N° 112.
125e Jaargang.
1882.
Vrijdag
12 Mei.
MARKTWEZEN.
SCHUTTERIJ.
Middelburg 11 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Ad verten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van i -7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Wekelijksche markt.
MIDDELBURGS» COURANT.
De "burgemeester en wethouders van Middelhui^,
maken bekend:
dat wegens den Hemelvaartsdag, invallende
Donderdag den 18 Mei, a. de gewone marktdag
zal worden gehouden Woensdag den 17 Mei te
voren.
Middelburg, den 8 Mei 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
D. A. DRONKERS, L. B.
De secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken hekend
1°. dat de commissie uit het gemeentebestuur,
ingevolge artikel 15 der wet van 11 April 1827
{Staatsblad n°. 17) belast met het onderzoek nopens
de al ot niet gegrondheid der redenen, welke tot
vrijstelling of uitsluiting van den dienst bij de
schutterij zijn ingebracht, hare eerste gewone jaar-
lijksche zitting zal houden Woensdag den 24 Mei
a. des voormiddags te 10 uren ter beoordeeling in
hoeverre de redenen, waarom in het voorgaande
jaar voorwaardelijke vrijstelling is verleend, hij
voortduring geldende zijn
2°. dat de belanghebbende personen, voorzoo
verre zulks niet alreeds door hen is geschied, de
schriftelijke bewijzen omtrent de redenen welke
zij voor hunne vrijstelling kunnen aanvoeren als
nog voor den 24 dezer ter gemeente-secretarie
kunnen overleggen;
3°. dat zij die mochten verzuimen op het be
paalde tijdstip voor de commissie van onderzoek
te verschijnen, zullen worden gerekend geene rede
nen van vrijstelling te hebben en voor zooverre
zij dienstplichtige nummers getrokken hebben en
niet vallen in de termen van art. 3 a, b, c, 1
en in art. 4 der wet, bij de schutterij zullen
worden ingelijfd, tot dat zij in een volgend jaar
hunne reclames op den aangewezen voet zullen
doen gelden.
Hiervan is afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 8 Mei 1882.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
D. A. DRONKERS, L. B.
De secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAR.
Wjj zetten ons overzicht der uitingen van libe
rale bladen over de ministerieele crisis voort en
geven in de eerste plaats het woord aan 't Vaderland.
»Het ministerie heeft zijn ontslag ingediend. In
het debat over het tractaat is over een mogelijke
kabinets-crisis geheel gezwegen, de ministers
hebben met geen enkel woord van hun plannen
bij mogelijke afstemming gewaagd, om zelfs maar
den schijn van dwang te vermijden. Yoor die
zuiver constitutioneele en kiesche houding verdient
het ministerie allen lof. Zal de koning het ontslag
aannemen of weigeren? Yoor het laatste is veel
kans, daar bij de oppositie van wanorde" de sa
menstelling van een ander kabinet onmogelijk
schijnt, behalve van een kabinet louter gevormd
uit mannen, die steeds in troebel water willen
visschen. Doch het zou ook kunnen wezen, dat
dit ministerie niet langer aan de oppositie, die
nu eens op minder bedekte, dan op meer geheime
wijze werkzaam was, het hoofd wil bieden en bij
zijn besluit van heen te gaan blijft, Wat dan?
Een ministerie Tak-Schimmelpenninck, gesteund
door de heeren De Bruijn Kops, Borgesius, Hey-
denrijck, Keuchenius en Yan Baar? Of een ministerie
Heemskerk, gesecondeerd door de tegenstemmers
uit de linkerzijde en enkele mannen der rechter
zijde? Of zouden de dagen van het groote
oppositiekabinet der rechterzijde al zijn aangebro
ken? Allerlei vreemde combinatiën en curiosi
teiten zijn bij een votum als dat van hedennacht
mogelijk. Maar al liggen zulke mogelijke dwaas
heden in de consequentie der stemming over het
tractaat, dwaasheden, waarvoor de tegenstem
mers onder de liberalen hoofdzakelijk verantwoor
delijk zijn willen wij toch nog altijd hopen,
dat ook een verstandige oplossing mogelijk zij.
»Doch hoe het zij, de leden der kamer, die voor
de tweede maal het tractaat met Frankrijk ver
wierpen, hebben een zware verantwoordelijkheid
op zich geladen; niet het minst die liberalen,
die met de rechterzijde medegingen en de oppositie
tot een oppositie van wanorde maakten, waaruit
txiets goeds, maar veel kwaads kan geboren worden.''
Pe Arnh. Ct zegt het volgende:
.Welken loop deze gewichtige gebeurtenis voor
het land zal hebben, is op dit oogenblilc nog niet
te beslissenhet veld der gissingen is onbeperkt
maar éen zaak is zeker, dat de discussiën en het
votum der kamer geenerlei aanwijzing bevatten,
in welken zin een volgend ministerie zou moeten
samengesteld zijn. De verschillende staatkundige
richtingen treft men onder de voor- en tegenstem
mers aan; de economische zijde van het vraag
stuk heeft over het lot van het regeeringsvoorstel
beslist, en nog was het geen beslissing die de keus
tusschen den vrijen handel of het beschermend
stelsel gold. Wanneer, in plaats van eene stem
ming, het lot uitspraak had gedaan, zou men
niet veel verder zijn. Noch deze economische noch
eenige politieke quaestie is door het votum beslist."
De Zutf Cl schrijft:
»Is een gereconstrueerd kabinet onmogelijk, zal
dan de heer Heemskerk nog eens weer een kansje
wagen, gesteund door mannen der linker- en rech
terzijde? Wij hopen het niet. Ware het een oogen-
blik mogelijk, de dagen van zulk een ministerie
waren spoedig geteld.
»Een kabinet uit de rechterzijde is zonder
kamerontbinding ondenkbaar; maar gesteld
zelfs deze liep gunstig voor haar uit wat de
tweede kamer betreft, dan zou zulk een ministerie
nog afstuiten op den onwil der eerste kamer, die
na ontbinding in nagenoeg gelijke partijverhouding
zou terugkeeren.
»En inmiddels, wat het ergste van alles is, zitten
handel en industrie met, men duide ons de
vergelijking niet euvel, de handen in 't haar.
Wij hebben gewonnenhet tarif general een
heerlijke aanwinst! en behouden onze vrijheid
om onze tariefwetgeving te veranderen, zooals wij
dat willen een nog heerlijker voorrechtMaar
het eerste kost onzen handel, volgens de bereke
ning van een der tegenstemmers, een 237 duizend
gulden 'sjaars. Och! een bagatel in zijn oog, niet
de moeite waard om daarvoor geen ministerie het
beentje te lichten en het tweede heusch,
wij weten niet wat we ermee zullen doen.
»De protectionist en hopen op herstel der diffe-
rentieele rechten en de heer De Bruijn Kops zingt
een ode op het vrijhandelstelsel. De eersten kunnen
voorhands hun zin toch niet krijgen en de laatste
jaagt ons eenvoudig op wat kostenoverigens blijft
alles zooals het is; het halve ei is verworpen, de
ledige dop blijft ons over. Gij kunt juichen en
jubelen over uw heerlijken triumf! O Schepel,
Schepel, wat hakt gij ons met uw aardappelmeel
Wij hebben onze zelfstandigheid bewaard, o
ja! maar Frankrijk van ons vervreemd. Dat is
nu wel zoo erg niet, maar 'twas onnoodig. In-
tusschen, het geval ligt er toe. Wij moeten nu
verder met onze ministeries maar bjj den dag
leven 1"
Zoodat wij ten slotte tot de gevolgtrekking
moeten komen, dat niet éen orgaan der liberale
openbare meening buiten de tweede kamer met
het geen in de kamer voorgevallen is, ingenomen
heid betuigt,
De heer Yan Houten heeft echter in de N. Rott.
Ct. over de crisis, tot welke hij persoonlijk door
zijne stem niet heeft medegewerkt, een brief ge
plaatst, waarin hij het gebeurde in een gunstig
licht tracht te stellen.
Aan deze verdediging zou méér beteekenis te
hechten zijn, indien de heer Yan Houten niet,
wij laten nu daar of het gelukkig dan wel onge
lukkig is, een zoo geïsoleerd standpunt in de
tweede kamer innam, dat zijn oordeel voor de
gezindheid zijner medeleden niet den minsten
maatstaf bevat.
Na een abuis hersteld te hebben van den ver
slaggever der N. R. Ct betreffende zjjn voorstel, om
door de kamer andermaal bij eene motie de nood
zakelijkheid eener hervorming van het kiesrecht
te doen uitspreken, gaat de heer Van Houten
aldus voort:
»Waar ik echter tegen wensch op te komen, is
de bewering, dat mijne motie .volkomen overtol
lig" zou zijn, omdat, zooals de N. Rott. Ct.
gezegd heeft, het op den weg van iedere
volgende regeering zou liggen, .de vraagstukken
tot afdoening te brengen, met wier oplossing het
tegenwoordig ministerie zich onledig hield". Mij
dunkt, ieder die mijne motie ook maar oppervlak
kig leest, ziet in, dat zij juist strekt om te voor
komen, dat een volgend ministerie zich met het
hoofdpunt onzer binnenlandsche politiek op ge
lijke wijze .onledig houde"-, als het ministerie
Yan Lijnden; m. a. w. zich bepale tot vage uitin
gen en beloften, zoo weinig ernstig, dat driejaren
na zijn optreden de aanbieding van eenige vrucht
yan het .onledig houden" zieh nog laat wachten.
Mij dunkt de kamer heeft het recht, en na de
motie van 25 Mei 1881 den plicht, van een op
volgend ministerie ernstiger werkzaamheid op dit
terrein te eischen. Wil zij dit, dan is er eene
zekere billijkheid in gelegen, dat zij aspirant
ministers waarschuwewant zij heeft zich te lang
gedragen op eene wijze, alsof zij er wel mede in
genomen was dat de heer Yan Lijnden steeds
diligent bleef, en om nogmaals de treffende qua-
lificatie van uwen verslaggever te bezigen, zich
voortdurend met het kiesrecht .onledig hield",
zonder iets voor den dag te brengen.
.Niet uit medelijden met eventueel gedupeerde
aspirant-ministers, die meenen dat voor de hoog
ste sporten in ons staatkundig leven geenerlei
voorbereiding noodig is. Maar om het kwaad te
voorkomen, dat het neerstrijken op de ledige mi
nisterieele zetels van personen zonder staatkundige
kleur en zonder een uit onze staatkundige ge
schiedenis voortvloeiend program aan het land
doet. Uw verslaggever zegt terecht, dat er in
Nederland altijd aspirant-ministers genoeg zijn,
maar hij verzuimt erbij te voegen aspirant-minis
ters zonder staatkundige kleur en voorbereiding,
zich noemende liberaal-conservatief of conservatief-
liberaal, en bereid om in elke combinatie op te
treden, die slechts geene politieke richting ver
tegenwoordigt. Aan zulke politieke vleermuizen
wenschte ik, dat de kamer het optreden onmoge
lijk maakte. Want na drie jaren een régime-Yan
Lijnden te hebben ondergaan, hebben wij ter op-
frissching onzer politieke atmosfeer meer dan ooit
behoefte aan een ministerie, dat op de hoofdvraag
van den dag met een rond voor of tegen op
treedt, en eene gezonde partij stelling uitlokt."
Wij hebben in ons nommer van den 3e* dezer
gemeld, dat de gedeputeerde staten van Zeeland
tot het dageljjksch bestuur der gemeente Zierikzee
eenige bedenkingen hebben gericht tegen enkele
vastgestelde strafverordeningen en tegen de ver
ordening tot geldigverklaring van strafverorde
ningen. Zij voegden daarbij de mededeeling hunner
bevreemding over de wijze, waarop de raad zich
van de hem bij de gemeentewet opgelegde taak
der herziening gekweten heeft en het bericht, dat
gedep. staten van de werkkrachten van dat col
lege, waarin de intellectueele krachten niet ont
breken, een beteren dunk hadden.
De raad van Zierikzee heeft, in antwoord op
dien brief, in zijne zitting van gisteren het vol
gende besluit genomen
De raad, gelet op den brief van gedep. staten
van Zeeland aan burg. en weth. van 24 Maart jl.,
van oordeel
1° dat het college van gedep. staten niet anders
dan op de bij de wet bepaalde wijze critiek heeft
uit te oefenen op de handelingen van den raad
en niet is geroepen om den raad meê te deelen,
welken dunk het had of heeft van zijne werkkracht
2° dat bovendien die dunk lichtvaardig en
ontijdig is uitgesproken
3° dat het aan gedep. staten kenbaar gemaakt
voornemen om de wijzigingen en verbeteringen,
welke de strafverordeningen behooren te onder
gaan, doch die niet van urgenten aard zijn, te be
handelen te gelijk en in verband met de veran
deringen welke door de invoering van het nieuwe
strafwetboek zullen gevorderd wordenop goede
gronden steunt en te minder bezwaar ontmoeten
kan omdat verreweg de meeste gebreken, welke
de thans bestaande verordeningen aankleven, sinds
tal van jaren bebben bestaan en bij gelegenheid
der vjjfjaarlijksche geldigverklaringen, ook aan
gedep. staten konden gebleken zijn;
Besluit
Bij evengemeld voornemen te volharden en al
thans vooralsnog geen gevolg te geven aan het
bij voormeld schrijven uitgedrukt verlangen, be
halve voor zoo ver het betreft de opmerking ge
maakt ten aanzien der slotalinea van bet bij
raadsbesluit van 20 Deo. jl. gewijzigd art. 107
van het algemeen politie-reglement.
De commissie voor de Zeeuwsche tentoonstelling
en wedstrijd van nijverheid te Goes heeft eene
laatste oproeping gericht tot alle industrieelen,
bazen en werklieden, om hen tot deelneming op
te wekken.
Het aantal inzendingen bedraagt thans ruim 201^
een getal dat het welslagen verzekert.
Maar wil de tentoonstelling wezen wat zij zijn
moeteen maatstaf, die aangeeft op welke hoogte
de verschillende takken van nijverheid in Zeeland
staan, dan dienen nog meer inzenders tot deelne
ming toe te treden. Onderlinge naijver kan niet
anders dan ten goede komen aan het algemeen.
Uitgeloofd zijn voor de tentoonstelling, behalve
de medaille van Z. K. H. den prins van Oranje,
minstens nog vier medailles voor die inzendingen,
welke een te benoemen jury daarvoor waardig
zal keuren; voor den wedstrijd 10 prijzen a ƒ10,
10 prijzen a ƒ5, 20 prijzen a ƒ2.50 en 120 ge
tuigschriften.
Bovendien worden uit de ingezonden voorwer
pen de px'ijzen voor de te houden verloting ge
kozen, en kunnen die voorwerpen ook door be
zoekers worden aangekocht.
Het plan is zoo mogelijk de tentoonstelling
1 Juli te openen.
De voorwerpen zullen dus tusschen 15 Juni en
1 Juli moeten worden ingezonden, wat nader aan
de inzenders zal worden opgegeven.
De voordracht, die de heer W. Meng, van Rot
terdam, zich voorgenomen had heden te Goes te
houden, zal wegens onvoldoende deelneming niet
plaats hebben.
Tegen de geldigheid der laatstgehouden gemeen
teraadsverkiezing te Krabbendijke zijn bij ged.
staten bezwaren ingebracht.
lïlIcwoutsdijU, 10 Mei. Als een bewijs
met hoeveel juistheid alhier de drankwet wordt
nageleefd, kan gelden, dat tot nogtoe de door de
herbergiers verschuldigde vergunningsrechten, welke
vóór 1 Mei jl. hadden moeten betaald geworden
zijn, nog niet zijn voldaan, niettegenstaande allen
reeds het woord vergunning" voeren.
Te Ter Neuzen is aan 57 personen vergunning
verleend tot den verkoop van sterken drank in
het klein; de opbrengst dier vergunningen be
draagt 1390. Het bepaalde maximum is voor
die gemeente 19.
In de gemeente Hoek is aan 11 personen het
vergunningsrecht toegewezen, waarvan de opbrengst
is 172.50. Het maximum volgens de wet is 7.
Toevallig viel ,ons oog dezer dagen op twee
onder elkander geplaatste kennisgevingen van den
minister van financien. In het eerste werd mede
gedeeld dat in de schatkist bij de betaalmeesters
aanwezig was eene som van 8.416.000in het
tweede dat aan schatkistbiljetten in omloop en
beleend waren 11.500.000. Op het oogenblik
is dus de Nederlandsche schatkist minder dan
leeg, en leeft onze regeering bij den dag. En wat
wordt er gedaan of voorbereid om in dien toestand
te voorzien? Nieuwe middelen voor de schatkist
voorgedragen Neeneene nieuwe leening voor
gesteld. Schulddelging door schuldschepping, het
stelsel van Oostenrijk, Rusland, Spanje, Turkije
en consortenArnh. Ct
Er zijn reeds allerlei geruchten in omloop over
de vorming van een nieuw ministerie. Een dier
geruchten laat den heer Yan Rees, voorzitter der
tweede kamer, als kabinetsformeerder optreden
met de tegenwoordige ministers van justitie, van
binnenlandsche zaken, van oorlog en van marine.
Al die geruchten zijn slechts losse praatjes.
Z. M. de koning zal stellig niet thans reeds een
beslissing hebben genomener kan nog geruime
tijd verloopen, alvorens met eenige zekerheid iets
omtrent den vermoedelijken afloop der crisis kan
worden vermeld.
De voorzitter der tweede kamer zeide eergisteren
dat de kamer wellicht eerst in September weder
zal bijeenkomen. Hij voorziet dus een langen duur
der crisis en een verloren zittingjaar. (Hbl.)
Het Handelsblad deelt omtrent het vertrek van
de Willem Barents nog het volgende mede
De Barents werd vergezeld door het kanaal door
een stoomboot met Utrechtsche studenten, die hun
vrienden Haak en Scheltema uitgeleide deden.
Opmerkelijk is de belangstelling en medewerking,
welke de Utrechtsche hoogeschool aan de tochten
naar het Noorden toont. Telkens bieden zieh
vrijwilligers der wetenschap uit Utrecht aan om
mede te gaan. Wij vernemen, dat ook voor de
onderneming van prof. Buys Ballot zich twee jonge
aanstaande artsen hebben aangeboden. Prof. Don
ders, wiens belangstelling in de tochten naar de
IJszee zeer hartelijk is, gaf een extra-uur college,
om gisteren ter eere van het vertrek der Barents
vacantie te geven.
Yele der officieren, die de vorige tochten hadden
medegemaakt, deden de vrienden uitgeleide naar
zee. De heer Grant, de Engelsche landeigenaar,
die als amateur-photograaf drie tochten mede-
maakte, was van Londen overgekomen om de
geliefde Barents te zien uitzeilen en met het comité
en den kommandant de noodige maatregelen te
bespreken betreffende het zoeken naar de beman
ning van de Eira. De heer Grant liet te zameq