ADVERTENTIEN. Handelsberichten. Graanmarkten, enz. De Russische Joden. Prijzen van Effecten. (5 35jarip JwlijfMrMtgmj} scherpe toezicht der katholieken moet den staat aangenaam zijn, en het zal verhoeden dat de neu traliteit der scholen ontaardt in bestrijding van den godsdienst, welke nimmer het doel van lager onderwijs mag zijn. Maar voor de wet is het van groot belang dat de clericalen, door het aannemen van plaatsen in het schooltoezicht, haar erkennen. Bij de poging welke wij willen wagen om een onbevangen blik te slaan op de vervolgingen aan welke de Joden in Rusland blootgesteld zijn, staan ons twee bronnen ten dienste, welke beide zijn openbaar gemaakt in Engeland. De eerste is eene verzameling van rapporten der Engelsche consuls in Rusland, in Februari jl. aan het lagerhuis over gelegd, en de tweede een als terugslag daarop in de eerste dagen van Maart aan de dagbladen toe gezonden verslag der Engelsche commissie van bijstand, namens haar geteekend door sir Natha niel de Rothschild. De consuls hebben deels met eigen oogen gezien, deels naar hun beste weten berichten ingewonnen; de commissie welker samenstelling volledig ver trouwen inboezemt, heeft inlichtingen gevraagd aan de uit Rusland gevloden Joden en aan enkele rabbi's, die hunne zwaar geteisterde gemeenten niet hebben verlaten. Hoezeer dus de zaken wel door verschillenden bril bekeken zijn en van de Engelsche ambtenaren, die sedert jaren in Russi sche kringen leven, niet kon worden verwacht dat zij de gebeurtenissen al te zwart zouden voor stellen, Iaat zich alleen daardoor het groote ver schil niet verklaren dat in de voorstelling der feiten bestaat. Wij moeten uit die uitvoerige stukken eene keuze doen, en om tot een inzicht te geraken van de getuigenissen door de Joden zelve afgelegd, is ons een brief van den 14en Februari uit Kieff vol doende. De Engelsche commissie beweert, en men heeft niet het recht aan hare waarheidsliefde te twijfelen, dat deze schriftelijke mededeelingen grootendeels door mondelinge getuigenis der naar Engeland overgekomen Russische Joden zijn be vestigd. »Ik zend u hierbij, zegt de briefschrijver, eene lijst van de door onze vijanden in deze stad verkrachte vrouwen en vermoorde mannen." De eerste categorie bevat veertien namen uit de wijk Demievka; in andere wijken kon de schrijver geen nauwkeurige opgaven verzamelen. Ook verzwegen vele ongelukkigen haar lot. »Ik zal nu de pen doopen in mijn hartebloed en de moorden om schrijven in de wijken Demievka en Suliafky." Die lijst telt een aantal namen. Dan volgen zij die den dood slechts even ontkwamen, en dan zij die mishandeld werden of gedood in de wijk Korenjovka. De opsomming is welsprekend in hare eentonigheid. Vrouwen noch grijsaards, noch zelfs kleine kinderen waren voor het bandelooze volk veilig. »Wij konden, gaat de brief voort, u niet van alles de bijzonderheden vermelden. Dat alles is negen maanden geleden, en toen konden wij ons niet voorstellen, ja wij achtten het niet mo gelijk dat een volk, ver van ons verwijderd, uit gaande van medelijden en rechtsgevoel, onze zaak zou ter hand nemen. Sedert het begin der ver volging zijn wij niet tot rust gekomen. Alle ambtenaren, van groot tot klein, woeden tegen ons. Men zegt dat wij geen gevoel van eer hebben, geene menschelijkheid bezitten. Onze getuigenis, ja zelfs onzen eed erkennen zij nietzij zetten het volk tegen ons op en verklaren al wat wij zeggen voor leugen. Klaarblijkelijk heeft de regeering er behoefte aan om ons te vernietigen door haar meest gevreesde speeltuig en wapen, het gepeupel. Dan wascht zij later hare handen in onschuld en zegt dat wij het aan ons zeiven hadden te wijten. Nu reeds beweert zij, dat 3000 der schuldigen voor het gerecht zijn gebracht, maar wie weet niet dat de gevangenen onmiddellijk zijn in vrijheid gesteld, dat Strelnikoff openlijk verklaarde dat de Joden de eigenlijke schuldigen waren?" Wij vergenoegen ons voor het oogenblik met deze aanhaling. Ettelijke kolommen van de Times zijn gevuld met die getuigenissen, met eene lange opsomming, hoe mannen geslagen werden en ge dood, hoe vrouwen en meisjes de gruwelijkste mishandeling doorstonden, hoe huizen en syna gogen boven de hoofden der ongelukkigen in brand gestoken, de heilige wetsrollen werden verontreinigd en verscheurd. En bijna altijd ging dit alles met diefstal gepaard. Er zijn onder die getuigenissen verhalen die de haren doen te berge rijzen, en bij de samenvatting van den indruk bestrijdt het afgrijzen den voorrang aan de ver bazing over zooveel beestachtigheid. »Zoo God, schrijft de rabbi van Kieff, de harten der oprechten heeft bewogen tot barmhar tigheid, zal Hij hunnen geest ook verlichten tot een gerecht oordeel Terwijl aldus de worm van Jacob wordt vertreden onder ijzeren hoeven, en vraatzieke leeuwen de verstrooide schapen Israels verworgen, daagt er een licht uit de verte. Oprechte mannen zijn opgestaan in toorn over de afgrijselijke daden, en ons bezielt de vaste hoop dat zij in de oprechtheid huns harten niet zullen worden misleid door valschheid en bedrog." Onder die misleiden moeten dan de consuls worden gerekend, volgens de bronnen uit welke het Londensche comité heeft geput. Zij beweren dat al die berichten sterk zijn overdreven, en de consul-generaal Stanley te Odessa schrijft dat vooral van de gruwelijke behandeling der vrouwen hem zeer weinig is ter oore gekomen, en dat slechts zeer weinig Joden bjj de vervolging het leven hebben ingeschoten. Wij kunnen dezen strijd hier onbeslecht laten, vooral wijl dezelfde consul-generaal in zijn rapport zegt, »dat de ver volging een zeer ernstig karakter draagt, dat de Russische overheid zich meestal onzijdig hield en haren plicht verwaarloosde, den beestach- tigen volkshoop de vrije hand latende in het plunderen en mishandelen der Jodendie ver schrikkelijk hebben geleden door het verlies van hunne eigendommen en hunne woningen, zonder dat hun daarvoor vergoeding werd gegeven terwijl zij ieder oogenblik in de verwachting leven dat die tooneelen zich zullen herhalen". Dit ge tuigenis is te meer onverdacht, wijl de Joodsche briefschrijvers den consuls het verwijt doen, dat zij door hunne wijze van informeeren nimmer achter het ergste der zaak konden komen. Vanwaar nu de felle haat, die tot zulke mis daden dreef? Heeft men hier te doen met eene bevolking die uit enkel willekeur en booze nei gingen steelt, en brandt en moordt Wij zijn ook aan den misdadiger verplicht te zoeken of niet redenen van anderen aard hem geleid hebben op den dwaalweg, waarop hij is voortgehold. De rapporten der consuls brengen ons tot twee verschillende verklaringen. Consul Stanley zegt kortweg, dat hij, hoezeer het een twijfelachtig punt is, niet gelooft dat de Russische boer den Jood haat, omdat hij Jood is. Veeleer meent hij dat een nader onderzoek leeren zal dat deze ver volgingen een politiek doel hadden en dat van de drink- en plunderzucht der boeren door ande ren is gebruik gemaakt, die achter de schermen bleven. Uitvoeriger en meer systematisch zoekt de heer Wagstaff, Engelsch vice-consul te Nicolajeff, naar de oorzaken der gebeurtenissen. Door de wetten uitgesloten van menig ambt en bedrijf, hebben de Joden in het zuiden van Rus land reeds dadelijk zich haast uitsluitend gewijd aan den handel, dien ze door hunne bekwaam heid en ondernemingsgeest bijna geheel hebben in handen gekregen, zoodat nagenoeg iedere koop door hunne handen gaat. Werkzaam, matig en zuinig, streefden ze spoedig in welvaart de overige bewoners voorbij. Zeer velen dreven hun handel als achtenswaardige lieden en droegen bij tot de welvaart des lands. Doch deze uitsluitende levensrichting had ook hare uitwassen. Vele Joden werden eigenaars der herbergen en verbonden aan hun bedrijf dikwerf den woeker, het pandjeshuis en het helen van gestolen goed. Anderen werden aannemers en wisten de teere snaar te roeren van den steeds voor omkooping vatbaren Russischen ambtenaar. Ook pachtten ze in het groot domeingronden om ze tegen bovenmatigen prijs weer aan de bewo ners te verpachten. Zooveel slimmer zijn ze dan hunne omgeving dat, als men den Joodschen sol daat enkele roebels medegeeft naar zijn garnizoen, hij naar alle waarschijnlijkheid binnen kort ver loop van tijd de schuldeischer is van zijn heele regiment, den kolonel incluis. Als nu een boer in handen valt van een Jood van deze soort, is hij onherroepelijk verloren. Zijn geld verdrinkt hij in den regel, zoodat de Jood hem zaaigraan moet voorschieten, meestal tegen beding van teruggave in natura, mudden voor schepels. En als de boer hard verlegen zit, koopt dikwerf de Jood zijn ganschen oogst te velde, altijd tegen te lagen prijs, zich dus meester ma kende van een deel der billijke belooning van den arbeid. Daarom acht de heer Wagstaff de oorzaak van de vervolgingen van dezen tijd zuiver economisch. De slechte oogsten hebben op het land armoede, ja hier en :daar hongersnood veroorzaakt. Op vele plaatsen was niet gezaaid, zoodat in de lente van het vorige jaar veel volk zonder arbeid was. De Joden echter waren en bleven rijk en wekten de ijverzucht der boeren op, die zelfs geen geld meer hadden voor wodkazooals zij hunnen bran dewijn noemen. Toen was er maar een vonk in de brandstof noodigeen geschil met een Joodschen herbergier te Elizabethgrad gaf het sein, en de vervolgingen begonnen met de aanvallen op de herbergen. Daar werd gedronken, veel ge dronken de wodka stroomde over de straten, en als de sneeuwbal groeit tot eene lawine, nam de vervolging toe, onschuldigen treffende met degenen die zich werkelijk aan het economisch bestaan van den boer hadden vergrepen. De staatswet had den Joden ambten en betrek kingen ontzegd en hun belet zich met het maat schappelijk leven der natie te vereenzelvigen, zooals in het westen van Europa geschiedde. Beide partijen waren als vreemdelingen tegenover elkander blijven staan, maar de minst talrijke was door geestkracht en verstandelijk overwicht erin geslaagd de welvaart der door haar bewoonde streken in handen te krijgen, en toen de boer honger, ja vooral toen hij dorst leed, kon hij dien toestand niet meer verduren; hij zeide niet tot zich zeiven dat hij matig moest zijn en arbeidzaam evenals die vreemde stam die naast hem leefde, maar hij zette er den lompen voet op en ver trapte hem. Of de regeering werkelijk die beweging heeft aangemoedigd, is eene vraag welke, naar ons in zicht, nu nog niet is te beantwoorden. Haar standpunt tot de eens begonnen vervolging heeft zij echter niet verheeld. Duidelijk lezen wij het in de circulaire van graaf Ignatieff aan de gou verneurs der provinciën van 25 Aug. 6 Sept. van het vorige jaar. »Het is, schrijft de minister van binnen- landsche zaken, uit de procesen der bij de oproeren betrokkenen, uit cle rapporten der administratieve ambtenaren en uit vertoogen van bijzondere personen gebleken dat de hoofdoor zaak dezer aan het Russische volkskarakter zoo vreemde beweging van economischen aard is. Gedurende de laatste twintig jaren hebben de Joden gaandeweg zich niet alleen meester gemaakt van den handel en de nijverheid, maar ook door koop en pacht veel grond tot hunne beschikking gekregen. Door hun aantal en hunne aaneenslui ting hebben zij met weinige uitzonderingen, hunne pogingen gericht, niet op de vermeerdering der voortbrengende kracht van het land, maar op de berooving der eigenlijke bevolking, vooral van de armere klasse, waardoor zij van deze een ver zet hebben uitgelokt, dat zich ongelukkiglijk in hevigen vorm heeft geopenbaard. Na krachtig de rustverstoring en de willekeurige handelingen te hebben onderdrukt, om de Joden voor geweld te vrijwaren, acht de regeering het rechtmatig en onvermijdelijk om niet minder krachtige maatre gelen te nemen tot opheffing van de tegenwoor dige abnormale verhouding tusschen de bevolking en de Joden, en om voor het vervolg die bevol king te beschermen tegen de verderfelijke activi teit der Joden die, volgens de opgaven uit ver schillende streken, de oorzaak der beweging is geweest." Of dus de regeering de beweging zelve heeft aangestookt of niet, doet weinig ter zake. Het is na de herinnering aan de woorden dezer circulaire duidelijk genoeg dat de Joden niets van haar hebben te hopen, doch integendeel alles te vreezen. Wanhopende aan een verder leven in Rusland, van have en goed beroofd, zonder geld en zonder dak, komen nu goeden en kwaden, allen ongelukkig, kloppen aan de deur van westelijk Europa. Zij hebben den vrijen doortocht noodig en den reis penning naar een nieuw vaderland, waar hunne activiteit" niet verderfelijk" zal zijn. Verderen onderstand heeft het nijverste volk der aarde niet noodig. Maar wat voor de bannelingen wordt gevraagd, zal Europa geven. Oostburg, 12 April. De aanvoer was heden niet groot en er bestond alleen goede vraag voor tarwe en gerst, waarin vrij wat werd afgedaan, tegen omtrent vorige prijzen. In andere artikelen ging weder niet om. De prijzen waren voor tarwe 8, 8.50 a ƒ9, bij uitzondering daar bovenrogge 7 a ƒ7.50; wintergerst ƒ6.50, 7 a 7.25, zomergerst 6 a 6.25haver 2.50, 3, 3.50 a ƒ4.50; paardenboonen 6.25 a 6.80erwten 8 a ƒ9. Middelburg, 13 April. De geringe aanvoer van heden was meestal tarwe, de handel was onbe langrijk. De prijsnoteering is als volgtgoede Walchersche tarwe 9.75, 10 a 10.25, afwij kende ƒ8.50 a ƒ9; rogge ƒ7.90 a ƒ8; Wal chersche wintergerst 6.90 a 7, dito zomergerst 6.40 a ƒ6.50; dito witte boonen 10 a ƒ13, dito bruine boonen 10 a ƒ11, dito paarden boonen 7 a 7.25, dito platte boonen 6.50 a ƒ7; dito groene kookerwten ƒ9.75 a ƒ10, on- kokende en geringe 9 a 9.25. Raapolie 32 en patentolie 34 per vat op 6 weken, contant 1 korting. gemiddelde marktprijzen. Versche boter 1.30 a 1.40eieren per 100 stuks 3.30. Bergen op Zoom, 13 April. Puike jarige witte tarwe 10.25 a 11.50nieuwe dito 10.a 11.mindere ƒ7.a ƒ9.75; roode ƒ8.a ƒ11.rogge 6.80 a ƒ7.75; boekweit ƒ6.a nieuwe dito 6.75 a 7.25; zomer gerst 5.75 a 6.40haver 8.a 9. kookerwten 7.80 a 9.paardenboonen 7.a 7.75; kanariezaad ƒ8.a ƒ9.— bruineboonen 7.25 a 11.witteboonen 7.a 12.duivenboonen 8.50 a 9. koolzaad 11.50 a 12. Suiker stemmiger nominaal 27§ a 27 op 88 gradenmeiassen onveranderdboter per stuk ƒ0.85; l kilo ƒ0.75; eieren per 26 stuks 0.82 J. STAAT3LEENINGEN. Wedei'lanf], Cert. N. W. Sch. 21/2 pet. dito dito dito 3 dito dito dito 4 dito Obl. 1878 10004 België. Obligatien21/2 Trankrijk Origin. Inschr 3 Hongas ije. Obl. Leening 1867 II 1205 dito Goudleening5 dito dito fl 500 6 Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 dito Febr.-Aug. 5 dito Jan.-Juli 5 dito April-Oct. 5 j dito dito Goud 4 Polen. Obl. Schatkist 1844 4 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. 3 dito dito 18815 Husland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 dito dito 6e 1865. 5 Obligatien L862 5 dito 1864 10005 dito 1864 1005 dito 1877 dito5 dito Oostersche le serie. 5 dito dito 2e u 5 dito dito 3e 5 dito 1872 gecon. dito 5 dito 1873 gecon. dito 5 dito 1850 le Leening dito 41 /g dito I860 2e Leening dito 41/g dito 1875 gecons. dito 4% dito 1880 gecons. dito .4 Cert. Hope Co. 1840 4 dito 2e, 3e, 4e Leen. 1842.44. 4 Obligatie-Leening 1867/69 4 dito dito 1859. 3 Cert. van Bank-Assign. 6 Spanje. Obl. Buit. 1867/75 1% dito dito 1876 2 dito Binnenl. Esc. 5000-10000 1% dito dito 1876 2 Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 dito 1869 6 1880 4 Leening 1876 4 dito 1876 5 1877. 4 1876 41/g dito Zweden. Obl. Egypte. Obi. dito Vereen. Staten Obl. dito dito Amsterdam. 12 13 April April. 67 675/8 8 U/4 82 ioi6/8 102 1013/4 102 - 931/4 80 791/2 631/4 63 - 931/2 64 637/g 6/|S/8 643% 785/8 527/g 527/8 947,8 951/4 551/2 659/u 771/2 771/3 827/g - 9213/16 923/4 90 873/4 88 5315/jg 543/8 541/g 543/8 535/g - 841/4 847/s 841/4 841/a 8211/16 831/4 761/s 761/2 667/8 671/4 741/2 281/4 233/16 45 12 115/8 IS B/g 131/4 69 Brazilië. Obl. Londen 18655 e dito Leening 1875 5 10014 dito 1863 10041/g INDUSTRIEELE EN FINANCIEELS ONDERNEMINGEN ïlederl. Afr. Hand.-V. aand. pet. 256 258 Ned. Hand.-Maatsch. aand. rescontre5 114 11315/ig Ned. Ind. Handelb. Aand. 1171/2 Stoomvaartm. Java Obl dito Zeeland Aand dito Obl5 1, dito gegarand. dito41/g Buitschland. Cert. Rijksbank Adm. Amsterdam Oostenrijk. Aand. O. H. B. 1157/g SPOORWEGLEENINGEN. Nederland. Hol!. JJz. Spw. Obl. 18715 107 107 dito Maats, tot Exploitatie van Staats-Spw. Aandn 118 118 Ned. Cent. Spw. Aand. ƒ250. 471/2 47% dito gestemp. Obl. 250 737/g 733/4 Ned. Ind. Spoorw. Aand. v 142 Ned. Rijn.Spw. volgef. Aand. 1511/2 N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp. 1875/80h 50% Zuid Ooster sp. Obl5 100 100 Hongarije. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 5 dto dito Obl5 1 8413847/g Italië. Victor Em. sp. ObJ. S Zuid-Ital. Spw. Obl3 519% 515/g Oostenrijk. E. O. Sp. Obl 3 717/g 715/8 Polen. Wars.-Brom. Aand. 4 n Warschau-Weenen dito. 671/4 67 Knsiand. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 1, 1217/g 1221/4 dito Hypoth. Obligatien 41/g n 891/g 89 dito dito dito4 Baltische Spoorweg Aand. 3 47% 471/g Chark-Azow Oblig. 100. 5 Jelez-Griasi dito5 831/g 831/3 Jelez-Orel dito f 10005 Kursk.-Ch.-Az. Obl. £100. 5 8OI/2 8OI/4 Losowo-Sewastopol 1000. 5 11 803/g 803/g Morschansk-Sysran. Aand. 5 628/4 Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. 5 n 991/4 Mosk.-Kursk dito dito 6 Mosk.-Smol. dito dito 5 873/4 Orel-Vitebsk Obl. dito 5 n 86% 863/4 Poti-Tiflis- dito 1000. 5 861/g 863/4 Riaschk.-Wiasm. Aand 5 61 603/j Zuid West Spoorw.-Maats. 5 563567/g Amerika. Cent. Pac. Obl. 6 1111/j dito California Oregon dito. 6 103 Chic. N.- W. Cert. Aand. 1401/4 138 dito dito le hyp. Cert, ƒ1000 7 t 119 dito Mad. Ext. Obl7 1191/2 dito Menomonee Ds. 500-1000 7 n 1183/4 dito N.-W. Union, dito 7 11 dito Winona St. Peter dito. 7 11 118% dito S.-W. Ob. JDs. 500-1000. 7 Illinois Cert, v. Aandn 1331/2 St. Paul Minn. Man. Obl. 7 11 1081/g Union Pac. Hoofdl. dito 6 XIS PREMIE LEENINGEN. Nederl. Stad Amst. 100 3 pet. 1091/g I09l/g Stad Rotterdam3 1OOI/4 IOOI/4 Gemeente Crediet3 95% 951/2 België Stad Antwerp. 1874 3 <1 66 96 dito Brussel 1879 fr. 100 3 Hongarije. Staatsl. 1870 n 98 98% Oostenrijk. Staatsleening 1854 II. 250 4 1005/g dito 18605 a dito 1864 a 143 1 433/4 Crediet Inst. 1858 fl 100. 150 1503/4 Busland. Staatsl. 1864 5 dito 1866 5 128 128 Spanje. Stad Madrid fr. 100 .3 1, 49 49 Turkije. Spoorwegl3 13% 131/8 Prijzen van coupons en losbare obligatiën» Amsterdam 12 April. 13 April. Oostenrijk. Papier 20.971/2 20.971/2 Oostenrijk. Zilver 20.971/2 20.971/2 11.671/2 11.671/2 met affidavit 11.971/2 11.971/0 11.671/2 1, 11.67% 47.35 1/ 47.35 58.55 58.55 1.16 1.16 1.18% 1.19 1.83% 47.35 47.35 2.27 2.27 2.441/0 2.44% f- H. VAN DEN HEUVEL en J. SWENNEN. Vlissingen, 14 April 1882. V Hunne dankbare kinderen. ^5>D- G) Heden overleed op het alleronverwachtst, tot diepe droefheid van mij, mijne kinderen en be- huwdkinderen, mijn geliefde echtgenoot JOZIAS HUGENSE, in leven lid van den Gemeenteraad alhier, in den ouderdom van 53 jaren. Aagtekerke, Uit aller naam, 12 A p r i 1 1882. Wed6. J. HUGENSE— Maljaars. Heden overleed zacht en kalm, na een kortston dig lijden, tot mijne en mijner kinderen diepe droefheid, mijn geliefde echtgenoot JAN BUIJS, in den ouderdom van drie en zeventig jaren. Middelburg, 13 April 1882. Ook namens mijne kinderen en behuwd- kinderen, Wede. J. BUIJS, geb. R. Stamïerius. Algemeene kennisgeving. Verzoeke van rouwvisites verschoond te blijven. Heden overleed onze geliefde echtgenoot en vader de heer G. J. W. BERGHUIJS, in leven Rijks- en Provincialen Veearts der eerste klasse. Middelburg, Wede. G. J. W. BERGHUIJS 13 April 1882. Greve en kinderen. Eenige kennisgeving. Verzoeke van visites van routvbeklag verschoond te blijven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1882 | | pagina 3