N° 158. 125e Jaargang. 1882.
V rijdag
7 Juli.
MiddellDurg 6 Juli.
FEUILLETON.
PATEE CONSTANT IJ N.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicifé G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Adv'ertentiën20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Uit het Fransch,
van
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Het stoomschip Varna is gisteren in den voor
middag uit Amsterdam naar zee vertrokken, met
bestemming eerst naar Drontheim, vervolgensnaar
Hammerfest, daarna, vergezeld door het stoomschip
Louisenaar Dicksonhaven in Siberië. De stoom
boot Mercurius, aan boord hebbende prof. Buys
Ballot, de schout-bjj-nacht Escher, de leden van
het comité, den senaat van het Amsterdamsche
studentenkorps en een aantal andere belangstel
lenden, deed de Varna tot in zee uitgeleide.
Zoo als wij reeds vroeger medegedeeld hebben,
is de expeditie samengesteld als volgtdr Maurits
Snellen, chef; luit. ter zee le kl. L. A. H. Lamie,
belast met de sterrekundige bepalingen, met het
verleenen van hulp bij de magnetische waarnemingen
en chef der huishoudingde arts en doctorandus H. J.
Kremer; de doctorandus J. M. Ruys, belast met
plant- en dierkundige onderzoekingen; de docto
randus H. Ekema, belast met natuurkundige waar
nemingen en met de photographiede timmerman
Svend Petersen, uit Noorwegende machinist en
apotheker A. A. D. van Dolder, van Middelburg;
de kok en bakker J. de Bruijn; de stuurman
C. M. Beutler; en de stoker en matroos J. W.
Stapper
Den vorigen dag was in het Amstel-hotel aan de
wetenschappelijke leden der expeditie een feest
maal aangeboden. Aan boord van de Mercurius
richtte prof. Kan een woord van afscheid tot hen,
dat de gevoelens wedergeeft waarmede alle Neder
landers, die de pogingen tot verhooging van den
wetenschappelijken roem van ons vaderland op
prijs stellen, de expeditie naar het barre Noorden
zien vertrekken.
Na aan prof. Buys Ballot hulde gebracht te
hebben, als de man aan wien het te danken is,
Men zal misschien opmerken, dat wij de scheiding,
welke in alle bladen aangetroffen wordt, van het per
soneel der expeditie in een -staf" en in «ondevhoorigen",
achterwege laten. Wij zien in 't minst niet in wat dit
beduidt, daar ieder uit de vermelding der betrekkingen
zien kan welke werkkring aan de verschillende leden
der expeditie opgedragen i9Eene andere onder
scheiding te maken, tusschen b. v. den kok en den doc
torandus, die beiden een jaar van hun 'even gaan opofferen
om in 't barre Noorden hun diensten aan de bevor
dering der wetenschap te wijden, komt ons evenmin
rechtvaardig als vrijzinnig voor. De dienst van den een
kan immers evenmin ontbeerd worden als die van den
ander. Laat de Nederlandsche coterie- en standengeest
in 's hemelsnaam ten minste aan déze zijde der IJszee
blijven
Van alle woorden, die men had kunnen kiezen, is
bovendien dat van «onderhoorigen" zeker het minst gepast.
«Ondergeschikten" ware eveneens overbodig geweest
maar 't had althans de dwaze gedachte niet opgewekt
aan middeleeuwsche ridders, die met hun «hoorigen" ter
"heir-vaart" trokken.
4
LÜDOVIC HALÉVif.
I.
Zij is niet gedecolleteerd als zij te paard
zit. Gij hebt haar hals niet gezien en die
moet men juist zien er bestaat op het
oogenblik in heel Parijs niets mooiers En
öp mijn woord, ik ben naar het bal gegaan, ik
heb het roode haar en den blanken hals van
mevrouw Scott gezien, en ik hoop ze beiden nog
eens te zien ais er bals gegeven worden te Log
neval."
»Paul 1" zei mevrouw De Lavafdens, en wees
op den pastoor.
»0mijnheer de pastoor, ik vraag u wel
excuusHeb ik soms iets verkeerds ge
zegd Ik geloof het niet."
De arme priester had niets gehoord. Zijne
gedachten waren elders. Reeds zag hij in een der
dorpsstraten den dominé van het kasteel voor elk
huis stilstaan en tractaatjes onder de deur steken.
Paul vatte zjjn verhaal weer op en gaf een
opgewonden beschrijving van het huis, dat een
^vppder moest zjjn.
dat in deze gemeenschappelijke onderneming van
alle beschaafde natiën, Nederland niet achter blijft,
sprak de heer Kan de reizigers als volgt toe:
»En thans mijne heeren, een woord tot u, die
afscheid neemt van uw land, van uwe vrienden,
van uw gezin, om aan de roepstem van onzen
Buys Ballot gehoor te geven.
»Ik zal mij wachten de gevoelige snaren aan
te roeren, die nog natrillenik zal eerbied hebben
voor de smart, die gij, bij het afscheid, met alle
mannelijke kracht hebt overwonnen! Liever spre
ken wij, voor zooverre dit van u kan afhangen,
het vaste vertrouwen uit, dat ons op het welslagen
dezer onderneming bezielt. Reeds door u aan te
sluiten bij de expeditie hebt gij het bewijs gele
verd, dat gij behoort tot dat deel van het jonge
Holland, 't welk niet lacht met het denkbeeld
van opoffering voor nationalen roem, maar Goddank
nog bezield is met den idealen zin van een Koo
lemans Beynen, die zooveel kracht kan wekken
en zooveel goeds tot stand brengen!
»En toch was zeker de nationale roem niet uw
hoofdprikkel, even weinig als de gedachte, om
door geruchtmakende ontdekkingen uw eigen
naam of roem te vestigen.
Slechts die beweegreden heeft u kunnen nopen,
dat gij, nederig en degelijk als hij die u riep, een
jaar van uw leven aan strenge wetenschappelijke
werkzaamheid wildet wijden, teneinde mede te
werken tot de oplossing van zoovele vraagstukken,
op het gebied van zoo verschillende wetenschappen,
en dewijl zulk een beweegreden hem, die er door
geleid wordt, hooger stempeltZijn kracht en
zijn weerstandsvermogen verdubbeltdaarom ge-
looven wij, dat gij den moed en de opgewektheid
niet zult verliezen, wanneer de reis hare gevaren
en vermoeienissen oplevert, wanneer gij door de
eentonige natuur zijt omgeven, wanneer de korte
dag tot somberheid stemt, wanneer gij slechts in
den omgang met elkander aan den trek tot ge
zelligheid kunt voldoen. Niet dus nog uwe
voorbereiding en uw verledenniet enkel het
feit dat de vereerende keuze als lid der expeditie
op u is gevallen, zelfs niet de op zichzelve reeds
zoo kloeke daad der aansluiting bij de expeditie,
waarborgen zoozeer ons vertrouwenals de
vaste overtuiging, dat hooger beginsel dan roem
zucht uw drijfveer was, dat meer dan de opge
wondenheid van het oogenblik, die zoo slecht tot
kloeke volharding in staat stelt, u allen heeft geleid.
»En toch mijne heeren, ook weder bij deze
overigens zoo zorgvuldig voorbereide expeditie zal
met den factor van geluk of ongeluk moeten
gerekend worden. Waarom het te ontveinzen?
»Waarin zou de moed, de zelfopoffering gelegen
zijn, als alles vooraf kon voorzien worden Daarom
blijft er, bij alle vertrouwen in den goeden uit
slag, gelegenheid tot wenschen over, tot vurige
wenschen, opstijgende uit den boezem van allen
hier, die u begeleiden en van het geheele be
schaafde deel der natie: vurige wenschen, die u
vergezellen op uwen moeilijken tochten in het jaar
uwer vrijwillige ballingschap
»Van slechten smaak en kakelbonte
weelde," viel zijn moeder hem in de rede.
Volstrekt niet, mama, volstrekt niet Niets
kakelbonts, niets hards. Bewonderenswaardige
meubels, alles draagt den stempel van bevallig
heid en oorspronkelijkheid. Een heerlijke bloemen
kas met electrische verlichting. Een buffet in die
bloemenkas, onder wijngaardranken, vol druiven
trossen in de maand April, waarvan men
naar hartelust mocht plukken. De aardigheden
voor den cotillon hadden vier duizend franken
gekost. Beelderige kleinoodiën, bonbonnières en orna
menten met vriendelijk verzoek ze mee te
nemen. Ik heb niets meegenomen, maar menig
een heeft zich goed voorzien. Puymartin heeft mij
dien avond de geschiedenis van mevrouw Scott ver
teld! maar die komt niet geheel overeen met het
verhaal van mijnheer De Larnac. Roger zei, dat
mevrouw Scott, toen zjj een heel klein kind was,
door kunstenmakers gestolen was en dat haar
vader haar teruggevonden had, terwijl zij in een
paardenspel door papieren hoepels en over bande
lieren sprong."
»Dus een paardrijdsterriep mevrouw De
Lavardens uit, ik had nog liever een bedelaarster."
»En terwijl Roger mij dien roman uit Le
petit Journal vertelt, zie ik aan het einde der
galerjj de ex-paardrijdster uit het rondreizend cir
cus aankomen in een wolk van satjjn en kant
en ik bewonder haar hals, dien schitterenden hals,
waarop een halsketen van diamanten, zoo groot
als de stoppen van een karaf, prijkte. Men zegt
dat de minister van financiën in het geheim aan
»Och hing het van ons af: hoe zou de ijsgrens
terugwijken! de straten, die Nova Zembla vaneen
scheiden, zich openen de Karazee het welwillend
karakter vertoonen, dat zij zoovele jaren heeft
bezetenen Dicksonhaven voor u een veilige
en behouden haven zijn
»Doch waarom itit te weiden over datgene,
waarvan gij verzekerd zijt!
»Nog slechts dit:
»Wilt u toch overtuigd houden, dat als het jaar
uwer werkzaamheid ten einde spoedt, en (wat zoo
natuurlijk is) het verlangen naar uw land en uw
gezin krachtiger zal ontwaken, dat dan ook door
ons de weken en dagen zullen geteld worden,
die er nog moeten verloopen, voordat wij u de hand
kunnen drukken, voordat wij u zoo recht hartelijk
dank kunnen zeggen voor alles, wat gij in 't be
lang der wetenschap, voor Nederland en onzen
Buys Ballot hebt verricht en voordat wij u, be
vrijd van de zorgen en weemoedige gevoelens, die
u en ons op dit oogenblik bezielen, met louter
jubeltonen kunnen welkom heetenMoge ook
deze gedachte uwen moed kunnen verlevendigen.
Ook na den langen winternacht verschijnt de zon
weder aan den horizontHoe langer de scheiding,
hoe heerljjker het wederzien!"
Eene zonderlinge verklaring wordt in het
Vaderland gegeven van het staken der werken
aan de voormalige marinesluis te Ylissingèn. Het
zou namelijk gebleken zijn, dat de voorhaven
vóór die sluis te klein is om bij hooge zee te
kunnen dienen. Wilde men de sluis in dienst
stellen, dan zouden uitgaven van p. m. anderhalf
millioen noodig zijn, wat bij de geringe scheep
vaartbeweging te Ylissingèn thans niet gewettigd
zou zijn.
Jammer is het, voegt het Vad. niet ten
onrechte hierbij, dat de uitgaven, van eenige
tonnen, die aan deze sluis besteed zijn, thans
blijken vruchteloos te zijn weggeworpen.
Dewijl dit inderdaad zoo „jammer" wezen zou,
is de wensch zeker niet onredelijk dat de inge
nieurs, die met het verbeteren der sluis begon
nen zijn, in 't openbaar ter verantwoording
geroepen werden. Misschien zou dan wel weder
„blijken", dat de „kleinheid" der voorhaven eene
zaak is van subjectieve opvatting, en dus voor
zeer verschillende beschouwing vatbaar.
Door den heer J. W. C. Hejjse, lid van gede
puteerde staten, is eene som beschikbaar gesteld
voor een of meer medailles voor den wedstrijd
van handwerkslieden te Goes.
Te Wissekerke is tot wethouder en tot ambte
naar van den burgerlijken stand benoemd de heer
J. de Neve in plaats van den heer C. de Smidt Dz.,
die, met het oog op zijn a. vertrek naar Noord-
Amerika, als zoodanig ontslag heeft genomen.
(G. Ct).
XSatli, 5 Juli. Na een ziekte van eenige
mevrouw Scott de helft der kroondiamanten ver
kocht heeft en dat hij daardoor de vorige maand
vijftien millioen overschot op zijn budget heeft
gehad. Voeg daarbij dat zij een zeer fiere houding
heeft, die gewezen kunstenmaakster, en dat zij
zich te midden van al die grootheid volkomen op
haar gemak scheen te gevoelen."
Paul was zoo in vuur geraakt, dat zijn moeder
hem tot zwijgen moest brengen. Tegenover den
zeer teleurgesteld en mijnheer De Larnac liet hij
al te duidelijk bljjken, hoe blij hij was dat die
schitterende Amerikaansche dame zijn buurvrouw
Werd.
Pater Constantijn maakte zich gereed om den
terugweg naar Logneval aan te nemen, maar Paul
terughield, hem zeggende
»0, neen, neen, mijnheer de pastoor, gij moet
niet ten tweede male dien weg te voet afleggen,
bjj die hitte. Vergun mij dat ik u met het rij
tuig thuis breng. Het spijt mij erg dat gij zoo
bedroefd zijt en ik zal mijn best doen om u wat
op te vroolijken. Ogjj moogt nog zoo heilig
zijn, ik laat u toch nog wel eens lachen over
mijne dwaasheden."
Een half uur later reden de pastoor en Paul
naast elkaar in de richting van het dorp. Paul
praatte onophoudelijk door. Zijn moeder was er
nu niet om hem te matigen en in toom te hou
den. Zijn blijdschap kende geen grenzen.
sNeen, ziet gjj, mjjnheer de pastoor, gjj doet
verkeerd met u de zaken zoo aan te trekken
Kijk, zie eens hoe mijn paardje draafthoe het.
zijn beenen optiltGij kent het nog niet. Weet
maanden is alhier, in den ouderdom van ruim 70
jaren, overleden de heer D. Windhorst, burge
meester van de gemeente Rilland-Bath.
Vóór vele jaren hier als milicien in garnizoen,
bleef hij, bij zijn terugkeer in het burgerlijk leven,
te Bath woonachtig. Tot lid van den gemeente
raad gekozen, volgde al spoedig zijn benoeming
tot burgemeester. Bijna 30 jaren heeft hjj zijne
beste krachten in die betrekking besteed aan 't
welzijn dezer gemeente.
Door vele ingezetenen geacht en bemind, mag
zjjn heengaan een waar verlies voor de gemeente
worden genoemd.
Kierikiec, 4 Juli. Over de twee torens op
de Kleine kerk alhier zjjn sedert het vorige jaar
de spraken verward.
Reeds gedurende twee geslachten, we zullen
straks zien op welken grond, onderhoudt de bur-
gerljjke gemeente beide, schoon zij slechts van
dien met het uur- en slagwerk dienst heeft. De
andere, of liever de klok in den anderen,
Klept en klepelt eeuweD lang,
Den vrome een voorspel ten gezang.
Vanwege de hervormde gemeente wordt zij
namelijk een half uur vóór en bij den aanvang
van iedere godsdienstoefening geluid, zonder daar
voor iets te betalen.
De meerderheid van den raad, dit, bjj het vast
stellen der laatste begrooting, blijkbaar onbillijk
vindende, besloot, ook naar aanleiding van het
nieuwe model, onder de ontvangsten een memorie-
post uit te trekken voor het gebruik der klok,
en later met het bestuur der hervormde gemeente
over het bedrag in onderhandeling te treden.
Zoo geschiedde, doch zonder gevolg. Kerk
voogden toch antwoordden, dat ze ongenegen zjjn
eenige vergoeding te geven en de kerk, zoo de
gemeente bevoegd is tot het heffen van een jaar-
ljjksch klokkegeld, even goed recht heeft huur
vragen voor den toegang tot en het dragen van
den toren!
Dit antwoord sluit niet alleen den weg voor
een minlijk vergelijk, maar vermeerdert de ver
warring, en deze zal, naar het zich laat aanzien,
nog lang duren, daar burgemeester en wethouders,
in de raadsvergadering van gisteren, verklaarden
dat zij, om het splinterige der zaak, vermeenden
zich van het doen van een klokkegeldheffend
voorstel te moeten onthouden.
Tengevolge daarvan en ten einde leven te bren
gen in den dooden memoriepost, stelde een der
raadsleden voor om aan de kerk het gebruik der
klok te verbieden en die, desnoods, uit den toren
te nemen.
Slechts twee stemmen waren voor dit radicale
middel en dit is, met het oog op de bjj de be
grooting gevallen beslissing, te verwonderen, tenzij
men inmiddels tot de ervaring gekomen is dat
het ook nu nog, zelfs voor een gemeente, geen zaak
is de kerk of haar gezalfden aan te tasten.
De kerk kan nu het luiden en de gemeente het
onderhoud voortzetten.
gij wat ik er voor betaald heb Vier honderd
franken. Ik heb het veertien dagen geleden ge
vonden vóór een kar van een groenteboer. Als
het maar eens goed in gang is, loopt het vier
mijlen in een uur en men heeft er ai dien tijd
de handen vol mede. Kijk dat eens trekken
Kom to to to Gij hebt geen haast, niet waar
mijnheer de pastoor? Willen wij weer hetbosch
ingaan? Het zal u goed doen een luchtje te
scheppen. Als gij wist, mynheer de pastoor, hoe
veel ik van u houd en hoe hoog ik u achtIk
heb toch niet te veel malligheden gezegd, zoo
even tegenover u? Als dat zoo was, zou het mjj
zeer spijten
»Neen, mijn jongen, ik heb niets gehoord."
»Laat ons dan een eindje omrijden."
Nadat zij links het bosch ingeslagen Waren,
kwam Paul op zjjn eerste gezegde terug.
»Ik zei daar, mijnheer de pastoor, dat gij
verkeerd doet met u de zaken zoo aan te trekken.
Wil ik u eens zeggen wat ik denk Hetgeen er
gebeurd is, is zeer gelukkig."
»Zeer gelukkig?
Ja, zeer gelukkig. Ik heb liever de Scotts
te Logneval dan de Gallards. Hebt gjj niet ge
hoord hoe mjjnheer De Larnac hen verweet dat
zij hun geld zoo dwaas verkwisten? Het is
nooit dwaas geld uit te gevenmaar wei het
te bewaren. Uwe armen, want ik ben zeker
dat gij aan uwe armen denkt, hebben vandaag
een gelukkigen dag. Dat is mijn gevoelen. De
godsdienst? ja, de godsdienst Zij zullen
niet naar de kerk gaandat spjjt u natuurlijk j