MIDDELRURGSCHE COURANT
Rijks-belastingen.
Middelburg 20 Mei.
FEUILLETON.
HET FREULESHUIS.
Gemengde Berichten.
BIJVOEGSEL
Maandag 22 Mei 1882. N1. 119
VAN DE
VAN
De burgemeester van Middelburg,
maakt bekend
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger
der directe belastingen ter invordering is ver
zonden het door den provincialen inspecteur der
directe belastingen enz. te Middelburg, den 16en
Mei 1882, invorderbaar verklaarde kohier n°. 7 van
het patentrecht over het 4e kwartaal voor het
dienstjaar 1881/82, met uitnoodiging aan ieder
wien zulks aangaat, om, na bekomen kennisgeving
van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem
verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens,
dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten
bestaan, binnen drie maanden na heden behooren
te worden ingediend.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 19en Mei 1882.
De burgemeester voornoemd,
PICKÉ.
Ziierilizee17 Mei. Bij de fabrieken en
trafieken, die hier in het vorige jaar, volgens het
verslag van de kamer van koophandel, voldoende,
druk, minder of geen werk hadden, of voor af
braak verkocht werden, zijn er gelukkig enkele
die bloeien, o. a. de zoutziederij en de sigarenfa
brieken. De eerste breidde opnieuw haar werk
plaats en haar omzet uit. Zij had voor veertien
personen werk en raffineerde 3,108,000 kilo's. De
inslag beliep 3,400,000 en de uitslag 3,408,000
kilo's. De twee sigarenfabrieken tellen 57 werk
lieden. Beider fabrikaat is ruim te plaatsen, en
beide hadden, niettegenstaande de vermeerdering
van personeel, steeds druk werk.
De fabriek tot het maken van papieren zakken
kon, met volle kracht werkende zij heeft elf
arbeiders ternauwernood aan alle bestellingen
voldoen.
In de zeepziederij werd minder dan in vorige
jaren, namelijk 60,000 kilo's, gefabriceerd en ver
kookt.
De leerlooierij werkte met acht personen en twee
en twintig looikuipen. In de ongunstige verhou
ding tusschen de prijzen van grondstof en product
kwam geen verbetering.
De beide drukkerijen hadden altijd voldoende
somwijlen zelfs zeer druk werk. De eene heeft
12 en de andere 9 personen in haar dienst.
Op de touwslagerijen werkten 10 personen,
voornamelijk voor landbouw en scheepvaart en
voor polderwerken.
De scheepstimmerwerven, soms met 8 arbeiders
aan 't werk, deden niet veel meer dan repareeren.
Er werden toch slechts een hoogaars en drie
roeibooten gemaakt, en dat in een stad van waar
eens de meeste schepen van geheel Nederland
afvoeren
De gasfabriek, 287 verbruikers tellende, leverde
aan particulieren, gemeentegebouwen enz. 124,532
en voor straatverlichting 67,681 M*. De prijs was
9 cent. De cokes golden 40 cent per mud, doch
werden minder grif opgeruimd, voornamelijk wegens
de lage prijzen der kolen en den zachten winter.
Het kootteer werd verkocht voor 1.20 per 100
kilo's in 't groot, en in 't klein voor 2.50 per
vaatje. Het toenemd gasverbruik deed de be
hoefte aan gasberging zoodanig stijgen, dat het
voldoen van die behoefte niet langer uitgesteld
Novelle van
GÜSTAV ZU PUDLITZ.
III.
Het was leelijk, maar het droeg toch den
stempel van zijn tijd en van de omstandigheden;
men had bijna kunnen zeggen, dat het er ondanks
dien onopgesmukten eenvoud, in al zijn kaalheid
toch fatsoenlijk uitzag en dat moest nu juist het
tegenovergestelde wordenYan 'het oogenblik
echter af, waarin het gebouw hem als architekt
begon te interesseeren, verdwenen alle persoon
lijke beschouwingen meer en meer. Een dood
voorwerp kan onze gevoelens wel leidenmaar
slechts iets levends, mensehelijks kan die opwek
ken en levendig houden. In vroeger tijd was
dat wellicht andersde nieuwere tijd met zijn
bestendig streven naar afwisselingmaakt het
levenlooze doelloos, wanneet het geen nut meer
doet en onverschillig, wanneer het door beter en
schooner vervangen is. De waarde van het oude
vermindert hoe langer hoe meer, sedert wij begonnen
zijn van het verleden te leeren en zijn smaak na te
volgen. De juiste toepassing en nauwkeurige
nabootsing van eiken stjjl, wischt bet romantisch
kon worden en tot het bijbouwen van een nieuwen
gashouder besloten werd.
De steenbakkerij heeft niet gewerkt en werd
verkocht. Haar nieuwe eigenaar is bezig haar
tot een krachtiger leven voor te bereiden.
Een erger lot trof de garancinefabriek, die
wegens den hopeloozen staat van het artikel,
voor afbraak verkocht is, waarmede hier de han
del in garancine als geëindigd beschouwd kan
worden.
Daarentegen werden in de meekrapfabriek be
langrijke hoeveelheden oude meekrap van raffactie
gezuiverd en overgemalen. Ook werden eenige
partijen racine gepulveriseerd.
Uitgevoerd werden, blijkens de regeeringsstatis-
tiek, het volgende getal vaten
van
600 kilo'
s
naar:
1879
1880
1881
1700
425
425
300
450
475
Groot-Brittanië
1450
825
1100
150
275
350
475
225
350
50
50
125
Alle andere landen
200
100
150
Totaal. 4325 2350 2975
Bovendien werden van Marseille naar Nieuw-
York uitgevoerd 1492 vaten garancine.
Te Zierikzee bedroeg de invoer 297.350 en de
uitvoer 708.900 kilo.
Alles toont aan dat de meekrap langzamerhand
bekomt van de flauwte, waarin zij door de aliza
rine en de ontzettende overproductie gevallen was.
Dit brengt ons van zelf bij den meekraphandel-
De teelt van 1880 was zoo gering geweest, dat reeds
daardoor in het eerste halfjaar de omzet van
nieuw goed zonder beteekenis was. Toen de teelt
1881 aan de markt kwam ontstond er meer vraag,
vooral toen het bleek dat de qualiteit zeer mooi
was. De eerste vaten, voor zoover de mooie blanke
betreft, werden tot 27 a 29 verkocht. Weldra
bleek echter dat de teelt 1881 niet zoo onbeduidend
was, als de twee voorgaande. Daarbij was de
handel niet ruim en in korten tijd liepen de prijzen
ongeveer 3 terug, waarop zij zich, met geringen
handel, tot het einde des jaars handhaafden. De
nieuwe racine volgde dezelfde beweging. Het
weinige, dat als wortel verkocht werd, kon aan
vankelijk 20 a 22 bedingen, doch daalde
spoedig op ƒ18 en ƒ19, een prijs die op het
einde van het jaar genoteerd werd.
In de tien meestoven, die op Schouwen-Duive-
land gewerkt hebben, bedroeg de gereede hoeveel
heid hard goed viermaal zooveel als in de twee
vorige jaren, namelijk 256.156 kilo's.
Het overmalen van oude krap had op veel ge
ringer schaal plaats dan vroeger; een natuurlijk
gevolg van het geleidelijk verdwijnen der oude
voorraden, die voor deze industrie de grondstof
moesten leveren. Toch was er in dit artikel een
vrij beduidende handel, zoodat de nog aanwezige
voorraad gering is. De prijzen liepen minder uit
een dan die van de nieuwe onberoofde en bewogen
zich, naar gelang van qualiteit, tusschen de f 18
en 23.
Uit de bladzijde, die het Verslag aan de mid
delen van vervoer wijdt, blijkt dat de aanleg van
den stoomtram RoosendaalBrouwershaven bij
het provinciaal bestuur den gewenschten steun
vond, doch de ontwerpers, de heeren I. de Meul-
meester en c° hun plan schijnen te hebben laten
schieten. Dit moet gebeurd zijn tusschen het
Slaak en de Zijpe, waar ze het laatst gezien en
verdwenen zijn, met een zwart pakje onder den
arm.
De Indische Regeerings-Almanakdie tevens als
handboek voor het administratief recht van Ned.
Indië dienst doet, is, uithoofde van zijne toenemende
uitvoerigheid, over 1882 voor het eerst in twee
deelen gesplitst. Het eerste deel bevat het regee-
rings-reglement, de agrarische en eenige andere
wetten, een aantal statistieken, benevens de aan
wijzing van het grondgebied der gewesten en
landschappen, en de omschrijving van den werk
kring der verschillende regeeringslichamen en
hoofdambtenaren. Het tweede deel bestaat uit
de namenlijsten van het militair, ambtelijk en
waas van het echte uit en wij vragen niet meer
welke hand heeft dat aangeraakt, welk oog heeft
hier welgevallig op gerust maar eenvoudigis
het mooi? Wat wij aan de eene zijde daarmee
winnen, Verliezen wij wel is waar aan de andere.
De ware stempel, door den tijd op iets gedrukt,
kan door geen nabootsing vervangen of bereikt
worden.
Albert wandelde ook met het zonlicht door
den tuin, die hem eveneens anders voorkwam dan
gisteren, onder de aandoening van het weerzien
en hij het schemerlicht der ondergaande zon. Een
oude daglooner ging hem voorbij en groette, maar
zoo onverschillig, als een vreemde. Albert had
hem terstond herkend, zelfs zijn naam viel hem
in en hij had hem bijna aangeroepen, indien
niet een zekere schroom voor ophelderingen hem
weerhouden had. De man herkende hem blijkbaar
niet. Hij was zelf in die vijftien jaar dan ook
niet zooveel veranderd als de twaalfjarige knaap,
die in dien tijd een forsche man met een zwaren
baard geworden was. Albert sprak hem evenwel
toch aan met een onbeduidende vraag naar het
weder en den wind, want al wilde hij zich niet
bekend maken, stuitte het hem toch tegen de
borst om te doen alsof hij den man niet kende.
Deze vroeg toen of hij misschien bij den nieuwen
eigenaar van het goed hoorde, daar hjj in het
heerenhuis scheen overnacht te hebben. Albert
antwoordde dat hij de bouwmeester was, die op
zich genomen had om de gebouwen te onderzoeken.
»0 die zonden het nog wel uithouden," zei
burgerlijk personeel en is dus meer voor het
practisch, dagelijksch gebruik ingericht.
Enkele nieuwe rubrieken geven een beeld van
de voortgaande invoering van Westersche uitvin
dingen en inrichtingen in ons Öosterseh rijk. Yan
dien aard is de rubriek Telephoon-verhindingen,
waaronder voorkomt de aan de concessionarissen
Wille en Von der Pfordten verleende vergunning
voor het aanleggen van telephoon-lijnen tusschen
Batavia met Weltevreden naar den eenen en de
nieuwe haven Tandjong Priok naar den anderen
kant, henevens te Samarang en Soerabaija. Eene
andere nieuwigheid is de rubriek Stoom-tramwegen,
waaronder voor alsnog alleen voorkomen de stoom
tram van Samarang naar Joana, en die van Batavia
naar Weltevreden en Meester Cornelis.
Bij het departement van oorlog vindt men de
paardenstoeterij van de heeren Yon Splinter en
Boutmy vermeld. Deze inrichting heeft van de
regeering een renteloos voorschot van 50.000
ontvangen, tegen de verplichting dat zij, na zes
jaren, jaarlijks aan het rijk zal leveren 50 hengsten
of ruinen, uit hengsten van Makassaarsch of San-
delhoutsch ras met Javaansche merries. Deze
paarden worden berekend tegen 200 per stuk,
zoo lang tot het voorschot zal zijn aangezuiverd.
Daarna moet de stoeterij jaarlijks 25 derzelfde
hengsten of ruinen leveren, tegen den gewonen
remonteprijs. Door deze inrichting is aan den
eenen kant een belangrijke stap voor de verbete
ring van het Indische paardenras gedaan en aan
den anderen kant de voorziening in de behoeften
der Indische kavallerie en artillerie beter verzekerd.
Prof. G. Schlegel heeft in den Indische Gids
van April jl. eenige belangrijke aanteebeningen
verzameld uit eene verhandeling over de jaarlijk-
sche feesten en gebruiken der Emoy-Chineezen,
door den heer De Groot, tolk voor de Chineesche
taal te Pontianak, in de Verhandelingen van het
Bataviaasch Genootschap voor K. en W. medege
deeld.
Daaruit blijken eenige verrassende punten van
overeenkomst tusschen sommige godsdienstige be
grippen en gebruiken van het Chineesche volk
en die der Europeesche natiën. Aan overplanting
uit Europa valt daarbij niet te denken, dewijl
sommige dier voorstellingen zelfs van ouder dag-
teekening zijn dan het ontstaan van het Christendom.
Zoo vereeren de Chineezen eene godin Kwan-
Yin, wier afbeeldingen, voorstellende eene ge
kroonde moeder met een kind in de armen, sprekend
gelijken op die der maagd Maria. Hierdoor is
het te verklaren dat op sommige tijdstippen dui
zenden Chineezen zich door Roomsche zendelingen
tot hun godsdienst hebben laten bekeeren, in de
gedachte dat er tusschen hun oud en hun nieuw
geloof eigenlijk zoo heel veel onderscheid niet
bestond.
Eene legende die. in het 24e jaar onzer tijdre
kening in China ontstaan is, vertoont nog duide
lijker overeenkomst met den oorsprong van het
Christendom. Op dat tijdstip, zegt de Chineesche
kroniek, is op wonderbaarlijke wijze, uit een
maagd, een kind geboren, dat tot een heilige is
opgegroeid en in het gebergte der „Zwanenzangen"
door den Allerhoogste begiftigd werd met een
tweesnijdend zwaard, tot verdrijving der booze
geesten. Hij leefde tot het jaar 147, voer toen
ten hemel en droeg zijne zending aan zijn zoon
over. In diens geslacht is eene geestelijke waar
digheid erfelijk gebleven, welke door den heer
De Groot met die der pausen vergeleken wordt.
Zij werden door vele keizers erkend en bevestigd
bezaten echter geen staatkundige macht en zijn
in onze eeuw, in den opstand der Tai-pings, te
gronde gegaan.
Het Paaschfeest, dat hij alle heidensche volken
ter viering van den overgang van den winter tot
de lente gevierd werd, is ook bij de Chineezen
sedert overouden tijd inheemsch. Zij noemen 't
het „feest van 't koude eten", omdat er op die
dagen in de gezinnen niet gekookt wordt. Er
worden dan ook harde eieren gegeten, zoo goed
als in onze gezinnen. Ook loopen de kinderen te
Emoy, even als de onze rondom kaarsjes dansen,
op de Paaschdagen met uitgeblazen eende-eieren
rond, waarin lichtjes branden. Eene herinnering
de daglooner, »als er maar niet voortdurend
andere meesters in en uit trokken. Daardoor
raken er gedurig steenen los en als de muur
waggelt, stort eindelijk het dak in."
»Gij zijt zeker reeds lang hier op de plaats?"
vroeg Albert.
Zoolang als ik leef!" was het antwoord.
»Mijn vader ook al en ik denk wel diens vader
ook. Mijn moeder hoorde ook in Zarchow thuis.
Maar het is hier niet meer wat het geweest is,
sedert de oude mevrouw dood is. Ik heb haar
zoo goed gekend en mêe naar het graf gedragen.
Toen kwam de freule met haar man. Dat waren
al geen Zarchow's meer en die hoorden hier
slechts half thuis. Daarna kwam mijnheer Flieg-
ner. Dat was nu wel geen onredelijke, of onheusche
man, maar hij zat op te hooge lasten. De intres
ten verslonden zijn inkomen, hij bad ook allerlei
rampen en toen er een paar slechte jaren kwa
men, ging hij hard achteruit. De man heeft veel
zorgen en tobberijen gehad, en toen hij met Kerst
mis voor een jaar stierf, wilde zijn zwager het
ding nog aanhouden voor de dochter. Wij waren
het allemaal dadelijk eens dat het niet ging en
jawel, in het voorjaar moest het verkocht worden.
Eliegner kon zich aan niemand van ons iets ge
legen laten liggen, daarvoor had hij te veel met
zich zelf te doen, en hij kon ook geen hart voor
het goed krijgen. Wien het altijd slecht gaat, die
verliest den moed voor zich en voor anderen. Nu
is het nog erger, ofschoon op een andere manier.
Die het nu heeft, moet rijk zijn, maar hij zit in
aan het overoude „lichtfeest", waarmede de over
winning gevierd werd, die de zon op den dag der lente-
evening op de duisternis behaalt, is in dit gebruik
duidelijk herkenbaar.
Behalve harde eieren eten de Chineezen ook
Paaschbrood, koek en krentebrood, dat de Chi
neezen Moan-tien-sing, d. w. z. „de hemel vol
sterren" noemen, waarin de krenten dan de ster
ren voorstellen. In de vierde eeuw werd echter
het driedaagsch diëet van louter harde eieren
met oudbakken brood en koek, door keizer Wei
won v.erboden als schadelijk voor de gezondheid.
Of er in dien tijd in China ook inspecteurs
van het geneeskundig staatstoezicht hestonden,
vinden wij niet vermeld; maar dat deze zware
kost voor zwakke magen niet goed was, kan de
keizer ook zonder voorlichting der gezondheids-
politie wel opgemerkt hebben.
De Chineezen hebben in hunne tempels lampen
en kaarsendie altijd brandend gehouden worden,
beelden, schilderijen en andere versieringen, die
met den godsdienstigen toestel van sommige
Christelijke eerediensten overeenstemmen. Zjj hech
ten echter aan die voorwerpen zelve geen betee
kenis en zijn ook onvatbaar voor het begrip van
tempel-schennis. Een Chineesch priester steekt
zijn pijp aan de heilige lamp aan en geeft den
vreemdeling een fidibus voor zijne sigaar, die aan
hetzelfde licht ontstoken is. „Hij vindt, merkt
de heer Schlegel op, dat het rooken eener sigaar
in een tempel niet meer ontheiligend is, dan wij
den stovenstank, het snuiten en snuiven, het rui
ken aan eau de cologne-^.aeons of eau de reine-
doosjes in onze kerken onstichtelijk vinden."
Prof. Schlegel, die van de Chineesche taal- en
volkenkunde zijn levenstaak gemaakt heeft, beweert
dat wij de Chineezen miskennen. Het is, zegt
hij, een volk dat, hoe langer en hoe heter men
het leert kennen, men des te meer leert achten en
waardeeren. Studiën als die van den heer De Groot
kunnen niet anders dan die betere kennis en
hoogere waardeering bevorderen.
Sint Kruis 19 Mei. Gisteren nacht hebben
op de hofstede van den landbouwer Blondeel langs
den Eeclooschen watergang dieven zich door in
braak langs het dak toegang weten te verschaf
fen tot de zoogenaamde keet en zich aldaar mees
ter gemaakt van eene groote hoeveelheid spek en
ham. De daders zijn tot heden onbekendde jus
titie doet ijverig onderzoek
In Overijsel heeft het vergunningsrecht voor
den verkoop van sterken drank ruim 45000 op
geleverd, hetgeen geljjk staat met een huurwaarde
van 180.000 enkel voor dranklokalen.
Het onlangs door ons uit de N. Rott. Ct.
overgenomen bericht omtrent hetgeen zou voor
gevallen zijn in eene Roomsche kerk te Utrecht,
bij de communie van een protestantschen 14jari-
gen jongen, blijkt volgens de mededeelingen van
andere bladen en de latere toelichting van den
berichtgever zeiven, onjuist en overdreven te zijn
voorgesteld. De knaap leed aan toevallen, werd
op 't oogenblik der kerkelijke plechtigheid door
zulk een toeval overvallen, begon te schreeuwen
en schandaal te maken, maar heeft niet geroepen
„ik verdom hetterwijl evenmin van het later
aanwenden van dwang iets gebleken is. Overigens
ontbreekt het, bij deze bekeering" van kinderen
uit een gemengd huwelijk tot het Roomsche
geloof, natuurlijk niet aan praatjes en vermoedens.
Van 19 tot 23 Juni a. hebben te Amsterdam
verschillende feesten, ter gelegenheid van de reü
nie der studenten van de gemeente-universiteit
plaats. De feesten op 20, 21 en 22 Juni geschie
den in 't Paleis voor Volksvlijt, den 25en wordt
een stoombootreis met diner en dejeuner aan
boord gedaan, en vervolgens is er nog sprake van
een contra-partij der studenten aan de burgerjj.
Op 1 Juni e. k. begint de zomerdienst op de
lijn HaarlemZandvoort. Men kan per dag 13
malen van Amsterdam naar Zandvoort. Van
Zandvoort naar Amsterdam is elf malen per dag
gelegenheid. De laatste trein uit Zandvoort ver
trok te 10 u. 48 m.
de stad en hier is geen orde meer. Hij is hier
geweest, den eersten dag toen hij het gekocht
had een dikke man met een gouden bril. Nu
ja gij kent hem. Hij liet ons allemaal bij hem
komen en hield een toespraak, maar toen het uit
was wist geen mensch wat hij bedoeld had. Als
iemand zelf de handen uit den mouw steekt al
zegt hij er niets bij, begrijpen wij hem wel.
Jongens" zei de oude Wiltstrunk toen wij uit
elkaar gingen eu mekaar aankeken »dat is geen
heereboer en hij wordt het van zijn leven niet.
Een heer krijgen wij niet weer. Nu dan, voor
uit maar." En zoo gingen we weer aan het werk.
Als het Freuleshuis er niet stond als van ouds,
dan zou men in het geheel niet weten dat men
nog te Zarchow is." Hij nam zijn muts af en
ging zjjns weegs.
Albert had hem bedaard aangehoord, ofschoon
het hem hinderde dat halve verwijt tegen zijn
vader te moeten voelen. Maar het was toch oen
uitdrukking van aanhankelijkheid niet alleen aan
den grond, maar ook aan de menschen, aan wie
die grond van geslacht tot geslacht toebehoord had
En eindelijk had de man het Ereuleshuis genoemd.
Dat woord had Albert sedert zijn kindsheid niet
meer gehoord, ja het was hem zelfs niet in de
gedachten gekomen. Nu deed het hem denken
aan iets vijandigs, iets ongenaakbaars. Thans
viel het hem ook weer in daar achter die hazel
notenstruiken moest het liggen, achter diezelfde
hazelnotenstruiken waarin hij als knaap uren lang
kon klimmen en klonteren om noten te plukken