N° 174.
125e Jaargang.
1882.
26 Juli.
Woensdag
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich
Ad ver ten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Middelburg 25 Juli.
PATER CORSTARTIJR.
Uit het Fransch,
MIDDELBIJRGSCHE COURANT.
enz.
Het comité van uitvoering voor de internatio
nale koloniale en uitvoerhandel-tentoonstelling te
Amsterdam in 1883 heeft aan de plaatselijke sub-
commissiën in Nederland eene circulaire gezonden,
waarin o. a. het volgende wordt gezegd
Yan verschillende zijden wordt ons medege
deeld, dat de exposanten het tarief van de plaats
ruimte te hoog achten en op vermindering aan
dringen. Wij vleien ons, dat de hooge regeering
ons door het verstrekken van een geldelijk sub
sidie in staat zal stellen aan het geopperd bezwaar
der inzenders te gemoet te komen. Doch afge
scheiden daarvan meenen wij, dat de industrieelen
wel zullen doen hiervan hunne aanvragen om
plaatsruimte niet afhankelijk te stellen, omdat
het werkelijk van veel belang is voor de geheele
organisatie van de 2e afdeeling der tentoonstelling,
die opgaven ten spoedigste te ontvangen. Men
kan er verzekerd van zijn, dat het comité van
uitvoering de belangen der Nederlandsche inzen
ders zooveel mogelijk behartigt en gaarne zijne beste
pogingen zal aanwenden om de lasten voor de
inzenders zoo weinig bezwarend te maken als
mogelijk zij. Zoolang er van regeeringswege echter
geen hulp verleend wordt, kan er van eene geheele
of partieele vermindering van het tarief geen
spraak zijn.
De St. Ct. bevat de wet tot verhooging van het
vijfde hoofdstuk der staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1881.
De vice-admiraal De Haes is, als voorzitter der
door den koning benoemde commissie van onder
zoek Zondag naar Den Haag vertrokken.
De Adder is gevonden op harden grond. Zonder
op het rapport der commissie te willen vooruit-
loopen, kan het volgende nog worden gemeld.
De aangebrachte delen van de Adder, welke
drijvende zijn gevonden, behooren alle tot het dek.-
De mogelijkheid van het springen van een ketel
wordt door niemand meer aangenomen. Het aan
gebrachte voorwerp dat het meeste licht geeft
omtrent de oorzaak van de schipbreuk, is een hou
ten raampje, bestemd voor twee ruiten, welke
echter ontbreken. Dit raampje is gebleken te be
hooren tot de machinekap, voorzijde. Bij het be
zwijken van de daarvoor geplaatste schalmluiken
kon het water door een opening van 30 vierk.
dM. in de machinekamer stroomen.
Nog is aangebracht een koperen, waterdicht
gesloten kruitkistje, waarin vuurpijlen, seinlichten
en blikvuren. Yan elk dezer vuurwerken ontbre
ken er eenige tot compleet; hoogst waarschijnlijk
zijn de ontbrekende 's Woensdagsavonds bij het
klimmen van het gevaar verbruikt.
De sloepen zijn vermoedelijk in de davids stuk
geslagen althans een aantal stukken van sloepen,
tot de Adder behoord hebbende, zijn aangebracht
iï
van
LUDOVIC HALÉVY.
VI.
Nu was het aan pater Constantijn om Jean in
de rede te vallen. Het diner was bijna afgeloopen.
De oude priester was er niet zonder angst doorheen
gekomen. Herhaaldelijk had men hem schotels
voorgehouden, die zoo kunstig waren saamgesteld,
dat hij er slechts met vreezen en beven aan kon
beginnentelkens meende hij alles in elkaar te
zien storten waggelende torens van gelei, pyra-
miden van truffels, vestingen van geklopte room,
bastions van gebak, rotsen van ijs. Overigens
liet hjj zich alles goed smaken en deinsde niet
terug voor een paar glazen Champagne. Hij had
volstrekt geen afkeer van lekker eten. Niets is
volmaakt op deze wereld en indien de gul
zigheid, zooals men zegt, een hoofdzonde was, wat
zouden er dan een boel paters naar de onderwe
reld gaan
De koffie werd op het terras gebruikt. Yan verre
op de^ rijkswerf te Willemsoord, waar alle delen
van dien bodem worden verzameld en hun her
komst wordt bepaald.
De gisting, die onder de Mahomedaansche volken
tegen de Christenen bestaat en ook bij de gebeur
tenissen in Egypte eene groote rol speelt, is eene
omstandigheid, waarop wij Nederlanders, met het
oog op onze koloniën, nauwlettend onze aandacht
moeten vestigen. Het is alsof overal een kruis
tocht tegen de Christenen wordt voorbereid, om
de vernederingen, den sultan, het hoofd der ge-
loovigen, in de laatste jaren zoo in zijn eigen
rijk als in No ordelijk-Afrika aangedaan, te wre
ken. Zoo schrijft nu weder een in Tripoli geves
tigd Nederlander aan het Handelsblad:
«Hij die de menigte personen gadeslaat welke
dagelijks van Tripoli naar Malta vluchten, moet
zich natuurlijk de vraag stellen, of de toestand
dan werkelijk zoo hachelijk is.
«'tls zoo, de consul-generaal van Frankrijk heeft
reeds 14 dagen geleden zijn geheele gezin laten
vertrekken, omdat een massa Arabieren, die uit
Tunis herwaarts de wijk genomen hebben, eiken
avond voor het paleis van den pacha samenscholen
onder het uitroepen van den oorlogskreet: «Wan
neer trekt de sultan dan eindelijk tegen de
Franschen in oorlog
«Maar die bende is van alles ontbloot en bedrijft
dagelijks de schromelijkste afpersingen op de hier
wonende Arabieren die niet tegen hen durven op
komen, daar die vluchtelingen niets te verliezen
hebben en dan ook niets ontzien.
«De pacha is de speelbal zijner talrijke soldaten,
dien hij geen soldij kan betalen. De dweepzieke
Muzelmannen houden dag aan dag ernstige bijeen
komsten, waarin zij zich afvragen waarom de
Christenen vluchten en wat hun zeiven te doen
staatZal dan ook Tripoli worden aangevallen
en de heilige oorlog worden verklaard, alle Chris
tenen vermoord wordende
«Zoo heerseht ongerustheid onder allen en van
oogenblik tot oogenblik is een uitbarsting mogelijk."
In het Indisch Vaderland wordt de wensch uit
gesproken naar invoering van registers voor den
burgerlijken stand der inlanders op Java. Deze
wensch is gemakkelijker uit te spreken dan uit
te voeren, want de inlander hecht aan zijn eigen
burgerlijken staat volstrekt niets. Degenen die
tot de hoogere standen behooren, schijnen geen
moeilijkheid te ondervinden om hun personen uit
elkaar te houden, en de mindere man verwisselt
van naam even luchthartig en zorgeloos als van
kleeding.
Een gevolg van het niet aanhouden van zulk
een register deed zich kort geleden op het land
Temoelako voor. Een Javaan, gehuwd met een
jonge, mooie vrouw, werd ziek en begaf zich tot
herstel van gezondheid naar de woning zijns
vaders, woonachtig in eene andere dessa. Zijne
vrouw volgde hem niet, maar nam tijdelijk haar
intrek bij haar eigen ouders. Na verloop van een
maand deed een rijk inlander aanzoek om de hand
hoorde men de eenigszins gebarsten dorpsklok
negen uren slaan. Alles lag in diepe rust. Het
park vertoonde niets dan lange, golvende lijnen.
De maan kwam langzaam boven de toppen der
boomen uit.
Bettina nam een kistje sigaren van de tafel en
zei tot Jean
«Rookt gjj
«Heel gaarne, mejuffrouw."
«Neem er dan een, mijnheer Jean. O wee!
daar heb ik het weêr gezegd Neen
of neen, luister eerst."
En terwijl zjj hem steeds het sigarenkistje voor
hield, zei zij op fluisterenden toon
»Nu is het donker en gij kunt op uw gemak
een kleur krijgen. Nu zal ik zeggen wat ik zoo even
aan tafel niet wilde zeggen. Een oude notaris uit
Souvigny, die uw voogd is geweest, is mijn zuster
te Parijs komen opzoeken, voor de betaling van
het kasteel, en die heeft ons verteld wat gij ge
daan hebt, na den dood van uw vader, toen gij
nog slechts een kind waart, wat gij gedaan hebt
voor die arme vrouw en dat arme meisje. Dat
heeft ons zeer getroffen, mijn zuster en mjj."
«Ja mijnheer," vervolgde mevrouw Scott,
«en daarom hebben wij u van daag met zooveel
genoegen terug gezien. Wij zouden niet iedereen
zoo ontvangen hebben, wees daarvan overtuigd.
Maar neem nu toch uw sigaar, mijn zuster staat
nog steeds te wachten."
Jean kon geen woorden vinden om haar te
antwoorden. Daar stond Bettina pal voor hem
van de onbestorven weduwe en bood den vader
een aanzienlijke som als bruidsschat en de priester
van het land liet zich bewegen het huwelijk te
sluiten, ofschoon de eerste man der vrouw nog
leefde en zij niet wettig gescheiden waren. Nu
hebben de beide mannen bij den regent van
Samarang een klacht ingediend tegen den priester,
die eene gehuwde vrouw aan een ander man ver
bond en tegen den vader, die zulks desbewust
toestond.
De gepensioneerde kolonel Diepenbroek schrijft
in de Soerabaja Ct.
„Dat de oorlog op Atjeh door de jongst plaats
gehad hebbende ontmoeting en 't anderszins voor
gevallene feitelijk opnieuw begonnen is, spreek ik
ten stelligste tegen. Met den oorlog, wat men
daarmede in werkelijkheid moet verstaan namelijk,
is het op Atjeh gedaandie overtuiging staat bij
mij vast. Of dan de gevolgen van den gewoed
hebbenden, feilen, verbitterden oorlog zich nog
lang zullen doen gevoelen, in den vorm van feite
lijk en lijdelijk verzet? Dan zeg ik daarop vol
mondig Janog zeer lang en meer dan éene
generatie zal over het gebeurde moeten zijn
heengegaan, alvorens wij ons kunnen en zullen
mogen verheugen in het rustig bezit van Atjeh
en onderhoorighedenterwijl het niet minder
mijne overtuiging is, dat de bestuursverandering,
mits die aan goede handen worde toevertrouwd,
daarop weinig of geen invloed hebben zal.
„Als men de geschiedenis der laatste jaren leest,
dan ziet men o. a. dat op Borneo's Westkust in
het jaar 1850 een opstand uitbrak in de Chinee-
sche districten, van zeer emstigen aard, en dat
naar aanleiding daarvan een hoofdofficier met het
civiel en militair gezag bekleed werd.
„In 1857, toen gezegd kon worden dat alles tot
de rustigste rust was teruggekeerd, werd door die
zelfde Chineezen de versterking te Loemar bij ver
rassing ingenomen en afgeloopen, bij welke gele
genheid de geheele bezetting met den komman-
dant den le luit. Mekern op eenige man
schappen, na werd afgemaakt.
„Het was toen z. g. vredestoestand; maar niet
temin waren alle betrekkingen, van resident af
tot controleur en civiel en gezaghebber toe, in handen
van hoofd- en subalterne officieren, en toch is die
catastrophe niet kunnen worden voorkomen. Let
wel dat toen wijlen de luitenant-generaal Kroesen
resident was, terwijl de sedert gepensioneerde lui
tenant-generaal Yerspyck toen kapitein als
assistent-resident fungeerde van Montrado, onder
welke afdeeling Loemar behoorde. Waarlijk goed
klinkende namen 1
«Te Reneaijang op eenige, ik meen p. m. 10 palen
afstand, waren de kapitein IJske en te Loemar
zelf genoemde le luit. Mekem belast met het civiel
en militair gezag.
«Als men hierbjj in aanmerking neemt dat wij
sedert tal van jaren op Borneo's Westkust geves
tigd waren, dan zal het toch geen verwondering
kunnen baren als dergeljjke zaken ook nu te Atjeh
voorvallen, waar ons een volk als vjjand tegenover
met het sigarenkistje in hare twee handen end
oogen strak op zijn gelaat gevestigd. Zij smaakte
een waar en levendig genoegen, dat door de vol
gende woorden kon vertolkt worden
«Het komt mij voor dat ik een goeden jon
gen aanzie."
«Laat ons nu tegenover dat heerlijk avond
landschap gaan zitten. Drink uw koffie
rook uw sigaar."
«En laat ons niet praten, Suzie, laat ons niet
praten. Die volmaakte stilte is verrukkelijk, na
al die drukte te Parijs. Laat ons den hemel, de
maan en de sterren aanschouwen."
Zij onderwierpen zich gewillig alle vier aan de
uitvoering van dit programma. Suze en Bettina
genoten de rust en het groote verschil met het
leven dat zij tot nu toe geleid hadden en voelden
reeds eenige genegenheid voor deze streek, waar
zij voorloopig zouden blijven.
Jean was minder kalmde woorden van miss
Percival hadden hem zeer getroffen en zijn hart
had zijn regelmatigen klop nog niet herkregen.
Maar de gelukkigste van allen was pater Con
stantijn. Hij had ontzaglijk genoten van dat kleine
voorvaldat de nederigheid van Jean op zulk
een zware proef had gesteld. Hij hield zooveel
van zijn petekindDe meest liefhebbende vader
kon zijn lievelingskind niet teerder beminnen.
Als de oude man den officier aankeek, zei hij
vaak bij zichzelf
«De hemel heeft mij overladen met welda
den Ik ben priester en toch heb ik een zoon
staat, dat van onafhankelijkheid meer verstaat en
begrijpt dan enkel het woordterwijl we op Bor
neo's Westkust Chineezen tegenover ons hadden
van zeer twijfelachtigen moed, en die bovendien
geen geboortegrond tegen een onverzoenlijk gehaten
indringer te verdedigen hadden."
Den 26e» Augustus a. zal te Amsterdam de al-
gemeene vergadering van het Volksbond tegen
Drankmisbruik Multapatiors bondgehouden worden.
De volgende voorstellen, komen in behandeling.
De afdeeling Amsterdam stelt voordat het
hoofdbestuur met eene soliede brouwerij in overleg
trede, opdat in de op te richten bondshuizen voor-
weinig centen een deugdelijk glas bier kan worden
verschaft, alsmede om een onderzoek in te stellen
naar het aantal vergunningen, dat ingevolge de
drankwet is uitgereikt, vooral met het oog op het
wetsartikel,, waarin de vergunning wordt gewei
gerd aan drankhuizen, na den 1 Mei opgericht.
De afdeeling Groningen wil door een commissie
doen onderzoekenHoe het gebruik van bier als
volksdrank het best bevorderd kan worden? Ook
wil die afdeeling pogingen aangewend zien om
medewerking van alle onderwijzers te verkrijgen,
teneinde bij hun onderwijs het streven van het bond
te bevorderen.
De afdeeling Haarlem en omstreken stelt de
vraag: Wat het bond kan doen tot veredeling van
de volksvermaken en tot bevordering van den
huisarbeid
Na afdoening dier voorstellen zal een overleg
plaats hebben over de uitvoering der drankwet.
Op de vergadering van afgevaardigden van
werklieden-vereenigingen te Utrecht, is nog een
voorstel van den heer Heldt aangenomen, waarbjj
de wenschelijkheid wordt uitgesproken:
Dat de corporatiën, wier doel uitsluitend de
verkrijging van het algemeen kies- en stemrecht
is, zich vereenigen tot éen bond of algemeene
landelijke vereeniging, met plaatselijke afdeelingen;
dat de andere corporatiën, wier werkkring zich
niet uitsluitend tot de verkrijging van het alge
meen kies- en stemrecht bepaalt, de algemeene
kiesrechtbeweging steunen, inzonderheid
1° Door het vestigen of behulpzaam te zijn tot
het vestigen van afdeelingen; b door geldelijke
bijdragen;
2° Door met haar samen te werken, wanneer
plaatselijk of landelijk, het een of ander ter be
spoediging van grondwetsherziening of tot bevor
dering van het algemeen kiesrecht kan worden
gedaan en voorstellen, ue uitvoering betreffende,
door de tot samenwerking geroepene corporatiën,
vooraf in overweging zijn genomen.
Men was het er toen nog niet over eens of er
een bond was opgericht of niet.
De voorzitter deelde echter mede, dat het bond
werkelijk bestond en wel tusschen Amsterdam,
Rotterdam, Dordrecht en Arnhem.
Uit Bergen op Zoom wordt het volgende aan
de N. R. Ct. geschreven:
Hij verdiepte zich in alleraangenaamste bespie
gelingen hij voelde zich weer thuis, te veel
thuis want van lieverlede werden zijne denk
beelden verward. Van bespiegelingen verviel hij
in gepeins en van gepeins in gedommel; het on
heil was weldra onherstelbaar. Hij viel gerust
in slaap. Het heerlijke diner en de champagne
hadden wel eenige schuld aan die ramp.
Jean merkte daarvan niets. Hjj had zijn belofte
geheel vergeten en waarom omdat mevrouw Scott
en miss Percival hare voeten op de tuinbankjes gezet
hadden, die voor hare stoelen stonden en zich vervol
gens lui achterover hadden laten vallen, zoodat hare
rokken een heel klein ziertje opwipten, heel wei
nig, maar toch genoeg om vier kleine voetjes te
onthullen, waarvan de omtrekken heel duideljjk
zichtbaar werden, onder witte kanten wolkjes,
door de maan beschenen. Jean bekeek die kleine
voetjes en vroeg zich af:
«Welke zijn de kleinste?"
Terwijl hij naar de oplossing van dit vraagstuk
zocht, zei Bettina opeens half fluisterend
«Mijnheer Jean, mijnheer Jean
«Mejuffrouw
«Zie mijnheer den pastoor eens,hij slaapt!"
«O mijn hemel! en dat is mijn schuld!"
«Hoe dat! uw schuld?" vroeg mevrouw Scott
insgelijks fluisterend.
«Ja oom staat altijd vroeg op en gaat
vroeg naar bed en hij had mij gevraagd om te
verhinderen dat hij in slaap viel. Bij mevrouw
De Logneval viel hjj na het eten heel dikwijls ijj