N° 114. 125e Jaargang. 1882, Maandag 15 Mei. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels f 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL. Middelburg 13 Mei. Wensch. en Mogelijkheid. MIDDELBÜRGSCHE COI It t\T. Door de ontvangst van het eerste nommer van het weekblad De Vrije Pers, orgaan der vereeniging Kiesrechthervorming, zijn wij thans beter in staat om het verschil na te gaan, dat tusschen die nieuw opgerichte vereeniging en het Comité voor algemeen stemrecht bestaat. Het blijkt uit de toespraak, waarmede het lid der tweede kamer, jhr. mr. I. F. Humalda 'van Eysinga, de constitueerende vergadering van den 12«« Februari jl. te Amsterdam geo pend heeft, dat de oprichters aanvankelijk ge tracht hebben een vorm te vinden om met het genoemde comité samen te werken. Hun doel was, niet tegenover, maar naast de voorstan ders van het algemeen stemrecht op te treden. Zij zijn echter gestuit op een principieel ver schil, hetwelk daarin bestond, dat de oprich ters der nieuwe vereeniging het kiesrecht wil den toekennen aan alle mannelijke meerder jarige Nederlanders, in 't volle genot hunner burgerlijke en burgerschapsrechtendoch onder „onthouding der uitoefening van dat recht aan die personen, welke uithoofde van oeconomische of intellectueele incapaciteit daarvan behooren te worden uitgesloten." Iets meer uitvoerig was ditzelfde denkbeeld uit gesproken door den heer Wiersma op de voor bereidende vergadering, welke den 12em Sep tember des vorigen jaars te 's Gravenhage was gehouden. „De Vereeniging, zeide deze, plaatst de kiesbevoegdheid van allen op den voorgrond; doch wil het recht der uitoefening onthouden aan diegenen, wier zelfstandigheid, (in oecono- misch en intellectueel opzicht) zooveel te wen- schen overlaat, dat hun keuze niet kan geacht worden te zijn eene vrije, zelfstandige handeling. Terwijl deVereeniging eene uitbreiding bedoelt in de richting der kiesbevoegdheid van allen, wenscht zij aan de werkzaamheid en het debat harer leden over te laten om aan te geven, waar de grenzen der uitoefening van het kiesrecht in de maatschappij behooren te worden getrokken, en onder welke formule men de in 't belang der maatschappij vast te stellen onthouding van dat recht zal kunnen omschrijven." De heer Wiersma verklaarde daarbij uitdruk kelijk, „dat geene uitsluiting vaD bepaald aan gewezen categorieën van personen, noch in uitgebreiden, noch in beperkten zin bedoeld werd bij de oprichting der Vereeniging, maar alleen werd bepaald het beginsel, waarop het kiesrecht behoort gegrond te zijn, met de toe voeging echter, dat dit beginsel niet voor eene te doctrinaire toepassing vatbaar is, maar slechts door rekening te houden met de ontwikkeling en de zelfstandigheid der kiezers tot zijn volle recht kan komen." Bij het boven bedoelde „debat" en bij deze „werkzaamheid", welke van de leden der nieuwe vereeniging verwacht worden, zal het, vreezen wij, aan 't licht komen dat juist in datgene, waar men voor alsnog geen vast be ginsel voor heeft weten te stellen, de groote moeilijkheid schuilt. De census heeft dit groote voordeel, dat hij den knoop doorhakt. Bij 't vaststellen van zijn bedrag kan men zoo na mogelijk de vereischten van „oeconomische en intellectueele zelfstandigheid", die verlangd worden, zoeken te verwezenlijkenmaar staat het cijfer eenmaal vast, dan houdt alle onze kerheid in de toepassing op. Maar nu is juist het eerste hoofdbeginsel, dat de nieuwe ver eeniging in art. 1 harer statuten uitspreekt „afschaffing van den census als maatstaf van kiesbevoegdheid." Hieruit volgt, dat herzie ning van de grondwet, volgens het plan der vereeniging, aan de kiesrechthervorming, die beoogt, moet voorafgaan. Voor den inhoud van het nieuw artikel 76 der grondwet hebben de oprichters dan ook reeds een schema vast gesteld. Het luidt aldus »De leden van de tweede kamer worden gekozen door de meerderjarige mannelijke ingezetenen, Nederlanders, in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrechten, met de in het algemeen belang noodig geachte beperkin gen, alsmede volgens de regelen en overeenkomstig de voorschriften, nader bij de wet vast te stellen." Met deze redactie kan ieder instemmen, daar zij eigenlijk niets beslist en alléén de grond wet ontlast van hare tegenwoordige, in bijzon derheden afdalende bepaling der kiesbevoegd heid, welke alle ingrijpende verbetering, naar de behoeften des tijds, belet. Gelooft men echter dat voor deze herziening in de staten- generaal eene meerderheid te verkrijgen zal zijn, welke andere artikelen, met name het 194c, het befaamde onderwijs artikel, buiten schot zal willen laten Wij gelooven er niet veel van. In ieder geval blijkt het niet, dat de nieuwe vereeniging aan dezen grooten steen, die op haar weg ligt, bij hare oprichting bij zondere aandacht geschonken heeft. Onze slotsom is dat wij met de vereeniging Kiesrechthervormingwat haar beginsel betreft, ons beter kunnen vereenigen dan met het Comité voor algemeen stemrechtomdat de ver eeniging onmiddellijk aan de erkenning van het algemeen recht tot kiesbevoegdheid, de beperking toevoegt van intellectueele en éco nomische zelfstandigheid. Het is ongeveer hetzelfde wat wij ook wenschen, mits men er maar een vorm voor kunne vinden. Tot de bereiking van haar doel vreezen wij echter, dat de vereeniging niet den meest geschikten weg heeft aangewezen, dewijl alle „werkzaam heden" en alle „debatten" van leden van par ticuliere vereenigingen niet bij machte zijn om ons te bezorgen wat wij hebben moeten eene meerderheid in de door het tegenwoordige kiezersliehaam samengestelde staten-generaal, in staat en genegen om eene herziening der grondwet naar onze bedoeling tot stand te brengen. Wij zouden daarom aan een anderen weg, als meer practisch, de voorkeur geven. Om dien te doen kennen moge het ons geoorloofd zijn onze zienswijze ten opzichte van het kies recht-vraagstuk, zooals wij die bij verschillende gelegenheden achtereenvolgens meer dan eens ontwikkeld hebben, hier nogmaals te resumeeren. Wat wij zouden wenschen isuitbreiding van het kiesrecht op belangrijke schaal, door toekenning der kiesbevoegdheid aan ruim ge nomen categorieën van capaciteiten. Daarnevens een census, waarvan het cijfer in denzelfden geest vastgesteld zou moeten worden, met het doel om die kiesbevoegden te omvatten, welke in geen der door de wet aangenomen catego- riëen zouden vallen. Teneinde dezen wensch vervuld te zien, zou herziening der grondwet vereischt worden. Aangezien wij geen kans zien om deze te ver krijgen zonder concessien in het hoofdstuk Onderwijs, welke gelijkelijk iu strijd zouden zijn met het wezen der liberale partij in Ne derland, met hare geschiedenis en met een harer redenen van verder bestaan, laten wij voorloopig, en onder voorbehoud van het beginsel, de toe lating der capaciteiten in onze wenschen varen. Daarvoor in plaats, niet ten volle, maar zoo na mogelijk, gelijk bij iedere trans actie op het stuk van beginselen onvermijdelijk is, daarvoor in plaats komt eene aanzienlijke en ratioueele verlaging van den census, met toe voeging van andere, dan alleen de r ij k s directe belastingen, welke in art. 76 der grondwet niet met name genoemd worden. Het is buiten eenigen twijfel, dat door deze hervorming van den census een groot aantal der thans uitge sloten capaciteiten tot de kiesbevoegdheid toe gelaten zullen worden. Indien later, na het tot stand brengen dezer hervorming, blijken mocht dat ook daarna nog stuitende onbillijk heden en uitsluitingen, op beduidende schaal, overbleven, dan zou het noodig wezen, bij de dan anders samengestelde staten-generaal eene herziening van de grondwet aan de orde te brengen. De hier bedoelde hervorming van de kies- f wet gelooven wij, dat met de tegenwoordige staten-generaal te verkrijgen is. Het is waar, dat de anti-liberale partijen daartoe zullen medewerken, omdat zij van eene verlaging van den census voor zich politiek voordeel ver wachten. Behalve dat zij zich echter daarin kunnen vergissen en dat een zeer uitgebreid capaciteiten stemrecht, naar den zin van het Comité v. alg. stemrecht en van de vereeniging Kiesrecht hervormingaan deze partijen dezelfde kans zou schenken, zouden wij het echter daarop willen wagen. Wij hebben genoeg vertrouwen in het beginsel van het liberalismus om over tuigd te zijn dat het, na eene mogelijke tijde lijke verduistering, zich weder zal doen gelden en het beginsel der heerschende partij zal worden. Een ander beginsel dan het libera lismus is voor Nederland, evenmin als voor eenige andere Europeesche natie der 19e eeuw, als grondslag voor haar staatsbestuur, op den duur bruikbaar of bestaanbaar. Hiervan echter zijn wij niet minder stellig verzekerd, dat de liberale partij, krampachtig zich vast klemmende aan het bestaande als aan een anker van behoud, bezig is, langzaam maar zeker, met dat anker naar den grond te gaan. Gaat zij aldus ten onder, dan zal het haar zeker meer moeite kosten om weder boven water te komen, dan wanneer zij zelve de lei ding der beweging in handen houdt. Op grond van zeer vertrouwbare inlichtingen kan het Haagsche Dagblad verzekeren, dat het gerucht, als zon Z. M. de koning in zake de mi- nisterieele crisis reeds een beslissing hebben ge nomen, voorbarig moet worden genoemd. Gisteren voormiddag is een langdurige minister raad gehouden, die niet tot het einde door den minister van koloniën werd bijgewoond. Door den commissaris des konings in Zeeland is bepaald dat bet in Juni a. te houden onderzoek der verlofgangers van de militie te land, die zich in Walcheren bevinden, zal plaats hebben: op Vrijdag den 2el Juni, des voormiddags te 10 uren, te Middelburg, voor de verlofgangers van Arne- muiden, Middelburg en Nieuw- en St. Joosland en op Zaterdag 3 Juni te Vlissingen, 's voormiddags te 11 uren, voor ben die in de overige gemeenten verblijven. *Oiervlïet, 12 Mei. Bij de verkiezing op gisteren van een lid in den gemeenteraad is de door de kiesvereeniging gestelde katholieke candidaat J. F. Calon gekozen met 39 van de 63 uitgebrachte stemmen. Op den protestantscben candidaat A. Maat, waren 20 stemmen uitgebracht. De rijksmiddelen hebben over de eerste vier maanden van 1882 ongeveer een millioen meer opgebracht dan over het vorige jaar 32.577.436, tegen ƒ31.588.499. Over de maand April was de opbrengst ƒ9.277.491, tegen ƒ9.088.900 in 1881. De Haarl. Ct. bevat het volgende bericht: „Sedert langen tijd maakten vele kinderen van protestantsche en Joodsche ouders, woonachtig in Gulpen (Limburg), gebruik van de openbare school in de aangrenzende gemeente Wylré. De gemeen teraad van laatstgenoemde gemeente heeft echter daaraan een eind gemaakt, van groote schade van bovengenoemde ouders, die reden van groote tevre denheid hadden over het onderwijs van het hoofd der school, den heer Smeets. Zoodra de school gezuiverd was van „Joden en Geuzen", heeft, nadat er eerst het noodige over gezegd was in de kerk en tot het hoofd der school van den kansel allerlei insinuatiën waren gericht, de burgemeester van Wylré, in gala, een kruisbeeld in de gemeen teschool geplaatst. Voor de eenparige aanneming door den gemeen teraad van Zierikzee van het in ons nommer van eergisteren medegedeelde besluit, in antwoord op eene aanschrijving van gedeputeerde staten, heeft het raadslid mr Van Maanen eene geschreven redevoering uitgesproken. Wij ontleenen aan dat uitvoerige stuk, dat in zijn geheel in de Zier. Ct wordt medegedeeld, het volgende. Mijnheer de voorzitter De brief van ged. staten heeft mij in hooge mate ontstemd. Dat college heeft, naar het mjj ten minste voorkomt, de achting en den eerbied uit het oog verloren, die het verschuldigd is aan een ander, niet onder, maar nevens hem geplaatst, zelfstandig regeeringscollege, gevormd uit mannen die niet als loondienaren werken, maar die om niet en uitsluitend uit belangstelling in de publieke zaak, tijd en moeite over hebben voor den richtigen gang van het gemeentebestuur. Ged. staten hebben goedgevonden den raad, als ware hij een van dat college afhankelijk ambte naar, hun ondergeschikt, eene berisping toe te dienen, eene berisping die de raad niet heeft af te wachten, al ware zij zelfs even gegrond als zij nu ongegrond is. Zij hebben slechts toe te zien. Onze besluiten kunnen zij, als 't hun goeddunkt, ter vernietiging of ter schorsing voor dragen, maar zij hebben geen censuur uit te spreken over ons gedrag, geen testimonia van ijver of traagheid uit te reiken, ons niet mede te deelen welken dunk het hun gelieft te koesteren van onze capaciteiten. Ik zou hun de welbekende vermaning willen toeroepen: men wordt verzocht zich te onthouden van het geven van teekenen van goed- of afkeu ring. En voortsbeoordeelt voor u zelf onzen arbeid, goed; denkt over ons zooals gij verkiest, ook goed, gedachten zijn tolvrijmaar kleedt uw oordeel in geen anderen vorm dan waarin de wet wil, dat het worde gekleed, d. w. z. in een simpel votum van goed- of afkeuring, zonder meer spaart ons de mededeeling hoe het u behaagt over ons te denken. Wie en wat wij zijn hebben onze kiezers te beoordeelen, niet aan u staat het, u daarover uit te laten. Van een bezadigd college als dat van ged. staten had ik derhalve zulk eene indelicate handelwijze niet verwacht en ik vind het te meer zaak om er van deze plaats een kalm woord van protest tegen te doen hooren, omdat ik het betreuren zou wan neer de slechte manieren van elders, in ons gewest ingang en navolging vonden. Meer dan eens werden er in de laatste tijden klachten vernomen, dat sommige dier colleges zekere vrijheden zich veroorloofden tegenover gemeentebesturen, die kwalijk pasten aan hun bevoegdheden. Daarom kan een tijdig «binnen de grenzen" zijn nut hebben. Want welke zijn de gevolgen? In dit geval, we hebben het in de nieuwsbladen kunnen lezen, dat het publiek, op schandaal belust, onoordeelkundig, niet op de hoogte der zaken, met een zekere Schadenfreude er zich in vermeit hoe de raad laat ons de gewone spreekwijze bezigen er eens goed van langs krijgt. En ofschoon men dit gevolg nu wel niet zal hebben gewild of bedoeld, dat de achting voor den raad daardoor wordt ondermijnd. De spreker ging, na deze algemeeue beschou wing, in bijzonderheden de door gedep. staten gemaakte aanmerkingen na en toonde op humo ristische wijze de daarin voorkomende onjuistheden en inconsequentiën aan. Daarna zette hij aldus zijne rede voort: «Het gansche geschil lost zich op ineeneoppor- tuniteitsquaestie. De raad was van meening: wij staan aan den vooravond van de invoering van een nieuw rijks strafwetboek, hoogstwaarschijnlijk mede van een wjjziging der bepalingen in de gemeentewet, de strafwetgevende bevoegdheid der gemeentebesturen omschrijvende. Laat ons daarom thans niet over gaan tot de samenstelling van een nieuw geheel, waarin de eenheid en 't verband weldra weder verbroken staan te worden. Hiermede toch wordt geenszins tekort gedaan aan het «aanhoudend onderzoek", waarvan art. 177 der gemeentewet gewaagt. Het gewicht nu dier hoogst exceptioneele om standigheid wordt door Ged. St. ten eenenmale geïgnoreerd. Het doet er niet toe, zoo luidt hun bescheid, wat gij morgen zult hebben te verrichten, verander al vast, wat verandering behoeft. En zij verliezen daarbij geheel uit het oog, vooreerst dat men bij de vaststelling der gemeentewet nooit gedacht heeft aan dergelijk buitengewoon evene ment in de geschiedenis onzer strafwetgeving, en ten andere dat men, door de eene ingrijpende herziening op de andere te stapelen, nooit een goed aaneensluitend geheel verkrijgt en de goede zaak meer schaadt dan baat. Indien de raad zonder reden de verbetering der strafverordeningen verschoof, of wel nieuw prul werk ter examinatie hun voorgelegd had, zou hun verwijt gegrond mogen heeten. Nu verdient het den naam van ontijdig en onbillijk. Wij hielden rekening met de tijdsomstandighe den, zij niet. Ziedaar het geschil gepraeciseerd." De heer Van Maanen betoogde daarna uitvoerig, op juridische gronden, de mogelijkheid en wet»-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 1