N° 155.
125e Jaargang.
1882,
4 Juli.
Dinsdag
FEUILLETON.
Middelburg 3 Juli.
PATER CONSTANT IJ N.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Advertentiën20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: vanl -7 regels ƒ.1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Uit het Fransch,
Nijverheids-Tentoonstelling te Goes.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Door den heer Hammacher, lid der prov. staten,
is aan die vergadering het volgende voorstel ge
daan, dat ondersteund wordt door de leden m™
Brevet en Hennequin.
»De ondergeteekende heeft de eer aan de ver
gadering der provinciale staten van Zeeland voor
te stellen, in het reglement op 'de wegen en
voetpaden in Zeeland, vastgesteld door de staten
in hunne vergaderingen van 5 November 1880 en
8 Juli 1881, en afgekondigd bij besluit van ge
deputeerde staten van Zeeland van 12 Augustus
1881, Prov. blad n° 85, te brengen de volgende
wijzigingen
1° te doen vervallen het artikel 86
2° eveneens te doen vervallen het artikel 87
3° artikel 89& te lezen als volgt«voorwerpen
te vervoeren met zoogenaamde mallejans, tenzij
de voorwerpen zóo zjjn geladen, dat zij over den
weg niet sleepen en slechts bjj uitzondering op den
weg stooten
4° te doen vervallen het artikel 101
5° in verband met de voorafgaande wijzigingen,
in artikel 113 1 a te doen vervallen het cijfer
101 1, in artikel 113 1& de cijfers 8689 te
vervangen door 88 en 89, in de artikelen 113 2,
117 en 118 3e alinea, te doen vervallen de getallen
86 en 87, en in artikel 118 4e alinea, te lezen
in plaats van 86 tot 89, 88 en 89.
Verbod om met den korten dissel te rijden.
Verbod om met twee of meer aan elkander ge
koppelde beladen voertuigen te rijden.
Voorschrift betrekkelijk de kruislijn.
Bij gelegenheid van het aanstaanden Donderdag
alhier te geven concert door de Brusselsche Gui
des zullen des avonds van Middelburg naar
Goes en van Middelburg naar Vlissingen extra-
treinen loopen. De trein naar Goes stopt ook te
Arnemuiden en te 's Heer Arendskerke en ver
trekt te 11 u. 10 m. 's avonds. De trein naar
Vlissingen vertrekt te 12 u. 20 m. 's nachts.
De treinen zullen uit waggons der drie klassen
bestaan, en gewone zoowel als retour-biljetten
zullen geldig zijn.
Kanton Oostïmrgr, 1 Juli. De oogst is
reeds begonnen. Hier en daar ligt al een partijtje
koolzaad gesneden en is er reeds gedorscht en
verkocht. De prijs, 12 per HL., bevredigde den
landbouwer meer dan de opbrengst, daar die dit
jaar bijna zonder uitzondering wel beneden de 10
HL. per gemet zal blijven.
Mogen de landbouwers op een oyervloed van
stroo niet rekenen, toch laat zich een vrij goede
opbrengst der graangewassen verwachten. Het
zachte weder, met bedekte lucbt, werkt tot een
flinke vorming van den graankorrel goed mede.
Puik vlas zoo min als vlas van geldelooze waarde
3
VAN
LUDOVIC IIALÉVY,
l.
Dat ging den ouden priester nu alles door het
hoofd, terwijl hij zijn weg naar Souvigny vervolgde.
Hij ging naar de stad, naar den procureur der
markiezin, om den uitslag der verkooping te ver
nemen, om te weten wie de nieuwe bezitters van
Logneval zouden zijn. Hij had nog een mijl af
te leggen eer hij de eerste huizen van Souvigny
bereiktehij liep nu langs den muur van het
park van Lavardenstoen hij eensklaps boven
zjjn hoofd stemmen hoorde, die hem riepen
«Mijnheer de pastoor, mijnheer de pastoor!"
Op deze hoogte liep een lange lindenlaan langs
den muur en vormde een terras, waar hij, het
hoofd opheffende, mevrouw De Lavardens met
haar zoon Paul gewaar werd.
«Waar gaat gij heen, mijnheer de pastoor?"
vroeg de gravin.
«Naar Souvigny om te vernemen
?Bljjf maar hier Mjjnheer De Larnae
wordt veel aangetroffen. De bedongen prijzen
wisselen meest van ƒ150 tot ƒ200.
De aardappelen beloven veel.
Het bestuur der Vereeniging van Burg. en Secr.
in Zuid- en Noord-Beveland heeft een circulaire
gericht aan de besturen der gemeenten in Zeeland
betrekkelijk de oprichting eener provinciale ver
eeuiging ter beoefening van administratief recht.
Uit die circulaire blijkt, dat de vereeniging, van wie
zij uitgaat, den 16 April 1878, op het initiatief van 15
burg. en secret., werd opgericht en thans 77 leden
telt. Het bestuur deelt het doel der vereeniging
mede in de volgende puntena bevordering dei-
kennis van het administratief recht, door bespre
king van en overleg omtrent bescheiden en han
delingen hoofdzakelijk met betrekking tot het be
stuur der gemeente, zonder daarom besprekingen
van anderen aard, gegrond op dat recht, uit te
sluiten; b onderlinge inlichting omtrent zaken,
den werkkring der leden betreffende, ten einde de
meest mogelijke eenheid in de toepassing van de
voorschriften te erlangenc behartiging van ge
meenschappelijke belangen der leden.
Het bestuur noodigt hen, die ter bevordering van
deze bedoelingen tot de vereeniging willen toetre
den, (in de eerste plaats de burg., weth., leden
van den raad, secret, en verdere administratieve
ambtenaren) uit, zich voor den 15 Juli e. k. aan
te melden bij den heer H. G. Hartman Jzsecret,
der vereeniging en secret, der gemeente Goes.
(N. R. Gt.)
Kierikzee, 1 Juli. De rechtbank was gis
teren voor het eerst in de noodzakelijkheid om
alinea drie van art. 23 der drankwet toe te passen,
en een 84jarigen dronkaard tot een gevangenisstraf
van drie dagen te veroordeelen.
Blijkens een gisteren bij particulieren te Amster
dam ontvangen telegram van Batavia, hebben in
de residentiën Soerabaija, Kedirie en Madioen he
vige overstroomingen plaatsgehad. Nadere bijzon
derheden ontbreken. (N. R. Ct.J
Naar men verneemt liggen al de wetsontwer
pen, benoodigd voor de invoering van het nieuwe
wetboek van strafrecht, aan het ministerie van
justitie gereed. Het eerste daarvan, strekkende tot
aanwijzing van de gestichten waar gevangenisstraf
en van die van hechtenis wordt ondergaan, is zoo
als men weet, reeds bij de tweede kamer inge
diend en in de afdeelingen «vrij algemeen" gun-
tig ontvangen, De indiening der overige wets
ontwerpen aan den raad van state wordt tot dus
ver door de ministerieele crisis belet.
De St. Ct. bevat het kon. besluit bepalende de
plaatsing in het Staatsblad van de tusschen Ne
derland en Servie op 5/17 October 1881 te Wee
nen gesloten overeenkomst tot verzekering weder
zijds der behandeling op den voet der meest be
gunstigde natie, voor zooveel betreft den in-, uit
en doorvoer van goederen, enz. en de consulaire
vertegenwoordiging.
komt mij na den verkoop den uitslag vertellen."
Pater Constantijn klom het terras op. Geertruida
de Lannilis, gravin De Lavardens, was zeer onge
lukkig geweest. Op haar achttiende jaar beging
zij een dwaasheid, de eenige in haar leven, maar
die was onherstelbaar. Zij trouwde uit liefde,
in een opwelling van geestdrift, van hartstocht,
met mijnheer De Lavardens, een der verleidelijkste
en geestigste jongelieden van zijn tijd. Hij beminde
haar niet en huwde haar slechts uit noodza
kelijkheid; hij had tot den laatsten cent van zijn
eigen fortuin opgemaakt en hield in de laatste
twee of drie jaren slechts door allerlei kunstmid
delen het hoofd boven water. Dit alles wist freule
De Lannilis en zij maakte zich in dit opzicht
geen illusies, maar zij zei: »ik zal hem beminnen
en hij zal eindigen met mij te beminnen." Dat
was de oorzaak van al hare rampen geweest.
Haar leven zou dragelijk geweest zijn, indien zij
haar man niet zoo bemind had, maar zij had
hem al te lief. Zij vermoeide hem met haar
teederheid, met haar liefde. Hij hervatte zijn
vorig leven, dat zeer ongeregeld was geweest. Zoo
verliepen er vijftien jaren in een martelaarschap,
dat door mevrouw De Lavardens gedragen werd
met al den schijn van kalme berustingmaar die
berusting kwam niet uit haar hart. Niets kon
haar afleideü of genezen van de liefde, welke
haar verteerde.
Mijnheer De Lavardens stierf in 1869 en liet
een zoon van veertien jaren na, bjj wien zich reeds
alle hoedanigheden en alle gebreken van zijn
De eerste vergadering is te 's Gravenhage ge-
honden van de vóór korten tijd opgerichte maat
schappij tot exploitatie van het eiland Batjan,
behoorende tot den Molukschen archipel in Oost-
Indië. De werkzaamheden hebben zich tot dusver
bepaald tot eenigen handel in de voornaamste
levensbehoeften der inlandsche bevolking en in
voorbereiding tot het aanvangen van landbouw
ondernemingen. Een stoomschip van ruim 60 ton
laadruimte en 125 paardekrachten en een stoom-
barkas, voor de gemeenschap met Ambon, zijn te
Amsterdam gebouwd.
De hoofdadministrateur, de heer J. J. de Roche-
mont, kwam den 7CB Januari te Ternate en vertrok
den 22en naar Batjan, waar hij na 2J dagreizen
in een prauw aankwam. Den 30ea Januari had hij
reeds 60 arbeiders in dienst, den 7en Februari
vermeerderde dit aantal door aanvoer per mailboot
met 67 koppen, en den 28en Februari kwamen
nog 23 arbeiders van Ternate en Tidore. Yolgens
de laatst ontvangen mededeelingen heeft de hoofd
administrateur buitendien het gegronde uitzicht
op de aanwerving van een belangrijk aantal Ja-
vaansche landbouwers. Op Batjan had hij vele
besprekingen met den sultan en de rijksgrooten
over de verschillende belangen der maatschappij.
Het geregeld bezoek der maandelijksche mailboot
is nog niet zeker, maar mag met eenigen grond
verwacht worden.
Landbouw zal een der voornaamste middelen
van exploitatie wezenkoffie en noten komen
daarvoor het eerst in aanmerking; cacao eerst
nadat zekerheid zal zijn verkregen dat de op vele
plaatsen gebleken ziekte in die plant met succes
te overwinnen zal zijn. Intussehen blijft de inza
meling van dammar en andere producten voor den
handel ook tot den eersten arbeid behooren, terwijl
de exploitatie der sagobosschen blijft wachten op
de verbetering der middelen van vervoer.
Wat de hoofdadministrateur te zien kreeg, op
zijne tournees door het voornaamste eiland, van
koffie- en notenplantsoen, gaf hem alle aanleiding
tot goede verwachtingen, en van cacao vond hij
evenzoo eenige aanplantingen, waar de bekende
ziekte zich niet vertoonde.
Het Ato-departement Leeuwarden heeft beslo
ten bij adres zijne instemming te betuigen met
het adres van het Ned. Werkliedenverbond aan de
tweede kamer, betreffende het wetsontwerp
tot beteugeling van den kinder-arbeid.
Uit Teheran wordt aan de Indépendance Beige
geschreven, dat de schah van Perzië aan den
koning der Nederlanden, om hem een bewjjs van
zijn vriendschap te geven, heeft toegekend het
grootkruis der Orde van de Leeuw en de Zon in
brillanten, zijnde dit de hoogste onderscheiding,
waarover de Perzische regeering heeft te beschikken.
Goes, den 3ea Juli 1882.
Vroolijk wapperden de vlaggen en vriendelijk
vader openhaarden. Zonder geheel opgemaakt te
zijn, was het fortuin van mevrouw De Lavardens
toch niet weinig verminderd. Zij verkocht haar
huis te Parijs en leefde buiten zeer zuinig en een
voudig, om zich geheel aan de opvoeding van
haar zoon te wjjden.
Maar ook daarbij wachtten haar verdriet en te
leurstelling. Paul de Lavardens was begaafd,
beminnelijk en goed, maar wars van eiken arbeid
of dwang. Hij bracht de drie of vier leermeesters,
die te vergeefs trachtten hem iets ernstigs in te
prenten, tot wanhoop, meldde zich aan voor
St. Cyr, doch werd niet toegelaten, en begon met
te Parijs in den kortst mogelijken tjjd, op de
allerdwaaste manier van de wereld, twee of drie
millioen op te maken.
Nadat hij dit heldenstuk volbracht had, nam
hij dienst in een regiment Afrikaansche jagers,
had het geluk van te beginnen met deel uit te
maken van een expeditie naar de Sahara, gedroeg
zich dapper, werd zeer spoedig fourier en zou na
drie jaren tweede luitenant geweest zijn,
als hij niet verliefd was geworden op een jong
meisje, dat in een schouwburg te Algiers La
fitte de Mme Angot speelde. Paul had zijn tijd
uitgediend, nam zijn ontslag en kwam met zijn
operette-zangeresje naar Parijs, daarna was
het een danseres, toen een tooneelspeelster,
toen een paardrjjdster. Hij doorliep alle genres
en leidde het schitterende, ellendige leven van
een nietsdoener. Doch hij bleef slechts drie
of vier maanden te Parijs. Zijn moeder gaf hem
scheen de zon, toen heden morgen de trein van
10.9 de genoodigden ter opening van de tentoon
stelling uit Middelburg bracht. De commissaris
des konings, eenige leden van de gedeputeerde
staten, de heeren Borsius en Pompe van Meerder-
voort, leden van de le en 2e kamer der staten-
generaal, werden onder de reizigers opgemerkt.
Het hoofd van het gewestelijk bestuur werd aan
het station door eene deputatie uit de commissie
voor de tentoonstelling ontvangen en naar een
open rijtuig geleid.
De overige genoodigden, leden van de commissie,
commissarissen, jury-leden, eenige inzenders, be
nevens de leden van den gemeenteraad en andere
autoriteiten begaven zich tegen 11 uren naar de
lokalen der sociëteit Van Ongenuchten Vrij, waar
het muziekkorps der Middelburgsche schutterij
reeds gereed stond om de plechtigheid van den
dag met zijne feestelijke tonen op te luisteren.
Yoor heden bepalen wij ons tot die plechtig
heid, eene beschrijving en meer uitvoerige be
schouwing der tentoonstelling tot later bewarende.
Ditmaal zij dus de verzekering voldoende, dat de
bij uitstek zich tot een dergelijke versiering leenende
ruime zaal der sociëteit bij het binnentreden een
waarlijk verrassenden aanblik opleverde. Over de
geheele ruimte der zaal waren de voortbrengselen
der Zeeuwsche nijverheid als 't ware rondgestrooid,
schijnbaar zonder orde, doch inderdaad met die
ordelijkheid en regelmaat, die goede smaak en
een juist oog voor het schoone als van zelf te
voorschijn roepen.
Aan het einde der zaal was eene estrade opge
richt, met eenige der fraaiste ingezonden meubelen
versierd, te midden waarvan het borstbeeld van
wijlen prins Frederik, op zwarten achtergrond
geplaatst was.
Rondom deze ophooging verzamelden zich te 11
uren, toen de fanfaren en volksliederen de komst
van den commissaris des konings aankondigden,
de genoodigden. Onder de diepste stilte nam toen
de .heer Z. D. van der Bilt Lamotthe, voorzitter
der commissie voor de tentoonstelling, het woord;
heette alle aanwezigen welkom, en noodigde hen.
uit om het tentoongestelde in oogenschouw te
nemen. Nadat vervolgens de burgemeester van
Goes, m'. J. G. de Witt Hamer, het woord ge
voerd en de commissaris des konings de gemeente
Goes met het aanvankelijk welslagen der onder
neming geluk gewenscht had, werd de tentoon
stelling geopend verklaard.
Door eene vertraging in de aankomst van dit
verslag per post, zijn ivij genoodzaakt het verslag der
gehouden toespraken tot morgen le laten liggen1.
Des middags werd door de leden der jury eene
vergadering gehouden in een daartoe welwillend
beschikbaar gesteld lokaal van het raadhuis. In
die vergadering werd tot voorzitter der jury ge
kozen de heer mr G. N. de Stoppelaar, van Mid
delburg en tot haar secretaris de heer C. L M. Lam-
breehtsen, ingenieur bij den provincialen waterstaat
te Goes. De jury hoopt Zondag met hare werk
zaamheden gereed te komen.
Door den heer mr. W. C. Borsius, die tengevolge
een jaargeld van dertig duizend franken en had
hem verklaard dat hij, zoo lang zjj leefde, nooit
een cent meer zou krijgen, voordat hij trouwde.
Hij kende zijn moeder en wist dat zij zich hield
aan hetgeen zij zeide. Daarom verspilde hjj zijn
dertig duizend franken tusschen Maart en Mei te
Parijs, waar hij goede sier wilde maken en een
vroolijk leventje leiden, en kwam daarna gehoor
zaam te Lavardens in de wei loopen om te jagen,
te visschen en met de officieren van de artillerie,
die te Souvigny in garnizoen lagen, paard te rij
den. De modemaakstertjes en winkelmeisjes uit
het provinciestadje vervingen, zonder haar te doen
vergeten, de Parijsche zangeressen en tooneelspeel-
sters. Als men goed zoekt, vindt men op het plat
teland ook wel aardige meisjes, en Paul zocht goed.
Zoodra de pastoor in tegenwoordigheid van
mevrouw De Lavardens was, zei deze
«Zonder de komst van mijnheer De Larnac
af te wachten, kan ik u zeggen wie de koopers
van Logneval zullen zijn. Ik ben volkomen ge
rust en twijfel volstrekt niet aan het welslagen
van ons plan. Teneinde elkaar niet noodeloos in
de wielen te rjjden, hebben wij, mijn buurman
Larnac, mijnheer Gallard, een bankier uit Parijs,
en ik, ons verstaan. Mijnheer Larnac neemt la
Mionne, mijnheer Gallard het kasteel en De Witte
Kroon en ik Rozenburg. Ik ken u, mijnheer de
pastoor, gij zijt bezorgd over uwe armen. Stel
u gerust. De Gallards zijn zeer rijk en zullen
u veel geld geven."
(Wordt vervolgd^