BUITENLAND? Egypte. acht zalen voor teekenonderwijs zal daardoor ge wonnen worden. Het curatorium der Thorbecke-stichting zal 3 Juni, a. des middags te half drie, in de senaatskamer van de universiteit te Leiden eene openbare zit ting houden en bij die gelegenheid aan dr. P. J. Yeth den eerepenning uitreiken, welke hem onlangs werd toegekend. De Vox Stud, meldt, dat de Leidsche studenten- afdeeling van het Ned.Tooneelverhond, heeft besloten de leden van het Verhond, leden van Nederland- sche, aan het Leidsche bevriende, studentenkorp sen uit te noodigen, hun krachten te beproeven aan het vervaardigen van een tooneelspel. Alle tooneelstukken, voor opvoering geschikt, zullen voorde mededinging in aanmerking komen, uitge zonderd alleen treurspelen. De ingezonden stukken worden beoordeeld door een jury, bestaande uit personen buiten het Leidsche studentenkorps. De schrijver van het bekroonde stuk ontvangt eene zilveren medaille van de Leidsche studenten-af - deeling. Tot het kattekwaad der Amsterdamsche straatjeugd behoort ook de »kattepoe", zijnde een steentje of iets dergelijks, dat, van een elastieken koord ontspannen, in de lucht wordt geslingerd. Een schutter werd eergisteren in de Marnix- straat door zoodanig projectiel dermate aan 't oog getroffen, dat hem zijn geweer ontviel en hij be wusteloos nederzeeg. Na eerst zoo goed mogelijk te zijn verpleegd, werd hij naar zijne woning vervoerd. Tegen de kwajongens, die weldra de politie in handen vielen, is procesverbaal opgemaakt. De groote nieuwe klok in de St. Paul's kerk te Londen is nu in haar stoel geheschen en werd heden middag om vier uren met een specialen dienst boven in den toren gewijd. Men zou de klok even laten aanslaanhet luiden van het zware lichaam moet nog 14 dagen worden uitge steld, totdat eenig metselwerk, dat voor het ophij- schen werd weggenomen, geheel zal hersteld zijn. De electrische tentoonstelling in het Crystal palace te Londen is heden voor het laatst geopend. Te Chicago hebben 1200 mijnwerkers in de ijzerfabrieken het werk gestaakt. Zij hielden een trein aan, waarin een aantal werklieden waren ge zeten die niet aan de werkstaking hadden willen meedoen. Deze werden eruit gesleept en onge nadig afgeranseld. Ook werden er pistolen afge vuurd, en de rechter Pillsbury, van het hof van appel voor Illinois, werd doodelijk gewond. Thomas Brennan, de vroegere secretaris der Land League, is gisteren morgen losgelaten uit de gevangenis te Kilkenny, waar hij als verdachte werd gevangen gehouden. Vlakken van koffie en melk op licht ge kleurde en fijn afgewerkte kleederen zijn moeilijk weg te krijgen. Uit wollen en half-wollen goed kan men ze verwijderen door natmaken met een deel glycerine, negen deelen water en een half deel ammonia liquida. Men wrijft het mengsel op het goed met een borstel en herhaalt dit nu en dan gedurende twaalf uren. Daarna perst men het gevlekte goed tusschen lakens en wrijft het daarna af. Dan is drogen en misschien even door- stoomen voldoende om de vlekken weg te krijgen. Heeft men te doen met teer gekleurde en fijn bewerkte zijde, dan wordt het schoonmaken moei lijker. Men neemt dan vijf deelen glycerine met éen deel water en 1/4 deel ammonia. Vóór men het mengsel gebruikt, beproeft men het op een deel van het kleedingstuk, dat desnoods ge vlekt mag blijven, of de kleur verandert. Is dit het geval, dan mag men geene ammonia gebrui ken. Verandert de kleur niet of herstelt zij zich na drogen, dan smeert men het mengsel met een zachten borstel op de vlek en laat het er zes of acht uren op, waarna het met een reinen doek wordt afgeveegd. De droge stof die er dan nog opblijft, wordt voorzichtig met een mes afgeschrapt. Daarop wordt de gevlekte plaats met water uitgeborsteld, tusschen lakens geperst en gedroogd. Wat er dan nog van de vlek te zien is, wrijft men gemakkelijk met naar het huisje van den schoolmeester te gaan, dat hij terstond herkende en dat in den kerk hofsmuur gebouwd, half op het kerkhof stond. In dat huisje had hij zijn eerste onderricht geno ten en hij was later ook dikwijls bij dien, in zijn herinnering reeds' ouden man met het dunne grijze haar, geweest. De meester had hem ge schiedenissen verteld van de oude Zarchows, want hjj kon van verscheiden geslachten spreken, daar hij zelf in het dorp geboren was en zijn vader en grootvader dezelfde betrekking) bekleed had- nen. Buitendien had hij altijd wat aardigs voor hem, 't zij vruchten uit het tuintje of een mandje dat hij kunstig gevlochten hadsomtijds ook wel een stukje speelgoed en dan keek Albert naai de vrouw die weefde met het garen dat zij in den winter zelf gesponnen had. Het gevoel dat hem binnen die vier muren altjjd iets aangenaams wachtte, verwarmde zijn hart en al moest hij vreezen dat die oude vriend reeds lang dood was, wilde hij toch naar hem vragen, als hij om den sleutel van het familie graf verzocht. Hij betrad het huisje en klopte aan de deur der kamer, die hij vroeger zoo goed kende. Hij schrikte bijna toen dezelfde stem van vroeger „binnen" riep en toen hij den ouden man, nu wel is waar met sneeuwwit haar, op dezelfde plaats aan het venster zag zitten. Hjj zag den binnenkomende verwonderd aan en richtte zjjne lange gebogen gedaante in zjjn stoel op; maar Albert riep verheugd en half vragend, daar hij niet kon gelooven dat zijn oude vriend voor hem stond broodkruim weg. Om het goed zijn glans weer te geven, gebruikt men eene dunne oplossing van Arabische gom of ook dikwerf bier, dat men erop wrijft. Als het droog is, wordt het goed dan voor zichtig gestreken. Het geheele proces eischt eene uiterst zorgvuldige hand. De Fransche minister van binnenlandsche zaken heeft machtiging verleend tot het houden eener loterij van 14 millioen franken, uit welker opbrengst een museum voor decoratieve kunst in Parijs zal worden gesticht. Eene Japansche missie zal de verschillende staten van Europa bezoeken, om een onderzoek in te stellen naar de werking der stelsels van constitutioneele regeering. Zij zal hare studiën in Juli te Parijs aanvangen. Van Tilhet's methode om teekeningen over te drukken in elke kleur, die men verkiest, vinden wij de volgende beschrijving. Het papier waarop men van de teekening een negatief wil overnemen, wordt gedoopt in een bad, bestaande uit 30 deelen witte zeep, dertig deelen aluin, 40 deelen Engel- sche lijm, 10 deelen eiwit, 2 deelen afgekoeld azijnzuur, 10 deelen alcohol van 60 graden en 500 deelen water. Daarop wordt het in een tweede bad gelegd van 50 deelen gebrande omber, fijn gewreven in alcohol, 20 deelen lampzwart, 10 deelen Engelsche lijm en 10 deelen bichromaat van potasch in 500 deelen water. Nu is het papier zeer gevoelig geworden voor het licht, zoodat het in het donker moet bewaard worden. Voor het te verkrijgen positief prepareert men het papier op dezelfde wijze, behalve dat in plaats van den gebranden omber lampzwart wordt ge nomen. Om gekleurde positieven te verkrijgen vervangt men het zwart door rood, blauw of eene andere verf. Om het negatief te verkrijgen spant men het geprepareerde papier op de te copieeren teekening en stelt het aan het licht bloot, evenals men photogrammen afdrukt. Bij helder weer is in twee minuten het negatief gereed. Men legt het dan in schoon water, waarop de lijnen der teekening wit op donkeren grond zich vertoonen. Het papier wordt daarop gedroogd en aan de zon blootgesteld achter glas, nadat het papier voor het positief erop gelegd is. Na twee minuten neemt men dit laatste eraf, legt het in water, en de copie is gemaakt. De status quo. Het leger. De conferentie over Egyptische zaken zal, indien de mogendheden niet weigeren daaraan deel te nemen, bij haren arbeid de handhaving van den status quo, dat is van den tegenwoordigen graad van mondigheid als staat van Egypte, moeten als beginsel aannemen. Terwijl de meeste couranten lezers wel in hoofdzaak zullen weten wat de ver houding is tusschen Egypte en den sultan, zijn de bijzonderheden dier betrekking en de geschie denis harer wording waarschijnlijk minder alge meen bekend. In het algemeen ban men zeggen dar de rech ten der onderkoningen geleidelijk zijn uitgebreid wat binnenlandsch bestuur aangaat, maar dat de sultan nooit iets heeft uit handen gegeven van zijne souvereine rechten waar het de internationale verhoudingen van Egypte betreft. Bij firman van 13 Februari 1841 werden alle wetten van het Turksche rijk geldig verklaard voor Egypte. Geene openbare werken konden worden uitgevoerd zonder toestemming der Porte de belastingen werden in naam des sultans geïnd en één vierde deel daarvan overgemaakt naar Konstantinopel. De werkelijke sterkte van het leger werd vastgesteld op 20.000 man, van welke één tiende deel te Konstantinopel garnizoensdienst moest verrichten. Zoodra de toenmalige onderkoning Mehemet- Ali of een zijner opvolgers zouden handelen tegen „Zijt gij het zelf mijnheer Martin De oude man kwam een schrede nader, zette zijn bril recht en trachtte te vergeefs zijn bezoe ker te herkennenmaar uit een leuningstoel bij den haard klonk een zachte stem„Albert, de kleine Albert." Daar zat de oude vrouw, doof en ineengekrompen door de jicht. Zij had niet verstaan wat hij gezegd had, maar uit zijne gebaren en half bij ingeving in den man den knaap herkend. Te vergeefs trachtte zij zich op te richten en hem een vermagerde hand toe te steken en ook Albert werd plotse ling gestuit in de vaart, waarmede hij naar haar wilde toesnellen, want toen hij zich omkeerde zag hij Fransje, die naast den stoel der oude vrouw stond en met een blos van verlegenheid de oogen neersloeg. De begroeting der oude lieden was hartelijk, niet overdreven eer, terughoudend, dan opdringend. Zij vroegen niet hoe Albert bij hen kwam, niet wat hij gedaan had in al dien tijd dat hij weg geweest was. De jonge man gaf zijn blijdschap te kennen dat hij hen terug vond als vroeger, op dezelfde plaats en zelfs minder verouderd dan hij bij den eersten oogopslag gedacht had. Toen be gon hij van de oude spelen te spreken en hoe hij zich alles nog zoo levendig herinnerde, van hetgeen „de oude Martin", want zoo heette die toen reeds, voor hem geknutseld had. De oude schoolmeester lachte. Ja, ja, als men 50 jaar lang alleen met kinderen te doen heeft, moet men wel van hen afzien hoe het met hun spelen gaat. Het is altijd het de voorwaarden, waarop zij erfelijk met Egypte waren beleend, zon hun titel dadelijk van nul en geener waarde worden. Reeds spoedig werden echter die voorwaarden eenigszins verzacht. Nog in hetzelfde jaar werd eene jaarlijksche schatting van 400.000 ponden Turksch 4.820.000) gesteld in plaats van het éen vierde der belastingen en werd het contingent voor het garnizoen te Konstantinopel verminderd tot 500 man. Zoo duurde de toestand tot 1866, toen Isinael pacha, door toedoen van Nubar, eene nieuwe uit breiding van macht verkreeg, welke hem bijna geheel vrije hand liet in het binnenlandsch be stuur, met de opzettelijke vermelding echter dat Egypte, vrijheid hebbende om met vreemde mo gendheden overeenkomsten te sluiten omtrent on- derdeelen der heffing van inkomende rechten, geene zelfstandige handelstractaten zou mogen sluiten. De sultan kende aan Ismael toen officieel den titel khedive toe, terwijl de Egyptische onderko ning tevoren in Turksche oogen niet veel meer was dan een gouverneur-generaal, en bij firman van 27 Mei 1866 werd, op verzoek van Ismael, het Mohamedaansch erfrecht voor Egypte terzijde gesteld. Niet zijn broeder, maar zijn oudste zoon zou opvolger zijn, en dit was geen uitzonderings maatregel voor eens, maar eene vaste regeling; want de firman zegt»lk heb beslist dat voortaan de regeering van Egypte zal overgaan op den oud ste uwer mannelijke kinderen en op dezelfde wijze op de oudste zonen uwer opvolgers. Zoo zal van nu aan de wet der erfopvolging in Egypte wezen." Deze bepaling sluit den onlangs weder op den voorgrond gestelden Halim-pacha, broeder van Ismael, uit van den troon, wijl Tefvik-paeha een zoon heeft. De firman werd eene maand later nog beves tigd door een nieuw voorschrift, dat thans mis schien zijne toepassing kan vinden. In Juni 1866 verordende de sultan»dat, indien de troon des onderkonings ledig wordt, terwijl de vermoede lijke erfgenaam minderjarig (beneden 18 jaren) is, de regeering zal worden aanvaard door den re gent en den raad van regentschap, door den over leden onderkoning benoemd. Wordt de troon vacant, zonder dat zulk eene benoeming is ge schied, dan zullen de ministers van binnenland sche zaken, oorlog, financiën, buitenlandsche zaken, de président van den grooten raad van justitie, de opperbevelhebber van het leger en de mufti (opper-schriftgeleerde) zich vereenigen tot een specialen raad en uit hun midden een regent kiezen, terwijl de overigen den raad vormen, waarin geene verandering zal worden gebracht zoolang de troonopvolger zijne meerderjarigheid niet zal hebben bereikt." Indien nu Arabi het zoover had kunnen bren gen dat Tefvik afstand had gedaan van den troon, vormde het ministerie den raad van regent schap, en zou Arabi zelf waarschijnlijk regent zijn, totdat de zevenjarige zoon van Tefvik meerderja rig zou zijn geworden. Zoover zal het nu echter niet komen. In 1873 wist Ismael van den sultan een nieuwen firman te bekomen, waarin al de vroeger verleende voorrechten werden bekrachtigd en bovendien aan de Egyptische regeering werd toegestaan, som zonder machtiging, op eigen naam in het buiten land leeningen te sluiten, om naar goedvinden binnenlandsche verordeningen en wetten te maken en om overeenkomsten (geen tractaten) met vreemde mogendheden te maken aangaande handels- en belastingzaken." Deze concessies waren zeker van zeer wijde strekking, maar in de oogen van Europa hebben zij nimmer den khe dive volkomen onafhankelijkheid kunnen verlee- nen. Want toen Engeland en Frankrijk in 1879 den khedive Ismael wilden kwijtraken, wendden zij zich tot de souvereine macht des sultans, en in het besluit, waarbij hij wordt afgezet en zijn oudste zoon in zijn plaats benoemd, gebruikte de Porte de woordende khedive Ismael ontheven zijnde van zjjn ambt." Nog in het laatste officieele besluit der Porte aangaande Egypte wordt dus de souvereiniteit des sultans niet maar alleen zjjdelings erkend, maar zelfde en het oudste is hun altijd het liefste.'' De vrouw wendde zich tot Fransje en zei; »Nu kunt gij u door mijnheer Albert zelf laten vertellen hoe hij hier huis hield en dan wêer zoo verstandig en stil kon zitten kijken, als mijn man zijne biezen vlocht." Daarna zei zij tot Albert Dat goede Fransje kon maar nooit genoeg hooren van den kleinen Albert en ik geloof dat ze daarom alleen zoo dikwijls bij ons kwam, want eerst was zij bang om over het kerkhof en langs het grafgewelf te gaan. Als wij echter van den kleinen Albert vertelden, kon zij uren lang zitten luisteren." Albert zag dat het jonge meisje nog sterker bloosde dan te voren en daar de woorden dei- oude vrouw hem aan het doel zijner komst herin nerd hadden, zei hij schielijk Vader Martin, ik wilde u om den sleutel van het familiegraf vragen!" De oude man greep naast den spiegel, de plaats waar die sleu tel hing zoolang het huisje stond, en zocht zijn verschoten fluweelen muts op. Geef n geen moeite!" zei Albert en vatte hem bij den arm, om hem naar zijn stoel terug te brengen. Maar de oude man schudde het witte hoofd en zei »Dat is mijn werk Ik ben die trappen reeds zoo vaak afgegaandat ik er niet meer over struikel. Het is altjjd een soort van eeredienst, wanneer men tot de dooden afdaalt, die ons tot over het graf ten voorbeeld strekkenwant ieder hunner laat een bjjzonder aandenken achter rechtstreeks uitgedrukt. Inderdaad steunt het geheele, toen door Europa met blijdschap begroe tte besluit op die souvereiniteit. Deze rechtsverhouding van Egypte tot den sul tan moet de grondslag der beraadslagingen van de conferentie vormen. De sultan heeft in deze gansche quaestie eene sterke positie, welke hij tot nogtoe door geene enkele onvoorzichtigheid in gevaar bracht. Tenzij Europa door overmacht wil dwingen, zal het de gewilde veranderingen in Egypte als welwillendheid uit de handen des sultans moeten aanvaarden. Wij zullen nu nog kortelijk nagaan wat dat leger beteekent, dat zulk eene rol in Egypte speelt, en er de revolutionaire macht vormt, ter wijl het elders de eigenaardige taak eens legers is de revolutie te bestrijden. Wil deze nationale of militaire partij het tot ernstigen tegenstand laten komen, dan kan zij over vrij aanzienlijke legerkrachten beschikken. Vóór 1879 telde het Egyptische leger 50.000 man met 200 kanonnen, waarbij wij, evenals verder, de ongeregelde troepen uit het zuiden buiten rekening laten. Bij den firman echter waarbij aan Tefvik de regeering werd opgedragen, werd met deze noodelooze verkwisting gebroken en de grootte van het leger tot 18.000 man beperkt, terwijl in geval van oorlog de sultan verlof mag geven tot ver meerdering van dit aantal. Bij de legerwet van 1 November 1880 werd het oude werfstelsel af geschaft en het beginsel van den dienstplicht der burgers erkend. De wet werd zuinig uitgevoerd, want voor het leger was, dank zij de financieele controle, nog niet ten volle tien millioen franken op de begrooting uitgetrokken. Van de feitelijke sterkte van het leger op dit oogenblik is slechts eene opgave bij benadering mogelijk, doch men zal niet ver van de waarheid blijven door de infanterie op 8000, de kavalerie en artillerie ieder op 1000 man te stellen. Weder zijn hierbij buiten rekening gelaten de troepen welke in het zuiden des rijks, niet op rijkskosten doch door de provinciën worden onderhouden. Kleeding, uitrusting en bewapening zjjn naar Europeesch model ingericht. De infanterie heeft Remmingtongeweren, de veld-artillerie Kruppsche achterladers van 7 centimeter. De infanterie is geoefend naar de Fransche, de beide andere wapens naar de Pruisische reglementen, welke prins Hassan, die een tijdlang Pruisisch garde-officier was, heeft medegebracht. De officieren van dit leger zijn deels inboorlin gen, deels Turken, Circassiërs en oud-officieren van Europeesche legers. De laatsten vormen de verstandelijke kracht in het leger en bemoeien zich buiten dienst nooit met echt Egyptische officieren. Deze echter zijn thans de mannen der nationale beweging en zoeken de vreemde ele menten op alle mogelijke wijzen te verwijderen. Door de vermindering van het leger na de over matige vorming van officieren en kader onder den vorigen khedive, is eene groote menigte officieren en onderofficieren, welke geen ander beroep kennen dan dat van soldaat, buiten betrekking geraakt en zij vormen de groote klasse van ontevredenen, die elke woeling in het land met vreugde begroet. Egypte zou zonder moeite een leger van 50 a 60.000 man kunnen voorzien van officieren en kader, en dit heeft zijn belang voor het wel niet waarschijnlijke, maar toch altijd mogelijke geval dat een algemeen nationaal verzet zich tegen de inmenging van Europa of van Turkye verheft. Ook al is het verzet maar gedeeltelijk en be paalt het zich tot de sterkte van het tegenwoor dige leger, dan zal men meer moeten doen dan een paar oorlogschepen doen ankeren voor Alexan dria. Men zou in elk geval de beslissing aan den wal moeten zoeken. Doch dit schijnt onwaarschijnljjk. Tijdens de besprekingen der nu ontworpen conferentie is er zooveel kans dat Arabi topzwaar wordt en door zijn eigen vrienden wordt ten val gebracht, dat we de berekeningen voor de kansen van een oorlog in Egypte voorloopig kunnen laten rusten. en wij mogen nooit vergeten dat wij dit ook zullen doen!" Hij was reeds bij de deur en Albert volgde hem zwijgend in een plechtige stemming. Nu stonden zij voor de zwaren- eikenhouten deur, de sleutel knarste in het verroeste slot, de dompige lucht uit het flauw verlichte gewelf woei hun tegen en zij daalde de trappen af, »Daar ligt uw moeder!" zei Martin en nam de muts af. Albert moest zijne oogen eerst aan de duisternis doen gewennen, eer hij de kisten kon onderscheiden die langs de wanden opgesta peld stonden en slechts weinig ruimte in het midden voor enkele andere overlieten. Nu stond hij bij de kist zijner moeder. Er lagen kransen op en op de kisten die er naast stonden, wel is waar verwelkt maar toch uit den lateren tijd. Dus had toch nog een vriendelijke hand aan haar gedacht en die bloemen hier neer gelegd. De oude Martin die hem scherp in het oog hield, al was hij ook gescheiden ter zijde getreden, scheen te raden wat hjj dacht en be antwoordde zijn onuitgesproken vraag »Dat heeft Freule Stine gedaan; op eiken sterfdag harer ouders, van haar broeder en van haar nicht brengt zij altijd op hetzelfde uur voor ieder een krans. Dan sta ik reeds met den sleutel op het kerkhof en heb alles van stof en spinraggen ontdaan. Dikwijls zullen wij het niet meer samen doen. Zij spreekt er geen woord bij. (Wordt vervolgd.) GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 6