1875 no. 11 en 10 Jnli 1880 no. 8 reeds blijk van
ingenomenheid met de gemelde school, w0 vertrouwen
dat haar ook uwe verdere ondersteuning niet zal
onthouden worden, nu blijkt dat de inrichting meer
en meer in eene bepaalde behoeite voorziet en de
vermeerderde uitgaven uitsluitend het gevolg zijn van
den bloei, waarin zij zich mag verheugen.
Wij geven u alzoo in overweging het verzoek in te
willigen en, met wijziging van uw besluit van 10 Juli
1880 no. 8, te bepalen dat aan de Vereeniging over
de jaren 18821885 een provinciaal subsidie van 600
zal verleend worden, op voorwaarde, dat haar een
gemeentelijk subsidie van f 400 en eene bijdrage van
het burgerlijk armbestuur van f 200 jaarlijks gedurende
dien tijd verzekerd blijven.
Mocht uwe vergadering zich met ons voorstel ver
enigen, dan zal de op de provinciale huishoudelijke
begrooting voor 1882 uitgetrokken post voor subsidie
aan die school met een bedrag van f 300 moeten
verhoogd worden.
Het algemeen verslag der afdeelingen wordt
door den heer JLantsheer uitgebracht.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 35 leden, waaronder 6 leden van gedeputeerde
staten.
Terwijl de leden in de verschillende afdeelingen
zich vrij algemeen voor het voorstel verklaarden, vond
het in eene afdeeling bij éen lid, en in eene andere
afdeeling bij enkele leden bedenking op dezelfde gronden
als door die leden waren aangevoerd tegen het verzoek
om subsidie van de ambachtsschool te'Middelburg
daarbij gaf een der leden in eene afdeeling zijne be
vreemding te kennen, dat hier van den algemeenen
regel schijnt te worden afgeweken, daar het als regel
mag gelden, dat bij eene in bloei toenemende inrich
ting bet subsidie behoort te worden ingekrompen,
terwijl te Goes het tegendeel het geval is.
De voorzitter deelt mede dat dit verslag aan
gedeputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven
om bun voorstel te wijzigen.
Aan de beraadslaging wenscht niemand deel te
nemen, en het voorstel wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
d. Voorstel tot toekenning van een subsidie
voor de in de gemeente Goes te houden
Zeeuwsche tentoonstelling met daaraan
verbonden wedstrijd van handwerkslieden.
Het voorstel luidt
De regelingscommissie voor de dezen zomer in de
gemeente Goes te houden Zeeuwsche tentoonstelling
voor nijverheid met daaraan verbonden wedstrijd van
handwerkslieden heeft zich bij adres tot uwe vergade
ring gewend, om een subsidie van 500 uit de
provinciale bas te erlangen.
Wordt het 'groote belang van tentoonstellingen tot
bevordering van nijverheid thans algemeen erkend,
het komt ons voor, dat vooral het verschaffen van de
gelegenheid aan handwerkslieden om met elkander in
het strijdperk te treden en van elkander te leeren,
toejuiching verdient.
Van u woidt echter niet alleen toejuiching verwacht,
maar ook geldelijke ondersteuning verzocht. De ge
vraagde ondersteuning tot een bedrag van f 500, zal
uit een geldelijk oogpunt wel geen bedenking bij u
ontmoeten. Evenmin weerhouden ons bedenkingen van
principieeleu aard, om een gunstig advies aan u uit
te brengen.
Uit de subsidiën toch, door uwe vergadering, in
1864 en bij herhaling in 1874 aan het Zeeuwsch ge
nootschap der Wetenschappen, in 1869 en nader in
1872 aan het 12e Nederlandsche taal- en letterkundig
Congres, in 1876 aan de ambachtsschool te Goes en in
hetzelfde jaar ten behoeve van landbouwlezingen ver
strekt, blijkt, dat ook door u het aanmoedigen van
kunsten en wetenschappen een provinciaal belang ge
acht wordt.
Voor een gelijk doel als waarvoor thans aanvraag
gedaan wordt, werd in 1863 een subsidie verleend ten
behoeve van de in 1864 te Middelburg gehouden alge-
meene vergadering der Nederlandsche maatschappij ter
bevordering van de Nijverheid en een daarmede in
verband staand congres van nijverheid.
Wij vinden daarom ook thans vrijheid u de inwil
liging van het gevraagde subsidie voor testellen, waar
het eene onderneming geldt, welke hare vruchten voor
de nijverheid, van het geheele gewest belooft af te werpen.
Het algemeen verslag der afdeelingen wordt
uitgebracht door den heer Van Lijnden.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel
genomen 38 leden, waaronder 6 leden van gedepu
teerde staten.
In twee der afdeelingen vereenigden zich op
twee na al de leden met het voorstel van gedepu
teerde staten. Een der tegenstanders was van oordeel
dat deze zaak niet kan worden geacht van genoegzaam
algemeen provinciaal belang te zijn, om hetverleenen
der gevraagde subsidie te wettigen. Het andere lid
was tegen het voorstel, omdat zijns inziens de
bijdragen van de gemeente en van particulieren te
gering zijn, in verhouding tot het voorgedragen
subsidie.
De derde afdeeling toonde zich geheel bereid om
aan dergelijke belangrijke onderneming ondersteuning
te verleenen; intusschen waren de leden dezer afdee
ling eenparig van meening dat het wenschelijk moet
worden geacht in stede van het verleenen eener
subsidie voor het voorgestelde bedrag deel te nemen
in het waarborgfonds dier onderneming.
De Toorzltter deelt mede dat gedeputeerde staten
naar aanleiding van dit verslag voorstellen om tot een
bedrag van 500 deel te nemen in het waarborgfonds.
Niemand verlangt het woord te voeren en het voor
stel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
e. Voorstel omtreut de subsidie-aanvraag van
A. lïijssen te Kapelle voor eene proefneming
op het gebied der zuivelbereiding.
Het adres luidt:
De ondergeteekende Adriaan Nijssen, wethouder en
landbouwer te Kapelle (Zuid-Beveland), overtuigd van
den min gunstigen toestand waarin tegenwoordig de
landbezitters en de landbouwers verkeeren, en zijner
zijds bereid tot verbetering van dien toestand het
mogelijke toe te brengen, heeft de eer de volgende
beschouwingen onder uwe aandacht te brengen, in de
hoop dat het nauwgezet overwegen daarvan uwe
vergadering ertoe moge leiden, in de aan het slot
dezer verzochte hulp toe te stemmen.
Het is als een onbetwistbaar feit aan te nemen
dat de landbouw in Zeeland in de laatste jaren zeer
is gedrukt geworden door ongunstig weder, betrekke
lijk lage marktprijzen en vooral ook door het niet
wetenschappelijk of niet wetenschappelijk genoeg be
werken van den grond en van de directe of indirecte
voortbrengselen daarvan, waardoor de concurrentie met
landen, waarin meer rationeel in zake landbouw en
veeteelt gehandeld wordt, niet kan worden volgehouden.
In het speciale vak van landbouw toch zijn door
het aanvoeren van enorme massa's granen uit Ame
rika en Australië, de marktprijzen der landbouw
voortbrengselen in Zeeland zoozeer gedaald, dat de
pachtsommen óf te hoog zijn opgedreven óf waar zulks
het geval niet meer is, niet in evenredigheid staan tot
de koopprijzen der gronden.