BUITENLAND
Vroeg rijp.
Het „Leger des Heils."
De heer jhr. Van Swinderen komt hier tegenop
en verklaart niet te kunnen begrijpen dat de keer
Massee het geheele kohier verwerpen wil, omdat
de aanslag van enkele belastingschuldigen bij hem
twijfel verwekt.
De heer Bamondt kan in tegenstelling met den
heer Massee, zich zeer goed met den aanslag
vereenigen en zegt daarvoor hij twijfel juiste
ophelderingen van zijne mede-leden te hebben
verkregen.
De heer Ochtman geeft zijn leedwezen te kennen
dat de heer Massee misbruik maakt van het ver
handelde in de besloten zitting en daarom zijne
insinuatie niet weerlegd kan worden. Het kohier
wordt daarna goedgekeurd met 7 stemmen tegen
1, die van den heer Massee, en de factor bepaald
op f 0.98638.
Een verzoek van J. Prins, pachter van de Zoute
vest, om schadevergoeding doordien een gedeelte
dier vest is dichtgemaakt, wordt ingewilligd en
op voorstel van burg. en weth. na advies van de
fin. comm. besloten J. Prins kwijtschelding van
pacht over 1881 te verleenen en hem van de
verdere pacht te ontheffen.
De aanvrage van het B. K. Parochiaal armbe
stuur om afstand van 20 centiaren grond, gelegen
in het Schotje van Armoede, kadastraal bekend
gemeente Goes sectie D ongenummerd, wordt
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toe
gestaan tot een bedrag van f 20.
Naar aanleiding van een schrijven van gedepu
teerde staten worden de verordeningen op de
heffing en invordering van schoolgeld voor het
lager onderwijs herzien.
De heer Den Boer verklaart zich tegen de ver
ordening op grond van reeds meermalen ontwikkelde
redenen, doch zegt dat hij alleen het rapport tot
goedkeuring van de fin. comm. onderteekend heeft
omdat uit de verordening gelicht is de bepaling
dat de kinderen van onderwijzers vrijgesteld worden
van het betalen van schoolgeld.
Op eene des betreffende vraag van den heer Ba-
mondt zegt de voorzitter dat de kinderen van de
onderwijzers voortaan zullen moeten schoolgaan
waar de comm. van classificatie hun zal verwijzen.
De verordeningen werden onveranderd goedge
keurd met 7 stemmen. De heer Den Boer bleef
buiten stemming.
De rekening van de Vereeniging der werklieden
over 1881 wordt goedgekeurd met een goed slot
van 15,75^.
Het verzoek van de commissie regelende de te
Goes te houden Zeeuwsche tentoonstelling en
wedstrijd voor handwerkslieden, om ondersteu
ning met 250wordt in zooverre toegestaan
dat B. W. machtiging ontvangen om hoogstens
met 100 deel te nemen in het waarborgfonds
der tentoonstelling en van den wedstrijd, wanneer
deze tot stand mochten komen.
Ten slotte wordt aan Mej. P. Meerburg Snaren-
berg, kweekelinge aan school A, eene gratificatie
van 25 verleend voor bijzondere diensten aan
het onderwijs bij de ziekte van het overige perso
neel aan school A.
De vergadering is daarna gesloten.
leder kent het type van den Franschen collégien
uit de caricaturen, zoo dikwerf van hem geteekend,
als hij juichende de school in de vacantie achter
zich laat, of druilende en onwillig weer schoolwaarts
wordt gezonden. Het schijnt dat de uniform-képi
dezer jongens iets strijdvaardigs in hen heeft ge
wekt, of dat de gelijkheid die in de republiek
van de daken wordt gepredikt, hen op het denk
beeld heeft gebracht dat er geen onderscheid in
leeftijd meer bestaat, en dat schooljongens zich
kunnen gedragen naar het model van volwassenen,
waarbij ze natuurlijk altijd de scherpste kanten
van hun model, de buitensporigheden, kiezen. Zoo
heeft zich op eenige groote inrichtingen van mid
delbaar en gymnasiaal onderwijs in Frankrijk in den
laatsten tijd een geest geopenbaard onder de leer
lingen, die zich uitte in gezamenlijk verzet tegen
schoolreglementen, in werkstaking. In den aanvang
zagen de besturen der scholen dat met eenige
verbazing aan, en wijl zij meenden met een alleen
staand feit te doen te hebben, straften zij de
schuldigen zacht, slechts een paar belhamels weg
zendende. Toen de beweging zich uitbreidde en
het nieuwe spel, jouer a la revolution, in den smaak
ik niet zoo onbewimpeld gesproken hebben. Maar
waartoe zon het gediend hebben
Het eerste wat mevrouw Layne deed, was Mary
haar eigen huis ontzeggen en onder een stortvloed
van verwijten naar de hoeve zenden.
Zij was een brave, oude vrouw van een onbe
sproken gedragdie, zooals zij zeide, nooit een
blos op hare wangen had behoeven te krijgen,
voor zich zelf of voor iemand der haren. In haar
verontwaardiging zou zij Mary hebben kunnen
verpletteren. Wat het arme meisje ook gedaan
had, een kerk bestolen, of een priester ver
moord, haar moeder oordeelde dat zij gehangen
moest worden.
Mary wandelde terug naar de hoeve, waar zou
zij anders heen gaan Diep bedroefd, vernederd
en dood zwak, was zij als een rietje in haar moe
ders hand en gehoorzaamde elk bevel dat haar
gegeven werdzij verlangde slechts te sterven.
Lady Chavasse, die medelijden had met haar lijdend
uiterlijk, bracht haar zelf een glas wijn en vroeg
wat mijnheer Duffham gezegd had en of hij haar
iets voorgeschreven had. In plaats van te ant
woorden viel Mary opnieuw flauwen Mylady
dacht dat zij zich te veel vermoeid had met loo-
pen«Ik wilde dat ik u met het rijtuig had
laten gaan", zei zij vriendelijk. En terwijl die
wensch nog op hare lippen zweefde, kwam me
vrouw Layne en verzocht om een onderhoud
met Mylady.
Toen volgde er groote opschudding.
Mylady praatte en raasde. Mevrouw praatte en
scheen te vallen, besloot men echter er voorgoed
een einde aan te maken. Te Montpellier werden
ongeveer 100 leerlingen onherroepelijk van het
lycée weggezonden wegens gezamenlijk verzet tegen
de schoolautoriteit. Zij ontmoetten thuis, naar
wij hopen, de tuchtroede van even vele vaders of
voogden.
Wat doen nu de jongens? Inzien, zou men
denken, dat zij zich bespottelijk hebben gedragen
en verder naar behooren hunne aandacht wijden
aan hunne lessen, revolutie en werkstaking uit
stellende tot later. Men zou zich echter vergissen.
Er is voor den verdrukte een heilig recht dat
beschermt tegen willekeurhet recht van vereeni-
ging en daarnaast het recht van vergadering. Fluks
is eene circulaire opgesteld, waarbij alle scholen
uit eenige departementen worden verzocht afge
vaardigden te zenden naar een congres, waar de
gewichtige quaesties van den dag: schooltijden,
dagtaak, uitgaansdagen en andere zullen worden
behandeld. Waar geen jongen te vinden was, die
permissie of reisgeld kon krijgen, moesten de jongens
van de school hun advies maar onder couvert zenden.
Dan zouden de aanwezigen op het congres ook de
stemmen der afwezigen wel meetellen, zoodat
niemand in zijne rechten werd verkort. Evenals
de vaderen eens in een manifest verklaarden wat
de rechten van den mensch zijn, zou men nu eens
plechtig aan de wereld eene Declaration des droits
du collégien verkondigen.
Eene kwaal van anderen aard openbaart zich
op de Duitsche gymnasiën, waar de jongens, in
navolging der jongelieden aan de academies, korpsen
of vereenigingen vormen, die aanleiding geven tot
uitspattingen. Op den Zaterdagavond houdende jon
gens eene Kneiperei, waarbij ze als onderscheidings-
teeken een gekleurd petje moeten dragen, dat bij
de nieuwelingen afgezet is met een bandje met
twee kleuren, bij de Burschen" met een bandje
in drie kleuren. Deze bijeenkomsten, die meestal
braspartijen worden, hebben in den regel plaats
in nabij de stad gelegen dorpen, en de herbergiers
die hunne lokalen ten gebruike geven, zijn de
bescheiden en getrouwe dienaars der schooljongens.
Komt er een leeraar -Kessel, Pauker of Kitster,
zooals de jongens hem noemen kijken wat de
jongens uitvoeren, dan vindt hij de deur gegren
deld, welke enkel wordt opengedaan voor de
ingewijden die het wachtwoord voor den avond
kennen. Daardoor wordt het den leeraars zeer
moeilijk in zulk eene vereeniging de jongens op
keeterdaad te betrappen, als ze met een lange
pijp in den mond aan hun zooveelste «potje bier"
zitten.
Het moet, zegt de heer Wolff in het Deut
sche Fcimiliënblatt,aan oningewijden haast on
verklaarbaar voorkomen hoe deze korpsen in
kleine steden waar een gymnasium is gevestigd,
jarenlang kunnen bestaan, terwijl de gansche stad
het weet, en men ze toch niet in eene vergade
ring kan betrappen. Daarin ligt juist de kern
van het euvel. Al die jongensvereenigingen zou
den reeds lang zijn verdwenen, wanneer juist niet
in die kleine steden het grootste deel der burgerij
stond op de zijde van de jongens ên de leeraars
in hunne moeilijke taak tegenwerkte, De jongens
zijn in den regel voor negen tienden niet uit de
plaats zelve afkomstig, zoodat zij bij burgers in
wonen, daar hun geld verteren en hunne goede
gunsten eene zekere waarde hebben voor den win
kelstand. Houders van bierhuizen, tabaksverkoo-
pers en wapensmeden hebben dikwijls veel te
verliezen, als zij zich den toorn der jongens op
den hals halen. Zij helpen hen dus zooveel
mogelijk om hunne bijeenkomsten en hieijolen
voor het wakend oog van den rector te verbergen.
Deze levenswijze der jongens heeft een grooten
invloed op het werk. De minister voor onderwijs,
de heer Yon Puttkammer, drukte het verleden
jaar in den rijksdag met deze woorden uit: «Een
bijzonder verschijnsel in onze gymnasiën is het
euvel der vereenigingen. De geheime vereenigin
gen, zooals wij ze op het spoor zijn gekomen,
voeren tot nachtelijke gelagen, tot luiheid, tot
leugen en eerloosheid. Wanneer een scholier zich
bij eede tegenover zijne makkers verbindt om
door de enkele vraag van den leeraar of hij tot
de vereeniging behoort, zich van zijn lidmaatschap
ontslagen te achten, zoodat hij neen kan ant-
gilde. Zij stemden beiden ineen opzicht overeen,
namelijk om Mary met verwijten te overladen.
Zij bevonden zich in het groote salon, waar My
lady zat toen mevrouw Layne aangediend werd.
Lady Chavasse leunde woedend achterover in
haar rozé fluweelen stoel; mevrouw Layne stond over
eind: Mary was op haar knieën gevallen, met gebogen
hoofd en smeekend opgeheven handen. Deze groep
werd verrast door sir Geoffrey, die zooeven uit de
stad terug gekeerd wasZij hadden het te druk
om hem op te merken en hij stond als aan den
grond genageld toen hij een paar volzinnen
opving, die tot de arme Mary gericht werden.
«Het beste wat gij doen kunt is uw toevlucht
in een werkhuis te zoeken", zei Lady Chavasse.
«Mijn huis zult gij onmiddellijk verlaten."
«Het beste wat gij doen kunt is te gaan
rondzwerven, ergens waar men u niet kent", ver
beterde mevrouw Layne buiten zichzelf van
woede. «Nooit zult gij het huis weer betreden
waarin uw vader gestorven is. Gij kwade meid
en nog niet eens twintig jaar oud Maar My
lady! ik moet zeggen ofschoom wij, in
vergelijk van u slechts eenvoudige menschen zijn
en ik misschien geen recht heb om het te zeggen,
dat sir Geoffrey zich niet gedragen heeft als
een fatsoenlijk man."
Houd uw mond, vrouw, zei Mylady, »sir
Geoffrey
«Sir Geoffrey is althans fatsoenlijk man genoeg
om zijne verkeerde handelingen op zich te nemen
en die niet op anderen te schuiven", sprak de
rden, waar blijft dan het mannelijk gevoel
Wat zullen
W'
van eSP
scholen
het spreken1
het is voorj
wij voor mannen m onze
0^roeden, wanneer met zulke streken
der waarheid wordt" ontdoken En
men dat de geheele burgerij
-tegenwerkte in hun on-
de huisgezin-
eener stad de leei
derzoek naar deze zaken. Ik ?ou
nen en de burgers van deze plaats af willen be
zweren om samen te werken met ie schoolbe
sturen, opdat wij deze woekerplant uit ons
onderwijs kunnen uitroeien".
Op merkwaardige wijze openbaart zich in de;e
jongensbeweging het verschil in volkskarakter^
De Duitsche jongens kennen geen grooter genot
dan in een verscholen vertrek, wel bewaakt door
verspieders die het naderend gevaar aankondigen,
in wolken tabaksrook, bier te drinken, liefst veel
bier, waarbij het zeker niet ontbreekt aan Schwcir-
merei over het ontluikende gevoel der liefde, over
vaderlandsliefde en dapperheid. Dat alles is echter
zwaar als het bier, nevelig als de rook die uit
de groote koppen der pijpen stijgt.
De Fransche jongens daarentegen achten zich
in een of ander recht gekrenkt. Zij steken de
hoofden bij elkaar en gaan samenzweren. Zoodra
men het eens is, volgt de revolutie, het, desnoods
gewapend, verzet tegen de schoolregeering die de
rechten der schoólburgers schendt. En nu het
gezag voor ditmaal meester bleef, grijpen de re-
publikeinsche jongens van 1882 niet naar het
middel der geheime vereeniging, der nieuwe sa
menzwering met een verwijderd doel, neen, vrije
lijk willen ze zich vereenigen, willen ze vergaderen,
moties aannemen, of verwerpen, om aan de wereld
de miskenning hunner rechten bekend te maken.
Zij zenden de programma 's hunner congressen
aan de dagbladen; want licht moet er komen in
de duisternis, en de machtige pers, draagster van
het openbaar geweten, zal het recht doen zege
vieren.
Het zou treurig zijn, als het niet zoo belachelijk
was. Wij zouden een prijs willen uitloven voor
die congresredenaars, een stel fonkelnieuwe knikkers.
Nadat eenige vonnissen wegens verstoring der
openbare orde de leden der Salvation Army in
verschillende steden van Engeland hebben getroffen,
is weder meer dan vroeger de aandacht gevestigd
op deze zonderlinge uiting van godsdienstig gevoel.
Sommigen in Engeland achten de gansche bewe
ging kunstmatig, iets wat de Duitschers Anstellerei
souden noemen, en meenen daarom dat het leger
de vijanden die het bestrijdt, nimmer zal overwinnen
en tot nogtoe enkel de rustige burgers in den weg
loopt. Anderen echter zien in den strijd van het leger
een gezonden en oprechten geest, die op den duur
de dronkaards en goddeloozen zal redden uit den
poel des verderf3. Wij kiezen niet tusschen beide
opvattingen, doch waar zulk een groot verschil
van meening bestaat, is de beweging zeker eene
nadere kennismaking waardig. Wij nemen daarom
uit een der Engelsche bladen over wat ons voor
komt een onpartijdig verslag te zijn van eene
bijeenkomst des legers in Exeter Hall te Londen.
Nog afgescheiden, zegt onze bron, van de twisten
met de vrederechters en de oploopen die haar
tot reclame dienen, is de Salvation Army merk
waardig door hare ontwikkeling. De beweging is
wezenlijk onderscheiden van de revivals, of ver
tooningen van godsdienstwaanzin, van Moody en
Sankey en vindt haren oorsprong veeleer in de
oorspronkelijke non-conformisten of Engelsche
afgescheidenen. En dan valt het in het oog hoe
weinig inderdaad het Engelsche volkskarakter is
veranderd. Als men de mannen, vrouwen en
kinderen ziet, die optrekken met de Salvation
Army, dan krijgt men eene duidelijke voorstelling
van de godsdienstige vergaderingen van Fox en
Baxter, van Whitefield en Wesley.
De voornaamste karaktertrek van het leger is
zijn merkwaardige militaire organisatie, waardoor
wordt voorkomen dat het uiteenloopt zooals een
gewone volkshoop die voor eenige oogenblikken met
geestdrift is bezield, of dat het op den achtergrond
geraakt zooals de geheele beweging van Moody en
Sankey. En een tweede sprekende trek is het
baron vooruittredende en die onverwachte ver
schijning deed allen ontstellen. Mylady wees ge
biedend naar de deur maar hij gehoorzaamde
ditmaal niet.
Het was ongetwijfeld een pijnlijk oogenblik voor
hem, waarin hij een groote zelfvernedering onder
vond, want hij had er gedurende zijn geheele
leven steeds naar gestreefd om goed in plaats van
kwaad te doen. En wanneer zulke menschen voor
de verzoeking bezwijken in plaats van haar te
ontvlieden, is de reactie des te sterker. De wijssten
en sterksten vallen somtijds en bemerken later dat
ofschoon het vallen zoo gemakkelijk was, het
wederopstaan uiterst moeilijk valt. Sir Geoffrey
zag doodsbleek.
»Sta op Mary", zei hij vriendelijk en vatte
hare hand om haar te helpen. «Mevrouw
Layne", sprak hij, de anderen aanziende; »lieve
moeder als ik u nog zoo noemen mag ver
gun mij een woord te spreken. Over alles wat
hier voorgevallen is ben ik alleen te laken; op
mij alleen moet de smaad rusten. De fout
«De schuld, mijnheer", viel mevrouw Layne
hem in de rede.
«Ja. Dank u. De schuld. De schuld is geheel
aan mijniet aan Mary. In mijn tegenwoor
digheid mag haar geen verwijt gedaan worden.
Zij heeft verdriet genoeg zonder dat. Ik wenschte
vurig dat ik nooit. Geloof mij mevrouw Layne",
vervolgde hij na een poos, «niemand kan dat dieper
gevoelen dan ik. En als de omstandigheden mij
veroorloven het goed te maken, zal ik het doen
beginsel van volslagen gelijkheid, door de beweging
gehuldigd, waardoor zij zoo menigen aanhanger
wint, vooral onder de arbeidende klasse. Nu houdt
het zout der vervolging deze godsdienstige beweging
frisch en krachtig. Het leger wordt rijk en behaalt
menige victorie op verstokte zondaars, zoodat noch
de vuisten van het gepeupel, noch de boeten dei
vrederechters voor het bestaan der beweging
gevaarlijk zijn.
Een dag of ©vw*». eene compagnie
van hopd- Ai man, vier aan iw langs Primrose-
ipn. Vooraan ging eene stevip gebouwde jonge
vrouw, met een rood vaandel nik blauwen rand
en een groote gele ster in het middè-.. Naast haar
wandelden twee officieren ruggelings» voor den
troep, de liederen aangevende onder deft-»^arsch.
Andere officieren, in nauwsluitende wapenroken
met een metalen S op de kraag, sloegen met de
armen de maat. De gezichten in de gelederen
zagen er vroolijk en vastberaden uit, vooral die
van de jongeren, die achteraan kwamen. Het waren
flinke en gezonde jongens, en ze deden daar in
elk geval beter werk dan dat ze kruis of munt
met stuivers speelden in een donkeren gang of in
stuiversmagazijnen de loopbaan volgden van ban
dieten of zeeroovers.
Als de voorgangers een nieuw lied inzetten,
waarvan de woorden de compagnie bezielden, dan
scheen er een glans over de gelederen te komen,
zulk eene uitdrukking van geluk en voldoening
kwam er op de gezichten. Allen, oud en jong,
waren onvermoeid. Zij namen hun weg door
hoofdstraten, zonder lastig gevallen of erg uitge
jouwd te worden. In het gebouw hunner verga
deringen gekomen, rangschikten de soldaten zich
op oploopende banken over de gansche lengte dei-
zaal, terwijl het vaandel in het midden werd ge
plant. Buitendien was er eene plaats voor toe
schouwers, en eene bank voor bekeerlingen tusschen
hen en het leger. De kinderen waren onder den
invloed van den geest van orde en regel, die bij
allen heerschtemen hoorde ze niet.
Er werd gezongen, en bij de regels
Here's my heart and here's my hand
To meet you in the better land,
werden alle handen opgeheven, wat een verbazend
effect maakte. Toen ze moê waren gezongen,
stond een jonge man op, die met doordringende
stem een gebed deed en de verzamelden in groote
vervoering bracht.
Een poos later stond een man op, in wien men
dadelijk den oudgediende herkende, hij droeg nu
de onderscheidingsteekenen van de Salvation Army.
Hij had de koningin gediend, zeide hij, en met
liefde had hij het gedaan. Doch nu was hij sol
daat van een andere soort, en dat beviel hem nog
beter. Hij was een dronkaard geweest en een
goddelooze, doch nu had hij een goed tehuis en
eene geloovige vrouw, die hem kinderen had ge
schonken.
Een jonge man sprak om zijne blijdschap
uit te drukken dat hij dien namiddag van binnen
en van buiten was gered, en werd opgevolgd door
een reus, die de verschrikkelijke geschiedenis ver
telde van zijn vroeger leven als dief en dronkaard.
Na iedere bekentenis werd gebeden en gezongen.
Eindelijk verzocht een der aanwezigen dat «onze
vriend de advocaat" een woordje zou spreken.
Een rijzige jonge man, een welbekende figuur zoo
van de Eton-school als van de Oxfordsche univer
siteit, stond op om te vertellen waarom hij zich
bij dat leger had gevoegd, want hij meende dat
ieder die werkelijk gelooft, zijne keuze openlijk
voor de wereld moet verklaren. Maar hij onder
vond daarvan toch het gevolg dat zijne gansche
familie trouwe volgers der staatskerk zeker
trachtte hem van den ingeslagen weg af te brengen.
Toen werd er wederom gezongen en de dienst
was ten einde gebracht.
Gedurende deze opwekking was éene bekeerling
op de voor dezen bestemde bank gekomen. Het
was eene jonge vrouw die zonder spreken neer
knielde. Een der jonge meisjes van het leger
knielde naast haar en fluisterde haar gebeden in
het oor. Toen de bekeerlinge opstond, had het
«Leger des Heils" een nieuwen strijder gewonnen.
Sir Geoffrey wilde (als de omstandigheden het
gedoogden, zooals hij zei) Mary Layne huwen. Hij
wenschte dit te doen. Hij bracht zijn moeder in
een andere kamer en zei haar dit. Lady Chavasse
dacht eenvoudig dat hij krankzinnig was. Zij
begon een beetje bang te worden dat hij haar en
al hare verheven begrippen van welvoegelijkheid
zou braveeren en het doen.
Maar zoo iets kan niet in een uui beslist worden.
Lady Chavasse gaf in haar angst een weinig toe.
Zij zette Mary niet terstond de deur uit, zooals zij
gedreigd had; maar gedoogde dat zij dien nacht
nog op de hoeve bleef.
«In elk geval, hoe het einde ook moge zijn, van
den kant van mijn familie mag zij geen gevaar
loopen aan de kaak gesteld te worden", zei sir
Geoffrey op vastberaden toon. «Dan zou mij geen
keus overblijven."
«Geen keus!" herhaalde Lady Chavasse.
«Hoe bedoelt gij dat?"
«Tusschen mijn plicht jegens haar", zei sir
Geoffrey.
En het hart van Mylady kromp ineen van
angst.
Wordt vervolgd
GEDEUKT BIJ DE GEBKOEDEES ABBAHAMS
TE MIDDEEBUEG.