Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
Arrest van verwijzing P. A. Janssen.
emigranten aan boord van de Nemesis, een Engelach
vrachtschip, gecharterd door de Kon. Ned. Stoom
bootmaatschappij.
De gezagvoerder, Peace, en de meeste andere
officieren waren Engelschen.
Volgens den correspondent klagen de passagiers
over vuilheid en onvoldoende ruimte in de kajui
ten, onvoldoend en ongezond voedsel en brak
water. De dokter zou den meesten tijd dronken
zijn geweest, de mindere officieren behandelden de
emigranten zeer barsch, maar verkochten, tegen
ongehoorde prijzen, voedsel en drinkwater. De
kinderen kregen gecondenseerde melk met brak
water.
„Het natuurlijk gevolg was (zegt de berichtge
ver) dat onder de ongelukkige passagiers diarrhee,
dysenterie en mazelen uitbrakken, zoodat achttien
stierven en anderen doodziek in het gasthuis lig
gen. De dokter daar zegt dat dit het ergste geval
is, wat hem voorkwam en bijna met moord gelijk
staat. Emigranten moesten zich wachten voor
maatschappijen, haastig opgericht, ten einde een
gedeelte van de vracht te krijgen, die de geregel
de maatschappijen in buitengewoon drukke tijden
als nu, niet kunnen vervoeren. Zulke maatschap
pijen hebben geen gevestigden naam en worden
niet door overwegingen van menschlievendheid
weerhouden. De winsten zijn in rechte reden met
hare moorddadige zuinigheid."
Het libl., voegt daarbij dat de Kon. Ned. stoom-
bootmV van haar hoofdagent te New-York nog niets
over het geval vernomen heeftdat de Engelsche
dokter aan boord een gewezen officier van gezond
heid met goede getuigschriften wasen dat de
berichten van de Standard uit New-York niet
altijd best te vertrouwen zijn. De opmerkingen
aan het slot van het bericht, over «haastig opge
richte maatschappijen", klinken dan ook wel wat
vreemd in een telegram.
Yan den anderen kant is het telegram echter
vrij precies en bevat het te veel bijzonderheden
om geheel verzonnen te kunnen wezen. Is dus
de slechte behandeling der landverhuizers aan
boord van de Nemesis een feit, dan is het
zeer te betreuren dat eene Nederlandsche stoom
vaartmaatschappij daarbij is betrokken en is
deze geenszins van de verantwoording af met de
verontschuldiging, dat het Engelschen zijn ge
weest die aldus in hun verplichtingen zijn te
kort gekomen. Eene onderneming, welke zich
op het vervoer van landverhuizers toelegt,
moet doordrongen zijn van het bewustzijn dat eene
in alle opzichten goede, menschlievende en
zorgvuldige behandeling harer levende lading haar
hoofddoel is. Alles moet daarnaar ingericht,
alles daaraan zoo noodig ten offer gebracht wor
den. Met hare passagiers toe te vertrouwen aan
vreemd scheepsvolk, kan de directie niet beweren
alles gedaan te hebben wat zij aan hare passagiers
verplicht was.
Blijkens het op de algemeene vergadering te
Amsterdam uitgebracht jaarverslag der Maatschappij
van Weldadigheid hebben de landbouw-onderne-
mingen een winst opgeleverd van 9446de
veehouding echter een verlies van 4550. De
boschcultuur gaf een winst van 2740. De turf
graverij levert voor omstreeks 900 aan turf, en
wordt spoedig een uitstekende plek gronds voor
weide. Het fabriekwezen, als werkverschaffing
beschouwdbeantwoordt aan zijne bestemming,
alleen de mandenmakerij, die nochtans niet ge
mist kan worden levert nog steeds ongunstige
uitkomsten. De roomboterfabriek voldoet meer en
meer aan de verwachting, zoodat het plan bestaat
de room van al de boerderijen der maatschappij
naar de fabriek te vervoeren. In overleg met
commissarissen, is den heer Sepp van Leiden toe
gestaan eene fabriek op te richten in Wilhelmina-
oord ter bereiding van verduurzaamde groenten.
De maatschappij ondervindt steeds veel belang
stelling in het binnen- en buitenland. Zoo werd
zij in het vorige jaar weer bezocht door den heer
Theophile Roussel, lid van den Franschen senaat.
Toch wordt zij niet gewaardeerd en gesteund
zooals zjj verdient. Er is 639 minder contribu
tie ontvangen van de afdeelingen, ƒ307 minder
van correspondenten en afzonderlijke leden. Aan
giften en legaten kwam in een bedrag van
gebaar alsof zij den indringer den weg wilde
versperren, maar toen deze vastberaden, zonder
op haar te letten, aan de deur der voorkamer
klopte, liet zij hem begaan en wachtte in stomme
verbazing af wat er volgen zou.
De jonge man moest zijn tikje eenige malen
herhalen eer een zacht, doch flink «binnen" hem
veroorloofde den drempel te overschrijden. Door
de beschrijving van Fransje was hjj echter ge
noeg op de hoogte om regelrecht door de voor
kamer naar het kleine achterkamertje te stappen
en daar zat de oude dame, even als toen zy
Fransje voor de eerste maal ontving, in haar
leuningstoel aan het venster, met een versleten
gezangboek in de hand; waaruit zij eiken morgen
half fluisterend een lied placht te lezen. Zij las
eigenlijk niet; want daarvoor weigerden hare
oogen haar reeds lang hun dienst, maar zij
kende de liederen alle van buiten en slechts af
en toe kwam een vluchtige blik in het boek haar
geheugen te hulpwant zij zou niet hebben
kunnen dulden dat er een lettergreep ontbrak of
verkeerd gezegd werd.
De oude freule zag den binnenkomende, die
eerbiedig bij de deur bleef staan, verwonderd aan
en schoof haar bril op het voorhoofd. Daarna
vroeg zij kortaf
»Wat wilt gij
Albert kwam iets naderbij en zei
»In de eerste plaats haar bedanken, die de
doodkist mijner moeder verzorgde en met bloe
men vergierde."
ƒ15,333.10 zeker eene aanzienlijke som, doch
kleiner dan in het vorige jaar.
De dam tusschen Ameland en den vasten wal
heeft door de opvolgende stormen van 14 October,
in Maart en in den nacht van 29 op 30 April jl.
groote schade geleden.
Yolgens peilingen in het begin van Mei ge
daan, waren de gaten in den dam geslagen, op
afstanden van ongeveer 1400 en 2400 M. van de
Friesche kust, ongeveer 45 M. lang, bij 2j M. diep,
en 62 M. lang, bij 4( M. diep, en nog wel bene
den laag water. Doch ook tusschen deze twee
doorbraken heeft de dam zoodanig geleden, dat op
verscheidene punten de toestand gevaarlijk is.
In deze omstandigheden heeft de directie zich
gewend tot de ingenieurs Ortt van Schonauwen,
Conrad en Van der Vegt, met verzoek om de
werken in het begin dezer maand op te gaan
nemen en advies te geven omtrent hetgeen zal
moeten gedaan worden. Een vroeger bericht uit
Oostergoo, dat de tjalken door de gaten van den
dijk zeilden, is dus bevestigd.
De commissarissen des konings in de provinciën
Zuid- en Noord-Holland hebben aan den minister
van binnenlandsche zaken voorgesteld, den invoer
van slachtvee uit België en Duitschland weder toe
te laten, onder de voorwaarden waarvan door hen
een concept is overgelegd.
De minister heeft de commissarissen in de
overige provinciën uitgenoodigd hun gevoelen over
dat concept mede te deelen.
Blijkens bericht in de Portugeesche Staats-courant
van 1 dezer, medegedeeld door den consul-gener.
der Nederlanden te Lissabon, zjjn de havens van
het eiland Sumatra, te rekenen van 1 Mei jl.,
door de Portugeesche regeering besmet verklaard
met cholera.
VEEBETEBIlfG,
Het bericht, voorkomende in ons nommer van
6 dezer (2e kolom, voorzijde) gedagteekend Sluis,
4 Juni, was afkomstig uit en had betrekking op
Uzend. ijke*
legek. Yoor 3 jaren gedet. bij het wapen der
inf. van het leger in N. I. de 2en luit. jhr. D.
Barchman Wuytiers, van het le regt. inf.
Voor het te Breda te houden examen ter ver
krijging eener akte van bekwaamheid als hoofd
onderwijzer en hoofdonderwijzeres hebben zich
bij de commissie aangemeld 49 mannelijke en 11
vrouwelijke candidaten, als uit N.-Brabant 27 m.
en 10 vr.uit Limburg 7 m. en 1 vr.uitZ.-Hol-
land 6 m.uit Zeeland 5 m.uit Gelderland 3 m.
uit N.-Holland 1 m. Yan de mannelijke candi
daten hebben 11 akte voor teekenen, 8 voor wis
kunde en 7 voor teekenen en wiskunde. Den
19en Juni a. zullen de examens een aanvang nemen.
Het bestuur van het Ned. Gymnastiek-verbond
heeft, naar aanleiding van den zeer ongunstigen
uitslag der laatste examens, in een adres den
minister van binnenlandsche zaken verzocht, dat
maatregelen mogen worden beraamd, om te voor
zien in de nu geheel ontbrekende gelegenheid tot
opleiding van aspirant-gymnastiek-onderwijzers.
Het dringt bij den minister aan, om1. eene
normaalschool voor gymnastiek-onderwijzers te
stichten; 2. subsidiair, wanneer om de kosten
hiertegen bezwaar mocht bestaan, aan een of meer
der bestaande kweekscholen voor onderwijzers
theoretische en practische inrichtingen toe te voegen,
ook bestemd voor hen, die zich uitsluitend aan
het onderwijs in de gymnastiek willen wijden
3. het programma der examens voor gymnastiek-
onderwijzers op duidelijke wijze te doen omschrij
ven; 4. van de geëxamineerden te doen vorderen
het bewijs, dat zij een bepaalden tijd onder een
bevoegd persoon practisch werkzaam zijn geweest
5. de bevoegdheid om onderwijs te geven in de
gymnastiek afhankelijk te stellen van het bezit
der akte als gymnastiekonderwijzer, zonder onder
scheid tusschen lager en middelbaar onderwjjs.
De oude vrouw zag hem vorschend aan en
streek met haar magere hand over hare oogen
als wilde zij een nevel wegstrijken.
Daarna zei zij heel bedaard
»0, zijt gij maar zij viel zich zelf in
de rede, als was zij beschroomd om dien naam
uit te spreken en vervolgde
«Die dank komt mij niet toe, althans niet
van u. Het is mijn recht om voor de rustplaats
mijner voorvaderen en bloedverwanten te zorgen
en dat recht oefen ik als het laatste lid mijner
familie voor haar en voor mij zelve uit. Men
moet vasthouden aan zijn recht, vooral wanneer
het bedreigd wordt. Maar men moet ook altijd
den dood en de dooden voor oogen houden, want
in zijn eigen laatste oogenblik heeft men daar
toe misschien geen tijd en geen gedachten
«Wanneer gij dat uw recht noemt", her
vatte Albert, «dan moet gij ook mijn recht er
kennen om mij te vertoonen aan haar, die mijn
moeder haar bloedverwant noemt en haar aanden
ken in eere houdt."
De oude vrouw bedacht zich een poos.
In haar eenzaamheid had zij verleerd om snel
te antwoordenmaar door het leven gedwongen
om haar recht te verdedigen, dat men gedurig
wilde aantasten, was zij het genaakbaarst wanneer
een ander zijn recht deed gelden; want dat was
zij bereid te erkennen, maar niets meer en niets
minder.
«Uw moeder was het kind van mijn broe
der", zei zij, „zij was een Zarehow even als ik,
De heer S. Stratemeijer, onderwijzer aan de
openbare school te Ter Neuzen, is als zoodanig
benoemd aan Nederlandsch Mettray, te Rijsselt
bij Zutfen.
Voor de benoeming van een leeraar in het
rechtlijnig teekenen en de beschrijvende meetkunde
aan de H. B. S. voor jongens te 's Hage zijn aan
bevolen de heeren C. J. Francois, leeraar aan de
H. B. S. te Gorinckem en A. A. Breeman, leeraar
aan de H. B. S. te Zutfen.
Heden wordt Zr. M\ ijzeren schroefstoomschip
le klasse Van Speijk aan 's rijks werf te Amster
dam te water gebracht.
Onder water is de ijzeren buitenhuid gedubbeld
met een teakhouten huid ter dikte van 9 cM. en
deze weder met zink bekleed.
De hoofdafmetingen van den bodem zijn groot
ste lengte 92.10 M., lengte tusschen de loodlijnen
80 M., grootste wijdte 12.50 M., holte 9.63 M.,
diepgang (achter) 6.10 M., gemiddelde diepgang
5.60 M., waterverplaatsing 3018 tonnen, gemeten
inhoud 2200 tonnen.
De bewapening zal bestaan uit 6 getrokken
kanonnen van 17 cM. en 8 idem van 12 cM. (ach-
terlaad), systeem Kruppvan de laatste geschut-
soort kunnen echter 14 stukken geplaatst worden.
Het schip wordt ook ingericht tot het voeren
van spartorpedo 's.
De stoomwerktuigen, vervaardigd in de Kon.
fabriek van stoomwerktuigen te Amsterdam, zijn
van het drie cylinder compound-systeemhebben
een indicateurvermogen van 3000 P.K.zij wer
ken met eene stoomspanning van 75 Eng. ponden.
De berekende snelheid van het schip onder
stoom bedraagt 141 naijl.
Het vaartuig zal een driemasttuig voeren en
bemand worden met 283 koppen.
Bij beschikking van de rechtbank te Middel
burg van den 5 Juni 1882, is verwezen naai
den procureur-generaal bij het gerechtshof te
's Gravenhage
Peter Arnoldus Janssen, directeur van het huis
van arrest te Middelburg, ter zake dat hij
A. directeur zijnde van voormeld huis en als zooda
nig belast aan de gevangenen, die dat huis verlieten,
ondersteuning te geven zoo daartoe termen waren,
in reispenningen of kleedingstukken, van welke
ondersteuning hij dan tot staving van de daarvoor
in te dienen declaratie een staat van ontslagen
gevangenen, welke in het geheel geene of ontoe
reikende uitgaanskassen hadden, om de plaats
hunner bestemming te bereiken, moest opmaken,
op dien staat, behoorende bij de declaratie over
het tweede halfjaar van 1880, valschelijk heeft
vermeld dat de ontslagen gevangene Antonia
Regenspurg geene uitgaanskas had, terwijl hij
daarentegen wist dat zij zulk een kas had, groot
21.46è; welke vermelding moest dienen om het
mogelijk te maken haar namens het rijk 8.45
reisgeld te geven, en dat hij vervolgens dien staat,
waarvan hij wist dat die vermelding valsch was,
heeft gevoegd, in den aanvang van het jaar 1881,
bij de declaratie over het tweede halfjaar van 1880
en daarmede aan het college van regenten over
vermeld huis ter verdere behandeling heeft aan
geboden.
B. Primo dat hij, ten einde de declaratiën wegens
ten behoeve van voormeld huis van arrest in 1880
en 1881 gedane betalingen tegenover den staat te
staven, valschelijk heeft geschreven of doen schrijven
en daarna doen onderteekenen door den winkelier
Jan Pieter Ponse te Middelburg
a. Omstreeks 30 Juni 1881 eene kwijting als
zoude deze ontvangen hebben eene som van 9.80
voor sponsen, waterkruikjes en zeemleder ten
behoeve van voormeld huis in het eerste halfjaar
1880 geleverd.
b. Omsteeks 20 November 1880 eene kwijting
voor eene dergelijke levering sedert 1 Juli 1880
voor sponsen (ƒ4) en voor 4 vellen zeemleder
4.80) tot eene som van 8.80, en
c. Omstreeks 30 Juni 1881 eene kwijting ad
9.80 voor eene dergelijke levering van 4 sponsen
(ƒ2.80), 4 vellen zeemleder 4.80) en aan glas
en aardewerk 2.20 gedurende het le halfjaar
1881, wetende hij dat leveringen van die voor
werpen in die tijdperken niet in dat getal of tot
dat bedrag waren gedaan en dat daarvoor die
sommen door genoemden winkelier niet waren
ontvangen.
Secundo, dat hij in overeenstemming met voor
melde kwijtingen in de door hem als directeur
van voormeld huis opgemaakte declaratiën wegens
voor dat huis gedane betalingen, bedriegelijk
valsche opgaven heeft gedaan en wel door te ver
melden 1° op de declaratie over de maand Juni
1880, dat hij toen zoude hebben betaald voor 4
vellen zeemleder 4.80, voor 4 groote sponsen
3.20, voor 12 waterkruikjes 1.80, totaal ƒ9.80,
hoewel hij wist dat hem in de eerste helft van
maar gij behoort niet tot de familie, u heb ik
dus ook niets toe te staan."
„Den kleinzoon van uw broeder?" vroeg
Albert.
De freule zag hem doordringend aan en ant
woordde op zachten toon
„Gij lijkt niets op hem, gij gelijkt op den
man mijner nichtMaar goed, ik wil uw dank
niet afwijzen, want half en half kan ik u tot de
verwantschap, maar niet tot de familie rekenen."
(Wordt vervolgd.)
dat jaar niet meer waren geleverd dan voor zeem
leder 3,15, voor 3 sponsen 1.50 en voor 6
waterkannen 2.70, te zamen 7.35; 2° op die
over de maand November 1880, dat hij toen zoude
hebben betaald voor 4 vellen zeemleder 4.80 en
5 sponsen 4, totaal 8.80, hoewel hij wist dat
sinds 1 Juli van dat jaar noch zeemleder noch
sponsen waren geleverd3° op die over de maand
Juni 1881, dat hij toen zoude hebben betaald voor
4 vellen zeemleder 4.80, voor 4 sponsen ƒ2.80,
aan glas en aardewerk 2.20, totaal 9.80, hoe
wel hij wist dat sinds 1 December 1880 hem
slechts was geleverd een spons ad 0.60 en 2
vellen zeemleder ad 2.70 en geen glas of aarde
werk.
Tertiodat hij van de hiervoren sub Secundo
vermelde declaratiën heeft gebruik gemaakt door
ze, ingevolge de voorschriften, wetende dat ze valsch
waren, te onderteekenen, en ter goedkeuring aan
te bieden aan het college van regenten over het
voormelde huis van arrest.
Quarto, dat hij van de hiervoren sub Primo
vermelde kwijtingen heeft gebruik gemaakt door
ze, ingevolge de voorschriften, wetende dat ze
valsch waren, te hechten aan de voormelde decla
ratiën en met deze aan dat college als bewijs
stukken in te dienen.
Naar aanleiding van het bericht in ons
nommer van Dinsdag, waarin gemeld werd dat
een knaapje te Vlissingen in het water geworpen zou
zijn door den zoon des eigenaars van een stuk weiland,
wegens het plukken van bloemen, heeft de daarin
bedoelde persoon zich bij ons vervoegd. Hij ver
klaart dat hij den jongen niet in het water ge
worpen heeft, maar deze er, uit vrees voor een
pak slaag, zelf in gesprongen is. Ook heeft de
politie geen aanleiding gevonden om de zaak te
vervolgen.
In den toestand "van den heer Gevers Dey-
noot, oud-burgemeester van Den Haag, is eenige
verbetering gekomenhet bewustzijn is bij den
zieke teruggekeerd.
De aanmonstering der bemanningen van de
Scheveningsche visschersschuiten blijft niet zonder
gevolg. In de vorige week is een matroos, die de
reis niet wilde medemaken, door het kantongerecht
tot 14 dagen gevangenisstraf veroordeeld. Aanst.
Donderdag moeten er weder 3 matrozen zich voor
hetzelfde vergrijp voor den kantonrechter verant
woorden. Op die wijze bestaat er kans, dat orde
en tucht weldra weder onder de vloot zal heer-
schen.
Naar de Amst. Ct verneemt, zou iemand op
zijn sterfbed bekend hebben de moordenaar te zijn
geweest van den telegrafist Kets, die eenige jaren
geleden op de Brouwersgracht te Amsterdam dood
in zijn kamer is gevonden. Gelijk men zich her
inneren zal, deden de omstandigheden destijds
aan zelfmoord denken, doch de vrienden van den
heer Kets verklaarden eenparig, dat er hoegenaamd
geen aanleiding tot zelfmoord bestaan had en dat
hij wel degelijk vermoord was. De moordenaar
zoo zegt men zou zijne vrouw en nog een
persoon als medeplichtigen hebben gehad.
Volgens den Locomotief zijn thans naar de
Atjehers overgeloopen vier Europeanen, Cohen,
Michaud, Petit en Renau.
Het stoffelijk overschot van den president
van den Hoogen Raad, m'. C. H. Gockinga, werd
gisteren op de begraafplaats Eik en Duinen, bij
Den Haag, ter aarde besteld. In den deftigen
lijkstoet, door de boden van het hoogste rechts-
cohege voorafgegaan, bevonden zich de minister
van justitie, de vice-president, de procureur-generaal
en de griffier van den raad. Op den doodenakker
bevonden zich o. a. de leden van den Hoogen
Raad met de advocaten-generaal en de substituut-
'griffiers, de procureur-generaal bij het gerechtshof
en de advocaat-generaal mr. Gregory, de officier
van justitie mr. Patjjn en de substituut mr. Pape,
de kantonrechter m1. Greeve, de secretaris-generaal
bjj het dep. van justitie m'. Clant, de deken dei-
orde van advocaten met den secretaris, mr'. Yan
der Linden en Yan Eek; verder oud-leden dei-
rechterlijke macht en onderscheidene advocaten.
Alvorens de kist, met prachtige bloemkransen
gedekt, ten grave daalde, bracht de procureur-
generaal, mr. J. W. Römer, in eene treffende rede
eene warme hulde aan den man, die als eerste
magistraat met zoo veelzijdige gaven toegerust,
tot op den laatsten oogenblik zijns levens zich
aan zijn ambt wijdde. Vervolgens schetste de
minister van justitie, m'. Modderman, den afge
storvene als familielid en namens de regeering
als magistraat. Hij wees daarbij op zijne groote
rechtskennis, voornamelijk als Groninger, ten aan
zien van het beklemrecht, waaromtrent hij nog
dezer dagen een uitgebreid en degelijk advies gaf
en dat als het ware de kroon zette op zijn on-
vermoeiden arbeid.
De eenig overgebleven broeder des overledenen,
mr. Gockinga uit Groningen, betuigde aan allen
zijn hartgrondigen dank.
Te Maastricht zag men dezer dagen door de
Zuid-Willemsvaart passeeren een schip van minstens
220 ton inhoud, dat bestuurd werd door een jongen
van ongeveer 12 jaren, die «boomde", en een meisje
van hoogstens 10 jaren, dat aan het roer stond.
Door eenige heeren te Warnsveld is aan den
gemeenteraad van Zutfen vergunning verzocht tot
het oprichten-van eene visckkweekerij voor forellen,
paling en zalm.
De heer Wauthy, directeur van de Haagsche
tramwegmaatschappij, zal eerlang Den Haag zal ver
laten, wijl hij aan het hoofd van eene dergelijke
onderneming in het buitenland is geplaatst.
Twee kantoorbedienden der Kasvereeniging
te Amsterdam zijn binnen weinige dagen achter
eenvolgens in verzekerde bewaring gebracht, we
gens verduistering van gelden.