N° 122. 125e Jaargang. 1882. Donderdag 25 Mei. FEUILLETON. Middelburg 24 Mei. HET FREULESHUIS. Dit blad verschijnt dagelijks, met, uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité O. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. MIDDELBURGSCHE COURANT. Tegenover al de uit particuliere bron afkomstige berichten, klachten en bespiegelingen uit Atjeh, verdient de volgende beschouwing, voorkomende in het politiek rapport van den gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden van den 31en Maart jl., bijzonder de aandacht. In den avond van 31 Maart werden van Atjeh- sche zijde verschillende vertrouwbare berichten ontvangen omtrent het aanwezen van eene sterke maraudeursbende, 200 a 250 man naar beweerd werd, tusschen de kampongs Lohong en Nesoeb. Onmiddellijk werden eenige sterke militaire pa trouilles en een detachement cavalerie in ver schillende richtingen uitgezondenook werden eenige hinderlagen gelegd. In weerwil van deze met spoed getroffen maatregelen en de vrij zekere berichten, die omtrent de bewegingen der kwaad willigen door de Atjehers waren verstrekt, gelukte het echter niet, hen te ontmoeten. »Dit strekt aldus gaat de gouverneur voort alweder ten bewijze boe moeielijk het is, de rooversbenden langs zuiver militairen weg onscha delijk te maken of afbreuk te doen. Zeer waar schijnlijk toch had zich een bende op het aangegeven terrein opgehouden, welke zich vermoedelijk had teruggetrokken, zoodra men bespeurde dat mili tairen tegen hen afgezonden waren. »Het is bijna ondoenlijk voor eene militaire patrouille, zich te bewegen zonder dadelijk door de Atjehers op de eene of andere wijze bemerkt te worden. Aanrakingen met de militaire macht worden door de maraudeurs stelselmatig vermeden zij geven hunne plannen op zoodra zij gewaar worden dat militairen in aantocht zijn. »Van het voeren van oorlog is derhalve geen sprake. De berichten omtrent de getalsterkte der maraudeurs zijn steeds overdrevenwaar er 40 en 50 geweest zijn, wordt gesproken van 200 a 300, welk cijfer naarmate van de belangrijkheid van het hun toegeschreven voorval geleidelijk grooter wordt. Waren de benden zoo sterk als beweerd wordt, dan zou het hun niet mogelijk zijn zich zoo spoedig uit de voeten te maken en te ver spreiden als steeds plaats vindt, al moet erkend worden dat de Atjehsche maraudeur vlug en vaardig handelt, zijn slag slaat en daarna spoorloos ver dwijnt om eerlang weder op eene andere plaats te voorschijn te komen. »Te allen tijde vond men in Atjeh een menigte liefhebbers voor het maraudeursbedrijf en ook thans nog worden de onderhoorigheden door roovers benden geteisterd. Meer en meer wint dan ook bij de gevestigde bevolking het besef veld, dat zij door zich bij het wettig gezag aan te sluiten voordeelen geniet, welke zij vroeger nooit bezeten heeft en die haar alleen onder ons direct bestuur te beurt vallen. Met hare medewerking nu, de ondervinding leerde dit onlangs te Telok Semawe kunnen de maraudeurs machteloos worden gemaakt Novelle van GÜSTAV Zü PÜDLITZ. IV. „Doe het niet1', riep het jonge meisje ge jaagd, „en als gij kiezen moet tusschen verbouwen en afbreken, besluit dan toch tot het laatste. Het oude huis heeft in vreugde en leed, in geluk en ongeluk zijn plicht gedaan. Wanneer de tegenwoordige bezitter het niet gebruiken kan, zoo als het daar staat, moet hij maar een ander laten bouwen en dit weg doen. Er is niet veel aan gelegen, maar het is te eerwaardig om het als een rariteit uit te monsteren. Dat zou net zijn alsof men onzen ouden Johan, den opzichter, in een koetsiersliverij, zooals zij in de stad dra gen, wilde steken, meer ten spot dan tot sieraad. Hij is veel te goed om uitgelachen te worden en het huis ook." „Gjj kunt wel gelijk hebbenzei Albert, „ik ben eigenlijk ook reeds tot die slotsom ge komen." „Zeker heb ik gelijk", vervolgde Fransje, „en als ik het maar zoo kon uitdrukken als ik paeen, zoudt gjj er niet aan twijfelen. Ik spreek zonder deze medewerking zal het steeds uiterst moeilijk zijn een voldoenden toestand van veilig heid te verkrijgen. »Zal het doel, de pacificatie van Atjeh, bereikt worden, dan behoort het bestuur derhalve vóór alles zich niet te laten verleiden tot het nemen van ondoordachte maatregelen, waardoor het ver trouwen, waar dit reeds gewonnen is, verloren zou kunnen gaan. In verband met de opgedane ondervinding worden dan ook zoo min mogelijk militaire patrouilles uitgezonden, waaraan geen speciaal doel is verbonden, en wordt als regel het onschadelijk maken der maraudeurs, indien zij zich bepalen tot het plunderen der kampongs hunner landslieden, overgelaten aan de politie, ondersteund door de bevolking. Op de militaire macht rust de taak om onze etablissementen en posten te beveiligen. In éen woord, het streven is, ervoor te waken dat voor de maraudeurs niets te stelen of te plunderen valt binnen den kring der Nederlandsche etablisse menten. «Van krachtig optreden met behulp der militaire macht kan ook daarom slechts in exceptioneele gevallen sprake zijn, omdat zoowel zij als de be sturende ambtenaren steeds een goede ontvangst genieten, waar zij zich in en om de Atjehsche kampongs bewegenzij het dan ook dat zich minder goed gezinden onder de kampongbewoners bevinden. »Het is een onjuist en schadelijk begrip, de nog bestaande rooverbenden, die gedeeltelijk haar ont staan danken aan den gevoerden oorlog en bijna uitsluitend uit saamgeraapte vagebonden bestaan, die allen meer of min voor eigen rekening handelen, aan te merken als vijanden, als een bepaalde macht tegen het wettig gezag, die in staat zou kuunen zijn onze positie in gevaar te brengen. Door 't karakter dier benden te overschatten, door met militaire macht op te treden, alsof men met een georganiseerde vijandelijke macht te doen had, zou zeer licht weder kunnen ontstaan wat in werkelijkheid reeds tot het verleden behoort, nl. een toestand van oorlog." In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Middelburg werd mededeeling gedaan van een ingekomen schrijven van den minis ter van oorlog, in antwoord op het door den ge meenteraad aan den koning gericht verzoek dat de gemeente Middelburg iu het bezit moge blijven van een garnizoen van gelijke sterkte als het tegen woordige. De minister zegt in bedoeld schrijven, dat hij, met het oog op de militaire belangen en de goede oefening der troepen, tot zijn leedwezen geen vrij heid heeft kunnen vinden, aan Z. M. den koning in overweging te geven om, met wijziging van het kon. besluit van 5 Dec. 1881, (betreffende degar- nizoensindeeling van het leger) het gedane verzoek in te willigen. Deze mededeeling werd voor kennisgeving aan genomen, evenals die dat de concessie tot heffing van tolgeld op den weg tusschen Middelburg en waarljjk niet voor mij zelve, ofschoon het goed jaren lang aan mijn vader behoord heeft en wij er het laatst gewoond hebben. Gelukkige dageu heb ik in dit huis niet gekend en ik was blij toen mijn voogd het eindelijk verkocht, al werd ik daardoor ook een zwerveling. Maar ik hen er toch aan gehecht en bijna nog meer, als ik be denk wat het vóór ons geweest iswant geheel thuis heb ik mij hier nooit gevoeld. Ik bewoog mij in die vertrekken, alsof ze mij slecbts door anderen toevertrouwd waren en dat maakte mij beschroomd om iets te verzetten, te veranderen, weg te nemen en dat gevoel heb ik nooit over wonnen. Daarom wil ik nu ook niet dat een ander het doet. Ik vind het al te akelig wanneer een ruwe of ongevoelige hand meêdoogenloos elk spoor van een vroeger leven verwoest. Ga eens na wat die wanden in al die jaren beleefd en geborgen hebben. Dat moest bun het recht geven om gespaard te worden. De tegenwoordige eige naars hebben daar zeker geen begrip van, ja dat kunnen zjj ook niet hebben; want de stedelingen, die alle twee jaren verhuizen, kennen dat gevoel niet. Hier zouden zij het een en ander, hoogstens als een leelijke rariteit, laten staan om ermee te spotten, zonder te bedenken hoe anderen eraan gehecht waren. Daarom zeg ik, het heeft uitge diend en mag verdwijnen, even als degenen die het gebouwd hebben. Zijt gij boos op mij dat ik dat alles zoo ronduit zeg, mijnheer de bouw meester „Integendeel!" antwoordde Albert zeer era- Veere verlengd is met drie jaren en alzoo zal eindigen den 1 Mei 1885. Op voorstel der financieele commissie werd de eerste rekening der gemeente-gasfabriek goedge keurd en werden de vroeger medegedeelde voor stellen der gascommissie aangenomen. Een verzoek van F. M. van Andel om de erf pacht van stukje grond in de Bellinkstraat te continneeren voor 20 jaren werd ingewilligd. Aan den heer W. H. Houwing werd, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid der comm. van toezicht op de scholen voor M. O. Tot 2e hulponderwijzeres op school D, hoofd- onderw. mej. Klaar, werd benoemd mej. H. A. de Bats te Vlissingen. Met de benoemde waren voor gedragen de dames C. C. C. Plato te Arnhem en H. M. A. Laan, te Barneveld. Vlissingen, 24 Mei. In eene gisteren avond gehouden vergadering van het departement Vlis singen der maatschappij Tot Nut van 't algemeen is o. m. behandeld een nieuw reglement op het beheer der spaarbank. Daarbij is aangenomen eene wijziging in het tot hiertoe, bijna uitsluitend, geldende beginsel, dat de leden van het bestuur gekozen moeten worden uit leden van het Nut. Volgens het thans aangenomen artikel bestaat het bestuur uit een onbepaald aantal (minstens zeven) leden, die ook gekozen kunnen worden uit niet- leden, terwijl aan commissarissen de bevoegdheid toegekend zal worden om zich met de ontvangst van spaargelden te belasten, die op bepaalde tijd stippen bij den boekhouder worden overgestort. De leden worden benoemd door de algemeene vergadering van het departement, zonder voor dracht van het bestuur der spaarbank. Het doel van dezen maatregel is hoofdzakelijk om aan groote werkgevers, die lid van het bestuur der spaarbank mochten worden, gelegenheid te geven de gelden van hun werkvolk, dat wenscht te sparen, in ontvang te nemen, waardoor hun tijd en moeite bespaard en het sparen zelf bevorderd kan worden. Daar de aanneming van dit beginsel andere wij zigingen in het reglement ten gevolge moet heb ben, is de verdere behandeling aangehouden tot ee nvolgende vergadering. Op eene gisteren gehouden vergaderiiig der com missie tot bevordering der belangen van den dienstbaren stand alhier werden aan A. 0. Ein- wachter, die gedurende 10 jaren trouw en eerlijk als dienstbode bij hetzelfde gezin in dienst was en aan W. H. Voets, die 25 jaren als kleermakers knecht bij zijn patroon, den heer P. J. van Die- rendonck alhier, werkzaam was, loffelijke getuig schriften en boekwerken uitgereikt. AagteUerUe, 23 Mei. Als een bijzonderheid op kerkelijk gebied in onzen tijd kan gemeld worden dat te Aagtekerke, de vroegere standplaats van d". C. G. Schot, te Tholen, de oude gerefor meerde tuchtmiddelen worden toegepast op per sonen, die binnen de laatste drie maanden geene stig. ,,Ik dank u voor uw vertrouwen en voor alles wat gjj gezegd hebt. Ik voel ongeveer het zelfde als gij en gij hebt mij een besluit opgehel derd, waar ik nog steeds mede weifelde." Fransje zag hem met hare groote, blauwe oogen doordringend aan. „Heb ik u iets opgehelderd?" vroeg zjj aar zelend, »en ik was bang dat ik zoo verward door elkaar gesproken had en de goede woorden niet kon vinden." Eensklaps werd zij verlegen, wilde den jongen man een hand geven, maar durfde niet en wik kelde hare beide handen in haar voorschoot. Daarop wilde zij heengaan, doch keerde terug en stamelde, met een erge kleur en een. gedwongen lach om haar verlegenheid te verbergen „Ik heb nog iets op het hart, mijnheer de bouwmeester 1" Spreek, mejuffrouw!" riep Albert en wilde haar hand vatten, maar die was in den boezelaar gewikkeld. «Het is heel kinderachtig, ten minste dat zult gij wel vinden", begon zij, maar sedert giste ren avond maalt mij iets door het hoofd. Wan neer ik op een plaats kom, waar vroeger menschen geleefd, gedacht, genoten en getreurd hebben, voel ik mij geprikkeld, zelfs al ken ik die menschen niet, om hun leven na te gaan en mij voor te stellen, dit hebben zij hier gevoeld, dit plekje was hun dierbaar, daar ligt nog een bewijs van bun werken. Toen mijn ouders dit huis betrokken was ik nog een kind en toen heb ik alles nauwkeurig bekeken en godsdienstoefeningen hebben bijgewoond. Wegens nalatigheid in dit opzicht, staat de onderwijzer der openbare school, de heer Van de Kamer, op het punt om getroffen te worden door den grooten ban en als een verrot lid afgesneden te worden. De burgemeester Peper weet dat gevaar te ont komen, door zich viermaal 'sjaars bij de gods dienstoefeningen te vertoonen. Biervliet, 23 Mei Onze gemeente is niet gelukkig in bet bekomen van hulppersoneel aan de beide scholen. Reeds tal van jaren bestaan er eenige vacante betrekkingen voor onderwijzers. Onderwijzers met en zonder hoofdakte, met en zonder Fransche taal, zijn opgeroepentraktementen van 400 tot 750 werden uitgeloofd. Alles was vruchteloos. Jongelui, die met succes in April examen deden, maken we op die uitnoodiging attent. Tot hunne geruststelling vermelden we tegelijk dat de jaarwedden prompt worden uitbe taald, als verkeerde het gemeentebestuur van Biervliet geheel in normale positie. Sluis, 21 Mei. De Mariapolder heeft toege stemd in het subsidie van 30 cent, en de bijdrage in de kosten ad 5 cent per hectare voor een stoomtramweg BreskensMaldegem—Sluis. {Zie laatste berichten van gisteren.) f>iroede, 23 Mei. Haar wij vernemen is ook door den Jong Baarzandepolder de door het comité voorden stoomtram BreskensMaldegem gevraagde subsidie toegestaan. Zie Laatste Berichten van gisteren.) Kanton Oostburg-, 23 Mei. Naar wij met zekerheid vernemen heeft de heer Gerritsen, voor zitter van het comité voor den stoomtramweg Bres kens—Maldegem met zijtak Draaibrug—Sluis, thans ook de concessie gevraagd voor een zijtak Schoon- dijke—IJzendijke—Caprijck. Terwijl de polder vergaderingen in ons kanton bezig zijn de subsidie aanvrage van bovengenoemd comité te behandelen, komt heden als een bom uit de lucht vallen eene dergelijke aanvrage van 30 cent per hectare, van de heeren Dibbits en Sillevoldt voor een stoom tramweg van gelijke richting. Daargelaten nog dat wij niet begrijpen wat de drijfveer is van een dergelijk verzoek, terwijl het eerste plan in behan deling is, gelooven wij dat die nieuwe aanvragers weinig succes op hun werk zxfflen hebben, nu het reeds gebleken is, hoe weinig polders gezind zijn de subsidie te verleenen aan een comité van inge zetenen uit het kanton zelve en van invloedrijke bewoners van Walcheren. Als het waar is, dat de nieuwe aanvrage enkele inwoners van ons kanton achter den rug heeft, zouden wij haast denken dat er met opzet verwarring wordt ge sticht. IJzendijlte, 23 Mei, Wekelijks worden wagenvrachten meel uit België in deze gemeente afgeleverd. De molenaars malen geen tarwe meer de bakkers verliezen sommige klanten, die uit dat meel zelf hun brood hakken. Vergeleken met de mij door de bedienden laten vertellen hoe die vroegere bewoners leefden en het huis bewoonden. Daarover dacht ik dan na en nu wist ikaan dit venster had die goede mevrouw haar werktafeltje staandaar was de eetkamer, hier speelde hun zoontje, een aardige, blonde knaap. Eindelijk wist ik alles van ben, want waar de verhalen der be dienden te kort schoten, vulde mijn verbeelding het overige aan. Het huisraad hadden zij grooten- deels meegenomen, maar er was toch nog het een en ander blijven staan, namelijk op den zolder, onder het spitse dak, Daar bracht ik vaak halve dagen door en snuffelde in alle hoeken, niet uit nieuwsgierigheid, maar zooals men het spoor van dierbare menschen nagaatwant dierbaar waren zij mij geworden en zoo eigen alsof ik hen altijd gekend had; door de plaats waar zij gewoond hadden en die nu voortaan mijn te huis zou zijn. Die zolder moet ook de speelplaats van den knaap geweest zijn, want daar vond ik allerlei dat aan hem herinnerde een bouwerij, die een dorp moest voorstellen en een paardenstal met houten paardjes, wel is waar kapot en op een hoop door elkaar geworpen. Ik zette dit alles zoo goed als ik kon weer op en dat was mijn lievelingsspel; ja op het laatst verbeeldde ik mij dat de knaap bij mij was en wij samen speelden, of dat ik alles voor hem schikte. De «blonde Albert," dien ik nooit gezien had, was mijn speelkameraad gewor den. Het beste speelgoed is altijd hef geen de eigen phantasie maakt. Later, toen ik geen kind meer was, moest ik spoedig genoeg aan iets anders

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1