N° ITO.
125e Jaargang.
1882.
Dinsdag
1 Augustus.
Middelburg 31 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdaj
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zi|n verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 4 -7 regels/* 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité 6. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
GEMEENTERAAD.
HlllDliUIIRIiSCIIIi COURANT.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend,
dat op Woensdag den 2en Augustus 1882, des na
middags te half drie uur, een openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 31en Juli 1882.
De burgemeester voornoemd
PIC K
De indruk, dien de zeven hoofdartikelen
der 2V. IL Ct. op den lezer achterlaten {Zie
onze twee vorige nsis in hooge mate trooste-
loos. Want men lette erop, dat niet éen van
de kwalen, aan welke het voorstel tot census
verlaging zijn oorsprong dankt, door het
liberale hoofdorgaan ontkend of verzacht wordt.
Uitdrukkingen als „politieke ellende, laag peil,
slecht werk, trage gang, politiek onvermogen,"
komen er om den anderen regel in voor. Is
er sprake van het stelsel, dat de N. R. Ct.
voor ondoordachte wijziging zoekt te vrijwaren,
dan laat zij voorafgaan „Men kan van ons
kiesstelsel niet licht zóóveel kwaad zeggen,
dat wij ter verdediging zullen snellen."
Welnu, bij zulk een besef der kwalen en
bij 't bezit van zulk eene zeggingskracht,
scherpzinnigheid en kunde als in de zeven
artikelen doorstralen, mag, zou men zeggen,
ook het aanwijzen van betere geneesmiddelen
verwacht worden van hem, die zich het bloot
leggen van de verkeerdheid eener voorgestelde
geneeswijze tot taak stelt. Daarvan is echter
niets te ontdekken. Als modellen van afbre
kende critiek kunnen de zeven opstellen dienst
doen: aan opbouwen wordt niet gedaan. Wij
meenden een ster te zien verschieten, toen het
eerste der drie artikelen over grondwetsher
ziening voor den dag kwam. Al is. het waar,
dat wie bij den stand onzer partijen, ons
grondwetsherziening aanbiedt als een middel
tot herstel, ons niet veel beters komt brengen
dan steenen voor brood, er was toch iets be
vredigends in, dat de schrijver der eerste vier
artikelen op grondwetsherziening ging wijzen
als op de richting, „waarin dagelijks de over
tuiging der hervormingsgezinden zich moet
ontwikkelen." Maar achterwijl wij een plan,
een systeem hoopten te ontmoeten, vonden wij
weder niets dan critiek. Vooral dit niet en
vooral dat nietalgemeen stemrecht in géén
geval. Aan versleten argumenten tegen dit
laatste stelsel, dat in Nederland nooit bijval,
in eenigszins beduidende mate, gevonden heeft,
en dat alleen voorstanders begint aan te
werven omdat men ons sedert meer dan tien
jaren de meest bescheidene uitbreiding van
ons verouderd en bekrompen kiesstelsel ont
houdt, aan de bestrijding van dit algemeen
stemrecht, dat zelfs bij de meerderheid onzer
politiseerende werklieden nog geen instemming
ontmoet, daaraan wordt al-de kracht van het
betoog besteed. Wèl wil de N. R. Ct. grond
wetsherziening maar hoe haar te krijgen, op
welken grondslag, op welke voorwaarden van
compromis met de anti-liberalen, wier stemmen
onmisbaar zijn, daarover geen woord.
Het is ons niet onbekend dat de N. R. Ct
bij vroeger gelegenheden, haar inzichten om
trent grondwetsherziening meer in bijzonder
heden ontwikkeld heeft, en met wat moeite
zou 't ons misschien gelukken die onder onze
ter zijde gelegde courant-artikelen op te delven.
Maar zulk eene collectie oud en onsmakelijk
papier houdt bijna niemand, die geen couran
tenlezer van zijn ambacht is, erop na. Zooveel
illusis kan ook de N. R. Ct. zich niet omtrent
dea blijvenden indruk harer vertoogen maken,
dat zij de onvermijdelijke noodzakelijkheid niet
beseft zou hebben, van op de plaats van het
neder ge worpen kaartenhuis een flink gebouw
van eigen vinding op te trekken. Althans
wanneer zij daartoe de bouwstoffen in bezit had.
Het nalaten daarvan maakt haar betoog niet
alleen troosteloos, maar ook zwak. De ge.
dichte dringt zich op, dat iets anders dan
materiaal voor afbrekende critiek haar ont
breekt. Deze laatste nu, is bij uitnemendheid
het wapen, de verschansing dergenen, die te
genover eenige voorgestelde hervorming, de
vlag van het behoud hijschen. Bij gebrek van
het zekere betere, vooral geen „politieke
waaghalzerij" Geen oude schoenen weg
gooien voor dat men nieuwe heeft. Beter éen
vogel in de hand dan tien in de lucht. Houden
wat men bezit. Men weet wat men heeft, niet
wat men krijgen kan. Met die wijsheid ii la
Sancho Pansa heeft overal en te allen tijde, de
partij van het behoud getracht de hervormings
gezinden van het wagen eener onzekere toe
komst terug te houden.
Ons dacht echter, dat het een kenmerk van
den vrijzinnigen hervormer was om, op den
grondslag van onbetwistbare waarheden en
gesteund door zijne beginselen, de altijd onze
kere uitkomsten eener hervorming moedig
en vertrouwend te gemoet te gaan.
Zijn er zulke waarheden en is er zulk een
beginsel, dat voor de verlaging van den census
pleit, nu grondwetsherziening niet te verkrijgen
is Met alle waardeering van het betoog der
N. R. Ct., gelooven wij van wèl.
Een waarheid is het, dat onze kieswet, vóov
dertig jaren ingevoerd als eerste toepassing
van het stelsel der rechtstreeksche verkiezingen,
thans verouderd genoemd moet worden. Zoo
veel is in dat tijdsverloop, bij de reusachtige
uitbreiding der middelen van verkeer, van ge-
dachtenwisseling, en van politieke ontwikkeling,
de toestand wel veranderd, dat de vóór dertig
jaren getrokken lijn tot aanduiding der kies
bevoegdheid, thans lager gelegd kan worden
met behoud derzelfde gegevens voor die
bevoegdheid. De „kleine winkeliers, de kleine
bazen, de kleine boertjes" van nu, staan niet
lager dan de twintig-guldens-kiezers, die vóór
dertig jaren in het leven werden geroepen. In
„hooge vlucht, in breede opvatting, in staat
kundige wijsheid," zal de laag, die nu aan de
beurt mocht komen, hare voorgangster wel even
aren. Gevaar, bij het doen dalen van den
census, bestaat er dus niet. Daarentegen zal
het mogelijk zijn, de „zotte onevenredigheden"
welke de tegenwoordige census, naar de be
kentenis van de N. R. Ct., in stand houdt,
voor een deel te doen verdwijnen. Een aantal
geschikten, die thans uitgesloten worden, zullen
in het lager belastingcijfer worden opgenomen,
vooral wanneer, gelijk van meer dan èene zijde
is voorgesteld en, indien ons geheugen ons
niet geheel bedriegt, ook door de N. R. Ct.
vroeger verdedigd is geworden, de provinciale
en gemeentebelastingen voor een deel en naar
een zekeren maatstaf, tot de samenstelling van
het census-cijfer worden toegelaten.
Eene andere waarheid is het, dat de maat
onzer politieke ellende eene te groote kies
keurigheid ten opzichte der voorgesteld wor
dende geneesmiddelen verbiedt. Wanneer in
't algemeen alle verandering zeker geen ver
betering genoemd kan worden, er zijn óok toe
standen, waarin iedere verandering eene
verbetering, althans nooit een verslimmering,
wezen kan. De N. R. Ct. heeft, naar 't ons
voorkomt, niet het vol besef van hetgeen in
derdaad het gevaarlijke, het onhoudbare, van
onzen toestand uitmaakt. Zij erkent vele ge
breken in onze wetgeving en meer zwakheden
in onze volksvertegenwoordiging, dan voor onze
nationale eigenliefde streelend is te verne
men. Maar over het ergste euvel zwijgt zij.
Het is, dat de verbastering, waartoe het consti-
tutioneele stelsel in Nederland vervallen is,
Wij moeten hier eene schrijffout herstellen, welke
in ons no. van 31 Juli ons ontsnapt is. De N. R. Ct. (van
9 Juli) had geschreven.- «En dan zal men, ongeduldig en
wrevelig omdat de dingen niet gaan zooals men wenschte
als radeloos naar een middel grijpen, dat misschien voor
langen tijd de hervormingen naarden eischdes tijds onmogelijk
maken zalAan die politieke waaghalzerij doen wij niet
mêeWij legden haar, hij vergissing, in den laat-
sten volzin de woorden in den mond: «Aan dien eisch
doen wij niet meê 1 In verband tot het voorafgaande,
maakte die fout de bedoeling geheel anders.
De afkeer van «politieke waaghalzerij'' zy dus by deze
aan de N. li. Ct. gerestitueerd. (Red.)
feitelijk regeeringloosheid tot gevolg heeft. Het
ic, dat er geen ernst onder onze staatslieden
bestaan kan dat de hooge taak van regeeren
geen ideaal en geen verantwoordelijkheid meer
inhoudt. Onder de aanhoudende wisseling van
bewindslieden gaat alle eenheid en stelselma
tigheid verloren en komt het beheer van 's lands
zaken in handen van niet-verantwoordelijke
ambtenaren, wier tegenwerking of wier werke
loosheid de goede intentien van een voorbij
gaand minister verlamt of doet mislukken.
Men neme de proef met welken tak van
openbaren dienst men wilspoorweg-politiek,
handelswetgevingopenbare werken, Atjeh-oor-
log, volksopvoeding, diplomatiek beleid,
altijd stuit men, bij het volgen zijner geschie
denis, op gebrek aan eenheid en esprit de suite
en op gemis van verantwoordelijkheid niet
de plompe strafrechtelijke aansprakelijkheid,
maar de zedelijke verantwoordelijkheid,
welke den last en de onschatbaar streelende
belooning tevens uitmaakt van het hoogste
staatsambt. Men spreke eens met de mannen
van geestkracht en ondernemingszucht, die
ons vaderland gelukkig nog bezit. Men late
zich de droevige, half lachwekkende, half
ergernis gevende lijdensgeschiedenis verhalen,
die hunne moedige ontwerpen te doorloopen
hebben, zoodra ze in aanraking komen met het
raderwerk onzer staats machine. In negen van
de tien gevallen zal hun verhaal u een uitroep
van verbazing ontlokken, dat ze den moed
niet sedert lang verloren hebben. En altijd
weder zijn de ministers bereidwillig genoeg,
rna,ar óf nog te kort in functie, öf op 't punt
van aftreden, of in „politieke" beslommerin
gen verdieptin ieder geval is bet eene on
zichtbare hand, die het werk tegenhoudt of
bederft. Nu is het ons volkomen bekend, dat
ook in andere landen over de tegenwerking
van het circumlocution-office en over de lang
zaamheid van het rouage administratif geklaagd
wordtmaar dit lijdt toch geen tegenspraak,
dat waar de druk van het besturend gezag tot
nul gedaald is, die der administratieve mach
ten zijn toppunt bereiken moet.
Bij de overweging van dien toestand, komt
een .woord van Taine ons in de gedachte.
„Eén ding is erger," zegt hij, in zijne
Origines de la France Contemporaine, „dan de
sle chtste regeering. Dat is geen regee
ring." En als een weerklank op die gedachte,
vinden wij in den Amsterdammer van 23 Juli,
in een geheel ander redebeleid, deze
bekentenis„Het kan niet genoeg herhaald
wordendatgene, waarover zich allen te
onzent in het voorjaar van 1882 bedroeven en
ergeren, het is niet dat er conservatief of cle-
ricaal, liberaal of radicaal, democratisch of
aristocratischmeer ten behoeve van den
derden dan van den vierden stand geregeerd
wordtdatgene wat de algemeene bezorgd
heid gaande maakt, is het feit dat er in Ne
derland niet geregeerd wordt Wij
leven in een chronischen toestand
van regeer inglooshei d."
Zou census-verlaging, het vestigen van het
stelsel der volksvertegenwoordiging op een aan
merkelijk breederen grondslag, het roepen van
een aanmerkelijk grooter deel der bevolking
tot het verkiezingswerk, in den ongelukkigen
toestand verbetering brengen Er zijn ver
schijnselen, welke ons doen gelooven dat het
opkomen eener volgende kiezerslaag, zou
dwingen tot een opgewekter publiek leven,
tot meer „voeling met de natie zelve" (2V. R. Ct.
van 18 Juli.) Zonder invloed op het geheel,
zou deze verbetering in een van de ernstigste
verschijnselen onzer politieke ziekte zeker niet
blijven. Profeet te zijn, wordt echter van
den hervormingsgezinde in dit opzicht niet
gevorderd. Het is voldoende dat hij het oog
vestigt op het verleden. Der Ar. Rott. Ct.
behaagt het, op zekeren toon te spreken van
den „dommen hoop," in wiens handen de
verkiezingen zouden kunnen geraken. Wanneer
men slechts op een bankroet te wijzen heeft,
als einde van een dertigjarig bezit, dan past
het, wat bescheidener te zyn. Hoe „dom" de
„hoop" moge zijn, tot wien de census af mocht
dalen, iets ergers dan „chronische regeering
loosheid" zal h ij in dertig jaren tijds vermoe
delijk niet weten te scheppen.
Op grond van de waarheden dat ons
kiesstelsel verouderd en bekrompen isdat
onder de werking van dat stelsel de politieke
toestand van ons land tot wanhopens toe onbe
vredigend is gewordendat dus eene veran
dering van systeem de zaken niet licht erger
maken kangesteund door het beginsel
dat 's lands belang zwaarder wegen moet dan
dat van éenige partij, blijven wij van gevoelen
dat census-verlaging, in plaats eener onbe
reikbare grondwets-herziening, het streven
kan en moet zijn van die hervormingsgezinden,
die den toestand van ons land doorgronden en
oprecht willens zijn dien te verbeteren.
De gemeenteraad van Middelburg zal op Woens
dag 2 Augustus a., des namiddags te half drie uur,
eene openbare vergadering houden, ter behandeling
der volgende zaken Ingekomen stukken verzoek
van mejuffrouw Van Aalst, om eervol ontslag als lee-
rares aan de middelbare meisjesschool; adres L. K.
van der Harst c. s. omtrent den toestand der Heeren
gracht begrooting van het bestuur der godshuizen
1883; nadere wijziging der verordening op de brand
weer rapport en voorstel van burgemeester en
wethouders a betreffende de Heerengrachtb be
treffende het adres van den directeur der Middel-
burgsche kunstboterfabriek, over waterloozing in de
Heerengracht en aanleg van eene buizenleidingc
voordracht van zetter bij de rijks directe belas
tingen (periodieke aftreding); d bezwaarschriften
aanslag inkomstenbelasting 1882; voordrachten
ter vervulling der vacature van eerste onderwij
zeres en onderwijzeres in de handwerken, school F
en van onderwijzeres op school D.
Bij de gisteren door het muziekkorps der schut
terij op het Molenwater alhier gegeven uitvoering
werden de vroeger vermelde nommers ter nage
dachtenis der slachtoffers bij de schipbreuk van
de Adder uitgevoerd. Eene bij die gelegenheid
door eenige leden van het korps gehouden col
lecte ten voordeele van de nagebleven betrekkin
gen dier slachtoffers heeft 38.36§ opgebracht.
does, 30 Juli. Het aantal personen, inzen
ders of houders van doorloopende kaarten daar
onder niet begrepen, die heden de tentoonstelling
alhier bezoehten, bedroeg 619, waaronder 38
kinderen.
Yan de goedkoope reisgelegenheid per spoor
was weinig gebruik gemaakt; vermoedelijk is dit
toe te schrijven aan onbekendheid met de bepaling,
dat de hiervoor vereischte biljetten den dag te
voren, voor 4 uren des namiddags, moeten ge
nomen zijn.
Een talrijk publiek woonde de uitvoering van
het Ter Neuzensche gezelschap Apollo bij.
Veere, 30 Juli. Heden had alhier de onder
linge schietwedstrjjd plaats van de scherpschutters-
vereeniging Prins Hendrik. Begunstigd met schoon
weder maakte het met vlaggen versierde terrein
een prettigen indruk. De uitslag was als volgt
De heer G. Wijnmalen (kommandant) behaalde
met 81 punten den eereprijs, een pendulede schutter
Schutters met 77 punten eene sigaren-standaard
de korporaal L. Yinke met 72 punten een anéroide
barometer; de sergeant Mol met 69 punten een
rooktafeltjede schutter J. Roland met 60 punten
een conserve-pot met Berlijnsch zilveren deksel;
de schutter H. Muth niet 59 punten een zilveren
horloge-ketting; de sergeant majoor I. Gerreman
met 59 punten een beeldengroep van terra cotta
de schutter P. J. Rienstra. Jr. met 57 punten een
sigarendoosde schutter G. Schippers met 57
punten een brievenbakjede schutter J. Bliek met
56 punten, alsook de sergeant G. de Jong met
56 ieder een lucifersdoos. Voor de meeste rozen
verkreeg schutter Adriaanse een kistje sigaren.
De wedstrijd liep flink en vlug af. De orde werd,
dank zij het scherpe verbod tegen het gebruik van
sterken drank, geen oogenblik verstoord. De opge
wekte muziek stemde menigen minder gelukkigen
schutter nog tot opgewektheid.
Des avonds onthaalde de kommandat de leden
van het korps ten huize van C. Schippers op een
glas wijn, waar menige hartelijke toost gedronken
werd en vooral de nagedachtenis Van den beminden
Prins Hendrik in hooge eer werd gehouden.
Wanneer de vereeniging blijft toonen, dat zjj
weet feest te vieren, zooals nu, dan mogen wij gerust
verklaren dat op dit gebied een geheel nieuwe,
maar groote aanwinst in ons midden is gedaaj}.-