BUITENLAND. Gemengde Berichten. Belgische hrieven. Na een verblijf van zeven dagen, vertrok bet den 2en Juni. Geen zweem van eenige klacbt gedurende bet verblijf in de h^jens van New- York, doch tenauwernood is de Nemesis vertrok ken of de klagers komen als uit den grond op doemen, zoodanig dat, ware de gezagvoerder nog aanwezig geweest, een misschien opgeruid gepeu pel hem aan den eersten den besten boom had opgeknoopt. En wat is nu reeds gebleken? De eerste en voornaamste zondebok is de dokter, van wien de Amerikaansche couranten vertellen „dat hij be stendig dronken was". Van onderscheiden onpartijdige getuigen ver nam ik, dat dr Gramberg een man is, die nooit drinkt. Hij is officier van gezondheid geweest en met een loffelijk ontslag gepensioneerd, heeft onderscheiden reizen gedaan met de stoomschepen van de Ned. Amerik. Stoomvaart-Maatschappij altijd met landverhuizers, en is door die Maatschappij op zijn verzoek loffelijk ontslagen. Nu blijft de vraag, heeft hjj die arme landverhuizers veron achtzaamd Noch het een noch het ander. Vol zorg voor zijne, passagiers, bezocht hij de patiënten dag en nacht, nam uit de kajuit eten voor hen mede en gaf goeden raad hoe te handelen. Voor de zuigelingen en moeders had hij de meeste zorg en toewijding. Zeeziekte en ongewone beweging werkten nadeelig op de moederlijke voeding, en al spoedig hadden de kleinen te weinig, maar dr Gramberg gaf gecondenseerde melk en beval de moeders een voorschrift van water met zooveel lepeltjes melk, maar de eigenwijze moeders, zich verbeeldende dat hare lievelingen dan te weinig kregen en verzwakten, deden juist het omgekeerde. Tengevolge daarvan zuur en daarna diarhaee. Ondanks de beste ventilatie is de lucht op dek beter dan die beneden. Moeders verkozen echter hare zuigelingen niet op dek, uit vrees voor tocht, ouderen bleven liever in de kooi; ja zelfs is 't ge beurd, dat kapitein Peace met dokter en admi nistrateur sommigen moesten dwingen om hun bed te verlaten, waarin ze zijn gaan liggen zonder zich te ontkleeden, en voorbeelden bestaan er van enkelen, die de gansche reis niet uit hun kleeren of laarzen zijn geweest. Is het wonder dat, trots de beste ventilatie, er zieken komen Is het wonder dat de Nemesis binnenkwam met dertien dooden, meest zuigelingen, die door de moeders zijn veronachtzaamd en moet daarvoor de dokter worden verantwoordelijk gesteld, wiens goede raad niet gevolgd werd Het onverantwoor delijke van de States Commissioners te New-York springt hier duidelijk in 'toog en evenzeer de uitspraak van den dokter van Wards Eiland Hos pitaal, die lang nadat het schip vertrokken is, uitspraak doen over nalatigheid van den dokter, enkel op het verhaal der moeders en den treuri- gen toestand der kinderen, zonder den dokter, die ze aan boord had behandeld, te hooren. De be schuldiging van dronkenschap en neglect is noch onderzocht noch bewezen, en onver antwoordelijk is 'tvan hen, die nu oorzaak zijn van de fatale geruchten, door Amerikaansche dagbladschrijvers over de wereld verspreid. Wat is er nu van het slechte, zoute water Werkelijk heeft éen dag het distilleertoestel zijn dienst verkeerd verricht, maar daarin is on middellijk voorzien. De gezagvoerder Peace- is een flink humaan man, terwijl de administrateur Van DijkBlok jaren heeft gevaren voor de K. N. S. M. en daar een zoo goed klinkenden naam had, dat de directie juist hem den zeer verantwoordelijken post van zorg voor de landverhuizers vertrouwde, wel wetende dat van den persoon, met die zorg be last, veel ten belange van de onderneming afhing. De Hollandsche kok was een man van zijn vak en steeds is de heer Van DijkBlok tegenwoordig geweest bij eiken maaltijd, zorgende dat niets kon ontbreken. 't Verkoopen van voeding. Ik heb mijn oor eens te luisteren gelegd en vernomen dat een van de bemanning zich met die praktijk had in gelaten, maar onmiddellijk doorkapt. Peace is ge straft en tochdat moet nog niet eens voeding van de landverhuizers zijn geweest, maar voeding uit de kajuit." Zelfzuchtige hart van Granville, en vestigde zich een wolk op zijn voorhoofd, die alleen somtijds door de lieftallige Clarisse verdreven kon worden. Viola achtte hare taak echter nog niet voleindigd. Zij voorzag dat er een dag zou komen waarop, haar oom alleen naar Engeland zou terugkeeren, en zij alleen wist, hoe de arme man sinds den dood van zijn' broeder ongeschikt was om alleen te blijven. Hij was als voorheen mijmerend en onverschillig en Viola moest iemand vinden, die hare taak in deze op zich kon nemen. Zij kende haren oom en wist dat Lislespark hem innig dier baar waszij wist dat, na haar, Philip hem het liefst op aarde was en zij besloot met Clarisse te spreken. Zij had geen moed om haar op Lisles park te ontvangen. Zij had den moed gehad om het zoo smaakvol mogelijk te doen inrichten voor de jonggehuwden, die tegen Augustus van hunne huwelijksreis terugkwamen, maar hen daar wel kom te heeten, dat was haar te zwaar. Bij hunne aankomst te Dover verlieten Viola, de heer De Lisle en Lorenzo Lislespark om zuidelijker lucht streken te gaan bezoeken. Te Londen ontmoetten zij elkanderViola schikte het zóo dat zjj Clarisse alleen aantrof. Zij vond in mevrouw Granville een innemend, zacht, liefhebbend vrouwtje, juist degene, aan wie zij oom Walter met gerustheid kon toever trouwen. Viola was niet meer wangunstigzjj beschouwde De Spaarbankvereeniging te Nijmegen heeft aan de oostzijde der stad een aantal zeer nette ambachtswoningen gesticht, die allerlei gemakken aanbieden en waarin men de zoo heilzame water leiding aantreft. Deze vormen reeds een geheele straat, die den naam van Spaarbankstraat ontving. Door eene kleine wekelijksche bijdrage kunnen de huurders na verloop van eenige jaren eigenaren daarvan worden. Ook aan de westelijke zijde der stad ontwaakt de bouwlust voor zulke woningen. Aan de prach tige breede »Koninginnelaan" verrijzen gaandeweg nieuwe huisjes van dien aard, die nauwelijks ge reed zijn, of ze worden reeds betrokken. De heer Berends, uit Arnhem, gaf aldaar den eersten stoot en doet anderen volgen. Thans heeft de heer J. Jacobs het bouwen van 36 arbeiderswoningen in dezelfde laan aanbesteed voor 28,240. De stoomtram door het Westland, welke door de Holl. Spoorwegmaatschappij geexploiteerd wordt, is heden voor het publiek opengesteld. Deze maand rijden alleen rijtuigen le klasse, maar met 1 Juli wordt de dienst voor de 2e klasse en voor het goederenvervoer geopend. Door burg. en weth. van Leiden is voorge steld op de Ruïne eene hoogere burgerschool voor meisjes en een gymnasium te bouwen, te zamen voor 125,000. Op verzoek van 800 ingezetenen, die bezwaar hadden tegen de plaatsing der ge bouwen op de Ruïne, heeft de raad besloten de beslissing aan te houden en een nader onderzoek in te stellen. De beproeving van de Maasbrug bij Heumen met vijf locomotieven is goed geslaagd. De door buiging op de grootste spanningen vaïi 73 meter bedroeg 22 milimeter. Behoudens onvoorziene omstandigheden wordt de opening van de lijn Nijmegen—Venlo tegen Januari a. verwacht. De Maatschappij tot bevordering van Toon kunst heeft tot leden van verdienste benoemd de heeren Ambroise Thomas en Camille Saint-Saens, te Parijs. Tot correspondeerend lid is de heer Carl Goldmark, te Weenen benoemd. De heer J. A. Böhringer is tot hoofdbestuurder benoemd, ter vervanging van prof. A. D. Loman, die niet herkiesbaar was. De Indépedance Beige ontvangt een klacht van een geabonneerde, dat de krantenlezers zoo dikwerf op eene zware proef worden gesteld, wijl zij den eenen dag in courant A. lezen wat den volgenden dag in courant B. weder wordt tegengesproken. »Zij storten tranen, zegt hij, die ze zelf weer moeten opslikken en plooien den mond tot een glimlach die spoedig in een grijns moet ver anderen. En eisch dan nog van geschiedschrijvers dat zij waarheid vertellen over hetgeen duizend jaren geleden is gebeurd." 't Is waar, antwoordt het Brusselsche blad .dik werf worden de lezers boos gemaakt, maar ze ver staan zelve de kunst om een ander boos te ma ken. Zelfs in de meest voorzichtige en nauwlet tende bladen sluipt wel eens een bericht dat den volgenden dag moet tegengesproken worden, en men is al blijde dat men de fout kan herstellen voor een confrère haar bespeurd heeft. Toch is de journalist die altijd nauwlettend erop uit is om aan de lic'ntgeloovigheid zijner lezers geene strik ken te spannen, heel naief. Hij denkt dat men hem dankbaar zal zijn als hij den lezers geen poissons d' Avril voorzet. Dat is echter eene illu sie, die met wat ondervinding gauw verdwijnt. "Wat de krantenlezer in het algemeen wil, is niet vertrouwbaar nieuws, maar nieuws, wat ook, leugen of waarheid, het komt er niet op aan, het praatje van den dag, locaal of internationaal, diplomatiek, politiek, wat maar te vinden is. Het nieuwsloopen der couranten bevordert de kletserij van het publiek, en een aantal lezers kan men nooit genoeg voorzetten. Er loopt, bijvoorbeeld, een gerucht, de kranten nemen het trouw van elkander over; maar wij weten dat het niet waar is. Wij zwijgen en zijn al blijde een goeden neus te hebben. Wij zijn ingenomen met onzen takt. Maar jawelspoedig regent het brieven. Mijnheer de redacteur. Clarisse niet zoo aeer als Philips vrouw, dan wel als hare toekomstige plaatsvervangster, en dit maakte het verdriet dat een vroege dood haar wachtte, minder zwaar te dragen. Zij deelde Clarisse mede, wat buiten haar nog niemand wisthare snelle en zekere verzwakking en het ongeneeslijke harer kwaal, en verzocht haar om na haar verscheiden, eene liefhebbende dochter voor den ouden man te zijn. Clarisse beloofde dit plechtig en Yiola gevoelde dat zij die groote blauwe oogen, die vol tranen schoten, vertrouwen mocht. Nooit vergat Clarisse die uitdrukking van diepe verslagenheid, dat groote treurige oog, die zachte, zwakke stem; en weinig besefte zij, welke pijnlijke snaar zij aanroerde, toen zij haren echtgenoot dit alles mededeelde of later hierover sprak, want Clarisse wist niets van de mosrozen, en ook niet hoe vergevensgezind de laatste woorden waren, die Viola sprak tot hem, die haar levensgeluk ver woest had. Op een schoonen zomermorgen kwamen de jong gehuwden op hun landgoed aan. Clarisse trad weinige minuten later het vertrekje binnen, dat Viola's kamer geweest was, en dat deze met alle mogelijke pracht had doen in orde maken. .>0! welk een smaak, hoe zacht zjjn die Ieder spreekt over dit of dat. Gij zwijgt. Waar om Dat is zeer opmerkelijk. Daar zit iets ach ter. Zoudt gij soms belang hebben bijZoudt gij gemengd zijn in" En andere liefelijkheden van dien aard. Teekent de man zijn brief dan antwoordt men hem: Mijnheer. Het door u bedoelde nieuwtje is een eenvoudige canardeen afgrijselijke zeeslang. Wij hebben daar het bewijs van en wij achten het onnoodig onze kolommen op te vullen met verhalen welke anderen, jong genoeg om erin te loopen, weer moeten tegenspreken." De abonné kijkt op zijn neus en moet ons ge lijk geven. Maar boos is hij, en misschien heeft hij gelijk. Want hij abonneert zich om wat te weten te komengeen waarheid, maar waarheid of leugen naar het valt, tot het onwaarschijnlijk ste toe. Een canard, een zeeslang't Is zjjn lief ste wensch; spreek het later tegen als ge wilt, maar begin het niet te geven. Deze raad ia misschien goed voor het debiet, maar als de lezers niet meer willen dat in de redac- tie-bureelen critiek op het nieuws wordt uitge oefend, moeten zij zich aanwennen die zelf uit te oefenen. En daarvan wordt nog niet veel bespeurd. Zoolang men gelooft »wat in de krant staat" zul len er nog krantenschrijvers gevonden worden, die zeker moreel bezwaar tegen de zeeslang hebben. De National Zeitung zegt dat de Duitsche re geering te Batavia 100.000 bamboe-stammen heeft besteld om lansen voor de Ulanen te maken. Het harde bamboe is goedkooper dan esschenhout en leent zich beter voor het vastmaken der ijzeren punt. Door 50 afgevaardigden is aan de Italiaan- sche kamer het voorstel gedaan om in 1887 te Rome eene internationale tentoonstelling te hou den. In Duitschland is zekere Mailing gevangen ge nomen, een Kieler zeeloods, die naar men zegt aan de Russische regeering volledige plannen heeft ver kocht van de versterkingen der Noordduitsche zeehavens, benevens het stel signalen der Duitsche marine en belangrijke opgaven betreffende den tor pedo-dienst van het Duitsche rijk. De Engelsche muntmeester Freemantle heeft gerapporteerd dat gemiddeld de Engelsche goud stukken na lang in omloop te zijn geweest, drie pence in waarde zijn verminderd. Rekent men dat de helft der stukken die waardevermindering heeft ondergaan, dan zou de hermunting, waarover wordt gedacht, in dit opzicht 650.000 kosten. Onder de vele plaatsen, waarheen Duitschlands hongerige zonen hunne schreden richten om eene kostwinning te vinden, behoort ook Parijs. Een groot aantal Duitsche jongelieden trekt naar het land waar milliarden zijn om eene betrekking te krijgen of ook om Eransch te leeren. Volgens de Köln. Zeitung mislukken deze pogingen zoo dik wijls dat het zaak is daartegen te waarschuwen. In alle vakken is meer aanbod dan vraag van winkelbedienden, klerken enz., en meer dan dui zend Duitsche jongelieden loopen zonder betrek king te Parijs rond. De velen die geld van huis krijgen en zich als volontair beschikbaar stellen, drukken de loonen en nemen een aantal plaatsen in. Van de anderen komen de meesten bij de Duitsche ondersteuningskassen terecht. Zij die nog zoo gelukkig waren eene plaats te krijgen, zijn ook niet zonder zorgen. In den regel betaalt men een winkelbediende fr. 200 in de maand, terwijl een jongmensch, die fatsoenlijk moet voor den dag komen, minstens fr. 300 noo- dig heeft. Met hun traktement leiden zij dus een vrij treurig leven, waarin ternauwernood des avonds een glas bier alle uitspanning vertegen woordigt. En dan gaat er in het Fransche glas slechts de helft van een Duitsch glas, en toch kost het 30 centim es. De woningen zijn ook duur. Voor een zolderkamer op de zesde verdieping wordt fr. 30 in de maand betaald. En wat het aanleeren der Fransche taal betreft, dat gelukt lang niet aan allen. In geene stad van Frankrijk of België wordt door Duitschers zulk gebrekkig Fransch gesproken als in Parijs. Zij gaan haast niet met Franschen om. Op het kantoor of in den winkel ontmoeten zij landslieden met wie zij Duitsch praten's avonds in de bierkneip hoort men geen woord Fransch, en naar schouwburgen waar ze goed Fransch zou- kleuren, en welke schoone mosrozen;" riep de jonge vrouw in verrukking. »Zie, Philip, dit was zeker Viola's kamertje. Zij had dit zeker zoo prachtig in orde laten brengen, hopende dat ook ik het zou kiezen. Nu, het zal van nu af mijn lievelingskamer zijnen deze waren zeker hare lievelingsbloemenhoe heerlijk ruiken zijOik wil hier altijd mosrozen kweeken." Toen keerde Clarisse zich naar het portret van Viola, dat over de mosrozen hing lang staarde zij op dat vroolijke, schoone gelaat; maar zij, die Viola alleen na lijden en strijd gezien had, erkende de waarde niet van die beeltenis der gelukkige, hopende achttienjarige. Zij wilde deze opmerking aan haren man mededeelen, doch deze was de kamer uitgegaan. Clarisse vond hem heden gejaagd wellicht deed het hem aan, voor 't eerst als mees ter dit huis te betreden. Den volgenden dag waren de mosrozen wegge nomen en toen Clarisse hierover aan den tuin man haar leedwezen te kennen gaf, vernam zij, dat dit geschied was op last van mijnheer, die geen mosrozen in huis wilde zien. Clarisse vond dit een zonderlinge gril, doch zij had reeds ge leerd, dat men ter wille van den vrede, zulke luimen niet onnoodig moest bestrijden. Zij berustte in de verbanning van de mosrozen, en spoedig zocht men ook in de tuinen van Lislespark te vergeefs naar die bloemen. den kunnen hooren, gaan zij niet, omdat dit te duur is. Daarom, zegt de Kölnische, kan men de jonge Duitsche kooplieden niet genoeg waarschuwen om zich geene verkeerde voorstellingen van Parijs te maken. Enkelen komen er vooruit, doch dit be wijst niets tegen den regel, dat wie noch over geld, noch over buitengewoon geluk, noch over bijzon dere bekwaamheden kan beschikken, heel gauw berouw zal hebben dat hij het vaderland den rug heeft toegekeerd. Een internationale schaakwedstrijd te "Wee nen gehouden, heeft zes weken geduurd en is Don derdag ten einde gebracht. Om den eersten prijs kampen Steinitz en Winawer. De andere prijzen werden behaald doof Mason, Zuckertort, Mackenzie en Blackburne. Brussel, 23 Juni 1882. De overwinning behalen is niet gemakkelijk, noch op het slagveld, noch in den politieken strijd, zelfs niet wanneer men, als de liberalen, strijdt onder de vaan van vooruitgang en vrijheid. Doch nog moeilijker is de kunst om van de overwinning gebruik te maken en er al het mogelijke voor deel uit te trekken. Deze laatste gave kenmerkt zoowel den grooten generaal als den grooten staatsman. Het spijt mij, maar ik moet erkennen dat ik die eigenschap bij onze liberalen tevergeefs zoek sedert de zege van 13 Juni. In plaats van de oogen te richten op hetgeen hen samenhoudt, werpen zij zich op de onderwerpen die verdeeld heid onder hen wekken en gaan zij aan het kijven, nog voor er iets is kunnen beslist worden omtrent de gevolgen van den nieuwen liberalen doop, der regeerende partij door de verkiezingen toegediend. Naar den schijn bekleedt de hervorming van het kiesrecht geene plaats in den twist; deze is veeleer eene herhaling der oude twisten tusschen doctrinairen en geavanceerd liberalen. Te Brussel en te Luik nemen die twisten een karakter aan van bedroevende heftigheid. In het belang van allen ware het zeer te wenschen dat de ministe- rieele pers wat minder fel was in hare aanval len, en dat zij ophield met de beschuldiging tot de progressisten te richten, dat zij door hun eisch van grondwetsherziening het land schrik hebben ingeboezemd. Want anders gaan de geavanceerden op denzelfden toon antwoorden en is het te vree zen dat zulk onderling gekijf van de pers overslaat naar de kamer. De liberalen hebben in de kamer wel eene meerderheid van 16 stemmen (zij verloren eene stem bij de herstemming te Soignies); doch daarbij moet men in aanmerking nemen dat de uiterste linkerzijde meer dan twintig leden telt, en dat dus het ministerie met haar rekening moet hou den. Daarom ligt er gevaar in die polemiek tus schen liberale bladen van verschillende nuance. Dat vergeet men van beide zijden. De zenuwen zijn nog te zeer gespannen van den pas afgeloopen warmen strijd. Men ga naar buiten en vergete onder het lommer der boomen of aan het frissche zeestrand de politiek totdat de kamers bijeenkomen. Dan zal ieder weer de noodige kalmte verkrijgen. De clericalen zullen vanzelf kalm worden. Zij zullen hun stelsel van vrije scholen niet kunnen vol houden, dewijl de zenuw van den oorlog, het geld, hun zal gaan ontbreken. Nu spreken de ultra- montanen ervan om van hunne zijde het algemeen stemrecht voor te stellen. Laten zij het maar beproeven. Zij krijgen zelfs de helft der rechter zijde niet mede. Twee jaren later rustte Viola onder de aman- delboomen in het land, welks zachte lucht haar einde verzacht had, en nam Walter de Lisle, op dringend verlangen van Clarisse Granville, zijne kamers op Lislespark weder in gebruik. EïïHOE. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDEEBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 6