «heeren duivenschieters" vind ik een uitdrukking, naar aanleiding waarvan ik mij een enkel woord veroorloof. «Het is deze zinsnede: 't Maakt vooral een hoogst pijnlijken indruk, dat de heeren duivenschieters in deze een rechts geleerden raadgever hebben gevonden." »Ik eerbiedig volkomen uw overvloedig gemo tiveerd gevoelen, dat het schieten op welk levend dier dan ook (althans wanneer het tot vermaak geschiedt) een wreedheid mag genoemd worden. Laat mij zelfs voor een oogenblik met u aannemen, dat dit uit een zedelijkheidsoogpunt beschouwd, een misdrijf heeten moet. «Maar kan het ook in deze vooronderstelling «een pijnlijken indruk maken," dat de aspirant bedrijver van zoodanig euvel een raadgever vond «Naar mijn gevoelen kan alleen de strek king van den gegeven raad een indruk in dezen of genen zin rechtvaardigen. «Het ambt, dat ik de eer heb uit te oefenen, brengt niet mede in het openbaar inlichting te geven omtrent het advies, waarvan te dezer zake door mij werd gediend. Wel vind ik vrijheid, en stel ik er prijs op u, mijnheer de redacteur, de verzekering te geven, dat ik uittarting van en verzet tegen de gestelde macht nooit heb aange raden en nimmer zal aanraden. «Ik meende dit juist in de bedoelde aangele genheid te hebben bewezen, en mocht de hoog gewaardeerde blijken ontvangen, dat deze meening door de dragers van het openbaar gezag werd gedeeld. «Het is zeker hier de plaats niet, het trouwens overbodig betoog te leveren, dat naast de macht der publieke autoriteit ook de rechten van bijzon dere personen eerbiediging eischen, en met u van gedachten te wisselen naar aanleiding van de vraag: of eenig minister van justitie aan zijne roeping te kort doet, door te zoeken naar de wet. telijke bepalingen, die het gezag, door hem uitge oefend, toekennen." In vervolg op de opgaaf betreffende de exploi tatie van den stoomtram tusschen Middelburg en Viissingen gedurende het eerste halfjaar 1882, opgenomen in ons nr. van 17 Juli jl., ontvangen wij thans weder een staat van het vervoer, de inkomsten en uitgaven over de maand Juli. Het aantal passagiers bedroeg in die maand 20700, zijnde ruim 5000 meer dan in Junihet cijfer der ontvangsten 3141.91, of gemiddeld 101.36 dagelijks, makende met de drie vorige maanden 77.71 per dag, tegen een gemiddeld uitgaven- cijfer van 35.30. De commissaris des konings in Zeeland heeft bjj circulaire Provblad no 80) de burgemeesters aan bevolen hunne medewerking te verleenen tot het welslagen der in 1884 te Amsterdam te houden internationale landbouw-tentoonstelling. „Het behoeft, wordt in die circulaire gezegd, niet te worden betoogd dat het welslagen dezer tentoonstelling van groot belang is voor onzen landbouw en daarmede voor ons geheele vaderland. Nu uit eigen beweging commissiën uit Engeland en Amerikadie wellicht door andere zullen worden gevolgd, ons land bezoeken om onzen Nederlandschen landbouw en veeteelt te leeren kennen, en om nauwere landbouw-handelsbetrek- 1 kingen met ons aan te kriooponnu de concurren tie met het buitenland den Nederlandschen land bouwer tot inspanning van alle krachten noopt; nu is het meer dan ooit tijd om krachtig leven bij onze landbouwers op te wekken, een einde te maken aan hun isolement, hen meer tot elkaar te brengen en van elkander te doen leerenein delijk om uit alle deelen des lands hij een te bren gen wat onze Nederlandsche bodem vooral op het gebied van veeteelt en zuivelbereiding kan voort brengen, en dat te plaatsen naast vee en produc ten uit het buitenland, opdat ook de vreemdeling kunne zien wat de Nederlandsche landbouw en veeteelt voortreffelijks heeft en voortbrengen kan. «Hetdoorde landbouw-maatschappijen ontworpen en door het comité uit te voeren plan eener in ternationale landbouw-tentoonstelling te Amster dam mag dus op de algemeene en warme belang stelling aanspraak maken." Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het postkantoor Middelburg, ge durende de le helft der maand Juli jl. P. van Veen, AmsterdamE. Branders, idem J. Frederiks, ColijnsplaatJ. Willemsen, 's Her togenbosch De Groot, Kralingenwed. Iz. Ge- sohiere, Ritthemmej. J. van Aden, Zevenbergen. Briefkaarten P. Konings, AmsterdamE. A. Mersel, idem. C»oes, 8 Aug. Aanstaanden Zondag zal de uitreiking van de medailles, behaald op de nijver heids-tentoonstelling en wedstrijd voor den hand werksman, plaats hebben. Het bestuur meent zich alleen tot het openlijk uitreiken van die medailles te moeten bepalen, omdat aan de openbare uitreiking van de prijzen in geld en van de getuigschriften, vooral met oog op het groot getal van laatstgenoemde bekroningen, eigenaardige bezwaren verbonden zijn. Bedoelde eereblijken zal de commissie den be kroonden te hunnent doen geworden. Bij de uitreiking zal de stafmuziek van het 3e reg. infanterie (directeur Bouwman) zich laten hooren. Het programma van deze matinée ziet er veelbelovend uit, evenals dat van het concert, dat op den avond van den bekroningsdag door hetzelfde korps zal gegeven worden, bij welke gelegenheid een verlichting van den tuin zal plaats hebben. Deze feesten zullen zeker de tentoon stelling een bezoek, nog drukker dan dat van gepasseerden Zondag, toen niet minder dan 654 personen haar bezochten, doen te beurt vallen. Maandag den 14e? en Dinsdag den 15en zal de entree slechts 10 cent bedragen. De financieele uitkomsten zijn niet ongunstig te noemen. Veere, 7 Aug. Door eenige Belgische tou- risten werd gisteren de opmerking gemaakt dat de namen, geplaatst op de voetstukken van de heelden staande in den voorgevel van het stad huis alhier, aan groote onnauwkeurigheid lijden. Bij nader onderzoek is gebleken dat de zeven beelden voorstellen: Hendrik II (niet IY) van Bors- selen, gehuwd met Janne van Halewijn; Hendrik II van Borsselen, in hoogen ouderdom gestorven, liet na: Wolfard V (niet VI) van Borsselen, in 1469 voor de tweede maal getrouwd met Charlotte van Bourbon, dochter van Filip graaf van Mont- pensier; uit dit huwelijk werd geboren: Johanna (liever Anna) van BorsselenAnna van Borsselen is gehuwd 'geweest met Philip van Bourgondië (volstrekt niet Bourbon); uit dit huwelijk is ge- horen Adolf van Bourgondië. Teneinde te voorkomen, dat vreemdelingen niet voor de tweede maal het genoegen smaken ons zulk eene rectificatie op historisch gebied toe te dienen, zou eene verbetering in bovengenoemden zin niet ongewenscht zijn. komen. Om twee uren des namiddags kwamen zij te zamen en op de Markt, waar hun de eere wijn werd aangeboden met een hartelijk woord van den heer Ego, president van G. O. Yandaar ging het in plechtigen optocht, begeleid door eene eerewacht te paard, door de met eerepoorten en vlaggen gesierde straten der oude veste, waarna het muziekfeest geopend werd met eene fantazie over Le pardon de Ploermel, zeer verdienstelijk, onder de leiding van den heer Vermast, uit gevoerd door Geduld Overwint. Daarna speelden de verschillende gezelschappen voor een talrijk gehoor, nagenoeg uit alle gemeenten van westelijk Z. Vlaanderen en uit een aantal Belgische ge meenten samengestroomd, beurtelings ieder een paar stukken, terwijl Geduld Overwint het concert besloot. Herinneringsmedailles werden uitgereikt en een fraai vuurwerk afgestoken, waarmede de heer Van der Paauw uit Hilversum, die het als agent eener Parijsche firma had geleverd, veel eer inlegde. Daarmee was het programma der feestcommissie afgeloopen. Zij had eer van haar werk, want het was vroolijk en prettig in IJzen- dijke. Een deel van den lof komt echter toe aan den helderen zonneschijn die het feest tot zjjn volle recht deed komen. Hier en daar werd het feest nog voortgezet. Hetzij door eene wandeling over het met lam pions helder verlichte marktplein, hetzij onder de 'vroolijke dansmuziek van een paar nablijvers onder de muzikanten, wisten velen nog een paar uren toe te voegen aan dezen snel omgevlogen dag in het „soetelyk en wel bewoont stedeken." Al is IJzendijke niet meer de «groote en sware sterkte met vele beschansingen van hoornwerk en halve manen voorzien, soo dat men aldaer geen vijanden te vreesen heeft", zooals Smallegange schrijft, het toonde Zondag nog altijd te zijn, evenals tijdens den kroniekschrijver; «een soetelijk en wel bewoont stedeken". Het zag er vïoolijk uit op het met vlaggen en groen versierde marktplein, waar de bijeenkomst plaats had van de tien muziekkorpsen, die aan de uitnoodiging van het fanfaren-gezelschap Geduld Overwint hadden gevolg gegeven en opgekomen waren tot een «luisterrijk muziekfeest", zooals het programma zeide. Yan heinde en ver waren ze gekomen, uit Hontenisse, Aardenburg, Biervliet, Groede, Zuidzande, Oostburg en Watervliet, en van over de grenzen uit Eecloo, Sint Laureijns en Bassevelde. Het gezelschap van Sint Margriet was door een onverwacht toeval verhinderd te De jury der iuternatiouale tentoonstelling van schoone kunsten te Weenen heeft een der door het ministerie van onderwijs uitgeloofde gouden staats-medailles toegekend aan den heer Stroebei, schilder te 's Gravenhage. Aan het examen voor vrouwelijke surnumerairs bij de Mij tot Expl. van staatsspoorwegen, dat 27 Juli 11. aan het centraal-bureau gehouden werd, namen vijf personen deel, die alle slaagden, zijnde mejuffrouw E. T. Yan Everdingen, van Terborg, E. A, Gerritsen, van Utrecht, F. B. A. R. Geuer, van Amsterdam, M. W. Disselwerf, van Rotter dam, T. Yan Tijn, van Amsterdam, Yan het uitvoerend comité voor de internatio nale koloniale tentoonstelling te Amsterdam ont ving het hoofdbestuur der Vereen, t. lev. v. fabr. en handw. nijv. de mededeeling, dat de besparing op het tarief van plaatsruimte, die het gevolg zal kunnen zijn van eene mogelijke toelage der regeering ten behoeve van de tweede afdeeling der tentoonstelling, zal komen ten bate van de inzen ders en dat dan natuurlijk zij, die reeds nu hunne aanvragen inzonden, daarvan evenzeer partij zullen trekken. Het hoofdbestuur meent dat door deze mede deeling de deelneming van de Nederlandsche industrieelen zal kunnen worden bevorderd, daar nu niemand behoeft te vreezen dat hij, door reeds thans zijne inzending aan te geven, verstoken zal geraken van het genot van zijn aandeel in de aangevraagde regeeringstoelage. De 3t. Ct bevat een kon. besluit van den 18e* Juli jl. {St.bl. n° 114), houdende wijziging van het reglement op het bevisschen der Schelde en Zeeuwsche stroomen. Deze wijziging bestaat hierin, dat in het re glement, vastgesteld hij besluit van 17 Juli 1875 (St.bl. n" 134), na art. 1D, als art. lO&t's een nieuw artikel wordt ingevoegd van den volgenden in houd «Het in het vorige artikel bepaalde is niet van toepassing op het vaartuig, dat het letterteeken en nommer, bedoeld bij art. 2 der wet van 21 Juni 1881 {St.bl. nö 76), voert op de wijze voor geschreven bij art. 5 dier wet." De audiëntie van den minister van marine zal op Yrijdag 11 dezer en die van den minister van oorlog op Donderdag 10 dezer niet plaats hebben- Sedert een paar dagen is men begonnen met voor het zoogenaamde «huis van Cremer", op het Yelperplein te Arnhem, steigerwerk te plaatsen, dat dienen moet voor het stellen van het „Cremer- gedenkteeken" in het frontispice van het middelste gedeelte, thans bewoond door jhr. de Vaynes van Brakell, die aan het comité alle mogelijke inschik kelijkheid bewijst. Het zal op 1 September a. dus op den geboortedag van Jacobus Jan Cremer' worden onthuld. Het bestaat uit een medaillon met het borstbeeld van den schrijver, omgeven

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1