N° 178.
125e Jaargang.
1882.
Maandag
81 Juli.
Middelburg 29 Juli.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
Rechtszaken.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgöifcr a 5 Cent.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
A d ver ten tien 20 Cent, per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/" 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
IIIIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de C^ffipagnie gépérale de Publicifé G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
De N. Rott. Ct. heeft dan {Zie ons vorig no.)
in drie artikelen den heer Levy duidelijk ge
maakt, waarom zij zich met census-verlaging
niet vereenigen kan. Het eerste dier drie is ech
ter gewijd aan een nauwkeuriger omschrijving
van haar eigen standpuntdan de heer Levy
gegeven had en kan met een paar woorden
door ons voorbijgegaan worden. Census-verlaging,
indien bewezen was dat daardoor het kiezers
korps verbeterd zou worden, zou de N. R, Ct.
in overweging kunnen nemen. Maar dit be
wijs wordt in het rapport van de afgevaardig
den der liberale kiesvereenigingen niet gele
verd, zelfs niet beproefd. De verlaging wordt
in dat rapport alleen aanbevolen als een middel
om ons „uit de politieke ellende te verlossen,"
zonder uitgewerkt plan en zonder cijfers, welke
voor onderzoek vatbaar zouden zijn. Aan iedere
aldus voorgestelde verlaging weigert het libe
rale hoofdorgaan zijn steun. Op welke gronden,
zal het tweede artikel ons leeren.
Dit artikel begint echter weder met eene
beschrijving van de illusie, aan welke diege
nen zich overgeven, die census-verlaging aan
zien voor „een redmiddel uit den politieken
nood." Om tot die illusie te komen, „zijn
ettelijke malen de redenen eener gezonde rede
neerkunde uit het oog verloren." De N. R. Ct'
noemt onder de oorzaken van onzen „politie
ken nood" in de eerste plaats de gebreken
onzer tweede kamer. Zij zegt dat in het
klagen over die gebreken „schromelijke
overdrijving" heerschtmaar bekent onmid
dellijk daaropdat ook in hare oogen „onze
tweede kamer verre beneden hare taak blijft,
dat haar algemeen peil laag staat en zij helaas
het beeld van politieke onmacht" is. Na die
bekentenis zullen zij, die zich aan de straks
bedoelde „overdrijving" schuldig mochten heb
ben gemaakt, hun geweten niet zeer bezwaard
meer voelen. Maar die „onmacht" nu, die
gebreken onzer vertegenwoordiging, zijn het
gevolg daarvan dat, „zooals de kamer werkt,
alleen diegenen zich voor eene keus beschik
baar kunnen stellen, die hun tijd vrij hebben
of anderen voor zich kunnen laten werken.
Met een werkzame betrekking, met een be
drijf van eenige beteekenis, laat het lidmaat
schap der kamer zich niet vereenigen. Zóo
bezetten middelmatigheden de plaatsen in de
hooge vergadering, die als een brandpunt van
licht aller oogen tot zich trekken moest."
In dien toestand nu, zal door een beter
kiesstelsel geen verbetering gebracht worden.
Een andere oorzaak onzer parlementaire
zwakheid, betoogt de N. R. Ct. verder, is het
gemis eener working majority. De meerder
heid die er is, moet het bijna tot den laatsten
man over alles eens zijn om bet veld te kun
nen behouden, zoodat zij nu eens water in
haar wijn doen, dan weder noodige hervormin
gen op de lange baan schuiven of nalaten
moet wat een eisch van beginsel is. Al ver
groot, al verdubbelt men desnoods het aantal
kiezers, daarin zal geen verandering komen.
Wanneer men aanneemt dat census-verlaging
eene clericale meerderheid geven zal, toch zal
ook deze zeker niet grooter, wèl misschien
kleiner zijn dan de tegenwoordige liberale.
Ook zij zal, behalve misschien op enkele pun
ten, geeD oogenblik den toestand meester zijn
en niets groots tot stand kunnen brengen.
Wij zijn nu aan het slot-artikel der A. R. Ct-
genaderd en vinden daarin, als eene derde
oorzaak onzer politieke kwalen, genoemd den
grondslag onzer partijvorming. Tengevolge
van de verdwijning van de conservatieve partij,
vroeger het parlementaire tegenwicht der
liberale, staat deze tegenwoordig tegenover
twee kerkelijke partijen. De eene daarvan, de
katholieke, heeft geen staatkundig beginsel.
J5y was in vroeger jaren liberaal, thans con
servatief en zal morgen misschien weer naar
de overzijde verhuizen. Hare kiezers vaardi
gen, met gelijke geestdrift, in hetzelfde district
een voorstander der radicale koloniale politiek,
naast een verdediger van het conservatisme
af, en de katholieke Limburgers verdedigen
even warm de rentebelasting, als de katholieke
Brabanters die bestrijden. Wat de anti-revo
lutionaire partij betreft, deze heeft een pro
gram, dat door haar hoofdman is opgesteld en
door hare afgevaardigden aanvaard en erkend.
Maar ook dit program is voor de partij nog
niet de staatkundige levenswet en bij de
stembus legt het zeker geen gewicht in de
schaal. „Wat daar beslist, zijn niet de wereld-
sche zaken, koloniën, financien, rechtswezen,
weerbaarheidmaar het is het geloof, de
rechtzinnigheid, de toewijding aan de zaak des
Heeren."
Tegenover deze partijen staande, heeft ook
de liberale partij zich in eene bepaalde rich
ting moeten versterkenheeft zij zich moeten
verstaan met liberalen, die maar aan éen kant
liberaal warenheeft zij wel eens meer over
haar kant laten gaan dan voor hare zedelijke
kracht goed was.
Het gevolg van deze ontaarding van het
partijwezen is, zegt de N. R. Ct., dat bij de
verkiezingen de eigenlijke staatkundige vragen
bijzaak worden. Buiten allen zedelijken band
met de kiezers, behalve op éen punt, volgen
de afgevaardigden eene politiek van avontuur
en worden zij eene partij, waarmede niets aan
te vangen is. Eindelijk gaat de deining der open
bare meening, welke voor het constitutioneele
stelsel zoo onontbeerlijk is, door nu eens aan
deze, dan weder aan gene zijde het overwicht
te geven, verloren.
Tegen dat kwaad nu, is met kiesstelsels niets
te doen, gelijk het voorbeeld van andere lan
den bewijst. Er is niet éen grond om te
denken, dat met een ander kiesstelsel de ker
kelijke partijen zouden verdwijnen of van
karakter veranderen.
Men zoekt, zegt de N. R. Ct., het kwaad
waar het niet is. Wat er in onze tweede ka
mer zwaks en gebrekkigs is, is voor een deel
het gevolg van onzen landaard, waarvan zij
een getrouw beeld isvoor een ander deel de
schuld onzer grondwet, die ons een te klein
parlement gegeven heeft; voor een derde deel
het werk van den tijdgeest, die de staatkunde
maakt tot een jachtveld der kerk. Met kies
stelsels daartegen testrijden, is hopeloos werk.
Er zijn twee gevallen, waarin de N. R. Ct.
„een ander kiesstelsel" als wachtwoord zou
kunnen aannemen. Het eene geval zou zijn,
wanneer de kamer als gewillige dienaresse der
kiezers, ten koste van de belangen van andere
klassen, diegenen ter wille was aan wie zij haar
aanzijn dankt. Maar dat verwijt is geheel
onbillijk. „Het is volkomen waar, erkent de
N. R. Ct., dat voor de mindere klassen niet
behoorlijk gezorgd wordtmaar voor de andere
klassen evenmin. In dat lot deelen allen broe
derlijk. Niemand is dankbaar of voldaan,"
Het andere geval zou zijn, wanneer de ver
tegenwoordiging het vertrouwen verloren had
als orgaan van het volk tegenover de kroon of
de regeering, of wanneer corruptie bij haar
ingeslopen was. Tegenover zulk een ring zou
den alle weidenkenden zich moeten vereenigen
om het kwaad bij den wortel, bij de kiezers,
aan te tasten. Maar zulk eene beschuldiging
is nooit, door geene enkele partij, tot de tweede
kamer gericht.
Ten laatste, aangenomen eens dat de zwak
heden van ons parlementaire leven wortelden
in het kiesstelsel, wat de N. R. Ct. door
al hetgeen vooraf gaat als geheel onaanneme
lijk heeft doen kennen zou, zegt zij, de ge
volgtrekking niet kunnen zijn, dat de census
dalen moet. Indien er verband bestaat tusschen
de gebreken der vertegenwoordiging en de
kiezers, moet dan daarom „het kiesrecht worden
uitgebreid tot een kring waar, als geheel ge
nomen, de welvaart, de beschaving, de zelf
standigheid, het staatkundig leven nog een
trap lager staan Op welken grond stelt ge,
dat uit den kring der kleine winkeliers, dei-
kleine bazen, der kleine boertjes, die hoogere
vlucht, die breedere opvattingen, die staat
kundige wijsheid de kamer zullen binnenvaren?"
Er is nog éene reden waarom census-verla
ging aanbevolen wordt. Zij zal, zegt men, den
weg banen tot grondwets-herziening. Die be
wering, antwoordt de N. R. Ct., hangt in de
lucht. Krijgen de clericalen de meerderheid,
dan zal er wel wat anders aan de orde komen
dan grondwets-herziening, in de eerste plaats de
vraag hoe de macht te behoudeD, en voorts het
afbreken van alles wat met zooveel moeite is
gesticht. Men moge zich dan troosten met de
hoop, dat het wanbestuur den volksgeest zal
doen ontwakenaan dien troost hecht de N.
R. Ct. weinig waarde. „En dan zal men,
ongeduldig en wrevelig, omdat de dingen niet
gaan zooals men wenschte, als radeloos naar
een middel grijpen, dat misschien voor langen
tijd de hervormingen naar den eisch des tijds
onmogelijk maken zalAan dien eisch doen
wij (de N. R. Ct.) niet meê."
Zóo ver gekomen, nam de N. R. Ct op
Zondag den 2en Juli eene week rust, om op
den eerstvolgenden Zondag het betoog aan te
vangen, dat de pogingen der hervormingsge-
zinden tot verbetering van onzen staatkundigen
toestand, zich moeten vereenigen in de richting
van grondwetsherziening. Maar wat zij in
deze nieuwe reeks van drie lijvige artikelen
alléén betoogde, was dat deze herziening in geen
geval den weg op mocht gaan van het alge
meen stemrecht, en dat toch niettemin vele
„hervormingsgezinden," bewust of oubewust,
bezig waren op dat pad af te dwalen.
Bestrijdingen nu, van het algemeen stemrecht,
hebben sedert lang haar nieuwheid voor ons
verloren. Het woord wordt nauwelijks genoemd
door iemand, dien wij als een tegenstander er
van kennen, of wij weten al wat er op volgen gaat:
lo. Theoretische ontkenning van het „stem-
r e c htdat de verdedigers van het stelsel aan
ieder „lid der gemeenschap," qui se donne la peine
de naltretoekennen. 2o. Aanwijzing der in-
consequentien, waaraan deze verdedigers zich
schuldig maken, wanneer zij vrouwen, minder
jarigen, bedeelden enz. van de „algemeenheid"
uitsluiten. 3o. Practisehe aantooning dat de
belangen der niet rechtstreeks vertegenwoordig
den juist even goed behartigd worden onder de
heerschappij van het census- of van eenig ander
niet- „algemeen" stelsel. 4o. Waarschuwende*
verwijzing naar de onvoldoende werking van
het algemeen stemrecht in andere landen.
Dat alles is voor ons, herhaaldelijk, schon
da gewesen. Zelfs hebben wij meermalen de
wandeling langs deze mijlpalen zelve reeds
afgelegd. Daarom zullen wij de N. R. Ct
daarop nu maar niet vergezellen.
De sedert de opening van den stoomtram naar
Vlissingen ontstane nieuwe concurrentie der mid
delen van vervoer, oefent haar gewonen invloed
uitvoordeel voor het reizend publiek. Dit ver
toont zich in de met 3 Augustus a. in werking
tredende belangrijke vermindering in het tarief
van het personenvervoer met de stoombarges.
De prijzen van het vervoer zijn voor het geheele,
of een gedeelte van het traject gelijk gesteld en
bedragen voor de le klasse 15 en 2e klasse 10 cent,
terwijl retourkaarten voor de le klasse 25 en 2e
klasse 15 cent kosten.
Verder zijn boekjes verkrijgbaar gesteld, waar
van de prijzen weder beneden die van de retour-
kaarten zijn.
De week-abonnementen voor werklieden zijn op
50 cent gesteld, terwijl men gedurende 't geheele
jaar kan reizen le klasse voor 30, en 2e klasse
voor 20 per persoon.
mr. C. van Citters, de heer P. van den Dries tot
lid van den raad gekozen.
Het programma voor de aanstaanden Zondag op
het Molenwater alhier te geven uitvoering van
het muziekkorps der dd. schutterij is als volgt
samengesteld Morgengebet, Mendelssohnouver
ture, dezelfdeAndante, HaydnKoraal uit het
oratorium Paulus, Mendelssohn Treurmarsch, Cho
pin; Air Stabat Mater, Rossini; Gebet, Otto; Koraal,
Luther.
Te Heinkenszand is, in de plaats van wijlen jhr.
De minister van financiën maakt bekend, dat
van de op den 22en dezer maand ten kantore van
het agentschap van zijn ministerie te Amsterdam ge
dane inschrijvingen tot het bekomen van schatkist
promessen, waarvoor in 't geheel was ingeschreven
voor 2355 stukken of 23.550.000, aan de hoogste
inschrijvers zijn toegewezen het volgende aantal
stukken, elk groot 10.000.
100 st. voor 9930,te zamen 993.000,
50 9929,60, 496.480,—
100 9928,91, 992.891,—
50 9928,72, 496.436,-
100 9928,60, 992.860,—
30 9928,25, 297.847,50
50 9928,-, 496.400,-
50 9928,-, 496.400,-
150 9927,60, 1.489.140,-
40 9.927,21, 397.088,40
50 9926,-, 496.300,-
50 9926,-, 496.300,-
50 9925,43, 496.271,50
13 9925,-, 129.025,-
50 9925,-, 496.250,-
267 9924,72, 2.649.990,24
1200 stuks, waarvoor verschuldigd is 11.912.589,64
hetgeen uitkomt op een gemiddelden prijs van
ruim 9927,15 J per promesse van 10.000.
Uit Hammerfest is het volgende telegram van
dr. Maurits Snellen, leider der Nederlandsche noord-
pool-expeditie, te Utrecht ontvangen:
„Vertrekken heden morgen (28 Juli) naar Dick-
sonhaven; alles wel."
(Vervolg Binnenland zie het Bijvoegsel.)
belastingen. Op verzoek, eervol ontslag verleend
uit 's rijks dienst aan M. G. H. Jansens, ontv.
der dir. bel. enz. te Reuver ca.
Benoemd tot ontv. der registratie en domeinen
te Alphen H. H. Schippers, thans te Medemblik.
geneeskundige dienst. Benoemd bij het perso
neel van den geneesk. dienst der landmacht tot
apotheker 2« kl., de student (apotheker) N. R. C.
A. van der Pluym.
Woensdag en Donderdag jl. heeft te Ter Neuzen
het vergelijkend examen plaats gehad van de
opgekomen sollicitanten voor de betrekking van
hoofd der openbare school te Sluiskil.
Aan het examen namen deel de heeren J. van
den_ Ende, van Middelburg, J. Onnekes, van
Bruinisse, J. S. Roosma, van Kloetinge en F. A.
Rosendaal, van St Anna ter Muiden.
Blijkens ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroef-
stoomschip Marnix, onder bevel van den kapitein
luitenant ter zee jhr. C. C. Six, den 28™ dezer te
Port-Said aangekomen.
Aan boord was alles wel.
Ter vervanging van den officier v. gez. 2e kl.
J. S. C. Pichal, van het 3e reg. inf. te Bergen-
op-Zoom, die aanvankelijk was aangewezen om
gedurende het kampeeren van het 4e reg. inf. bjj
dat korps te worden ingedeeld, is hiertoe aan
gewezen de officier v. gez. 2e J. Graanboom, van
het 1° reg. inf. te Leeuwarden.
Bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam,
zijn dertig ingezetenen der gemeente Egmond a/Zee,
die naar aanleiding van de in de maand Mei 11.
aldaar plaats gehad hebbende wanordelijkheden,
ter zake van verschillende misdrijven vervolgd
werden, naar de crimineele terechtzitting verwezen.
Op eene door hun verdediger, Mr. Ph. A. Haas
Az., ingeleverde memorie, heeft echter het hof de
invrijheidstelling van alle zich in hechtenis bevin
dende beklaagden gelast.
Vermoedelijk zal de openbare behandeling dezer
zaak eerst in September of October plaats hebben.
Het Engelsche huis der Lords heeft als op
perste gerechtshof eindvonnis gewezen in de zaak
tusschen de stoomvaarten Nederland en de P.
O. Cy. over de botsing tusschen de Vooorwaarts
en de Khedive. In een zeer breed gemotiveerd
advies heeft de Lord Chancellor geconcludeerd ten
gunste der m® Nederland, tot vernietiging van het
arrest van het hof van appel en overeenkomstig
het oorspronkelijke vonnis van den Master of the
Rolls, met welk advies zich het rechtsgeleerd co
mité uit het huis heeft vereenigd.
Het huis der lords heeft beslist, dat de Voor
waarts als creditrice tegen de Khedive optreedt
voor de volle helft der geleden averij.
De kamer van vacantie bij het gerechtshof
te 's Gravenhage heeft gisteren o. a. behandeld de
zaak van F. D. A. C., oud 28 jaren, laatst ver
blijf houdende te Brugge, beschuldigd van in d$j|