N° 111.
125e Jaargang.
1882.
Donderdag
11 Mei.
Middelburg 10 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met. uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van t -7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
MIDDIELBIJRGSCHI COURANT.
Het Handelsblad velt het volgende oordeel over
de thans aanhangige ministerieele crisis
«De crisis was onvermijdelijk en zij kan niet
eindigen met het intrekken van de aanvraag om
ontslag, indien Z. M. daarop mocht aandringen.
He heeren Van Lijnden, Rochussen en Klerck, die
het ontwerp betreffende het handels-tractaat heb
ben onderteekend, zijn thans onmogelijk geworden
en de heer Van Goltstein heeft reeds zijn ontslag
gevraagd.
«Anders is het met de andere leden van het
kabinet. De heer Pijnacker Hordijk, eerst opge
treden tijdens de behandeling van het tractaat,
wordt door de verwerping zeker niet getroffen,
evenmin de ministers van oorlog en van marine.
Die van justitie heeft wel mede onderteekend,
maar staat er eigenlijk buiten en heeft daarom
aan het debat niet deelgenomen. Aan die vier
leden van het kabinet zon dus gevoegelijk de
vorming van een nieuw ministerie kunnen worden
opgedragen. Dat ware thans zelfs misschien ge-
wenscht, met het oog op de invoering van het
strafwetboek en de militaire wetten.
«Treedt bet gebeele ministerie echter af, wat dan
«Gaat men de stemlijst na van eergisterenavond,
dan ziet m„en, dat bijna de gebeele anti-liberale
partij, versterkt door 13 liberalen, de verwerping
heeft veroorzaakt. Slechts de heeren Van der
Hoeven, Van Wassenaer en Mackay van de anti
liberalen hebben vóór gestemd.
«Het verbond der tegenstemmers is geheel van
negatieven aard. De meeste anti-liberalen stemden
tegen om protectionistische redenen, omdat zij de
invoerrechten willen verhoogen, wat de 13liberalen,
onder leiding van den heer Tak, zeker niet willen.
Uit dat verbond is geen ministerie denkbaar.
«Een kabinet uit de rechterzijde, uit de clerica-
len, zal thans evenmin lust hebben op te treden,
nu het in beide kamers voor eene, dan stellig goed
aaneengeslotene meerderheid zou staan. Alleen als
het een ontbinding durfde wagen zou het eenige
kans hebben, maar zeker niet op een andere
eerste kamer.
«Worden de niet direct getroffen leden van het
demissionair kabinet dus niet met aanvulling van
hun viertal tot acht belast, dan is er geen andere
keus dan tusschen een ministerie-Tak of een
nieuw «allegaar-ministerie."
«De heer Tak is de aanvoerder geweest van de
oppositie tegen de handelspolitiek der regeering
van liberale zijde en zijn houding heeft zekerden
doorslag gegeven. Is hij gereed de erfenis te
aanvaarden
«Slechts in éen geval zoude het land daardoor
gehaat worden, indien namelijk do libaralen, door
schade en schande wijs geworden, hun ellendige
krakeelen wilden vergeten en in plaats van hun
persoonlijke grieven wilden stellen het algemeen
belang en den triumf der liberale beginselen."
Zeer scherp is de afkeuring van de N. Rott. Ct
over de crisis en over betgeen tot baar ontstaan
aanleiding heeft gegeven.
«Vatten wij, schrijft zij, de beteekenis
van bet votum van eergisteren avond in enkele
trekken te zamen, dan beeft de meerderheid der
kamer, de bekende «oppositie der wanorde", een
nieuwen chaos te voorschijn geroepen. „Kracht
in isolement" heeft zij gepredikt daar, waar wij
in de ure des gevaars smeekend de handen zullen
uitsteken om van ons isolement verlost te worden
«Engeland moeten wij nabootsen, dat, evenals
wij van de liberale beginselen doortrokken is"
daar waar wij, hoe ver wij de kunst van naboot
sing uitstrekken, altijd tegenover Engeland in
dezelfde verhouding blijven als eene kleine mo
gendheid tegenover eene groote. „Onze zelfstan
digheid moeten wij bovenal handhaven", daar
waar wij, ons van alle andere mogendheden af
scheidende en afsluitende, rijp worden om onze zelf
standigheid te verliezen. «Bewondering moeten wij
wekken door onze onbegrensde voorliefde voor
den vrijen handel" en een dertiental politici,
wier gezichtskring met hun beperkten electo-
ralen oorsprong verhand houdt, drijft die voor
keur zoo verdat zij aan hunne principieele
tegenvoeters de broederhand reiken. In éen woord
dusde meest onzuivere stemming over een der
gewichtigste volksbelangen.
«Of dit votum de kamer niet reeds in verle
genheid bracht 't Bleek gisteren. Nog vóór het
stervende kabinet den laatsten ademtocht had
uitgeblazen, was reeds ernstig aan de verdeeling
van den buit gedacht. Wie zou de nalatenschap
van den minister Van Lijnden aanvaarden Tus
schen wie zou de buit verdeeld worden De heer
Van Houten, onbetwistbaar een der scherpzinnigste
leden van de kamer, had reeds rijpelijk de gevol
gen der stemming overwogen. Waren «conversie"
en «tractaat met Frankrijk" de eenige elementen,
die bij de vorming van een nieuw kabinet in
aanmerking kwamen, de taak voor het opvolgend
kabinet zou niet benijdenswaardig zijn. In de
«conversie" schuilt meer iets negatiefs dan iets
positiefs. Een „nieuw tractaat met Frankrijk",
welk ministerie, dat optreedt, zou, gesteld eens
dat Frankrijk zich tot nieuwe onderhandelingen
met Nederland zou willen leenen, betere voor
waarden kunnen bedingen? De heer Van Houten
stelde daarom eene motie voor, om de kamer nog
maals de wenschelijkheid van kieswethervorming
te doen uitmaken. Werd die motie aangenomen,
dan kon deze het verbindingspunt zijn tusschen het
ondergegane en het optredende ministerie. De
heer Van Houten wilde deze motie reeds Donderdag
doen behandelen, maar de kamer vereenigde
zich schier eenparig met het voorstel van den
heer Van Baar om die behandeling uit te stel
len «tot een nader te bepalen dag," welke nadere
dag (mag aan de voorspellende gave van den
heer Van Rees geloof worden gehecht) wel
eens in September kon vallen.
«De dadelijke behandeling der motie van den
heer Van Houten lokte bij velen bezwaar uit f bij
de heeren Bastert en Gratama vooral op dezen
alleszins juisten grond, dat men dergelijke poli
tieke beraadslagingen niet moet voeren met een
demissionair kabinet. Maar nog een ander be
zwaar had kunnen worden aangevoerddit name
lijk, dat de motie volkomen overtollig was, voor
zoo ver zij strekken moest om eene volgende regee
ring van de noodzakelijkheid dezer hervorming
te overtuigen. Het zal op den weg liggen van
iedere volgende regeering, de vraagstukken tot
afdoening te brengen, met wier oplossing het
tegenwoordige ministerie zich onledig hield en
waarin het thans door het bedrijf, dat geheel ter
verantwoording blijft van ben die het pleegden,
werd gestoord
Onze stadgenoot de heer mr. W. C. Borsius, lid
der eerste kamer, bevindt zich sedert eenige dagen
met zijn vriend, m'. J. H. de Laat de Kanter, van
Goes, te Carlsbad, heiden tot herstel van gezondheid.
Zondag jl. is van den heer De Kanter een tele
gram alhier ontvangen, houdende het bericht dat
de heer Borsius ongesteld geworden was en uit
latere berichten is gebleken dat hij, na den
vorigen dag zwaar gehoest te hebben, eene hevige
bloedspuwing heeft gehad. Een heden ontvangen
telegram meldt dat de afgeloopen nacht tamelijk
is geweest.
Wij meenden dat er geen aanleiding was om
dit ziektegeval als een publiek feit aan te mer
ken. Andere bladen zijn echter van eene andere
meening geweest.
De aandacht onzer lezers wordt gevestigd op
het in ons Bijvoegsel van heden opgenomen Pro
gramma van de algemeene vergadering der M41.
tot bev. v. Landbouw en Veeteelt in Zeeland en de
daaraan verhonden tentoonstelling, te houden te
Cortgene den 13en en 14e11 Juni a.
Uit Goes wordt ons gemeld dat de heer W.
Meng, bekend door de tegenwerking en de mis
handeling welke hij van het Rotterdamsche grauw
ondervonden heeft, Donderdag te Goes eene voor
dracht houden zal over «de bron der zeden." Men
verwacht dat het Goesche publiek, niet alleen
door zijne houding maar ook door zijne opkomst,
zal toonen achting te hebben voor een man die,
hoe men ook over zijne denkbeelden oordeele, ge
toond heeft den moed zijner overtuiging te be
zitten.
Volgens het verslag van den hoofdingenieur
voor het stoomwezen over 1881 waren in datjaar
in de provincie Zeeland 197 stoomketels in ge
bruik, als96 in fabrieken en stoomgemalen, 34
in zeestoomscbepen en rivierbooten en 71 in locomo
bielen, locomotieven enz. Het aantal stoomwerktui
gen bedroeg 183, waarvan 145 zonderen 24 met con
densatie, benevens 14- van cowipownd-systeem.
Het aantal stoomketels, in 't geheele land in ge
bruik, was 6424, waarvan 3213 in fabrieken enz.,
988 in vaartuigen, 957 in locomobielen en loco
motieven. Het totaal was in 1880 6093 en dus
met 331 toegenomen.
Tliolen, 9 Mei. Bij sommige gemeentebe
sturen op dit eiland bestaat het voornemen zich
te wenden tot den minister van binnenlandsche
zaken, met het verzoek de normaalschool van hier
te verplaatsen naar Scherpenisse, als in het midden
van het eiland gelegen en daardoor beter toegan
kelijk dan hier het geval is.
Volgens het verslag van de kamer van koop
handel te Zierikzee had de handel in meekrap in
het voorjaar van 1881 niet veel te beteekenen.
De nieuwe teelt bracht mooie qualiteit aan de
markt, daardoor kwam er ook meer vraag en lie
pen de prijzen van 27 tot 29. Het bleek echter
dat de teelt van 1880 niet zoo onbeduidend was
als men eerst meende, waardoor de prijzen onge
veer 3 terug gingen. Het overmalen van oude
meekrap had, door den kleinen voorraad, op veel
geringer schaal plaats dan in voorgaande jaren.
De aanwezige overgemalen hoeveelheid kan be
trekkelijk gering genoemd worden. De prijzen
liepen minder uiteen dan die van nieuwe onbe-
roofde en varieerden tusschen 18 en 23. De
teelt van '82 kan even groot zijn als die van'81.
Van de 27 meestoven op Schouwen en Duive-
land hebben verleden jaar 17 niet gewerkt. Bereid
werd in de overige 10 stoven: 256.156 hard goed,
2029 racine, 76.770 muilen en overstampte, 14.340
muilen, benevens 76.279 racine. In 1880 81 be
droegen de hoeveelheden 68.343 hard goed, 6352
racine, 21.187 muilen en overstampte, 1723 muilen
hij 3772 racine. Langs de haven van Zierikzee
werd 708.900 kilo uitgevoerd.
Men schrijft ons uit Den Haag
De verwerping, voor de tweede maal, van het
Fransche handelstractaat is geen verrassing. In
de ministerieele kringen verwachtte men niet
anders, en reeds in de vorige week liepen ge
ruchten dat het ministerie erop bedacht was
om, als de slag viel, de portefeuilles neer te leggen.
En tevens spraken die geruchten ervan, dat in dit
geval de heer Tak zal worden geroepen om een
nieuw ministerie samen te stellen. Dat hij daarin
slagen zal, is vrij zeker.
Het is wel geschikt, de aandacht te trekken
dat ditmaal van wege de regeering het tractaat
voornamelijk verdedigd werd door den minister van
buitenlandsche zaken, en dat de premier, de heer
Van Lijnden, geen overwegend aandeel in het
debat genomen heeft, terwijl bij het vorige tractaat
juist hij de voornaamste woordvoerder der regeering
was. Zoude heer Van Lijnden gezwegen hebben,
omdat hij wist dat het toch (om eene triviale
uitdrukking te bezigen) «boter aan de galg ge
smeerd" was
Ik heb nog nergens melding zien maken van
de namen der oprichters van de nieuwe politieke
vereeniging, onlangs tot stand gekomen, die zich
ten doel stelt de afschaffing van den census en
toekenning van het stemrecht aan ieder, die niet
wegens intellectueele of economische incapaciteit
behoort te worden uitgesloten. Onder die namen
zijn er, die wel de aandacht verdienen. Tot de
oprichters behooren namelijk vier leden van de
tweede kamer, de heeren Van Houten, Van Eysinga,
Bergsma en Buma*). Opmerkelijk is vooral, dat
de heer Van Houten tot deze vereeniging is toe
getreden, terwijl al de overige leden van het
comité voor algemeen stemrecht zich van toetre
ding onthouden hebben. Wat dit comité en wat
de genoemde vereeniging beoogt, moge veel op
elkaar gelijken, er is toch werkeljjk een tamelijk
groot verschil.
In ons bericht van gisteren werden alleen eenige in.
Zeeland meest bekende namen, benevens de kamerleden
Van Houten en Buma genoemd. De kwaliteiten der
onderteekenaars worden in het ons toegezonden exemplaar
der oproeping niet vermeld, en bij het veelvuldig voorko
men der namen Bergsma en Van Eysinga, waren wij niet
zeker of daarmede de kamerleden aangeduid werden.
Een uitvoerig uittreksel vindt men in ons bij
voegsel van heden. Red.
De gemeenteraad van Den Haag heeft gisteren
zonder veel discussie de voorwaarden van den
aankoop van het paleis van wijlen den prins van
Oranje met daarbij behoorende gebouwen en ter
reinen goedgekeurd.
Bij de Indische regeering is ingekomen eene
aanvraag om concessie voor de exploitatie, zoowel
van de haven als van de werken van Tandjong
Priok, gedaan door den hoofdingenieur De Gelder
en den president der Javasclie Bank mr. N. P.
Yan den Berg. Solider aanvrage is niet denk
baar. Hare beoordeeling is dus uitsluitend afhan
kelijk van de vraag, of de regeering de exploitatie
der havenwerken aan eene particuliere maatschap
pij wil afstaan. Het antwoord hierop moet
natuurlijk afhangen van de aangeboden voorwaar
den, en vermits wij deze laatste niet kennen,
wagen wij ons niet aan eene voorspelling van
het in dezen te nemen besluit, ja gaan wij zelfs
niet verder dan blootelij k te vermelden dat de
aanvraag om concessie is ingediend. Mocht tot
particuliere exploitatie en tot verleening der ge
vraagde concessie besloten worden, zoo zou, naar
wij vernemen, de heer De Gelder 's lands dienst
verlaten om zich met de technische leiding der
onderneming te belasten, terwijl de behartiging
harer financieele belangen zou worden opgedragen
aan den heer mr. N. P. Yan den Berg, die alsdan
zou aftreden als president der Javasche Bank.
(Bat. HU.)
Aan het Verslag over 1881 van de kamer van
koophandel en fabrieken alhier, ontleenen wij de
volgende bijzonderheden, welke nog niet in onze
vroeger reeds opgenomen berichten, zittingversla
gen enz. zijn vermeld.
Onder de handelingen der kamer vinden wij
vermeld dat zij in het afgeloopen jaar door den
commissaris des konings in deze provincie uit-
genoodigd werd advies te geven op een ontwerp
overeenkomst tusschen den staat en de kon. m44.
De Schelde, betreffende de exploitatie van een
deel der haventerreinen te Ylissingen. Daar
de zaak in een zitting met gesloten deuren is
behandeld, wordt hieromtrent geen uitvoerige
mededeeling gedaan, en alleen vermeld dat.
de kamer de wenschelijkheid betoogde van het
tot stand komen der overeenkomst, doch bij
dat advies nadrukkelijk wees op de aanspraak
die Middelburg heeft, om in de gelegenheid te
worden gesteld op gelijken voet als eventueel de
mi>. De Schelde de heffing van het kanaalrecht
bij wijze van abonnement af te koopen voor de
hierheen bestemde schepen.
De Algemeene Beschouwingen luiden als volgt
Onbevredigde wenschen en onvervulde verwach
tingen zouden kunnen worden vermeld, zoo men
in herhaling wilde vallen van 't geen in vorige
jaarverslagen is medegedeeld.
Wij meenen hier alleen niet onvermeld te
mogen laten, dat de toestand bij en voor de sluis
te Yeere even onvoldoende als vroeger bleef.
Stilstand, eer dan vooruitgang, is dan ook het
doorgaande beeld dat handel, nijverheid en scheep
vaart hier ter stede den opmerker te aanschouwen
geven.
Wel is waar vermeerderde het getal middelen
van vervoer zoo te land als te water, doch de
hoeveelheid en het aantal der te vervoeren goe
deren en personen namen niet toe.
Graanmarkt, veemarkt, vischmarkt bleven wat
zij vroeger waren.
Terwijl het aantal hier gedomiciliëerde zee
schepen verminderde, evenals de aanvoeren van
goederen uit zee, had daarentegen de nijverheid
zich over 't algemeen niet te beklagen. Yan
enkele sedert kort hier opgerichte fabrieken breidde
de werkkring zich op bevredigende wijze uit.
Is de bevolking sedert 1877 van 16064 tot
15939 personen gedaald, het aantal woningen is
eenigszins vermeerderd. Het is van 3003 belast
bare en 121 onbelastbare eigendommen in 1878,
gestegen tot 3039 belastbare en 120 onbelastbare
eigendommen in 1881.
De belastbare opbrengst nam in vijf jaren toe
met 7336.
Het op het kohier van den hööfdelijken omslag
gebracht belastbaar inkomen der ingezetenen be
droeg, in 1877, met een percentage van 2.94, eene
som van 73,364, en in 1881 met 2.88 percen
tage, 73138.
De uitkeering van het 4/5 der personeele be
lasting bedroeg, zonder aftrek van oninbare posten,
over 1876/77 58607; over 1880/81 61509.
De handel in granen, die hoofdzakelijk beperkt
blijft tot uitvoer van Walchersche producten, was
dit jaar over het algemeen niet levendig, hetgeen
voor een groot deel moet worden toegeschreven
aan het tegenvallen van den oogst, die beneden
het middelmatige is gebleven, terwijl de qualiteit
veel te wenschen overliet.
Na de invoering der postspaarbank werden op
het postkantoor alhier 261 spaarboekjes uitgege
ven, waarop 829 inlagen tot een bedrag van f6420
plaats baddenf 144-0 werd terug betaald. Yan
deze 261 boekjes zijn er 58 aan ingezetenen van
Arnemuiden uitgereikt, waarop 178 is inge
schreven.
Door de Ned. Handelm41 werden aangevoerd
50350 halen koffie, J5720 bossen hindrotting en
980 blokken tin. Bovendien werden 13 ladingen
hout en 8 ladingen steenkolen uit zee aangevoerd,
brachten 2 schepen koloniale waren aan en losten
2 schepen hunne lading ijs hjè3[r