125e Jaargang 1882. N° 162. W oensdai 12 Juli. NATIONALE MILITIE. Middelburg 11 Juli. FEUILLETON. PATER COÏTSTAUTIJIT. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Oproeping van Verlofgangers der lichting 1879. Het vergaan van De Adder. Uit het Fransch, MIDDELBIIRGSCHE COURANT. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 17 Mei 1882, A n°. 1734/1, 3e afdeeling Provinciaal blad n°. 50), roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 1879, hehoorende tot het 5e hataillon van het 2e regiment infan terie (voormalig depot van het 2e regiment infanterie), het 4e hataillon van het 5e regiment infanterie en het 5e hataillon van het 5e regiment infanterie (voormalig depót van het 8e regiment infanterie) om op den tijd en de plaats als in de aan hen uit te reiken orcler is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van klee ding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van him verlofpas, ten einde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf en wel op Vrijdag den 14 Juli a., des voormiddags tusschen 10 en 11 uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aanmel den, voorzien van hun verlofpas, ten einde de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps gestraft. Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteurs behandeld, terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, van die omstandig heid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps. Middelburg, den 10 Juli 1882. De burgemeester voornoemd, PICKÉ. Het Handelsblad bevat de volgende treurige berichten. Er is geen twijfel meer, of de Adder is met man en muis vergaan. Met betraande oogen en bloedend hart waren wij getuige van het binnen komen van de Simson, die te 10 uren 's avonds van zijn kruistocht kwam, met de lijken van drie jonge mannen, twee mariniers en een matroos, met teekenen van doodsangst op het nog frissche gelaat. Welk een doodstrijd de onge- lukkigen hadden geleden, bleek uit de houding der handen, die krampachtig zich van den het lichaam omknellenden kurkgordel schenen te willen ontdoen, om een einde aan hun martelend lijden te maken; want God weet hoe lang de ongelukkigen hebben gedreven voor de dood een einde aan alles maakte. De lijken werden ter stond gekist en hier tijdelijk geborgen. Wat de Adder betreft, het schip stoomde YAN LUDOVIC HALÉVY. II. «Daar ben ik," zei zij, «ik kom sla plukken. Jean wilt ge kropsla hebben of jonge suikerijloof Jonge suikerijloof," riep Jean vroolijk," die heb ik in lang niet gegeten." «Nu, dan krijgt gij ze van avond. Daar, houd den slabak eens vast." Pauline begon de sla af te snijden en Jean hukte gedurig om de bladen in den slabak op te nemen. De priester stond in stilte naar hen te kijken, tot zich eensklaps het gerinkel van postpaardenschelletjes deed hooren. Er kwam een rijtuig aan, dat nog al tamelijk rammel de. Het tuintje van den pastoor was slechts door een lage haag, waarin een klein tralie hekje wasvan den straatweg gescheiden. Zij keken alle drie op en zagen een zeer ouder- wetsche huurkales aankomen, met twee groote, •witte paarden hespannen, en bestuurd door een ouden voerman in een blauwen kiel. Naast dien yoerman zat een deftige bediende in liverei, met Woensdag II., des morgens te 9 uren, bij zuidelijken wind en flauwe koelte eu mot regen naar zee. Te ongeveer 12 uren des mid dags schoot de wind plotseling naar het WZW., met hevige kracht, zóo dat de regenwolken als weggevaagd werden en een heldere zonneschijn alles verlichtte. Iedereen die het Poolschip Varna met de Dicksonhaven-reizigers vergezeld heeft, weet hoe hard het te 3 uren woei, toen die boot in zee stoomde. Toen was echter van de Adder niets meer te zien. Te 4 uren nam. werd het schip gezien door kapt. P. Brouwer van de sleep boot Kinderdijk, ter hoogte van Schevingen, en te 6 uren nam. zag een zich thans hier in de haven bevindende visscher, die aan de bevoegde autoriteiten daarvan verslag heeft uitgebracht, de Adder mede op de genoemde hoogte. De monitor vorderde toen niets en de zee sloeg over het geheele schip, tot zelfs over den schoorsteen. De visscher, (zijn naam mocht mij niet gelukken op te sporen) zag niemand op het dek, ook geen noodsein en passeerde het oorlogsschip aan de landzijde, merkte op dat het slecht stuurde en veel gierde. Aldus verneem ik van personen, die geloofwaardig zijn. Algemeen gelooft men dat de Adder Woensdag avond reeds bleefhet horloge in den zak van den loods Duinker gevonden, stond stil op 9.10 ook vermoedt men dit aan den toestand der lijken dit zal ook door schouwing van deskundigen zijn nit te maken. Door kruisende stoombooten en schuiten worden lijken aangebracht. De loodskotter n° 4 is te Nieuwediep aangekomen met het lijk van den luit. t/z 2e klasse C. Jonckheer. Allen waren van zwemgordels voorzien. Er werd gemeld, dat achter den Hoorn op Texel was aangespoeld het lijk van den kommandant luit. t/z le kl. E. Simon van derAa. Dit schijnt echter onjuist te zijn geweest. Te Vlieland zijn aange spoeld zeven lijken. Bij het vertrek van het schip van IJmuiden werd telegraphiseh bericht gezonden aan het departement van marine, en eveneens moest volgens de voorschriften de aankomst te Helle- voetsluis worden gemeld. Deze aankomst kon verwacht worden Woensdag avond uiterlijk 6 of 7 uur. Toen dat bericht niet dien dag, ook niet Donderdag, zelfs niet des V r ij d a g s en eindelijk ook des Zaterdags niet bij het departement van marine was aangekomen, werd van daar op laatstgenoemden dag naar Nieuwediep geseind een oorlogsschip ter opsporing uit te zenden. Er was echter te Nieuwediep geen enkel schip der marine voor dien tocht beschik baar. De beicle ramschepen vóór de haven liggende, die hiervoor anders in aanmerking hadden kunnen komen, bezaten geen kompassen. Deze waren ter verificatie naar Leiden opgezonden, en op dien grond werd de Krans Naerebout eindelijk uitgezonden. Deze kalme berusting van het departement van marine gedurende verscheidene dagen vereischt zeker opheldering. den grootsten ernst en in de volmaaktste houding. In het rijtuig zaten twee jonge dames, in het zelfde reiscostuum, zeer smaakvol, doch hoogst eenvoudig gekleed. Toen het ïjjtuig voor het hekje in de haag was genaderd, hield de koetsier zijn paarden in en zei tot den priester «Mijnheer de pastoor, die dames hebben naar u gevraagd." Daarop keerde hij zich tot zijn passagiers en zei «Daar is de pastoor van Logneval." Pater Constantijn was naderbij gekomen en had het hekje geopend. De dames stapten uit en hare blikken vestigden zich niet zonder verbazing op dien jongen officier, die daar, wel eenigszins be dremmeld, stond, met zijn stroohoed in de eene en een vollen slabak in de andere hand. De dames kwamen den tuin in en de oudste zij scheen vijf en twintig jaren te zijn richtte het woord tot pater Constantijn, met een eenigszins vreemden, zeer eigenaardigen tongval. «Moet ik mij zelve maar presenteeren, mijn heer de pastoor Mevrouw Scott. Ik ben mevrouw Scott. Ik heb gisteren dit kasteel gekocht en de hofsteden en alles wat erbij behoort. Stoor ik u niet, kunt gij mij althans vijf minuten afstaan Zij vervolgde, op haar reisgenoot wijzende «Miss Bettina Percival, mijn zuster, dat hebt gij reeds geraden, denk ik. Wij gelijken veel op elkaar, niet waar AchBettina, wij hebben Onze taschjes in het rijtuig gelaten en die zullen wij wel noodig hebben." Te meer is dit bet geval, wijl de onzeewaar digheid der rammonitors 2e klasse bekend en vooral die van de Adder meermalen is gerappor teerd. Een ongeluk kon dus niet geheel onver wachts komen. Toen een tweetal jaren geleden de Matador, een schip van gelijken bouw als de Adder, hier moest binnenkomen en eenige dagen langer uitbleef dan verwacht was, maakte men zich dan ook zeer ongerust en werd onverwijld een stoom schip ter opsporing uitgezonden. Toch schijnt men bij het departement van marine nog geen aanleiding gevonden te hebben het voorbeeld van andere landen te volgen, waar deze schepen bij een zeetocht steeds worden begeleid. De gisteren avond verschenen St. Ct. meldt «Blijkens bij het departement van marine ont vangen telegrammen is Zr. Ms. monitor Adder Dinsdag den4e* dezer des avonds van Amsterdam en den volgenden morgen Woensdag te half tien ure, langs IJmuiden naar zee vertrokken. Op dien en den volgenden dag is het vaartuig volgens onderscheidene berichten op ver schillende plaatsen aan de kust van de Noordzee gezienhet laatst op Donderdag'a namiddags te 4 uren op de hoogte van Scheveningen, koer sende om de Noord. «Het vinden van het lijk van den loods, op de Adder geplaatst, deed een ramp vermoeden; on middellijk daarna werden twee stoomvaartuigen van het loodswezen en twee particuliere stoomsche pen ter opsporing uitgezonden." Op dit bericht in de St. Ct. volgt de lijst van de gezamenlijke opvarenden, wier namen reeds door ons zijn vermeld. In deze lijst is aangeteekend dat de lijken zijn gevonden van: Luit. t/z. 2e kl. G. Jonckheer; konstabel H. Scholtz; matrozen le kl. L. Kremer en J. Reizigerlicht matroos C. Buysermachinist 2e kl. J. Dalmeijer milicien vuurstoker G. Wagenaarzeeloods Duin ker. Hierbij meldt het blad nog: «Deze werden, nadat de identiteit is geconstateerd, op een pas sende wijze in de gemeente waar zij zijn aange bracht ter aarde besteld." Uit IJmuiden meldt men dat de namen der an dere schepelingen wier lijken zijn aangedreven zijn H. Riemers, machinistT. G. Michels, idem G. A. Yan Oerle, idem, H. Modderman, matroos. Uit Nieuwediep meldt men, dat ook gevonden zijn de lijken van den botteliersmaat D. van Brederode, de matrozen 3e kl. A. W. A. van Drieloen en J. Jutte en de marinier 3e kl. Scbieveen. De Italiaansehe bark Nuovo Provedentia passeerde Woensdag de Adder te ongeveer li uur n.m. op 3 Eng. mijl, onder eene frissche koelte uit 't Z.W. zonder hooge zee. Eenige personen te Noordwijk a/z. herinneren zich Woensdag middag te 12 uren een monitor dicht langs den wal stoomende gezien te hebben, terwijl een ingezeten aldaar Woensdagavond omstreeks half tien uur een stakelvuur gezien heeft in noor delijke richting. De mogelijkheid bestaat dat dit van de Adder was, terugstoomende naar IJmuiden. »Ik zal ze halen." Maar op het oogenblik dat Miss Percival de zakjes wilde gaan halen, zei Jean «Veroorloof mij, mejuffrouw, het voor u te doen." «Het spijt mij waarlijk, mijnheer, dat ik u die moeite veroorzaak. De knecht zal ze u aan geven, zij liggen op de voorbank." Zij had denzelfden tongval als haar zuster, de zelfde groote, donkere, levendige oogen en het zelfde haar, niet rood maar blond met een goudachtigen glans, waarin het zonlicht vroolijk speelde. Zij groette Jean met een vriendelijken glimlach en deze overhandigde Pauline zijn slabak en ging de taschjes halen. Onderwijl geleidde pater Constantijn, zeer aangedaan en ontroerd, zijne bezoeksters in de pastorie. III. Het was geen paleis, die pastorie van Logneval. Hetzelfde benedenvertrek diende voor salon en eetkamer en had gemeenschap met de keuken door een deur, die altijd wijd open stondhet was hoogst eenvoudig gemeubeld met twee oude leuningstoelen, zes matten stoelen, een buffet en een ronde tafel, waarop Pauline reeds gedekt had voor den pastoor en Jean. Mevrouw Scott en haar zuster liepen heen en weêr en hekeken met een soort van kinderlijke nieuwsgierigheid de inrichting van den pastoor. Het Dagblad meldt, dat schipper Abraham Westerduin van Scheveningen Woensdag avond in de Noordzee, tusschen Scheveningen en Katwijk bij slecht weder omstreeks 6J ure De Adder heeft ontmoet, gaande in de richting van de Maas; dat hij zoo nabij den monitor is gekomen dat hij bijna ware overzeild geworden, indien het oorlogschip een halve streek van koers ware veranderd. Daar de Adder veel water overkreeg is schipper W. bjj den monitor gebleven tot half tien, met het doel om zoo noodig hulp te verleeneneven na half tien heeft hij een verschrikkelijke rookmassa gezien en onderstelt dat de vuren toen uitgingen. Schipper W. is met den waterschout van Sche veningen en een matroos bij den minister van marine ontboden. Uit Nieuwediep wordt gemeld, dat op het lijk van den luit. t/z Jonckheer, een met potlood geschreven brieftje ia gevonden, van den volgen den inhoud: «Passeeren ten 10 uur de piers. Sturen koers «magnetisch Z.W., stunrkompas Z.t. W.^W., standaard «(kompas) Z.W. W. Koppelen roerstoomheweging «af. Bergen brugtent-kleedensjorren toren; zetten «alles zeevast. Water bij de pomp niet ingevuld). «Trachten te 6 uur te draaien, om IJmuiden te bereiken, «doch het schip weigert herhaaldelijk met schroeven «sturen; daarop Z. t O. om minder water over te nemen." Blijkbaar is dit een z. g. n. «wachtbriefje", be vattende de aanteekeningen, naar welke de van de wacht komende officier het journaal inschrijft. Aangenomen dat de hier opgegeven uren en koer sen juist zijn (ze kunnen door het zeewater ondui delijk zijn geworden), dan kan met 10 uur bedoeld worden den voormiddag van Woensdag, toen men IJmuiden verlaten had en de hoofden voorbij was. Des middags te 6 uren van dien dag zou de monitor dan vruchteloos getracht hebben naar IJmuiden terug te keeren. In hoever de onderstelling van de Staats-Ct. juist kan zijn, dat het vaartuig Donderdag middag nog gezien zou wezen, kunnen wij niet beoordeelen. Wij zagen boven, dat in het Handelsblad het tijdstip der ramp op Woensdag avond gesteld werd. Het voorstel, door den heer Yan Eek ingediend tot wijziging van het reglement van orde der tweede kamer, bevat in de eerste plaats de in voering van het stelsel van zelfstandige rappor teurs, met wegneming der grieven, vroeger daar tegen aangevoerd. O. a. wordt voorgesteld dat in het verslag zullen behooren te worden opgenomen de ter zake dienende opmerkingen, in de afdee- lingen gemaakt. Op vele andere punten worden wijzigingen voorgedragen, bijv. het getal afdeelingen met èen te vermeerderende orde in de vergadering beter te verzekeren; de uren der beraadslaging te beperken; de lijsten van inschrijving als spre kers af te schaffenaan de sprekers een vaste plaats aan te wijzenhet verslag op verzoek schriften op een daartoe aangewezen dag te doen uitbrengen, ter betere verzekering van het petitie recht terwijl voorts nog tal van andere verande ringen strekken om verbetering en vereenvoudiging «Maar de tuin en het huis, alles is even aardig," zei mevrouw Scott. Zij gingen beide de keuken in. De priester volgde haar, verbluft, verward, verlegen door dezen onverwachten, plot- selingenAmerikaanschen inval. De oude Pau line zag de vreemdelingen angstig en beducht aan. «Dat zijn zij dus, die ketterinnen, die ver doemden zei zij bij zichzelf. «Ik maak u wel mijn compliment, juffrouw," zei Bettina, «uw keukentje is zeer netjes Kijk eens, Suze, is het niet net een pastorie zooals gij ge- wenscht hebt?" «En de pastoor ook," vervolgde mevrouw Scott. «Achja mijnheer de pastoor, mag ik u dat wel zeggen? Als gij wist hoe gelukkig ik ben, dat gjj zijt zooals gij zijtWat heb ik van morgen in den trein tot u gezegd, Bettina? en zoo even in het rijtuig nog?" «Mijn zuster zei, dat zij bovenal hoopte een pastoor te vinden die niet jong, niet somher, niet streng waseen pastoor met wit haar en een goedig, zacht uiterlijk." «En zoo zijt gij precies, mijnheer de pastoor, precies. Neen, dat kon niet beter. Yergeef mij, dat ik zoo tot u spreek. De Parijsche dames weten hare gedachten zoo mooi en handig in te kleeden; maar dat kan ik niet en ik zou heel veel moeite hebben om mij in het Fransch uit te drukken, als ik de dingen niet zoo onomwonden, zoo eenvoudig weg zei, zooals ze mij voor den geest komen. Hoe het zij, ik ben tevreden, zeef

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1