N° 118.
125e Jaargang.
1882.
Zaterdag
20 Mei.
Rijks-Belastingen.
Middelburg 19 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. frryhco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn werkrijgbaar a 5 Cent;
Ad verten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1 ,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
HooMagenlen voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publieité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
MIIMELltl lUiSIM COURAIVT.
De burgemeester van Middelburg,
maakt bekend
dat bij liem ontvangen en aan den ontvanger
der directe belastingen ter invordering zijn ver
zonden de door den provincialen inspecteur der
directe belastingen enz. te Middelburg, den 15en
Mei 1882, invorderbaar verklaarde kohieren
n°. 13 der personeele belasting voor het
dienstjaar 1881 82, met uitnoodiging aan ieder
wien zulks aangaat, om na hekomen kennisgeving
van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem
verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens,
dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten
bestaan, binnen drie maanden na heden behooren
te worden ingediend
terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in
den loop des dienstjaars een perceel verlaten,
zonder daarin eenige roerende goederen of iemand
in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt
op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de
personeele belasting van den 9en April 1869 (Stbl.
n°. 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 17en Mei 1882.
De burgemeester voornoemd,
PICKÉ.
De kamer van koophandel alhier zal op Maan
dag den 22ea dezer, des namiddags te 3 uren pre
cies, een openbare vergadering houden.
In de heden namiddag gehouden vergadering
van den gemeenteraad van Vlissingen werd mede-
deeling gedaan, dat ged. staten machtiging verleend
hebben tot gemeenschappelijke regeling met het
bestuur van Koudekerke, in zake het in beheer en
onderhoud overnemen van een gedeelte van den
Vlissingschen -Koudekerkscben straatweg, en dat
door hetzelfde college is goedgekeurd het raadsbesluit
tot onderhandschen verkoop van het verkoophuis.
Daarna was aan de orde een verzoek van de
maatschappjj De Schelde om door haar aan te
leggen wegen, achter het groot arsenaal, te be
straten, te rioleeren en te verlichten, zoo ook de
toegangswegen naar genoemde strateneen en
ander in verhand met het houwen van 91 woon
huizen voor werklieden. Bij de behandeling van
dit verzoek, wees de we. voorzitter, de wethouder
Van Uije Pieterse, op het groote belang dat de
gemeente Vlissingen heeft bij den bloei en de
welvaart der My De Schelde, welke tot die der
gemeente in 't nauwste verband staan. Het ver
zoek werd met eenparige stemmen ingewilligd en
aan burg. en wetb. een crediet van 4000 toe
gestaan.
Een verzoek van de maatschappij Zeeland, om
keeten te mogen houwen op het terrein bij de
Pontonhal, is mede ingewilligd.
Vanwege het comité tot ondersteuning der Russische
Israëlieten, dat zich enkele weken geleden alhier
vormde, vernemen wij dat dezer dagen aan de
huizen der ingezetenen lijsten zullenworden aange
boden om bijdragen te verzamelen voor het doel
van het comité.
Wij hevelen deze zaak aan in de aandacht on
zer lezers. Volgens de laatste berichten wachten
te Brody in Galicië nog 6000 menschen op de
middelen om naar Amerika te komen. Het comité
te Lemberg vervult de zware taak om hen voor
uithongeren te behoeden, maar kan niet beletten
dat in het kleine stadje Brody nog 2000 Russi
sche Joden geen onderkomen hebben. Van 30 April
tot 10 Mei zond de beer Lazarus, president van
het Lembergsche comité, 1252 Israëlieten naar
West-Europeescbe havens, maar hij heeft van het
Londensche comité bericht ontvangen, dat hij niet
meer dan 400 personen iedere week mag afzenden,
vermits men er anders geen weg mee weet. Dit
is te betreuren, wijl het onderhoud in Galicië
handen vol geld kost en het natuurlijk de voor-
deeligste weg is om de vluchtelingen zoo snel
mogelijk over te voeren. Voor dat alles is echter
geld noodig, zeer veel geld.
Het comité alhier is voornemens de ontvangen
gelden over te maken aan het comité te Amster
dam, wijl dit, voor ons land, het best in staat
schijnt voor eene doelmatige besteding der gelden
te zorgen.
Clroede, 18 Mei. Door stembevoegde ingelan
den van het waterschap Groot en Klein Baarzande
c. a., groot ruim 654 hectaren, is besloten de ver
langde subsidie voor den aanleg en exploitatie van
een stoomtramlijn Breskens Maldeghem, niet
verleenen.
Door den commissaris des bonings is aan de
burgemeesters in deze provincie de volgende cir
culaire gericht
«Het is gebleken dat misbruik werd gemaakt
van verleende ontheffingen van het kon. besluit
van 8 Dec. 1870 (Stbl. no 194) tot invoer van
slachtvee, daar zoodanig vee in grooteren getale,
dan voor de comsuuitie noodig was, werd aange
voerd en vervolgens heimelijk in den handel ge
bracht, waardoor gevaar ontstaat voor de over
brenging van smetstof uit bet buitenland.
»De min. van binnenl. zaken acht het wensche-
lijk, dat een onderzoek worde ingesteld, of ook in
deze provincie dergelijke misbruiken voorkomen
»In afwachting der uitkomst van dat onderzoek
worden de door mij verleende vergunningen tot
invoer van slachtvee uit België tijdelijk buiten
werking gesteld en zullen geene nieuwe door mij
verleend worden."
De heer mr. C. P. Lenshoek, burgemeester
van Wolfaartsdijk heeft, wegens voortdurende on
gesteldheid, aan den koning eervol ontslag uit
zijne betrekking verzocht. (G. Ct
Aan de VI. Ct. wordt medegedeeld dat de
Vlissingsche jacht, die tot heden voor ieder jagër
vrij was, dit nu niet meer is. De eigenaars en
pachters uit deze omstreken hebben, ten getale van
30, deze vrijheid verleend aan twee jagers uit Vlis
singen, zoodat de liefhebbers der jacht die hetzij
te Vlissingen of te Middelburg hun eigen private
jacht hebben en de eerste veertien dagen te Vlis
singen het wild komen opruimen om daarna
naar hun eigen jacht te gaan, hiervan dit jaar
verstoken zullen zijn.
Door eenige bladen is gemeld, dat de minister
Van Goltstein naar het buitenland is vertrokken.
Dit is onjuist. De heer Van Goltstein bevindt
zich in de residentie. (N. R. Ct.)
De praeadviezen voor de vergadering van de
Juristenvereeniging, dit jaar te Maastricht te houden,
zijn verschenen.
Over de vraagof in onze wetgeving behoorlijk
is gezorgd voor de vrouw, zoo wat hare persoons
als hare vermogensrechten betreft? Zoo neen,
welke verbeteringen voornamelijk in aanmerking
komenzijn preadviezen uitgebracht door de
heeren mr. S. van Houten en Th. Borret (notaris
te 's Gravenhage). De heer Van Houten bepleit
in zijn advies de gelijkstelling der echtgenooten
en de opzegbaarheid" van het huwelijk, zonder
in bijzonderheden te treden over de artikelen der
wet die wijziging behoeven. Dit geschiedt wèl in
het advies van den heer Borret, die zich echter
bepaalt tot de artikelen omtrent de onderworpen
heid der vrouw aan den man, wat persoon en
goederen betreft, en de echtscheiding geheel buiten
behandeling laat.
Over bet bewjjs in strafzaken hebben m". C.
M. J. Willeumier, te Amsterdam, en G. Tripels,
te Maastricht, adviezen uitgebracht. De eerste
bepleit de afschaffing der wettelijke bewijstheorie,
zonder voorstander te zjjn van de jurydaaren
tegen komt de beer Tripels tot dezelfde slotsom,
maar tevens tot het aanbevelen der jury.
Over de commanditaire vennootschap hebben de
heeren m™. A. Heemskerk, rechter te Zierikzee,
en W. Binger, advocaat te Amsterdam, praead
viezen uitgebracht. De eerste wil den comman
ditair als vennoot beschouwd hebben, de tweede
de commandite hebben aangemerkt enkel als
deelneming in een bedrijf dat een ander uitoefent,
zonder dat een vennootschap ontstaat.
Dinsdag is te Parijs bet huwelijk van de jongste
dochter van den Nederlandschen gezant, baron Van
Zuylen van Nij e velt, met den beer Léon Scheidec-
ker, een der grootste industriëelen uit den Elzas,
kerkelijk ingezegend. Te elf uren bad die plech
tigheid plaats in de protestantsche kerk du Saint-
Esprit. Daar de heer Scheidecker roomsch-katholiek
is, werd daarna in de kerk Saint-Philippe-du-Roule
een plechtige mis gelezen. De getuigen van den
heer Scheidecker waren de heeren De Bonnechose
en graaf De Pourtalès, die van de bruid de heeren
jhr. Van Karnebeek, commissaris des konings in
Zeeland, en Ratti, vertegenwoordiger van Italië,
echtgenoot van de oudste dochter van baron Van
Zuylen van Nijevelt. Zoowel bij de beide kerk
diensten als bjj de receptie, die daarna aan de
Nederlandsche legatie plaats had, waren een groot
aantal heeren en dames van de diplomatie en
van de groote wereld te Parijs verschenen.
Mevrouw Grévy, de generaal Pittié, chef van
het. militaire huis van den president, sömmige
mmisters en oud-ministers, Cochery, Marcère,
Waddington, de Engelsche gezant lord Lyons, de
Chineesche gezant in nationaal kostuum, met een
pauwenveer op zijn muts, de meeste andere
diplomaten met hun dames en vele Nederlanders
kwamen de jonggehuwden hun gelukwenschen
aanbieden.
De bruid was gekleed in wit satijnen rok, ver
sierd met oranjebloesem, waarover een wit flu-
weelen tuniek en lange sleep, met kanten afgezet.
De gemalin van den Nederlandscben gezant droeg
een kleed van bruin gebrocheerd satijn.
De heer De Freycinet, minister-president, die
's avonds zeer zelden uitgaat, is deze week op
een soirée aan de Nederlandsche legatie geweest,
waar hij zich langdurig en op zeer hoffelijken toon
met den Nederlandschen gezant onderhouden heeft
(N. R. Ct.)
De St. Ct. bevat de statuten van de vereeniging
De commissie voor de inwendige restauratie van het
Muiderslot, te Amsterdam, die zich ten doel stelt
om, na de vereisckte goedkeuring op bare plannen
van regeeringswego te hebben verkregen, eerst de
groote zaal en van lieverlede het geheele slot te
restaureeren en te stoffeeren in den stijl van de
eerste helft der zeventiende eeuw, en tracht haar
doel te hereiken door het bijeenbrengen der gel
den, welke voor de restauratie worden gevorderd.
Men schrijft ons uit Den Haag
De aftreding van den heer Gevers Deynoot
maakt, voor de derde maal in een tijdsverloop van
58 jaren, de benoeming van een burgemeester der
residentie noodzakelijk. Van 1824 tot 1843 de
heer L. C. R. Copes van Cattenburch, van 1843
tot 1857 mr. G. L. H. Hooft, en van toen tot op
den huidigen oogenblik, nu zijn verzwakte gezond
heid hem noopt den voorzittersstoel in onze raad
zaal te ontruimen, mr. F. G. A. Gevers Deynoot,
ziedaar de dynastie onzer burgervaders, gedurende
meer dan de helft dezer eeuw.
Ik hecht er eenigszins aan, op de langdurigheid
van dit tijdvak te wijzen, omdat zij, naar mijne
opvatting, een pleidooi bevat voor het behoud der
thans bestaande wijze van benoeming der hoofden
van onze gemeente-besturen. Alles wat daartegen
nu en dan door den heer Van Kerkwijk en anderen
is aangevoerd, heeft op mij steeds den indruk
gemaakt eener redeneering van liedendie dooi
de menigvuldigheid der hoouien, waarbij zij stil
blijven staan, belet worden het bosch te overzien.
Het zal wel waar zijn, dat onder een personeel van
ruim 1100 burgemeesters, voor de meerderheid van
welke het ambt meer een eerepost dan een middel
van bestaan is, wel eens benoemingen voorkomen,
die niet naar den zin hunner gemeentenaren zijn,
andere die den schijn van nepotisme of favoritis-
me niet geheel kunnen ontgaan. Daarvan moeten
echter in de eerste plaats worden afgetrokken de
niet weinigen dieaanvankelijk beschouwd als
niet gewilde personen, meest omdat zjj «vreem
den" zijn, na eenigen tijd zich de algemeene
genegenheid der ingezetenen weten te verwerven.
Afgescheiden van deze gevallen, vraag ik, met het
oog op de benoemingen welke, om niet verder
terug te gaan dan vier jaren, in de g r o o t e
gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Utrecht,
Groningen, Den Bosch, Middelburg gedaan zijn;
lettende op de wijze zooals die benoemingen ont
vangen zijn en op hare uitwerking; of er reden
bestaat om te beweren dat bet tegenwoordige
stelsel, in 'talgemeen, niet goed werkt?
Ik geloof bet tegendeel. De regeering beeft
zich, bij enkele dier benoemingen, niet ontzien
een vrij forschen greep te doen in den kring dei-
plaatselijke verwachtingen, voorliefden en verlan
gens zij heeft, om slechts éen voorbeeld te noe
men, bet gewaagd een volbloed Amsterdammer
tot burgemeester onzer tweede koopstad te be
noemen. Eenige verwondering, zoo geen ontstem
ming, kon bij die gelegenheden aanvankelijk niet
uitblijven. Toch durf ik beweren dat dit kleine
nadeel in bet niet verzinkt, wanneer men zich
de kuiperijen, de kunststukken van taktiek en
politiek, de scheuring en den wrok voorstelt, die
in een groot aantal gemeenten zouden geboren
worden wanneer de benoemingen der burgemees
ters, gelijk verlangd wordt, eens gebonden werden
aan eene voordracht van den raad, uit zijn mid
den, of zelfs uit den kring der ingezetenen.
Naar de uitkomst im Groszen und Ganzen moet
een stelsel beoordeeld worden, niet naar de uit
zonderingen, welke de tegenstanders in boeken
en gaten opsporen. Men wijst ons op andere
landen en inderdaad wordt aan de benoeming dei-
hoofden van de gemeenten, door of uit bare ver
tegenwoordigers, in België, in Duitscbland, in
Frankrijk, in Engeland veel gehecht. Ik trek die
gehechtheid volstrekt niet in twijfel; ik geloof
inderdaad dat de Franscben alle reden hadden
om den bardnekkigen tegenstand van den ouden
Thiers te breken en de benoeming der maires aan
den centraliseerenden en politiseerenden invloed
van bet oppermachtige Parijs te onttrekkenik
wil aannemen dat de Belgen gelijk hebben met
in dit, als in zoovele andere opzichten, bun Zui
delijke buren tot voorbeeld te nemendat het
voor de zelfstandigheid der Duitscbe gemeenten
een levensquaestie is, bare hoofden niet uit Ber
lijn gestuurd te krijgen, en dat de eeuwenoude
souvereiniteit der Britscbe boroughs geen inmen
ging van bet centraal gezag in de keuze harer mayors
dulden zou. Dat alles leert mij echter nog niet,
waarom wij in Nederland in dit opzicht den goe
den staatkundigen regel quieta non movere niet
kunnen volgenwaarom wij de regeering een
benoemingsrecht ontnemen moeten, dat zij, blij
kens de ondervinding, zonder gouvernementeele
bijbedoelingen, tot tevredenheid der burgerijen
uitoefent, en waarom wij in onze gemeenten eene
zoo vruchtbare bron van intriges en verdeeldheid
moeten openen, als bet verkrijgen van bet bur
gemeesterschap, op aanbeveling uit de gemeenten
zelve, wezen zou.
De aftreding van den beer Gevers vertoont eene
opmerkelijke overeenstemming met die in bet
vorige jaar, van den beer Joost van Vollenhoven,
wien door de Rotterdamscbe burgerij dezer
dagen een zoo zeldzaam en treffend bewijs
van dankbaarheid voor zijn veeljarig burge
meesterschap geschonken werd. Hier, evenals
aan de Maas, hebben genegenheid, hoogachting en
erkentelijkheid den boventoon, in de gevoelens
waarmede men een magistraat ziet beengaan, dien
men evenwel niet terug zou willen houden. Er is
een tijd van gaandat beeft de beer Gevers ge
voeld en er is niemand die bet hem tegenspreekt,
al bad de algemeene genegenheid voor zijn persoon
nog jaren lang bet ontstaan eener anti-burgemees-
terlijke oppositie van eenige beteekenis kunnen
voorkomen.
Wie zijn opvolger zijn zal, is de vraag welke
allen bezig houdt die bet welzijn onzer gemeente
wezenlijk ter harte gaat. Ieder voelt dat bet burge
meesterschap van Den Haag, wilde bet volkomen
naar den eiscb vervuld worden, in dezen tijd vooral
eene hoogst zeldzame vereeniging van uiteenloo-
pende hoedanigheden in éen man zou vorderen.
Hij moet in onze hoogste kringen een gewild per
soon wezen, begrijpen wat de vereischten zijn eener
stad van weelde en uitspanning gelijk onze resi
dentie is, en tevens een geopend oog en eene juiste
opvatting hebben van betgeen noodig is voor eene
hofstad, welke bezig is zich tot eene groote
nijvere en bedrijvige stad, tot een der middelpun
ten van bet verkeer en vertier eener welvarende en
rijke provincie te ontwikkelen. Hij zou moeten
zijn de man van 't bof, de vriend der burgerij en
de leider der volksklasse. Hij zou moeten wezen de
man van raad en daad, van bet gemeen overleg
en van bet initiatief te geljjlr.
Waar dien zeldzamen vogel te vinden? Zalmen
doen als in 1843, toen de beer Hooft sedert zestien
jaren, of als in 1857 toen de beer Gevers sedert zes
jaren zitting in 't dagelijksch bestuur had, en ook
nu weder uit bet college der wethouders eene
keus doen Of zou bet gerucht gelijk hebben dat
weder mompelt van ons jongste raadslid, den oud
secretaris der gemeente, oud-minister en oud-com
missaris in Zeeland, jhr. Six?
Ik besef de moeilijkheid om over deze personen-
quaestie een oordeel te doen booren; maar geloof
toch mijne hoop te mogen uitspreken dat dit ge
rucht geen waarheid moge bevatten. Weinig
openbare personen zijn in Den Haag zoo goed be
kend als de beer Six. Men weet precies wat men
aan hem heeft. Een door en door achtenswaardig,
welwillend, veelzijdig ontwikkeld en beschaafd
manin alle kringen gezien en daarenboven een
knap administratief werkman. Wat bij eehter
mist, is initiatief, vastheid en oog voor de werke
lijkheid. Een goedmoedig optimisme doet hem van
alles bet beste denken en bet beste hopen; zijne
gemoedelijkheid grenst aan naïeveteit en zijne wel
willendheid doet hem neigen tot zwakheid. Den
regel dien ik zoo even in berinnering bracht, het
quieta non movere, zou bij, vrees ik, met zulk eene
voorliefde toepassen, dat alles bij 'toude blijven
zou, in de zoete hoop dat alles dan van zelf
terecht zou komen.
Den Haag beeft, in bet tegenwoordig oogenblik
zijner ontwikkeling, andere eigenschappen in zjjn
burgervader noodig. Er is behoefte aan eene vaste en
krachtige band, welke Den Haag behulpzaam kan
zijn in betgeen bet, tevens residentiestad bljjvend^