N° ITO. 125e Jaargang. 1882. V rijdag 21 Juli. FEUILLETON. Middelburg 20 Juli. PATER CONSTANTUN. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, TrouW, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels/" 1,50 mdere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Uit het Fransch, van IIDDELBIIRGSCHE COURANT. Wij hebben reeds met een enkel woord mel ding gemaakt van de stukken door den heer J..F. de Booy, te Breda, fabrikant van leder-artikelen ten beboeve van bet leger, aan de dagbladen gezonden. Een uitvoeriger mededeeling komt ons noodzakelijk voor, dewijl, boe moeilijk bet in 't alge meen voor derden zijn moge om partij te kiezen tus- scben staats-leveranciers en staats-ambtenaren, de aanklachten van den beer De Booy althans ge steund worden door een onloochenbaar feit: het verkoopen van eenige duizenden onbruikbare ran sels voor een cent of wat per stuk, van welke voorwerpen de heer De Booy, als leverancier, de deugdeloosheid bij tijds beweert te hebben voor speld. Dit feit wettigt de, bovendien op andere gronden reeds bestaanbare, veronderstelling, dat aan het ministerie van oorlog niet met de vereischte zorg en onpartijdigheid voor de belangen van het land en voor die der Nederlandsche nijver heid gewaakt wordt. Bij het bestaan van grond voor dit vermoeden, kan de eisch naar opheldering en rechtvaardiging niet uitblijven. De geschillen van den heer De Booy met het ministerie van oorlog zijn reeds van ouden datum. Zonder ons daarin te verdiepen, ligt de gevolg trekking voor de hand, dat de naam van denBreda- schen fabrikant bij de ambtenaren met een zwarte kool staat aangeteekend. In December jl. nu, richtte de heer De Booy twee open brieven aan den minister, houdende, schrijft hij, recht matige grieven tegen de aanbestedingen, de geld- verkwistingen en de hoogst partijdige, onheusche wijze, waarop een verantwoordelijk minister een fabrikant hindert en opoffert, ter wille zijner ambtenaren." Op deze brieven volgde geen ant woord, evenmin als op twee aangeteekende, aan den minister persoonlijk verzonden brieven van 15 Maart en 18 April jl., waarin de heer De Booy andermaal zich beklaagde dat hij door de ambte naren, met name door den luitenant-kolonel Yan der Stuyt, directeur van 's rijks centraal-magazijn van militaire kleeding enz. onrechtvaardig behan deld en benadeeld werd. Alsnu alle middelen tot het verkrijgen van onderzoek en herstel uitgeput hebbende, wendt de heer De Booy zich tot het Nederlandsche volk, met deze woorden „Wat blijft mij thans eigenlijk te doen over? Immers, de rechter eiseht van elk staatsburger voldoening voor de wet, zelfs voor den geringsten misstap. De veroordeeling van een graanhandelaar uit Breda, bewijst hoe sterk de justitie optreedt waar het knoeierijen geldt, 't Is hier de quaestie niet of de bedoelde persoon door geld-aanbieding het voorbeeld van anderen kan hebben gevolgd, een handeling welke door mij als onzedelijk steeds op de krachtigste wijze werd bestreden, (getuige mjjn zelfstandig optreden in 1870 bij de 2e kamer der staten-generaal, die mjj in 1t gelijk stelde en waarvoor ik natuurlijk geen bijzondere sympathie 13 LÜDOVIC HALÉ\ Y. Y. Het salon van mevrouw Scott werd dadelijk goed bezocht. De gewone gasten van drie of vier groote Amerikaansche huizen verplaatsten zich als éen lichaam naar de Scotts, die op hun eersten Woensdag driehonderd menschen hadden. Hun kring groeide heel spoedig aan; er bevond zich van alles inAmerikanen, Spanjaarden, Italianen, Hongaren, Russen, ja zelfs Parijzenaars. Mevrouw Scott had niet alles gezegd toen zij haar geschiedenis aan pater Constantijn vertelde; men zegt nooit alles. Zij wist dat zij be koorlijk was, had gaarne dat men dit opmerkte en zij had er ook geen afkeer van dat men het haar zeide. In een woord zij was coquet. Zou zij anders een Parisienne geweest zijn? Mijn heer Scott steide volkomen vertrouwen in zijn Vrouw en liet haar alle mogelijke vrijheid. Hij "was een dégelijk man, die er een weinig verlegen meê was dat hij zulk een rijk huwelijk gedaan Daar hij een man van zaken was, wijdde van de heeren ambtenaren heb mogen inoögsten). Maar de groote vraag is: Als een particulier aannemer zóó streng moet boeten voor een misslag, (geen misdaad) hoedanig moet dan ook dezelfde regeering niet waken, dat onrechtvaardigheden, welke leiden tot vernietiging van een industrieel, in eigen boezem blijven be staan en zelfs daaromtrent geen onderzoek wordt gegund 't Mag toch geen onderzoek heeten, als de mi nister uitsluitend te rade gaat bij dezelfde amb tenaren, die den minister tot ondoordachte stappen hebben aangezet en juist daarom door schrijver dezes werden aangeklaagd? Die eenzijdigheid pleit niet voor den ernst en de degelijkheid der regeering, vooral niet bij een departement waar de mindere tegen zjjn meerdere opziet als de dwerg tot den reus. De fiscuswelke tegenover den fabrikant de meest strenge maatregelen toepast, die geen res titutie geeft van betaalde registratierechten voor niet-geleverde goederen, geen teruggave van een bijna onmogelijk zwaar patent, diezelfde fiscus volmaakt de manie van tegenwerking, welke over 't algemeen den ambtenaren tegenover den bur ger in ons vrijheidsland bezielt, en wellicht zijn oorsprong daarin vindt dat staatsbetrekkingen in familien erfelijk zijn. Een andere vraag zou ik gaarne zien opgelost en wel de volgende Als een verantwoordelijk minister aftreedt, (en Nederland heeft op dat punt voorwaar een berucht heid verkregen) waar blijft dan zijne verantwoor delijkheid Vooral is het aftreden van een minister van oorlog een feit even geregeld als het verwisselen van garnizoenen't zijn niet zelden ministers van den dag. Zij gaan henen met of zonder pensioen en al hunne handelingen zijn vergeten. De verantwoordelijkheid is dus een fictie. De benadeelde fabrikant kan wel is waar den staat een proces aandoen, zijn laatste geldmidde len op de groene tafel der rechtbank wagen, maar de minister trekt zich daarvan niemendal aan; hij heeft zijn pensioen verdiend Voor de naïeve Nederlanders, die nog altijd niet gelooven willen dat er geldverspillingen bij ons krijgswezen plaats hebben, geven wij hieronder een klein staaltje, gegrepen uit den ruimen ver gaarbak van eigendunk en militaire onfeilbaar heid, dat dezer dagen in verschillende Neder- landsehe bladen circuleerde. Gedurende een aantal jaren (dezelfde kolonel Yan der Stuyt was toen chef de bureau voor de militaire kleeding) werd door het departement van oorlog aan primitief éen, kort daarna aan twee bevoorrechte leveranciers, met uitsluiting van alle anderen, de levering herhaaldelijk opgedragen van zoogenaamde waterdichte ransels, waaraan door mijn krachtig optreden in het jaar 1865 een einde werd gemaakt, als wanneer openbare aanbe steding werd gelast. Daar ik aannemer was, deed ik al spoedig de ondervinding op dat die ransels, voor de schutte- hij zich met groot genoegen geheel aan het be heer der twee onmetelijke fortuinen die hij in handen had en schepte er behagen in die steeds te doen aangroeien, om elk jaar tot zijn vrouw en zijn schoonzuster te kunnen zeggen »Gij zjjt weer rijker dan verleden jaar." Niet tevreden om met de grootste voorzichtig heid en bekwaamheid te waken over de belangen die hij in Amerika had achtergelaten, zette hij in Frankrijk groote zaken op 't getouw en slaagde te Parijs evenals hij te New-York geslaagd was. Men maakte zeer druk het hof aan mevrouw Scott, in het Fransch, in 't Engelsch, in het Spaansch en in het Italiaanschwant die vier talen kende zij zeer goed en dat is alweer een voorrecht, dat de vreemdelingen boven de arme Parisiennes hebben, die over het algemeen niets dan haar moedertaal verstaan en dus geen inter nationale minnarjjen kunnen hebben. Mevrouw Scott joeg de menschen niet met een stok weg. Zij had tien, twintig, dertig aanbidders tegelijk. Niemand kon zich op eenige voorkeur beroemenzij bood allen denzelfden bekoorlijken, lieftalligen, beminnelijken weêrstand. Het was duidelijk dat het spel haar vermaakte en dat zij het geen oogenblik ernstig opnam. Zij speelde voor haar pleizier, voor de eer, uit liefde voor de kunst. Mijnheer Scott maakte zich in het minst niet ongerust en hij had alle reden om volkomen rustig te zijn. Wat meer zegthjj genoot van den triomf zijner vrouw en was gelukkig om dat zij gelukkig was. Hjj hield zeer veel van rijen bestemd, niet voor oplage geschikt waren en al spoedig aan bederf onderhevig zouden zijn. Mijn gegronde opmerkingen en waarschuwingen moester: echter afstuiten op het militaire wacht woord: „lever maar naar 't model," al is het nog zoo verkeerd. Duizende ransels werden aldus aangeschaft en in het kleedingmagazijn te Delft opgeborgen, toen nu vijfjaar geleden, bij de opname van het maga zijnen de verwisseling van den directeur, maar al te veel bleek dat ik waarheid gesproken had en de ransels onbruikbaar werden bevonden. Men is moeten overgaan tot de uitgifte dei- minst beschadigden aan de artillerie, om slechts voor korten tijd te dienen en de overige duizen den tegen groote kosten te doen herstellen, het welk den staat een zeer belangrijk verlies heeft berokkend. Dezer dagen werden op eene verkooping te Delft onder de buiten dienst gestelde voorwerpen niet minder dan 3400 zulke ransels, die nooit gebruikt waren, aangetroffen en tot den prijs van nog geen 10 cent per stuk verkocht, terwjjl de kostende prijs gemiddeld was circa acht gulden per stuk. Zal de 2e kamer ook te dezen opzichte zoo bescheiden moeten zijn om niet te treden in han delingen der uitvoerende macht Een ernstig minister van oorlog zal zich bij staat en leger vrij wat verdienstelijker kunnen maken, indien hij waarde weet te hechten aan niet-officiëele waarheid, die vrij wat duisters aan den dag kan brengen en waartoe het door mij naar billijkheid gevraagd onderzoek niet met kalm stilzwijgen moet worden voorbijgegaan. 'tZal dan ook wel een ieder duidelijk zijn dat ik volkomen instem met de woorden, door den afgevaardigde De Meijier in de zitting van 28 Juni jl. in de 2e kamer gesproken »Yoor het vrijheidlievende Nederlandsche volk is nists- meer ondragelijk, dan onderworpen te worden aan willekeurige handelingen, al liggen daarbij ook de beste bedoelingen ten grondslag." zoek van C. J. Geysen, om aan de muziekver- eeniging Ons Genoegende stedelijke muziektent in gebruik af te staan en die te plaatsen op de Zeil markt. Een en ander tot wederopzeggens. Burg. en weth. werden nog gemachtigd eenige herstellingen te doen verrichten aan school A. Ten slotte werden de verzoeken van C. Flesse- baalje, om een stukje grond aan het Dok in huur te ontvangen, en van G. Ketting, om een strookje grond in de Lange Walstraat te koopen, inge willigd. Aan het bureau van politie alhier zjjn als gevonden gedeponeerd: een duimstok, een sigarenkoker en een paar zwarte vrouwenpantoffels. Op de ingekomen bezwaarschriften in zake den hoofdelijken omslag heeft de gemeenteraad van Ylissingen de volgende beslissingen genomen van het kohier zullen worden afgevoerd, C. Beve lander, I. Verseput, A. Teune, W. Woltering, C. Streefkerk, I. de Koning en A. Hensens, drikseafgewezen zijn de verzoeken van M. Jans- P. G. Laernoes, I. L. Struik, J. van Lith, C. van der Ploeg, J. Spaeter, J. Roest, Washer, J. J. Antheunissen, G. F. H. Frank, I. Doensen, P. Winkster, A. van den Heuvel, I. de Koning, H. F. Rekkers en W. Smit; teruggebracht wer den naar de le kl. L. Elias, W. de Leeuw, naai de 2e J. H. Beenhouwer, E, A. Goor, naar de 3e we4 Barbee, W. A. Zegelaar, B. G. Bleiswijk en E. M. Kolier, naar de 4e A. van Henen, naar de 7e M. Kal, naar de 12e J. B. Kuyper en naar de 13' J. B. Peters; de aanslag van S. Auer werd verminderd met afschrijving- voor 2 kinderen. Yoorts werd besloten in te willigen een ver haar, iets meer zelfs dan zij van hem. Zij hield van hem veel, daarmee uit; maar er is een groot verschil tusschen veel en zeer veel, wanneer het voor het werkwoord liefhebben staat. En Bettina had een soort van wedloop, van wilde jacht om zich heenZulk een fortuin, zulk een schoonheid. Miss Percival was den 15e(1 April te Parijs aangekomen en er waren geen veertien dagen verloopen of de huwelijksaanzoeken begonnen reeds. In den loop van dat eerste jaar had zij drieëndertigmaal kunnen trouwen als zij gewild had. Het amuseerde haar om die reke ning zeer nauwkeurig bij te houden, en welk een verscheidenheid van pretendenten! Men vroeg haar hand voor een jeugdigen ban neling, die onder zekere omstandigheden geroepen kon worden om een troon te beklimmen, wel is waar een zeer kleinen, maar toch een troon. Men vroeg haar hand voor een jongen hertog, die een gvoote betrekking aan het hof zou be- kleeden, indien Frankrijk en dat was onver mijdelijk zijn dwalingen zou inzien en zich buigen voor zijn wettige souvereinen. Men vroeg haar hand voor een jongen prins, die een plaats zou innemen op de trappen van den troon, zoodra Frankrijk en dat was on vermijdelijk de reeks dei' Napoleontische overleveringen weêr zou aanknoopen. Men vroeg haar hand voor een jongen republi- keinschen afgevaardigde, die met glans zijnintreê in de kamer had gedaan en voor wien in de toe komst een schitterende loopbaan was weggelegd^ Zondag middag te twee uren zal door het muziekkorps der dienstdoende schutterij op het Molenwater alhier eene openbare muziekuitvoering gegeven worden. Heden morgen te tien uren is alhier met goed gevolg te water gelaten de op de scheepstimmer werf Middelburgs Welvaren, in aanbouw zijnde vischschoener No 1, groot ongeveer 75 tonnen. Gisteren middag werd in de Concertzaal alhier, in tegenwoordigheid van de ouders der leerlingen, de werkende leden en de donateurs der zangver- eeniging, henevens van enkele genoodigden, ge houden het examen der zangschool, vroeger onder bestuur der Middelburg sche Muziekvereeniging, sedert de ontbinding dier vereeniging onder beheer der zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning. Eene vriendelijke en tot oordeelen bevoegde hand stelt ons in staat, omtrent de bij deze gelegenheid gehouden muzikale voordrachten het volgende te berichten. De koor-oefeningen van Smits en een lied van Richard Hol werden door de laagste klasse zuiver en met nuanceering gezongen, waarna de tweede klasse zich hooren liet in Een Lentedag, voor koor en tweestemmige soli, van Worp. Koren en. soli werden door de jeugdige zangers zuiver en met smaak voorgedragen, en waardeerden wij zoowel de uitvoering als de compositie dezer kinder-cantate. Werken als deze, voor kinder koren geschikt, zijn van onze vaderlandsche com ponisten maar al te weinig voorhanden. Een verblijdend verschijnsel en eene waardige bijdrage tot die soort van compositiën verschafte ons de uitvoering door de hoogste klasse van Prins Geliefd, een sprookje, gedicht door eene stad- genoote, wier talent reeds lang algemeen door hare letterkundige werken van grooteren omvang bekend is, en die nu met recht aanspraak op den dank der muzikale jeugd verworven heeft. Het gedicht was op muziek gebracht door onzen kun- digen directeur, den heer Cleuver. Tengevolge der afwezigheid van eenige der jonge zangeressen en zangers, die door .onvermijdelijke beletselen verhinderd werden, moesten eenige nommers dezer compositie achterwege blijven. Genoeg hebben we er echter van gehoord om onze groote ingenomenheid met het werk te kruinen want thans was de republiek in Frankrijk Op onwrikbare grondslagen gevestigd. Men vroeg haar hand voor een jongen Span jaard van den eersten rang, en men gaf haar te verstaan dat het huwelijksfeest zou gevierd wor den in het paleis eener koningin, die niet ver van de Are de VEtoile woont men vindt bovendien haar adres in den almanak-Bottin, want er zijn tegenwoordig koninginnen, die in het Parijsche adresboek staan tusschen een notaris en een drogist. Alleen de koningen van Frank rijk wonen niet meer in Frankrijk 1 Men vroeg haar hand voor den zoon van een pair van Engeland en voor den zoon van een lid van het Heerenhuis te Weenen, voor den zoon van een bankier te Parijs en voor dien van een Russischen gezant; voor een Hongaarschen graaf en vooreen Italiaanschen prins, en ook voor fatsoenljjke, be scheiden lieden, die niets waren en niets hadden, geen naam en geen fortuin, Maar Bettina had hun allen een walstoer toegestaan en daar ieder op zijn beurt zichzelf voor onweerstaanbaar hield, hoopten zij allen haar harige te hebben doen kloppen. Tot nogtoe had echter' niets dat hartje sneller doen kloppen en het antwoord was voor allen hetzelfde geweest »Neen, neen, neen! Nog eens neen en altijd neen 1" Eenige dagen na die voorstelling van Aïda, waarvan wij boven gesproken hebben, hadden de zusters een langdurig gesprek JSAW» gehad ev©|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1